Reisverslag 22 okt
Esfahan, nesf-ejahan is een eeuwenoud gezegde in het Farsi.
Het wil zoveel zeggen als Esfahan, de helft van de wereld. Wat overdreven, maar
het is toch een aangename stad die een relax sfeer uitademt. De stad is zo
geworden omdat Shah Abbas de Grote in 1598 besliste van het bestaande dorpje (waarvan
de geschiedenis terug gaat tot de Achaemeniden pakweg 500 B) zijn hoofdstad te
maken. Hij had en precies plan voor ogen, met brede lanen en mooie tuinen. De 17de
eeuw was de gouden eeuw van de stad, gevoed door de lucratieve handel met vooral
India, Engeland, Frankrijk en Nederland. Maar in 1722 hebben de Afghanen de stad geplunderd
en 14 jaar later werd haar de functie van hoofdstad ontnomen.
Eerst bezoeken we het Naqsh-e Jahan plan. Een enorm groot
plein dat op de Unesco werelderfgoedlijst staat. Het is helemaal omgeven door
een dubbele arcade die alleen onderbroken wordt voor 4 monumenten van eerste
categorie. De meest indrukwekkende is de Shaykh Lotfollah Moskee (1602) . Zowel
de façade als de binnen koepel zijn de mooiste die ik ooit gezien heb. Recht
daartegenover aan de andere kant van het plein staat het Ali Qapu Paleis. Aan
de Zuidkant bevindt zich de hoofdingang van de Bazar Qaiarieh (Keizerlijke Bazaar),
twee kilometer op zijn langst. Hier gaat elke vrouw door de knieën. Aan de
overzijde eist de Koninklijke Moskee (1611) alle aandacht op, In een zijstraat
is een miniaturist ragfijn aan het schilderen met penseeltjes van één kattenhaar
dik. Hij schildert op rijstpapier of op kalkplaatjes gemaakt van gemalen en
daarna geperste kamelenbeenderen. Kunstig mooi, maar ik hoef het niet te
hebben. Dan naar het Esfahan museum. Niets veel nieuws, behalve dat het in een
mooi park ligt én dat op de muurschilderingen over banketten die Shah Tahmasp I
hier in de 16de eeuw organiseerde, naar Islamitische normen wulpse
taferelen afgebeeld staan: danseressen met doorzichtige sjaals (goed
geschilderd al zeg ik het zelf), wijn naar believen, mannen boven hun theewater
die discreet worden afgevoerd, schandjongens zoals ze hier worden genoemd enz.
Dat waren ook ware islamisten hoor!
In de namiddag was ik weer een vrij vogeltje. Ik ben naar
een paar plaatsen terug gekeerd om fotos te nemen met de zon in de goede
richting.
Nu nog wat over de Groote Oorlog tussen Irak en Iran. Na
de Iraanse revoltie was het leger een gedesorganiseerde puinhoop. Saddam had
zijn oog laten vallen op de rijke olievelden in het Westen van Irn, niet zo ver
van de grens met Irak. Bovendien was Iran in ongenade gevallen bij zijn traditionele
wapenleveranciers (VS en GB). Hij zag zijn kans schoon en valt in september
1980 Iran onverhoeds binnen. Aanvankelijk met veel succes. En niemand hield
Saddam tegen, ook de VS niet. Zijn analyse was correct, maar onvolledig. Hij
had nooit gedacht dat Khomeini er zou in lukken een gigantisch aantal jongeren
te mobiliseren en de kansen te keren. De prijs aan doden was hallucinant. In
1982 staan beide legers ongeveer terug aan de vooroorlogse grens. Maar Khomeini
stopt niet en wil duidelijk zijn revolutie uitbreiden naar Irak. Zodra dat
duidelijk wordt, krijgt Saddan de openlijke steun van verschillende Westers
mogendheden, waaronder de VS. Er
ontstaat een status quo en de oorlog verwordt
tot een gruwelijke stellingenoorlog. Net zoals bij ons in de Eerste
Wereldoorlog is de prijs aan doden hallucinant.
Het resultaat van al die miljoenen doden? Niets. War? What is it good for? Nothing, absolutely nothing zong Eric
Burdon vorige eeuw. Het enige zichtbare
resultaat is dat in heel Iran, in elk dorp en stad, aan de lantaarnpalen tientallen
fotos hangen van de gesneuvelde jonge levens uit dat dorp of die stad. Echte
waanzin.
|