Reisverslag 17 okt
Vandaag dé dag waar ik sinds lang naar uitgekeken heb:
Persepolis. Onze gids is verstandig. We vertrekken later want de grote golf
toeristen komt in de voormiddag en dan kan je daar over de koppen lopen. Wij
zullen in de namiddag komen als bijna iedereen naar zijn hotel is. Goed zo!
Dus vanmorgen nog net even tijd om naar de Naser el-Molk
moskee te gaan. We organiseren het zelf: we bestellen in groep enkele taxis en
delen de kosten. Nu betaal ik voor één vol uur taxi (voor de heen rit, voor één
uur wachten en voor de terugrit) 70.000 rial. Das ongeveer 1,70! Niet dat ik
verzot ben geworden op moskee s. Integendeel, maar de deze is speciaal omdat
de oostgevel bestaat een veelkleurige mozaïek glasramen. Tijdens de ochtenduren
geeft dat een feeëriek kleurenspel op de vloer en de pilaren. En dat klopte
effectief!
Dan naar Nasqh-e Rostam, de begraafplaats van de
belangrijkste Achaemenidische en Sasanidische koningen. Dus Darius I (521-485
BC), Darius II (425-405 BC), Artaxerxes I (465-424 BC) en Xerxes I (485-465
BC). Hoog in de rotswand van de klif zijn stukken rots in een kruisvorm vlak
gemaakt en in de vierkanten staat dan gebeiteld wie er begraven ligt. De ingang
tot de grafruimte zelf is een opening in het kruispunt van de vier armen van
het kruis. In de graven ligt niets meer: ze rusten er niet meer in vrede. Toen
Alexander de Grote Persepolis plunderde, kwam hij eerbetoon brengen aan deze 4
grote Perzische koningen. Om er zeker van te zijn dat hun graven intact zouden
blijven liet hij hier een reeks soldaten als grafbewakers achter. Maar ook dat
was niet voldoende. Toen Alex na enkele jaren rondwandelen tot aan de Indus en
terug, stelde hij tot zijn ontzetting vast dat de graven toch leeggeroofd
waren. Allicht waren de achter gebleven even ontzet over het feit dat ie levend
was terug gekeerd van zijn iet wat uitgelopen City tripjes. Enfin, Alex de
woesteling, heeft hen allen laten 77terecht stellen.
Te midden van de eindeloze zandbak zie ik plots onooglijk
kleine blauwe bloempjes staan. Ik heb geen zin om op mijn buik in dat wit
stofzand te gaan liggen, dus zet ik mijn klein Panasonicske in het zand, richt
al schattend (want ik kan niet zien wat ik in het vizier heb) en neem een
tiental fotos op het goed geluk af.
Plots steekt er een stevige wind op. Ik vrees voor mijn fotoapparatuur
(fijn stof is moordend voor die toestellen) en vlucht naar de bus. Zit net in
de bus als die rukwinden een plaatselijke mini-zandstorm veroorzaken. Oef, das
even geluk hebben.
Na het middageten begint het echte werk: Persepolis. En de
gids heeft goed gegokt. Er waren maar enkele toeristen. In het Perzisch heette
de stad Parsa. De Grieken vergrieksten de naam tot stad van de Perzen : Perse
polis. Ik heb er decennia gelezen flink wat over gelezen en moeten studeren en
nu, nu sta ik hier op de plaats waar Darius, Xerxes en Alexander rondgewandeld
hebben. Niettegeloven. Genoeg gemijmer. In 518 BC beslist Darius, nadat de stad
Sua was afgewerkt dat er ook een religieuze hoofdstad moest gebouwd naar de
voorbeelden van de Babyloniërs en van de Assyriërs. Maar dan beter en groter.
Het complex had, naast de religieuze feesten voor het Nieuwe Jaar ook tot
bedoeling de onderkoningen die hun trouw kwamen betuigen serieus te imponeren.
Daar waren ze destijds heel goed in geslaagd. Tot op de dag van vandaag blijven
de ruïnes overweldigend. En de bas-reliëfs die de muren versieren zijn
onwaarschijnlijk nauwkeurig en met zoveel zin voor detail dat iemand met een wat
kennis van de antieke wereld er zo de Grieken, Egyptenaren, Picten, Parten,
Elamieten, Bactiërs ( aan de Kaspische Zee), Sorgdiërs (nu ongeveer
Afghanistan) enz. kan uitpikken. De bouw
van het complex heeft de hele Achaemenidische dynastie geduurd totdat Alexander
er een abrupt einde aan maakte. Hij roofde alle schatten en goud, maar gebood
zoals hij steeds deed- de gebouwen te vrijwaren. Om een tot op heden onbekende
reden is de boel toch in brand geraakt. De sporen van de brand zijn meer van 2300
jaar later nog steeds te zien. Een kwartier voor ons vertrek realiseer ik me
pas dat ik vanop de heuvel achter de stad een mooi overzicht moet hebben. Het
heuveltje was och arme enkele 100 m hoogte. Dus in versnelde pas de steile
helling op, in de brandende zon. Toen ik boven aan kwam was ik buiten adem en
ik kon geen foto nemen. Mijn lichaam trilde te hard door de inspanning. Dus eert
even genoten van het zicht en dan realiseer ik me sdat het impressionante zicht
verknoeid wordt door een heel set golfplaten daken die men over de bas-reliëfs
geplaatst heeft met de bedoeling ze te beschermen tegen weer en ontij. Niets aan te doen. Ik heb toch maar tegen
beter weten en tegen het zonlicht in een panorama foto genomen. Enne, mijn hart gaf geen krimp.
s Avonds zelfde scenario: de buschauffeur uitgenodigd en
hij mocht restaurant en menu kiezen. Alhoewel er geen speciale menu geserveerd
werd, was het weer een schot in de roos.
|