Mijn handen zweven boven jouw lichaam, terwijl ik in gedachten de trekken van je gezicht streel. Ik masseer elke vinger van jouw hand terwijl ik je lichaam dicht tegen het mijne aanduw. Gretig snuif ik de geur uit je hals op. Op ieder moment geldt rust als ik op jouw ritme adem. Het is moeilijk mezelf te beheersen om je te kussen, maar ik doe mijn best. Alles lijkt een zeemzoete droom, maar je bent mijlenver van me verwijderd. Over je ogen hangt een vale mist. Ik lijk je niet te kunnen bereiken, hoe hard ik ook mijn best doe. De golflengtes die jij betokkelt spelen muziek met een bepaald verdriet. Hoe meer je je afsluit en dieper in de poel van eenzaamheid je kruipt, hoe veiliger en gelukkiger je je lijkt te voelen. Ik snap het niet, maar mijn klaagzang lijkt als een vage galm te klinken. Ik war door je haar en tover een trieste glimlach op mijn mond. Je kijkt in de mijn ogen. En ik hoor de woorden die niet gezegd zullen worden. Onze lichamen rusten in de zetel. Ik kus je nek om de pijn te zachten. Mijn mond loodst zich rakelings langs de plooien in je huid. Mijn tong laat zich schuchter van tussen mijn lippen verschijnen en ik lik je. Gedachten blijven door mijn hoofd flitsen en ik weet dat hetzelfde voor jou geldt. Maar ik doe verder, de weemoed maakt zich meester over mij en ik hou me niet in om een traan te laten rollen. We lijken elkaar te vinden. Pijn, verdriet, angst en onmacht, heel de wereld verdwijnt als we kussen. In mijn liefste leugen ben jij daar om me te troosten en me te verlossen van mijn demonen. Gelukkige zotten hebben geen wijsheid van doen. Heel misschien word ik morgen wakker uit de droom die evengoed als nachtmerrie kan gelden, want grote heren hebben lange handen en momenteel strelen ze mijn nek.
|