Met lichte tegenzin sleep ik mijn vermoeide benen naar de nog koude ruimte. De dag begin ik met de verlossende lediging van mijn blaas. Uren kan ik doorbrengen op de pot en het heeft me al menig zen-moment opgeleverd. Dan draai ik de knop om. De kamer wordt met warmte gevuld. De kleren die ik nog aanhad worden vliegensvlug uitgespeeld. Ik hef mijn hoofd en mijn slaperige ogen worden wakker van de waterstralen. Dit moment is ondertussen een automatisme geworden die mijn gedachten de vrijheid heeft gegeven om weg te dromen naar een rustgevende leegte. Tussen de warme regendruppels door grijpen de handen naar het haar en ze strelen de individuele lokken tot ze lang en nat hangen. De eerste fles wordt geopend, een mengsel van shampoo en water begint te schuimen. Het inzepen gebeurt met een goede zorg. De combinatie van het haar en de brei maakt het mogelijk om de raarste kapsel te creëren. De volgende fles wordt aangesproken, dit maal is het gevuld met een crème. Ik schakel altijd de hulp in van een spons voor het wassen van mijn lichaam. De gewoonte van het douchen zorgt voor een structuur waar zelden van wordt afgeweken. Mijn borst en borsten. Mijn schouders, oksels en bovenarmen. De onderarmen, buik, lies en de bovenste binnenkant van mijn benen. De schaamstreek. Vervolgens mijn volledige benen en voeten. Ik sluit af met mijn rug en billen. Het schuim glijdt bijna even snel van mijn lijf als ik het heb aangebracht en een zoete geur vult de kamer. De snelle loop van dit gebeuren geeft me altijd het idee dat het heerlijke parfum van mijn douchegel nog niet aan mijn lichaam kleeft, dus herhaal ik het hele wasproces. Het moment om de shampoo uit te spoelen is aangebroken, het heeft ondertussen al van voldoende tijd genoten om in te werken. Met mijn linkerhand masseer ik mijn hoofdhuid tot de laatste restjes het haar hebben verlaten, deze lopen langs mijn lichaam weg tot ze de vloer bereiken en uiteindelijk verdrinken in het putje.
|