Reisverslag 12 okt
Vandaag wordt het een busdag. Tegen vanavond moeten we aankomen
in Ahwaz. Dat is een goede 700 km naar het Zuiden, maar nog steeds evenwijdig
met de Iraakse grens. Tijd om wat onze kennis
over de geschiedenis van het land wat bij te spijkeren. In de 7de
eeuw is het liedje van de Sasaniden financieel en militair uitgezongen. De
eeuwen aanslepende oorlogen met Rome en daarna met Constantinopel waren er
teveel aan. De Arabische stammen, die ruw weg in wat vandaag Saudi Arabië heet,
en die voordien hun tijd verdreven met onderling oorlogje te spelen hebben
onder het vandaal van de jonge Islam een gemeenschappelijk streefdoel gevonden:
de Islamitische gebiedsuitbreiding. In een zucht en een vloek veroveren ze het eeuwenoude
Sasanidische rijk en Iran wordt op een jaar tijd onderdeel van het Islamitisch
Kalifaat. Aanvankelijk heerst er een grote godsdienstvrijheid, maar gaandeweg
neemt de intolerantie toe: zwaardere belastingen voor anders gelovigen, verbod om
een islam belijder te trachten te bekeren (tarief: doodstraf), verbod voor een
islam belijder om zijn geloof te verzaken enz.
Maar daarmee komt geen eind aan de onrust in het land.
Integendeel, de volgende eeuwen worden gekenmerkt door een eindeloos gevecht om
de macht, met veel geweld en moordpartijen. Daarvan maken in de 19de
eeuw de nieuwe grootmachten Groot Brittannië en Rusland dankbaar gebruik. Rusland
gedreven door hun drang naar een warme zee en Groot Brittannië die de Russen
niet aan hun voordeur in India wensen. Het resultaat is dat Iran vervalt tot
een koloniaal wingewest voor beide landen. De Russen verkiezen hele regios te annexeren,
de Britten zijn vooral uit op monopolies voor tabak en mineralen en dergelijke.
Het hek is helemaal van de dam als de Britten in 1908 in Khuzestan petroleum
vinden. Het land wordt letterlijk leeg gezogen en de staat implodeert. Zoals
vaak staat in dergelijke chaos ergens een man op die met radicale methodes orde
op zaken stelt. Reza Khan is ditmaal de man van dienst en hij is een officier in
het Kozakkenleger. Hij en daarna zijn zoon Mohammed Reza onteigenen de
grootgrond bezitters, moderniseren het land in speed tempo en schaffen een
reeks oude religieuze regels en wetten af (zoals bv de hoofddoek). Maar koken
kost veel geld en zij gaan buitenlandse leningen aan. De elite vindt die wiite
revolutie wel goed, maar de gewone bevolking niet. Ze morren maar Reza wil dat
niet zien. Hij beschouwt zich als maar meer als de opvolger van zijn grote
voorbeelden Cyrus en Darius. In de jaren 70 van de vorige eeuw organiseert hij
een gigantisch feest ter ere van het 2500 jaar bestaan van het Iraans rijk en
hij laat zich kronen tot Shah (= koning der koningen) in het Golestan Paleis,
zoals ik al vertelde op de eerste dag van de reis. De Shah zat op de pauwentroon
die een van zijn voorvaderen Nader Khan als oorlogssoevenir in 1746 had mee
gebracht tijdens zijn veldtocht naar Delhi in India.
De binnenlandse kritiek wordt onder meer gestuurd door ene
Khomeini. De Shah stuurt hem in ballingschap naar Parijs. Maar hier helpt geen
klein moederen meer aan. Alle politieke partijen, van uiterst links tot uiterst
rechts, extreem religieus tot profaan, verenigen zich met als doel de Shah te verdrijven.
En zo gebeurt op 16 januari 1979. De
revolutionaire Raad waarin al die strekkingen zetelen moet een nieuwe grondwet
opstellen. De ontwerptekst is liberaal en modern met een parlementair systeem
en de klassieke vrijheden naar westers model. Maar ze bereiken geen
eensgezindheid en de chaos herbegint. Khomeini zit zijn kans schoon en komt
terug uit ballingschap. De bevolking reageert enthousiast inde hoop dat ie rust
en orde zal kunnen scheppen. Maar wat zij zich niet realiseren is dat het
ontwerp van grondwet in de prullenmand verdwijnt en dat de revolutie verwordt tot
een Islamitische revolutie. En daarmee zit iedereen in de wereld nu mee
opgeschept.
Nog net voor sluitingstijd komen we aan in Sush, het
vroegere Susa waar Darius de eerste zijn paleis in 521 voor Christus zijn
paleis liet bouwen op dezelfde plaats waar de Elamieten 1700 jaar voordien ( in
2200 jaar voor Christus) de hoofdstad van hun rijk hadden gebouwd (en dat door de
Assyrische Assurbanipal in 645 voor Christus werd verwoest). We zijn de ruïnes gaan
bezoeken, alhoewel er na 2500 jaar niet bijster veel meer van recht staat. Soit
ik ben er toch geweest. In dezelfde wijk van de staat Susa staat ook het graf
van de profeet Daniël. Je kent wel het verhaal uit de bijbel van die man die door
de Perzische koning voor de leeuwen werd gegooid, maar die maar niet
opgepeuzeld raakte. Allicht omdat de leeuwen geen honger hadden of omdat ze kiespijn
hadden. Volgens de bijbel was dat allemaal niet waar: het was Gods hand die daarvoor
zorgde. Wat er ook van zij, onze Danny is later dan toch op een of andere manier
aan zijn eind gekomen want zijn graf staat hier in Susa. Waarom ligt een Joodse
profeet begraven in Perzië hoor ik jullie al vragen. Hawel das simpel. In de
bijbel staat dat de Perzen Jeruzalem hebben geplunderd en vele Joden in
ballingschap mee naar huis hebben genomen. Maar een bezoek aan zijn graf stond
niet op het programma van de reis Langs Koningswegen (want Danny was geen
koning hé) en een bezoekje kon er ook niet tussen. Gemist dus op pakweg 300
meter na.
En dan verder naar Ahwaz.
|