Reisverslag 14 okt
Zalig geslapen ondanks de hitte. Het was gisteren 37 graden
in de schaduw. En dat komt goed van pas, want vandaag hebben we een tocht van
ca 500 km Zuidoost naar de stad Yasuj, dwars door het Zagroz gebergte. Betoverend
mooi en woest. Wij steken het gemotoriseerd van west naar oost door. Alexander
deed destijds wel beter.
In 334 voor Chr. stak Alex met 30.000 hoplieten (zware
infanterie) en 5.000 cavalerie de Hellespont over, deed op de ruïnes van Troje
een schietgebedje op het graf van Achilleus (zijn lichtend voorbeeld) en gaf
bij de Granicus rivier (Noordwesten van Turkije) het eerste Perzische leger van
drie satrapen (onderkoningen) een oefenlesje. Leger weg, twee satrapen
gesneuveld en de derde pleegde wijselijk zelfmoord. De Perzische koning Darius
III was uitzinnig van woede en ging met een troepenmacht van 600.000 soldaten dat
vervelend joch eens persoonlijk een rammeling geven. De legers ontmoetten
elkaar in 333 voor Chr. aan de Issus rivier, in wat nu West-Syrië is (denk ik) . De uitslag
was echter wat anders: geen Perzisch leger meer, Darius op de vlucht en
Alexander had de koningin moeder van Darius III, zijn hele uitzet inclusief zijn
harem gevangen genomen. Jongens, jongens die Griekse soldaten zullen daar eventjes
hun b(r)oekje te buiten zijn gegaan. Darius bood hem in ruil de helft van het
Perzische rijk aan. Alexander weigerde. Hij stapte eerst effen voort naar het
Zuiden (om later geen achterhoede gevechten te hebben) en werd in Egypte als bevrijder
ontvangen, stichtte in de rapte de stad Alexandria, liep met zijn hele leger ei
zo na verloren in de Lybische woestijn. In Oktober 331 BC botste hij in Arbela
(oostelijk Syrië) op het derde leger van de Perzen. Eén miljoen man sterk
ditmaal. Wie biedt meer: afgerond is dat een overmacht van 1 tegen 28. Tegen
zijn generaals, die vonden dat het nu toch een beetje té riskant werd, zei Alexje
dat er aan Macedonische kant veel meer soldaten stonden die wilden en konden
vechten dan aan Perzische kant. En weer kreeg ie gelijk. Het werd een
regelrechte ramp voor de Perzen, ondanks hun geheim wapen (olifanten) en Darius
moest weer op de loop verder naar het oostelijk deel van zijn rijk. Alex
koerste achter hem aan, maar voor hij te pakken kreeg had Bessus, satraap van
Bactria en dus één van zijn eigen onderkoningen Darius al gedood. Alexander
heeft Darius lijk in een ossenkar gevonden, heeft hem een staatsbegrafenis
gegeven en die Bessus terechtgesteld wegens gebrek aan loyauteit ten opzichte
van zijn koning. Dan is verder getrokken tot aan de Indus in India.
Even een historische schets alleen maar om te zeggen dat onze
Alexander met zijn leger in ijltempo (volgens de overlevering tot 50 mijl per
dag!) door dit gebergte gestapt is maar dan wel van noordwest naar zuidoost om
rapper dan rap in Persepolis te zijn. In elk geval sneller dan de Perzen om hen
te beletten hun staatsschatten uit Persepolis weg te slepen. En dat is hem
inderdaad ook gelukt. Alexander rijfde in Susa (de administratieve hoofdstad
van het rijk) en Persepolis (het religieuze centrum van het rijk) 650.000 kg
goud bijeen. Daarvoor kan men al eens een robbertje vechten vind ik.
Tijd om even over het Iraans eten te praten. De gerechten
zijn typische nomaden gerechten: eenvoudige sudderpotjes zonder veel variatie.
De afwisseling moet van de kruiden komen. In het binnenland doen ze wat
schapen- of geitenvlees bij. Maar de suikerverslaving van de Iraniërs is echt hallucinant. Elk gerecht en elk drankje zit
propvol suiker. De enige uitzondering is hun nationaal yoghurt drankje, daar
mengen ze naar eigen smaak en voorkomen heel veel kruiden onder. Dat is waarlijk
zeer fijn en bovendien erg verfrissend. En allicht ook gezond. Dat maak ik
mezelf althans toch wijs.
Over de strenge kledijnormen en de onmogelijke segregatie
tussen mannen en vrouwen kan ik simpel en
kort zijn. Veel mensen lopen hier gefrustreerd en zelfs irritant hitsig rond.
Zowel mannen als vrouwen. Eigenlijk meelijwekkend. Eerder vroeg dan laat moet
dat potje overkoken. En dat is vandaag al goed merkbaar bij de jonge dames. Hun
hoofddoek zakt alsmaar meer naar achter. Sommigen schminken zich vrij opzichtig
en gedragen zich (relatief) vrijpostig
Velen spreken de toeristen gewoon aan op straat en verzoeken hen om
fotos van hen te nemen. En maar giechelen en kwetteren.
Met een week vertraging (wat een groepsreis allemaal met een
mens doet, nietwaar), ben ik eindelijk begonnen met wat Farsi te leren. Eerst
de getallen van één tot tien: yek, do, seh, chahar, panj, shesht, haft, hasht,
noh, dah. Voilà. Nu nog wat dagelijkse praktijk en dan zijn we vertrokken.
Goede dag is een makkie: salaam. Goede morgen is al wat moeilijker: sob
bekheir. Goede avond valt dan weer mee: shab bekheir. Ja is bale en
nee wordt na. Dank u geeft moed: mamnun
maar a.u.b is een tongbreker befarmaa ien. Andere woorden vertonen
duidelijk een nauw verwantschap met de germaanse talen. Zo is het woord voor
dochter in het Farsi dokhtar en de symbolen KH spreken ze guturaal uit als
de Franse g. Moeder is maadar en vader is pedar. Zoals kleine Jan vroeger
op school heeft geleerd: Perzisch is een indo-germaanse taal. Ja mijnheer, ja
mevrouw, dat heb ik vandaag op school geleerd. Zoveel is duidelijk.
|