Zoektocht naar mezelf
Met de rugzak door Italië
06-02-2017
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vicenza

In Padova Station. Laatste (en eerste) keer dat ik hier de trein nam, was met mijn toenmalige collega (nu hartsvriendin) naar Bologna. Dat plan ik over enkele dagen opnieuw te doen, want het was een heerlijke pasta die ik daar toen gegeten heb. De kop die ik van haar kreeg, heb ik ook nog steeds. Ik koester dat cadeautje eigenlijk wel. Trein naar Vicenza, spoor drie. Chance dat het station grotendeels overdekt is, want het regent toch wel stevig door vandaag. Om over de gure wind maar te zwijgen. Ik had me mijn tocht door Italie toch anders voorgesteld. Nu ja, ik had me enkele maanden geleden niet eens voorgesteld deze trip te maken. Op mijn trein regel ik mijn hostel, want veel zetels om te surfen vind ik niet in Vicenza. Twintig euro per nacht, vlak bij de tourist office. Gemakkelijk. Na een half uurtje door het grijze, natte Italiaanse landschap te treinen, kom ik toe in Vicenza. De eerste indruk is dat ik even goed thuis kon blijven. Zelfs een mooie stad is desolaat in een wolkbreuk. Maar ergens past het bij mijn nog steeds slechte gemoedstoestand. Ik weet nog steeds niet wat ik wil doen. Ik kijk wat rond. De stad heeft wel iets romantisch. Pure Renaissance, en vele kerken. Als ik die allemaal bezoek, ga ik recht naar de hemel denk ik – ware het niet dat ik dan eerst eens moet biechten, en gezien de gemiddelde leeftijd van de priesters, is die eerder dood van ouderdom dan dat ik uitgebiecht ben. Ik ben niet tot hier getreind om niets te bezoeken, dus ik ga de eerste kerk binnen die ik tegenkom. De Chiesa di San Lorenzo. Een mooi staaltje bouwkunst uit 1300, waar ik me toch even neerzet. Zo een stad bezoeken is wel fijn, maar het had fijner geweest met twee. Ik had graag mijn ervaringen gedeeld met mijn Muze, die in Brussel haar trip naar Miami voorbereidt. Ik betwijfel dat in Miami gebouwen van 1300 staan, maar zij zit er alleszins alleen. “Wat als...”, dan had ik ook mijn koffers gepakt en mijn passport geregeld voor Miami. Zon, palmbomen,. Ik ben de kerk uit ik loop door, in de regen, geen paraplu. Ik trek de sjaal wat strakker rond mij. Ik kan de Muze ruiken. Dat beeld ik me toch in. Ik zou haar weer willen ruiken. Haar voelen. Haar zien. Ik zou haar willen aanraken en kussen. Nog een keer. Al mijmerend nader ik het Tourist Office. Natuurlijk is er veel te zien, zegt de vriendelijke, doch redelijk Engels-onkunnende, medewerkster van de stad. En de hostel? Hier recht tegenover. En, het is de eerste zondag van de maand, dus alle staatsmusea zijn gratis. Al zijn dat er maar drie in gans Vicenza...Gewapend met een stadsplan vertrek ik, terug de regen in. Ik zie de hostel, ik mag er nog niet in. Citytrip met de rugzak dan maar. Het regent wat minder. Ik kijk wat rond. Mijn Muze, mijn hart, mijn inspirtatie, mijn liefde... mijn verdriet. Ze zou van deze stad smullen, met zijn witte palazzo's, en ruime, lichte pleinen. Zelfs hier en daar een verdwaalde palmboom. Miami heeft ook palmbomen. Ze zou hier lachen, ik zou met haar meelachen. Ik zou gelukkig zijn. Dit besef, en de regen die terug valt, maakt dat ik terug denk aan het landschap rond Luik. Nu zit ik in een vreemd land, maar ik voel me nog steeds slecht. Mijn Demonen blijven rondom mij. Als jagers wachten op het zwakke moment om dan aan te vallen. Hoe langer hoe gemener. Demonen zijn allergisch aan bier. Ik niet. Ik ga op zoek naar een bar. Het is zondag vijf februari. Het is dertien uur. Van Vicenza zelf heb ik niet heel veel gezien. Enkele pleinen, enkele kerken. Enkele Peroni, de grote soort. Mijn hoofd staat toch niet naar sightseeing. Mijn hoofd staat naar weg zijn. Vluchten van mijn Demonen. Maar ze zijn snel. En met veel. Het is nu vijftien uur. De hostel is open, mijn gsm is geladen. Ik krijg via FB Messenger een berichtje.

Ik kan logeren in de buurt van Padova. Ik moet er wel de bus nemen naar een of andere buitenwijk, maar dat stoort me niet. De trein terug op, het is zeventien uur. Ik heb nog een tussenstop in de supermarkt gedaan. Haarlak, douchegel,... de basiszaken. En een flesje voor de gastheer. Adieu Vicenza, ik ga terug naar de nostalgie. Naar de Goede Tijden. De vrienden die er niet meer wonen. De herinneringen die gekoesterd zitten, en geuit in een blauwe koffiemok op de bovenste plank van de keuken in Namen. Padova. Het regent, weer eens. Ik wacht op de bus voor het station. Daar waar ik acht jaar geleden werd opgehaald. Een student spreekt me aan, of ik de weg ken. Deze ken ik niet, maar ik kan hem wel een sigaret aanbieden. Mijn bus noemt AT, en ik moet afstappen aan San Lorenzo, zoals in Vicenza. Ik ben moe, maar ik blijf wakker. Ik denk aan mijn Muze. Aan datgene dat er geweest is, datgene dat er nooit geweest is, en datgene dat er had moeten zijn, en er ook is, maar niet voor mij. Zonder haar, mijn Muze, mijn Blonde Liefde, mijn inspiratie, mijn verdriet, mijn pijn... zonder haar zat ik niet op deze bus, in het koude Padova, opzoek naar weer een plek die ik niet ken om iemand te ontmoeten die ik niet ken in een appartement aan een tafel die ik niet ken. Hoe zou het in Brussel zijn? In Big Game? Met de toogmaatjes? Apotheek San Lorenzo. Van de chauffeur van bus AT moet ik niet veel hulp verwachten. De andere kant van zijn cabine is boeiender dan mij te zeggen waar ik af moet stappen. Toch stap ik af. Adieu bus AT.

Ik ben te vroeg. Ik wacht maar wat in de regen, tot mijn host, Cimo, mij komt ophalen. Cimo zit nog in het zwembad. Mijn Demonen zitten trouw bij mij. Wat als de zaken anders hadden gelopen, zou ik dan thuis zitten nu, waar de (h)ex ook zit? In Brussel bij mijn Muze? Heb ik nog een eigen thuis? Eigenlijk niet. Couchsurfen wordt ook in Brussel mijn natuur. De lokale jeugd trakteert me op luide muziek. Ik zie hoe ze pogen het buurmeisje te imponeren met danspasjes, of wat daarvoor moet doorgaan. Ze doen wel hun best. En daar komt Cimo af. Spontane, jonge gast, die van reizen houdt, en zich voorbereidt op Mexico. Hij stelt voor een vriendin van hem uit te nodigen om mee te eten. Hoe meer zielen, hoe minder Demonen, dus ik ben uiteraard tevreden daarmee. Anita blijkt een toffe dame te zijn, die blijkbaar overal al gewoond heeft. We hebben een gezellige avond met veel wijn, creme de limocello, eau de vis, etc. Mijn demonen zijn duidelijk allergisch gebleken, want ze laten me met rust. Toch tot de volgende ochtend, nadat ik na een dromeloze nacht de douche instap. Na het kleden staat een heerlijk kopje – letterlijk, in Italië zijn de koffies een druppel groot – dampende koffie op mij te wachten, tot Cimo me naar het station brengt. Het is maandag 6 februari. Het is tien uur in de ochtend. Ik sta terug in het station van Padova, waar de nostalgie me weer overvalt. Toch heb ik een glimlachje. Hier had ik nog een mooie tijd. De Goede Tijden. De vrienden die er niet meer zijn. Ik neem de trein naar Bologna. Ik zie er naar uit.

Adieu Padova, nostalgie, vrienden die er niet meer zijn.

Adieu Goede Tijden.





Geef hier uw reactie door
Uw naam *
Uw e-mail
URL
Titel *
Reactie * Very Happy Smile Sad Surprised Shocked Confused Cool Laughing Mad Razz Embarassed Crying or Very sad Evil or Very Mad Twisted Evil Rolling Eyes Wink Exclamation Question Idea Arrow
  Persoonlijke gegevens onthouden?
(* = verplicht!)
Reacties op bericht (0)

Inhoud blog
  • Siena, deel 2
  • Siena, deel 1
  • Op weg naar Siena
  • Het vertrek uit Firenze
  • Fiesole
  • Firenze: Valentijnsdag
  • Firenze: aankomst en maandag 13 februari
  • Modena
  • Op weg naar Modena
  • Bologna
  • Vicenza
  • Padova
  • De Busrit
  • Het Afscheid

    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs