Niet stoppen. Doe verder. Scheur over grenzen heen. Ga door. Druk het. Breek het. Breek alles. Gooi de ramen in. Stamp. Race. Zuig. Moord. De waas in mijn hoofd drijft me verder dan naar waar ik anders kom. Niets houdt me tegen. De automatische piloot in me heeft alle controle. Ooit alles nergens en niets. Gewoon gaan. Recht vooruit. Al het goede dat ik doe lijkt niet te worden gezien. Ik ben zo sterk niet. Ik val steeds dieper in de lege put.
|