Reisverslag 21 okt
Ik hb bij mijn weten de man met de zeis niet ontmoet. Hij
zal mij in Esfahan dan allicht ook niet komen opzoeken. Onderweg vertelt de
gids Nojan wat over het huwelijk in Iran.
Vroeger moest de bruidegom aan de bruid een bruidsschat geven.
Blijkbaar komt deze praktijk overigens meer naar het Oosten in Afghanistan en de
andere stan landen nog steeds voor. Toen Iran wat moderner probeerde te zijn,
werd met deze traditie komaf gemaakt en vervangen door een soort borg van de
bruidegom. Die som wordt in onderling overleg vastgelegd in het huwelijkscontract.
Als de man later het huwelijk wil verbreken of als de man zijn vrouw een
aanleiding geeft om het huwelijk te verbreken (ontrouw, gebruik van drugs,
enz), dan kan de vrouw de uitbetaling van die som eisen en afdwingen via de
rechtbank. Een wet, die bedoelt was om de zwakkere positie van de vrouw te beschermen,
is compleet ontspoort. Vrouwen bedingen alsmaar hogere borgsommen (in gouden
munten), zelfs tot 400.000 euro, terwijl het gemiddelde maandinkomen van een
man 500 euro bedraagt. Ze wedijveren tegen elkaar op en na verloop van tijd zijn
er dames opgedoken die, omwille van de
hoge borgsom, effen huwen en na een jaar wel een reden vinden om het huwelijk
te verbreken, de berg gouden munten te innen (ongeacht of ze al steenrijk waren
en hun echtgenoot straatarm) en opnieuw te huwen. Jaja, zo gaat het vooruit hé.
De meeste mannen kunnen die bedragen uiteraard niet betalen, moeten hebben en
houden verkopen en de familie inschakelen om die astronomische borgsommen af te
betalen. Niet te verwonderen dat de gevangenissen vol zitten met wanbetalers.
Bovendien werkt de wet maar in één richting. Een man kan er geen gebruik van
maken. De wet geeft de vrouwen een financiële machtspositie die meer weg heeft
van financiële slavernij. Nu is die wet onlangs verfijnd heb ik begrepen. Er
staat een plafond op het bedrag om misbruiken te vermijden.
Nu over naar de praktijkles. Onze gids Nojan is Iranees en is
voor de Nederlandse wet gehuwd met een Nederlandse advocate. Maar ze moeten ook
nog eens trouwen voor de Iraanse wet, want anders kunnen ze in Iran onmogelijk
samenwonen, laat staan in eenzelfde hotelkamer slapen. Zo gezegd zo gedaan. Ze
vinden via de Iraanse ambassade een beëindigd Iraanse ambtenaar die het
huwelijk kan/mag voltrekken. Bij de voorlezing van de ontwerpakte vraagt die
man hoeveel gouden muntstukken het paar als borg overeen gekomen is. Nojan zegt
tegen de ambtenaar dat zij niets overeengekomen zijn, want dat men in Nederland
dat niet doet. Antwoordt de ambtenaar dat ie zonder een bedrag geen volwaardig
huwelijkscontract kan opmaken. Nou goed, zegt Nojan, dan nemen we 1 gouden
muntstuk (nvdr. hij is intussen dus duidelijk een echte Nederlander geworden). De
ambtenaar kan zijn oren niet geloven en begint op Nojans toekomstige bruid in
te praten. Hij haalt er nog een andere dame bij als getuige en om zeker te zijn
dat er geen communicatieprobleem is door de taal. Nojans toekomstige krijgt
het op haar heupen en roept tegen die twee Iraniërs dat ze moeten ophouden met
hun middeleeuws gedoe en dat zij en zij alleen beslist. In doodse stilte
noteert de beëdigde ambtenaar de ronde som van 1 gouden munt in hun huwelijkscontract.
Enkele jaren later is het echtpaar Nojan op bezoek bij zijn familie in Iran. Op
een dag gaan de dames samen naar de kapper om te roddelen en tegelijk even hun
haar te laten optutten. Tijdens één van de roddelrondjes blijkt dat haar schoonzussen
allemaal huwelijkscontracten hebben afgesloten met vele duizenden gouden
muntstukken als borg. Haar schoonzussen lachen haar dan ook uit met haar schamele
borg van 1 gouden muntstuk. Nojan zegt
dat sindsdien die borgsom op elk familiefeest van zijn familie in Iran voor
grote hilariteit zorgt. Maar
dat intussen zijn vrouw er niet meer kan om
lachen. Besluit van Nojan: bij alle vrouwen, van welke cultuur ook, draait het
finaal om geld.
In Meydan even gestopt om een oude karavanserai te bezoeken
en de ijshuis waar ze het ijs tijdens de zomer bewaarden. In dit geval is het
een adobe gebouw met een kegelvormige toren boven de grond van ca 35m hoog
meteen diameter van ik schat 25m. De dikte van de muren en de kegel schat ik op
30 cm. In de winter werd die bovengrondse toren volgestouwd met ijs en naarmate
de ijsvoorraad door het verbruik slonk, dekte men het bovenvlak af met een
dikke lag stro. Dat volstond blijkbaar om de hele ijsmassa bevroren houden tot
het eind van de zomer. Dat is nog eens isolatie zeg!
Dan rijden we de woestijn in. Zo ver het oog reikt zie ik
alleen maar geel/licht bruin fijn zand. In het midden slingert een vette zwarte
streep erdoor heen: de asfaltweg. Voor de rest niets dan hitte. Na 2 uur rijden
duikt er plots een woestijndorpje op met bomen en groene planten. Dit moet
Nain zijn. Een eeuwenoud woestijndorpje vlak naast een ondergronds riviertje.
Het dorp is vandaag beroemd omdat er de oudste moskee van Iran staat. Ze
dateert van de 10de eeuw. Dat is duidelijk te merken: geen geglazuurde tegels, geen ronde
minaretten, geen exuberante versieringen. Alleen ruwe baksteen met wat
frivoliteiten in de manier worden de bakstenen gemetst zijn. Maar ondanks zijn
hoge ouderdom en bloedig verleden (vooral onder de Mongolen), komt het gebouw
er nog goed voor. In elk geval beter dan het Narin Kasteel dat van dezelfde
periode dateert. Maar dat is wel gebouwd met adobe stenen. Een grote hoop half
vergane adobe stenen.
En dan komen we aan in Esfahan. Maar dat is voor morgen.
|