Het begon op woensdag 26 maart
een drang maakte zich meester over mij. Ik kon niet weerstaan aan de krachten die mij leken te bepalen. 3 volle dagen heb ik het beste van mezelf gegeven. Nog nooit heb ik zo mn best gedaan om mijn kasten te herordenen, de stofzuiger in de kleinste hoekjes te rijden en mijn afwas zo bacterie vrij mogelijk te maken. xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
De nacht die een koele brug maakte tussen zondag en maandag was er één van weinig slaap. Mijn eigen sussende woorden hielpen niets, mijn gewoel heeft die nacht het bed verwarmd tot de wekker afliep. Een hels gepiep dat het startschot van mijn dag betekende. Het was zover, het moment suprême kwam eraan, ik moest me klaar maken... Achtduizend vierhonderd zesendertig gevoelens vulden mijn hart en hoofd. Iets nieuw beginnen is altijd beangstigend, en mijn zin om weg te lopen was groot, héél groot. Maar dat kon ik natuurlijk niet doen, ze wisten dat ik kwam. Met grollende buiken wachtten ze op mijn komst. Een mals kippetje om te verslinden, tot het laatste stukje spiervlees van het botje is afgescheurd. In mijn ergste nachtmerrie was die eerste dag zo, wat er gebeurde in de werkelijkheid lag niet in de lijn van mijn slechte droom. Want ik ben heel blij dat ik die maandag géén rechtsomkeer richting huis heb gemaakt. Voor ik het goed en wel besefte zijn financiële zorgen iets waar ik nog vage gedachten over bezit, heb ik de job van mijn dromen en zit ik te grappen en grollen met mijn óh-zo-fijne collegas. De laatste stempelkaart, hé, die is gedeponeerd. Dáár, in dat bakje.
|