Zoektocht naar mezelf
Met de rugzak door Italië
05-02-2017
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Padova

Daar sta ik dan. Busterminal van Padova. Ruim acht jaar geleden na ik er in de kille ochtend werd opgehaald door mijn collega. Het is zaterdag vier februari. Het is veertien uur. Het regent. Het is koud. In de regen op weg naar mijn host, Alfredo. Plots denk ik aan mijn studententijd. Alfredo, dé specialiteit van Luigi's, ons studentenkroeg, onze tweede thuis. De zatte tijden dat zelfs Marco Borasto's “rood” door alle kelen keelde, gevolgd door een 25 centiliter maes. “Vandaag is rood, de kleur van jouw lippen...” Haar lippen zijn niet rood... Welkom terug, Demonen. Ik miste jullie bijna... Ik hoopte jullie in Milaan te hebben verlaten, achtergelaten. Maar nu weet ik tenminste dat ik niet alleen op pad ben. Mijn verleden, mijn fouten, mijn verdriet en mijn zelfbeklag blijven als trouwe honden volgen. Wat een geruststelling. Ik ben niet alleen. Zijn het niet net deze zaken die ons maken wie we zijn? Het maakt mij zoals het landschap rondom Luik. Koud en donker.

Nu naar Alfredo. “Onder het station door”, zo zei hij met zijn door een sappig Italiaans accent doorspekte Engels. Dat zegt me nog iets. Daar woonden de linkse sicilianen ook... acht jaar geleden. De zorgeloze periode. Zij zijn er niet meer. Maar toch ben ik blij in Padova te zijn. De eerste etappe in een tocht op zoek naar mezelf en mijn innerlijke rust. Avontuur is trouwens niet het juiste woord, bedenk ik me plots terwijl ik door de regen naar het stationsgebouw loop. Avontuur is iets om naar uit te kijken. Iets wat je wil doen, om het feit zelf. Ik vlucht. Ik vlucht voor mijn emoties, voor mijn Demonen. Maar ja, ze volgen me toch. Dan maak ik ze beter tot reisgenoot.

Et voila, de Via De Libera, de straat waar ik acht jaar gleden koffie, vriendschap en een zetel kreeg. Achter de hoek van mijn huidige host. Wat een toeval. Is dit een teken? Wie weet het... Ik kom toe bij Alfredo. Doorweekt, moe en zelfs een beetje hongerig. Een warme gastheer wacht me op met een heerlijk dampende lasagna. Een hartverwarmende ontvangst. Dat doet goed. Maar veel honger heb ik toch niet. Uit beleefdheid eet ik van zijn kooksel. Best lekker, zo ook de wijn. Het is alweer vijftien uur, op zaterdag vier februari. Vierentwintig uur geleden zat ik voor de torens, te wachten tot mijn bus vertrok. Nu zit ik aan de tafel van een mens die ik niet ken, in een appartement dat ik niet ken. De laatste keer dat ik aan een onbekende tafel zat was bij haar. Mijn muze, mijn liefde, mijn hart, mijn pijn... mijn verdriet. De Demonen zijn weer terug, de fles is leeg. Of ik de stad wil zien? Ik kijk naar buiten. Regen, wind...guur weer. Somber! Past wel. Ik zeg ja. De sjaal van mijn muze, mijn liefde, mijn hart, mijn verdriet, mijn pijn hangt rond mijn hals als een strop. Beschermt me tegen de koude. Ik beeld me in haar geur nog te ruiken in de sjaal. Ik glimlach, mijn Muze is met mij mee op reis. Ze is bij mij.

Regen klettert in mijn gezicht. De wind snijdt, ik trek mijn sjaal strak over mijn mond en neus. Alfredo heeft een paraplu. Ik haat die dingen. Ik heb een nat hoofd. Vol nostalgie. Even geen Demonen. Zijn houden niet van regen. Ik dus wel.

Padova in the Rain. Alfredo heeft tramkaartjes. We nemen dus de tram. De lokale zakkenrollers ook. Maar mij hebben ze niet liggen. Die snodaards herken je van ver. Het is trouwens opmerklijk dat ze heel erg veel gelijken op het soortgelijk gespuis uit pakweg Brussel. Maar ik denk nu niet aan Brussel. Ik word rondgeleid door de Verstrooide Professor. Ja, Alfredo doceert op de universiteit van Padova. Hij doceert zelfs geschiedenis. Alweer toeval. “Toeval bestaat niet”. Een klein Demoontje probeert in te breken. Op vier oktober zei ook iemand me dat toeval niet bestaat... gedachten glijden af. Muze... Blonde liefde...Una Gelatto? Dat laatste was Alfredo. Al dubbend zijn we bij de oudste Gelatteria van Padova geraakt, alwaar mij een voorwaar heerlijke, artisanale, smaakvolle en koude “Straciatella-chocolade” in mijn handen wordt geduwd. Kostprijs: twee euro vijftig cent. Koud. Leidt me af. Alfredo vertelt al snoepend hoe hij hier als kind al kwam. Ik snoep mee. Van zijn verhaal. En van mijn ijsje. Ik hou wel eens van ijsjes.

En daar gaan we voort. Naar de markt. De markt die er niet staat, want het is een ware zondvloed. En het is zaterdag vier februari. Het is zestien uur. Marktkramers houden niet van regen. Demonen ook niet. “Mooi plein?” Alfredo bekijkt me met van trots blinkende ogen. Ik kan enkel maar beamen. Niet omdat het moet, maar omdat het zo is. Het is nu eenmaal een mooi, leeg marktplein, zonder marktkramers, zonder klanten. “Groter dan Parijs?” Maar neen, Parijs is beduidend groter dan dit marktplein, en dat zeg ik hem ook. Verwarde blik. Mijn Italiaanse Euro valt. Niet “Parijs”, maar “Place de la Concorde” in Parijs. Tja, dat weet ik niet. Ik gun hem zijn Padovaanse trots en bevestig. Alfredo fleurt op, veert recht en sleept me mee om koffie. Een standbeeld voor de uitvinder. Saluté zeggen ze hier. Daar zitten we dan. Het groene salon van één of andere luxe-koffiekeet. Peddrocchi Café. Al geopend in de achttiende eeuw. Mijn koffiegezelschap laat me weten dat dit in 1772 was, dus 210 jaar voor ik op aarde kwam, dronken hier al mensen koffie Ik drink hier koffie in het Groene Salon. Vooraan moet je niet consumeren. Wel in het groene salon. Groen... gisteren keek ik nog in de mooiste groene ogen op aarde. Demonen houden van groen. Ik ook. En van koffie. De koffie in deze prachtige, oude, chique tent smaakt heerlijk. Ik hoor nu dat dit een van de oudste koffietenten van Padova is. Ik hoor ook van Alfredo dat dit koffiehuis een rol speelde in de opstand tegen de Habsburgers in 1848. Ik geloof hem, ik denk dat hij er bij was. Buiten regent het nog steeds. Goed voor mij, zonder paraplu. Alfredo – met paraplu – maakt me attent op een eetkraampje dat ik anders compleet zou genegeerd hebben. Het standje bevat padovanse specialiteiten, opgevist uit de Adriatische Zee. Lokale inktvis. Niet de gefrituurde rotzooi van bij ons. Neen, heerlijk gekookte inktvistentakels, “in't groen”, gelijk de paling. Weeral groen. Er is heel veel groen in deze wereld. Er is maar één groen dat me achtervolgt. Ik snuif de geur van de sjaal van de Muze diep in. Inktvis. Ziet er waarachtig degoutant uit. Het weer is ook degoutant. Ik bestel dus een portie voor twee. Alfredo is een kleine eter, dus het wordt een portie voor één, op z'n Hollandaise. We delen een bordje Adriatische tentakels onder de luifel van het oude Raadshuis. Of ik wist waar het balkon voor diende, in de tijd van de Republiek? – Ooit was Padova een onafhankelijke en machtige republiek – Ja, ik weet wel dat dit diende voor de notabelen van de stad een forum te bieden. Ik zeg dus “neen”. Al smullend van deze toch wel lekkere stukken inktvis, krijg ik een uiterst deskundige toelichting van de werking van de Republiek – ik denk dat hij heimwee heeft naar de tijden van weleer – en de werking van het Raadshuis. Blijkbaar wist ik er toch niet zo veel van... hoe zat dat weer met de Socratische Majeustiek? Eerst moet je weten dat je niets weet, en dan begin je te weten... Goed, de inktvis en brood en groene saus zijn binnen. Onze weg gaat verder doorheen Padova. Het regent nog steeds. Nog steeds geen paraplu. Nat en koud. Dat is exact hoe ik het wil Zelfkastijding zonder zweep. In de regen lopen we door. Het is zaterdag vier februari. Het is half zes in de avond. Sint-Antonius van Padova verschijnt. Het is te zeggen: zijn kerk toch. Mooie kerk. Er staat zelfs nog een kerststal, rijkelijk te laat. Alfredo legt me geduldig uit waar het idee van de kerststal vandaan komt. Want wij kennen dat in België niet, denkt hij... hij heeft misschien de Muze ontmoet. Mijn Muze had geen kerststal dit jaar. Ook geen kerstboom. Ik wilde hem wel mee zetten. Ik... ik trek mijn sjaal nog wat vaster. Tegen de wind. Tegen de Demonen. Binnen vinden we Antonius zijn kist. En zijn tong. Hét Reliek... Dat ik eerder in Etterbeek de 'Eglise Saint-Antoine' (over Les Griffons van Artur) als parochiekerk had, is dus compleet te wijten aan die vent zijn tong. En daar zijn de Demonen weer, maar daar wil ik niet verder op ingaan. Het is al over zes. Het regent nog steeds. De wind wordt guurder. Tijd om de comfortable warmte van het appartement te zoeken. Terug op de tram. Dezelfde zakkenroller beloert me. Zou hij homo zijn? Hij verliest zijn interesse. Zelfs gespuis toont geen interesse meer. Ligt het aan mij? Mijn Muze, mijn blonde liefde, mijn hart mijn pijn... mijn verdriet. Ook zij toonde plots geen interesse meer. Mijn goede, lieve vriendin sinds jaren, met haar mooie sneeuwitje-achtige uiterlijk, was plots onbereikbaar. Hoewel ze dat wel meer had. Na de verhuis naar de Keizerlijke Stede hoor ik haar amper nog. Waarom stel ik me de vraag nog aan wat het lig. Het is vrij duidelijk dat het aan mezelf ligt. De appetijt trekt weg, als sneeuw voor de zon. Sneeuw... Luik... Demonen: welkom. Het is warm en droog op de tram. Een verhaal van Alfredo begint door te dringen. Ik weet wel waar en wanneer hij het vertelde, maar mijn aandacht was er toen niet meer bij. Vierentwintig uur in de bus kruipt niet in je koude kleren. Nu ja, blijkt dat “in het verleden” de uurwerktoren van Padova permanent bewoond werd. Anders zou de tijd komen stil te staan. Van mij mag dat dan best op dertig oktober tweeduizendzestien gebeuren... Dat was een zondag. Er waren geen Demonen toen. Er was mijn Muze, mijn Blonde Liefde, mijn inspiratie, mijn hart. Mijn pijn en mijn verdriet...

Toegekomen op het appartement. Niet eens aandacht gehad voor de Via Del Libera. Zelfs ik negeer mijn zorgeloze momenten. De linkse Sicilianen schieten plots door mijn gedachten. Ik denk er nu toch aan. Zouden zij nog ooit aan mij denken? Twijfelachtig. Wie wel. Ik ga even op bed liggen. Even de ogen toe. Een droomloze hazenslaap maakt zich meester van mij. Tot Alfredo besluit me te melden dat we gaan eten. Pasta. Pasta met saus. Uit een potteke. Een Italiaan onwaardig, maar toch met een vorm van smaak opgegeten. We sluiten af met een gesprek over de “beste koning van Italië”, volgens hem Umberto – diegene die 1 dag koning geweest is. Voor een Republikein is dat waarschijnlijk inderdaad de beste koning ooit. Dat gesprek gaat samen met een koffietje uiteraard. En dan duik ik de koffer in. Vierentwintig uur bus én stadsverkenning. Dat is vermoeiend. Zouden de Demonen ook zo moe zijn? Hebben ze andere plannen? Ik tob er niet over. Ik ben moe. Mijn ogen vallen toe. Mijn ogen gaan terug open. Ik ben nogal ontheemd, lijkt. Ik kan me van mijn droom niets herinneren, maar ik voel me nogal alleen. Heel alleen. Het besef komt terug. Alfredo... Luigi's...Borsato...Paling in't Groen... Ja, ik lig in een vreemd bed in Padova. Ik denk in de rapte wanneer ik voor het laatst in een vreemd bed wakker werd. Ik weet exact wanneer, en helemaal vreemd was dat bed niet. Ik ga douchen, want Alfredo voorziet koffie en ik wil naar Vicenza. Of naar Venetië. Of naar eender waar. Als ik maar kan gaan. Ik kom uit de douche, de koffie is klaar. Ik denk weer aan het standbeeld voor die man. Gepakt met de rugzak vertrek ik bij Alfredo, richting stationsgebouw. Deze keer let ik wel op de Via Del Libera. De nostalgie is er nog. De vrienden zijn weg. Er wonen nu mensen die ik nooit zal kennen. Mensen die mij nooit zullen kennen, en mij nooit zullen laten vallen. Hoe minder mensen je kent, hoe minder ze je kunnen kwetsen, schiet me te binnen. Ik denk aan hoe het toeval (“toeval bestaat niet”) heeft gezorgd dat ik hier ben geraakt. Wat als ik niet aanwezig was op zeventwintig oktober. Zat ik dan op veertien februari op een vliegtuig naar de palmbomen? Nu sta ik hier. Nog steeds in de regen, in Padova, aan de Via Del Libera. Een plek waar ik plezier heb gehad, en koffie. Véél koffie. Er zijn nog zulke plekken, bedenk ik me, waar ik veel plezier heb gehad. Nostalgie. Het wordt donker rondom de herinneringen. Demonen.





Geef hier uw reactie door
Uw naam *
Uw e-mail
URL
Titel *
Reactie * Very Happy Smile Sad Surprised Shocked Confused Cool Laughing Mad Razz Embarassed Crying or Very sad Evil or Very Mad Twisted Evil Rolling Eyes Wink Exclamation Question Idea Arrow
  Persoonlijke gegevens onthouden?
(* = verplicht!)
Reacties op bericht (0)

Inhoud blog
  • Siena, deel 2
  • Siena, deel 1
  • Op weg naar Siena
  • Het vertrek uit Firenze
  • Fiesole
  • Firenze: Valentijnsdag
  • Firenze: aankomst en maandag 13 februari
  • Modena
  • Op weg naar Modena
  • Bologna
  • Vicenza
  • Padova
  • De Busrit
  • Het Afscheid

    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs