verbruikte toekomst
Archief
  • Alle berichten
    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.

    Inhoud blog
  • droomwereld
  • spiegelscherven
  • voor een medemens
  • Lacjeaw
  • verkeerde ochtend
  • noma
  • bloemenvrouw
  • maart
  • nostalik
  • schemerschrift
  • vuur
  • zaterdag 21 maart 2009
  • niksniksniks
  • zwerfvuil
  • luchtbelheiligen
  • coiffeur
  • hazenrug
  • speekselgeut
  • zondag vijftien februari tweeduizendennegen
  • wandelstok
  • vraag me af
  • straatsteenCé
  • undefined
  • vrijdag 16 januari 2009
  • lompenvrouw
  • brief
  • begin 2009
  • simpel
  • vrijdag 26 december 2008
  • ouderschap
  • kil fluistert het weer
  • Dinsdag 15 augustus 2006
  • ongetiteld
  • 2 december
  • halfdroom
  • amsterdam
  • 25 mei 2006
  • neushoorn
  • parijs
  • zwartwitteveetje
  • zondag 9 november 2008
  • kijken
  • volrond
  • ma
  • heidenspraak
  • neig
  • donderdag 14 oktober 2004
  • dinsdag 11 april 2006
  • zondag 5 oktober 2008
  • blind
  • zondag 9 april 2006
  • zondag 28 september 2008
  • schuuw
  • duimreuk
  • mountainbike
  • de laatste mens
  • konijnenvoer
  • demonen
  • bloedneus
  • opgestroopte hemdsmouwen
  • helaas
  • geure
  • afscheid
  • literaire droom
  • zondagnacht
  • ietwat verward
  • ze bijt
  • nachtvandaag
  • poken
  • nooit gestopt
  • mijn begin
  • roi Albert
  • kilte dampt
  • windstoten
  • hoteldroom
  • flodder
  • papillon
  • tweeling
  • laatste dag
  • zwijg
  • piemonte
  • de lege uitgestrektheid der dingen
  • kostuum
  • kostuum
  • onverstuurde brief
  • regenboog
  • hoe- hoe ' erkoe
  • vrijheid
  • 1 juni 2008
  • aapmens
  • zeug
  • drie eigenzinnigen
  • katrien
  • ik en de wereld
  • nieuwjaar
  • italië
    VERBRUIKTE TOEKOMST
    21-04-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.dagdeel2
    13h30: In de composthoop krioelt het van het leven. Duizendpoten, mieren, heel kleine regenwormen en nog duizend andere
    variëteiten zwerven door het donkerbruin overschot dat ooit keukenafval was.
    Ze doen ongestoord verder, vreten alles op. Ik denk dat het hun uitwerpselen zijn die composteren.
    Wat zegt het groot woordenboek der nederlandse taal?
    "Compost is een meststof van fecaliën en allerlei andere dierlijke en plantaardige stoffen, met huis- en straatafval vermengd".
    Deze middag is ze niet thuis gekomen. Ik eet dan maar een boterham met confituur vooraleer het leeggoed weg te doen.
    De zon staat nu het hoogst. Het wordt trouwens hoog tijd om ook iets te drinken. Een glas wijn of zo. Dit is het middaguur net voorbij.
    Straks begint het typisch zaterdaggeluid: grasmaaiers. Eerst begint er eentje. Dan volgen ze allemaal. Ik doe het natuurlijk met de hand.
    Het autoverkeer wordt ook drukker. Met zen allen naar de supermarkt.
    Mij niet gezien. Ik koop mijn waar hier vlakbij bij de bakker, de kruidenier en de beenhouwer. Een viswinkel ontbreekt hier nog.
    Schandalig duur, dat wel, maar ik rijd al jaren met geen auto meer. Ik heb ronduit een grondige hekel aan wagens.
    Antwerpen, Brussel, Leuven...toujour en vélo, winter en zomer.
    Verdorie, nu ik eraan denk: ik moet mijn zadel nog invetten!
    Het is veertien uur wanneer mijn zoon oververhit uit bed komt.
        Vanmorgen goed gefuifd zeker?
    Nogal, ja.
        Je hebt het beste van de dag gemist.
    Zonder iets te zeggen loopt hij mij op blote voeten voorbij, gaat naar zijn fiets ( ik heb de indruk dat hij zich wil vergewissen of er alles nog opstaat )
    komt dan terug en vraagt: 'wil je mijn remmen bijregelen?'
        Als jij me helpt met de takken in de hof.
    Voila. Een deal gesloten.
    In feite heb ik meer zin om hier zomaar te blijven zitten.
    Over de ronde tuintafel schijnt boven de middenlijn de zon en eronder ligt een schaduw.
    In die schaduw zit ik hier.
    Een meter verder ligt de hond uitgestrekt te slapen. Ze heeft net een brok rauw soepvlees gekregen. Zes Euro en haar gelukzaligheid waard.
    Oei, de doodsklokken luiden. Weeral iemand aan zijn einde gekomen.
    Nu vliegt een hommel bijna in mijn oor. Ik heb de aanraking gevoeld.
    Alleen de stank van oorsmeer heeft haar gedachten veranderd. In feite heeft mijn oor de vorm van een bloem met een menselijke geur. Dat schrikt die insecten af.
    Instinctmatig ( en ook uit ervaring ) weet ik dat ik nu moet ophouden met te beschrijven. Anders wordt onzin onverdraagelijk.

    ( wordt misschien vervolgd )

    21-04-2007, 16:30 Geschreven door warket  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.dagdeel1
    zaterdag 21 april 2007

    Weeral een stralende dag. Al de ganse week schijnt de zon. Vorige week ook.
    Zoals elke zaterdag zit ik 's voormiddags uitgeslapen te schrijven. In de zon, jawel. Slurpend aan de koffie.
    Ik hoor een zacht getik op de deur. Het zijn getuigen van Jehova.
    Nog voor ik kan zeggen dat ik geen interesse heb vaart de hond blaffend naar een van de dames die verschrikt terugdeinst.
    Ik weet dat het bij blaffen blijft. De dame niet.
    De zon
    Ze scheen een paar keer in mijn gezicht
    Op mijn gezicht ging ik af en toe gisterenavond in haar ondergang
    Nu zit ik van haar warmte te genieten
    Haar licht te bezingen
    De schaduwen te tellen.
    Wat zal ik doen voor de rest van de dag?
    In de zon blijven schrijven? In de tuin keuteren?
    Achteraan bij de fruitbomen is nog veel te doen. Ik ga de composthoop leegmaken. Eerst die vuil handschoenen vinden.
    Mijn lederen fietszadel moet ook nog ingevet worden en het zout van de waterverzachter moet bijgevuld worden. Het deksel
    zal gegarandeerd niet loskomen. Dat ding loopt altijd stroef, en de nijptang die ik ervoor nodig heb zal ik niet vinden.
    Eerst naar het toilet en dan de tuin.
    Of neen, ik drink eerst mijn tas koffie leeg alvorens mijn pyjama te ruilen voor buitenkledij.
    Hopelijk vind ik mijn vuil broek of zal ik een short aantrekken?
    Wat een heerlijke besluiteloze dag!

    21-04-2007, 11:33 Geschreven door warket  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.patersbeen
    Ik heb een stuk patersgebeente meegebracht dat ik gekregen heb van een Pool. Een grondwerker. Hij vertelde me dat zijn land helemaal plat gebombardeerd werd. Geen enkel monument was overeind gebleven. Hij zei dat hun geschiedenis tastbaar blijft in verduurde holten van kogelgaten in de bouwsels die overbleven. Van hem heb ik een patersgebeente gekregen, een onderbeen. Hij toonde mij ook een muntstuk, vandaag gevonden bij graafwerken tegen de gevel van een kerk. Ik wreef het schoon, bekeek het aandachtig en zei: het is Belgisch, en zie, het is een frank uit de negentiende eeuw.  Geef mij dat patersgebeente en  de munt is van u.
    België bestaat honderdzeventig jaar, zei hij.
    Nu kijk ik ernaar terwijl ik het vasthoud in mijn rechterhand, het gebeente.
    Ach zo, schrijf ik in mijn moedertaal. Ik eet een rauwe varkenspens.
    Warket wart hoor ik denken
    Ik verdun de mast van de parasol met raspend schuurpapier totdat hij tot boven open gaat.
        Wat gaan jullie doen vanavond?
    We gaan iets koken.
        Bij haar of bij ons?
    Bij haar.
    De klokken luiden of denk ik het maar?
    Neen, ik ben er zeker van, de klokken luiden.
    Zit ik hier als een ongeschoren bohémien kousloos met sandalen aan.

    zo speelden we gisteren een muziekstuk tezamen
    mijn jonge schreeuw en ik
    met uitgestoken armen
    een partituur als voetbal met elkaar
    tegen mekaar
    met twijfelende zekerheid
    de eerst helft
    met de billen bloot
    in ons lied verzonken
    de kans is groot dat we beiden oud worden
    in een buitenwereld die moeilijk blijft
    zonder verloren tijd te moeten inhalen
    we wantrouwen beiden de toekomst van het verleden

    21-04-2007, 10:11 Geschreven door warket  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    20-04-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.nostvandaag

    Vooraleer ik binnen ga  rook ik een voorlaatste sigaret, kijkend naar de sterrenhemel. In al die tijd is daarboven niets veranderd. Het is een geruststelling, een houvast.
    Ik liep met mijn broer achter onze ouders aan als we ’s avonds na een familiefeest naar huis gingen. We keken naar de sterren in een gitzwarte hemel en probeerden ze allemaal te tellen. Af en toe bleef mijn vader staan en wees hij naar de grote en de kleine beer. Dan liep hij weer verder langs het voetpad naast de kasseiweg met ons moeder, zij aan zij.
    Bij elke lantaarnpaal zagen we hoe onze schaduw in het oranje lichtschijnsel bewoog, terugkeerde en opnieuw verdween. Mijn broer en ik keken er zwijgzaam naar en vroegen ons af vanwaar die schaduw kwam.
    Nu ik in die sterrenhemel kijk denk ik aan toen. Niets is daarboven veranderd.

    Bijna nacht. Straks zwiert jonkheid over de hekkens, als schimmen alsof ze geschapen zijn voor de zonde. Onverwoestbare vrijdagnacht.

    Wij hadden thuis een zwart-wit TV waarmee we naar twee zenders konden kijken. Op zaterdagavond keken we in het kleine salon in het pikkedonker naar een western of een oorlogsfilm en aten we gebak dat ik meestal ging kopen in de winkel halverwege de straat. Kopen was een groot woord. In de winkel hielden ze de rekeningen bij, die ons moeder achteraf ging betalen. Onze nonkel en mijn grootmoeder, die hardhorig was, kwamen ook.
    Alleen mijn vader mocht de TV bedienen. Ze hadden hem verteld hoe alles marcheerde. Op het toestel mocht zo weinig mogelijk sleet komen in de tijd. In die tijd van slijtbaarheid is veel veranderd. De tijd heeft hem in grootvaderschap veranderd.

    20-04-2007, 23:04 Geschreven door warket  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    18-04-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.hel
    Er zijn er die heen en weer blijven lopen tussen de kelder en de toren,
    zich altijd op de trappen bevinden, en de tussenliggende ruimtes overlaten aan verval en stof.
    Zelf bezoek ik de boven- en benedenkamers veelvuldig.
    Ze zijn volgepropt met angsten, driften en dromen, opgebaard in kartonnen dozen.
    De eenzame leegte die ik daarbij voel heeft iets sacraals. Bonjour aan men eigen.
    Zo bewoonde ik in een van die ruimtes een huis met haar. We hadden een relatief vriendschappelijke relatie,
    maar de innigheid die we al jaren deelden was verdwenen. Ze had een vriend die mee inwoonde.
    Die man had geen zeggenschap. Hij was attentvol voor haar, iets dat ze bij mij miste.
    Bij hem zocht ze troost voor het gemis aan liefde die ik haar niet meer kon geven.
    Ik verachtte die man. Toch stond ik zijn aanwezigheid toe.
    Op een zondag hadden wandelaars zich samengeschaard in onze ruimte. Het duurde een tijd vooraleer
    ik merkte dat ze een vreemde taal spraken. Ik werd volkomen genegeerd.
    Toen ik haar vroeg wat hier gaande was, bleek dat mijn vader de wandelaars uitgenodigd had.
    Op een bed lag een vrouw. Ze schreeuwde dat ze ongesteld was.
    Plots ging ze met haar rug naar mij liggen en trok ze jammerend haar kleed over haar dijen.
    Tot mijn verbijstering had ze stekelig haar op haar onderrug.
    Ze wendde zich van me af en liet zich liefkozen door een bezoeker. Dan merkte ik pas
    dat ze zo lelijk als de duivel was.
    Iemand vertelde me: ge kunt beter niet verder gaan
    maar nu ben ik halverwege in de hel
    en besluit ik om er verder door te waden.

    18-04-2007, 17:14 Geschreven door warket  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    17-04-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.scheldekaai

    Antwerpen, Scheldekaai nr...  : de zon staat nog laag als ik wakker wordt door het ochtendgeraas. Het is het geluid van een stad.
    Ik wrijf de nachtslaap uit mijn ogen. Mijn spieren zijn nog klam.
    Hoe ben ik vannacht op deze bank zo dicht bij het water verzeild geraakt, vraag ik me af.
    Nog tachtig kilometer af te leggen. Dat zal de reden zijn.
    Ik rook een sigaret om de tering uit mijn longen te bevrijden. Gelukkig is er nog overschot in de fles.
    Stinkend als een dier sta ik recht in het zonlicht dat mijn ogen niet verdraagt...mijn ogen niet verdragen.
    Ikzelf en mijn fiets zijn ongeschonden gebleven.
    Een nieuwe dag, een uitgestelde thuiskomst.
    Ontredderd met een geluksgevoel sta ik daar in de ochtend te balanceren terwijl de omgeving draaft in alledagelijksheid.
    Met een landkaart in mijn hoofd kijk ik opnieuw naar de zon.
    In het Oosten kan ik terecht in de woestijn en in het Noorden bij de Eskimoos. Tachtig kilometer verder in het Oosten ben ik thuis.

    17-04-2007, 22:32 Geschreven door warket  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    16-04-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ontmoeting

    Laten we nog eens bijpraten, had ze gezegd. We hadden mekaar al lang niet meer gezien. Die ochtend was ik vroeg vertrokken. Ik zou bij haar langs komen. Dat hadden we afgesproken. Ja, heel graag, had ze gezegd.

    De ochtend was blauw. Voor ik vertrok nam ik een slok absint om de kilte te verdrijven. Dan dacht ik aan haar, of ze eruit zou zien als het beeld dat ik me nog herinnerde, hoe haar stem zou klinken en hoe ze woonde op het adres dat ik opgeschreven had.

    Toen ik aanbelde kon ik nog net een glimp opvangen van haar nieuwe vriend die vertrok.

           Ik eet en slaap niet meer van verliefdheid zei ze meteen en ik krijg rimpels in mijn gelaat.

    Ik had champagne meegebracht.

           Je bent vermagerd maar van die rimpels zie ik niks, antwoordde ik terwijl ze een champagne- en limonadeglas uit de kast nam. Je ziet er verrukkelijk uit.

    Ze had van die mooie ogen als een verdwaalde ster. Nu herkende ik het weer,  die glimlach die nooit voluit ging alsof een mysterie haar tegenhield. Misschien kwam het door haar minnaars die ze een voor een als bloedende ridders achterliet op het slagveld van de sleur.

    Ik mocht haar gratie verdienen door geen minnaar te zijn.

           Ik hou nog steeds van jou, zei ik in een opwelling.

    Je zou mijn vader kunnen zijn, antwoordde ze onverbaasd.

           Weet ik wel, maar toch is het zo. Nog wat champagne voor het ontbijt?

    Ik stond naast haar toen ze zich opfriste voor de spiegel. Ik wou weten hoe ze dat deed.

    Daarna ontbeten we  aan een hoog taboeret en  keken we achteraf vanop een bank naar het water. Het had wel iets meer dan alledaagsheid.

           Heb je nog tijd om te winkelen?

    Ik heb dagen tijd.

    Ze wou een short dat ze in een vitrine had gezien. Toen ze uit het pashokje kwam zag ik voor het eerst haar blote benen. Het short was een maat te groot.

           Ik ben niet graag alleen, zei ze.

    Ik wel. Als ik alleen ben kan ik de wereld absorberen.

    16-04-2007, 22:35 Geschreven door warket  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    14-04-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.zomerparfum

    Op een grasveld opbenbaar liggen twee ontblote lichamen van een man en een vrouw zomaar in een namiddagzon naast elkaar. Hij op de buik, zij op de rug zonder zonnebril aan.

    Hoe doet ze het?

    Zelfs halfschaduws is het licht verblindend.

    Halfschaduws, bestaat dat wel?

    Ja, het bestaat. Het is…als je vanuit een schaduw over zijn begrenzing kijkt…

    Aan elk stoplicht zie ik fietsende schouders schaars gestrengd in pastelkleurige lintjes.

    Je ziet ze verschijnen met het zomerlicht, sommigen als een firnament vol sproeten, anderen egaal als een sneeuwlandschap of als een stilstaand oppervlak van koffie verkeerd.

    Dan ga ik langs zonovergoten terrassen,  nokvol versierd met korte rokjes net niet het mysterie van donkere spelonken onthullend. De vijftig voorbij heb ik daar meer aandacht voor.

    Neuriënd begeef ik me door deze diversiteit. De wereld is het bekijken waard. Het gebeurt in een schijnbeweging van noodzaak en luiheid.

     

    de stad smeult naar de vooravond…

    leuren, gluren in straten

    langs open pleinen

    toevallig raken ogen elkaar

    op de grens van het onuitstaanbare

     

    parfums in de straat

    jonge meisjes rieken fruitig,

    hun moeders iets meer genuanceerd

    en de oudere dames laten nog altijd met dit zomerweer

    die onverwoestbare zweem van gedegenheid na

     

    diep uitgesneden decoltés

    ze doen alsof het hun niet kan schelen…

    al zijn ze gladiatoren in een overbevolkte stad

    en etaleren ze het beste van zichzelf

    in een gratuit spektakel van vleesgeworden schoonheid

     

    ik denk aan de sterfelijkheid ervan,

    al die schoonheid die zal veranderen

    als een roestig stuk oud ijzer

    dan kijken ze net zoals ik naar al die beweging

    terwijl het kruid rond mijn grafsteen bloeit

     

    voor het zover is ga ik naar huis

    met de ondergaande zon als gesmolten goud in mijn ogen

    langs een zingend landschap in een heidens hooglied

    een onzichtbaar geluid,

    onzichtbaarder dan de ziel

    14-04-2007, 14:29 Geschreven door warket  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    13-04-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.dorp

    subject: dorp in zomer 2005

     

     

     

    Ik ontwaak in de zetel. Het was te warm om met twee in één bed te slapen. Een bed net te klein voor twee. Boven mij hangt een spin als een circusartiest aan een onzichtbare levenslijn. Nog hoger heeft ze een web gesponnen. De vliegen plagen mij op elk bloot lichaamsdeel. Gedaan met de slaap, het is acht uur in de ochtend en mijn kinderen zijn werkloos met vakantie, zonder geld. De Belg ook. Als de Belgen terugkeren en dit lelijk land opnieuw overbevolken zullen we het gevoel hebben dat de zomer bijna voorbij is. Eerst nog de folkloristische dorpsfeesten een voor een met de fanfare voorop. Half oogst, klinkt het in de volksmond, een terrasje doen " op den buiten " waar de boeren hun land verkavelen. Den buiten waar een nieuwe generatie met hart en ziel investeert in bakstenen en beton. Ze zouden er een nier voor verkopen. Ik heb het allemaal zien gebeuren. Ik ben de vijftig voorbij.
    Middelmatigheid is hier troef. Nooit burenruzies, geen mond schuin van verachting maar ook nooit met het schuim van genot. Alles is hier betrouwbaar en dienend, met af en toe verraad in de liefde. Een dorp bijna van het dorpsleven benomen. Toch hou ik van deze plek waar iedereen iedereen kent, waar geen burgeroorlogen woeden en geen vrouwen worden verkracht tenzij in eigen bed. Dit dorp heeft iets moois. Aan de rand staat het koren te rijpen. Er fladderen koolwitjes en koninginnevlinders rond en de bloemen zijn bevolkt door bijen. In de hagen nestelen merels en s'nachts sluipen wilde katten over de straat. Je kan geen varkenshart buiten op tafel laten liggen of de wespen zitten eraan. Hier zie je nog hoogbejaarde fietsers boodschappen doen. Hier wordt nog voor een appel en een ei jenever gedronken in de kroeg.
    Ik heb vanmorgen staan kijken naar kelken van gele tulpen. Het riet staat al op schouderhoogte en verraadt het minste zuchtje wind. Ook de bereklauw is opnieuw beginnen te groeien, deze keer tussen uitgebloeide spirea. De grond is zacht en de lucht azuurblauw. Een stille zaterdagmorgen in mijn tuin.

    De buurvrouw stapt in wit short voorbij. Voor het eerst valt het mij op dat ze mooie benen heeft, ook al woont ze hier al een jaar of drie. Ze leeft gescheiden van haar man die een paar straten verder woont met zijn vriendin. Een buurvrouw met mooie benen om naar te gluren, dat is mooi meegenomen in dit seizoen. En op het eind van de straat woont een met Limburgs accent sprekende airhostes met blauwe ogen die altijd opgewekt is als ik ze tegenkom. Ze is een kop koffie komen drinken wanneer ze in de steek gelaten werd door haar man. Hoe kon iemand zo’n mooie goedschikkelijke vrouw  ooit in de steek laten, vroeg ik me af. Ik zou in een beerput duiken om in de gratie te komen van die vrouw. Uiteindelijk is alles goedgekomen al ligt dat niet aan mij.

    Mijn ziele zingt in deze oase in een overbevolkte wereld. Ondertussen is de morgen opgeslokt door het middaguur. Evie is opgestaan en geeft zichzelf een spuit. De koffiekoeken staan klaar buiten op tafel. Ik heb ze in de papieren broodzak gelaten, beschermd tegen de zon. Even later komt Bert erbij. Ik sta voor een ogenblik, privacy gunnend, deze schrijverstafel vaderlijk af voor een middagontbijt. Dankbaarheid hiervoor moet ik mezelf inbeelden, maar zo gaat dat nu eenmaal met jong volk, gestreseerd door examenperikelen.

    Ondertussen tip ik de met de hand in schoon schrift geschreven tekst over op mijn computer, een gedoe met nefaste gevolgen. Door het gemis aan pen en buitenlucht verdwijnt de inspiratie onder eentonig gezoem van het apparaat, een geluid dat mijn emoties nivelleert. Het lijkt wel op een door wind en regen platgewalst wiegend korenveld. Die letters zijn zo egaal, de emotie van handschrift ontwijkend. Neen, voor mij geen virtueel schrift. Taal moet je beitelen in één trek waarin de gedachte uitgekotst wordt met de hand als instrument.

    Het verhaal van deze dag wordt verder geschreven met de hand tussen berkenbomen in stilte van contement.

             Jouw ogen zijn mijn ogen niet, mijn gedachten evenmin. Ik ben maar een toeschouwer, een getuige, in het beste geval van wat zou kunnen zijn, verleden                 beschrijvend op een zee van tijd.

    13-04-2007, 00:00 Geschreven door warket  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (2 Stemmen)
    12-04-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.foert
    Donderdag 12 april 2007

    Ik ben onderweg naar mijn werk. De zon is pas opgekomen. Het is nog fris.
    Ik fiets met handschoenen en een wintermuts aan.
    Op de veldweg ligt een dode kat.
    Al vijf dagen fiets ik haar ontbindend lijf heen en weer voorbij.
    Halfweg blijf ik staan om naar dit zonovergoten landschap te kijken. Er scharrelt een fazant in het pas omgeploegde veld.
    Ik voel stilte in mijn binnenste. Ik neem vandaag verlof.
    Deze keer heb ik op dit uur het zonlicht in mijn rug. Geen wolk in de lucht.
    Thuis gekomen (het is dan kwart na acht) zie ik haar zitten in de fautuille met een tas koffie in haar hand.
        Ik heb te lang naar het zonlicht gekeken, zeg ik. Vandaag neem ik vrijaf.
    Zie dat ge nog genoeg dagen op overschot houdt voor onze grote vakantie, antwoord ze enigzins bezorgd.
    Na vandaag heb ik nog drieëntwintig dagen tegoed.
    Nu breek ik met blote handen in ontbloot bovenlijf takken uit de hof en kijk ik verbaasd naar het bloeisel om me heen.
    Ondertussen ligt de hond vanop de koer mij te beloeren.
    Het is heerlijk heet vandaag. Precies zoals in de Provence.
    Zullen we een fles wijn ontkurken met een stukje kaas?
    Door de wijn ruist de zee in mijn oren.
    Ik was tien toen ik ze voor de eerste keer zag. Met mijn ouders met de trein naar Blankenberge. Ik was toen rood verbrand.
    Hmm...die schapenkaas is lekker en die rooie 'Oltesse' vanuit tweeduizendenvier is als een schaamlip vol wellust.
    Ik heb zin om zomaar wat voor me uit te turen. Daarna doe ik opnieuw mijn klompen aan. Zalig, die houten klompen.
    In deze instandhoudende woelige wereld zit ik op deze plaats op een blad papier bedrukt met goudkorrels en gele gedroogde
    bloemen te schrijven.
    Op de tafel in de schaduw ligt een woordenboek, staat een inktpot, een fles wijn en een asbak.
    Gras kan je het moeilijk noemen wat daar achteraan groeit. Het is een mengsel van boterbloemen, netels, paardebloemen
    en konijnenvraatsel. Daarom maai ik het met de sikkel in de hand en laat ik de mooiste exemplaren staan.
    Gespreide struiken bind ik met een hennepkoord bij elkaar om het onkruid ertussen te wieden.
    De zon verhit mijn rug. De fruitvliegen plagen.
    Het is zeventien uur geworden. De tijd wordt. Ik zie het door mijn bezigheden.
    Mijn zoon komt thuis en loopt op zijn kousen door de tuin met een bananenschil in zijn hand. Het dient de mesthoop.
    Ik heb koffie gemaakt met een more heet water. Een sterke jat die ik in een paar teugen leeg drink.
    Dan ga ik terug tussen de struiken met mijn klompen aan.
    Anderhalf uur nadien zindert mijn lichaam nog van de koffie die ik gedronken heb. Mijn maag is dichtgeklapt.
    Tijd om eten klaar te maken. Sla, tomaten, abrikozen, pepers en zalmsla.
    Vandaag heb ik weeral geluk gehad. Mijn hele leven al heb ik geluk ook al zat geluk in mijn kindertijd achter tralies.
    Tot een kwade dronk is het nooit gekomen.
    Mijn mentale voettocht stuit op ongerijmdheden en spanningen in een niet aflatende wellust naar iets anders.
    Steeds opnieuw dat verlangen dat telkens verdwijnt wanneer het ingevuld wordt.
    Nu is het bijna donker. Ik kan de inkt waarmee ik deze woorden schrijf moeilijk van de omgeving onderscheiden.
    De rest van dit schriftuur dient het restant van leegte op dit blad papier.
    Schilderen met woorden zonder betekenis.

    12-04-2007, 22:23 Geschreven door warket  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.kerk
    Ik voel me zo gelukkig door dat zomerweer! Terwijl ze dat zegt maakt ze een zwaaibeweging met haar armen.
    Ik ook, zeg ik.  Het maakt iedereen blij, zelfs binnenshuis. De zonsopgang is indrukwekkend. Het wordt zomer.
    In mijn tuin fluit een bruine merel en ik heb eergisteren al bijen en vliegen gezien.
       Ik heb koffie opgezet...als je wil, zet uw jat onder het koffiemachien...ik weet dat je graag sterke koffie drinkt.
    Heb jij de sleutels van de kerk? Ik ga er straks naartoe.
       Wil je dat ik mee ga?
    Hoeft niet.
       Ik ga mee. Het is daar bouwvallig, men weet nooit wat er gebeurt. Daar moet je met twee zijn.
    We gaan te voet. Onderweg toont ze me de bakker waar ze de lekkerste taarten verkopen en de bloemist waar ze de mooiste bloemen verkopen.
    De achterpoort van de kerk staat op een kier. Wat overblijft van de vloer is bedekt met duivenstront en kadavers. Op de wenteltrap naar de toren ligt het geraamte van een kat. Er staan nog wat beelden in de kerk. Het blaaspijporgel is nog intact. De biechtstoel en de preekstoel liggen verspreid over de grond. Er ligt een afgebroken hand van een heilige tussen het puin.
    We gaan tot boven en als ik op de gewelven kruip schreeuwt ze: doe dat niet, dat is te gevaarlijk....maar ik wil de dakgebinten zien, het is mijn stiel. Als we beneden zijn zitten we onder het stof. Ze kuist haar zwarte rok aan de voorkant, draait de achterkant naar voor en kuist de achterkant voorwaarts. Daarna draait ze de voorkant terug naar achteren. Ze klopt de spinnewebben van mijn rug. We bekijken de buitenkant van de kerk.
    Op de terugweg koopt ze twee taartjes bij die beste bakker en eet die wandelend op.
       Zullen we een terrasje doen, vraag ik.
    Mag dat tijdens de werkuren?
       Neen.
    In de schuit dan. Ik moet plassen.
       En ik heb stof in mijn keel.

    12-04-2007, 09:57 Geschreven door warket  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    10-04-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.jeke
    het begin ligt in een verleden
    en het einde wacht in de toekomst
    dan nog zullen de wolken verder trekken
    nog duizenden jaren bekenden blijven
    valt er af en toe een naar beneden
    en lopen we in de mist
    ondertussen drink ik mijn beker leeg tot op de fond
    want morgen kan het anders zijn
    schrijven tussen natte vlekken
    door mistdruppels gebroken zinnen
    een zinloos gedicht met vier regels
    die één zouden kunnen zijn
    er komen mensen voorbij
    ik zie het van op een bank onder een reusachtige boom
    ze komen fietsend, lopend, communicerend zij aan zij voorbij

    10-04-2007, 23:50 Geschreven door warket  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.paaszondag 8 april

    We waren met de fiets gekomen. Eerst door het bos en dan langs de avenue Louise. We twijfelden of dit wel de juiste voordeur was.
    Net voor we wilden aanbellen stond ze in de hall. Hoe ze wist dat we aan de voordeur stonden blijft een raadsel tenzij ze bij toeval net
    de trap afkwam.
    We zijn een half uur te vroeg.
    De tafel staat gedekt in de tuin.
    Zonovergoten daktuin in de stad. Een oase voor gevleugelden. Er nestelt zelfs een bosduif in een naaldboom.
           Zie dat ge die champagne die we meegebracht hebben nu niet ontkurkt want die heeft achtien kilometer in mijn fietszak gestoken.
    Ik heb hem opzij gezet, zegt ze terwijl ze me een glas van haar champagne aanreikt.
    Ondertussen heb ik mijn hemd, schoenen en kousen uitgedaan. Het gras is mals onder mijn voeten.
    De anderen komen een half uur later.
    Zij ( ik noem haar volle maan op nieuwjaarsdag ) komt als eerste in mijn buurt.
           Hmmm...mooi...heerlijk. Wat voel ik me gelukkig, prevelt ze welgemeend. En de zon, en die tafel...moet je zien!
    Ze heeft de hele week geschilderd. Vandaag niets doen doet deugd.
    Een voor een komen ze. We zijn met zeven.
    Laten we een toefje en een toetje proeven.
    De gastvrouw heeft meer dan haar best gedaan.
           Je haar is zo grijs, zegt die andere tegen mij.
    Dat komt omdat zijn kop verbrand is door de zon, zegt een ander.
    Schuin voor mij zit hij te grijnzen. Een grijsaard met kruintje rozig kaal. Net zoals ik heeft hij zich ter gelegenheid geschoren.
    Hij naast mij heeft zich net voor hij haar leerde kennen kaal geschoren. Om beginnende kaalheid te verdoezelen, vertrouwt hij me toe.
    Twee vrouwen hebben hun haar gekleurd. De ene iets donkerder dan de ander. In het zonlicht krijgt het een goudkleurige schijn.
    De andere twee laten hun tooi de taal van de leeftijd spreken. Grijs met zwart, blond met grijs vermengd.
    Met profijtige vingers neem ik een stukje toast. Het begint met de dingen die je alleen in het verkleinwoord mag schrijven (drankje,
    toastje, proevertje...).
          Ik voel me zo gelukkig, zegt ze nogmaals terwijl ze haar blouse uittrekt. Het is hier zo warm in de zon.
    We vragen ons af of de zomer nu begonnen is. Alles staat in bloei. Het is de schuld van het broeikaseffect.
          Niet zeuren, zegt iemand. Laten we ervan genieten.
    We heffen het glas op...'zijn begrafenis ' schatert hij met een verimpelde vinger naar mij wijzend.
    Volgens hem zal ik de eerste zijn in dit gezelschap die zijn toekomst zal verbruiken.
    Wie denkt dat mannetje wel dat hij is? Ik die in het diepst van mijn gedachten beschik over een godengestel.
    Zelfs een dood paard in een wijnglas zou nog hinniken in mijn geval.
    En zelfs, ja, je weet maar nooit, moest een van hen mij overleven, wil ik dat het die dag een feest wordt met de beste chocoladetaart
    en drank in overvloed.
    Spijtig genoeg zal niemand onder hen deze wilsbeschikking indachtig zijn want ze lezen mijn schrijfsels niet.

    10-04-2007, 13:42 Geschreven door warket  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.onvoltooid

    De woorden die ge leest  betekenen  mijn werkelijkheid. Het is mijn spraak.

    Ze zeggen dat ik nooit over haar schrijf, en dat is waar. Het is moeilijk te beschrijven hoe het is om mekaar al die tijd onvoorwaardelijk te dulden. 

    Ik ben alleen achtergebleven in deze avond, in de hoek waar ik zit te schrijven met gedempt licht. Ik spreek naar de lucht tot iemand mijn woorden leest  Twee woorden zoals wijnrood en fluweel.

    Ik heb zo het gevoel dat ik dingen ga moeten voltooien. Tijd en ruimte, dat beweegt. Daar kan je niet omheen. Er blijft niet zoveel tijd meer over.

    Meer en meer denk ik aan onze sterfelijkheid. Vreemd genoeg bedroeft mij dat niet. Wat mij nieuwsgierig maakt is of er iets onthullend zal zijn bij onze dood, of zal het zijn zoals voor onze geboorte: niets.

    Hoe kan ik dit tijdelijk bestaan erkentelijk zijn?

    Ik dacht dat ouderdom wijsheid schonk maar ik heb meer vragen dan voordien. In die nietigheid oordelen, dat maakt onszelf.

    10-04-2007, 10:36 Geschreven door warket  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    09-04-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vogel
    zo verblijf ik hier als een ongevleugeld dier
    met de gedachte van:  ik zou een vogel willen zijn
    glijden op de wind
    op en neer
    tot boven wolken
    en de zon zien
    zelfs
    toevallig sterven in mijn lot

    ze bestaan
    bij het krieken van de dag en voor zonsondergang
    vliegen ze met honderden
    met duizenden
    weg van hier nu het winter wordt
    vrijheid zonder keuze
    ik zou een vogel willen zijn

    vliegen zoals in dromen
    nog beter dan vogels
    met traagheid
    en mensengedachten
    vliegen zonder vleugels
    toevallig in een droom

    09-04-2007, 10:19 Geschreven door warket  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    06-04-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.parfum
    eerst riek ik aan mijn linker pols
    dan laat ik mijn neus glijden naar een nicotinevinger
    en daarnaast riek ik aan het goud van een trouwring
    dan vouw ik mijn duim en wijsvinger in een kromming
    en riek ik in de holte van mijn hand
    het is een bezigheid die me op dit moment zint

    06-04-2007, 22:38 Geschreven door warket  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.nummer eenentwintig

    Nummer eenentwintig gaat winnen.
    Neen, nummer een.
    Eenentwintig klinkt beter. Nummer een maakt geen kans.
    Ik heb net gekozen voor nummer een omdat het zo kansloos is. Dat maakt de keuze spannend.
    Ik kies voor eenentwintig omdat het zo kansig is.
    Dan barst hij in lachen uit. Het verwondert de vrouwen niet eens. Ze zijn gewoon dat we af en toe
    in alle ernst tegen elkaar zeveren.
    Een van hen gaat uit de bol en drukt haar vrouwelijkheid onachtzaam tegen mijn verouderd lijf.
    Vegetarische Lasagne is haar specialiteit. Ze luistert niet eens als ik iets zeg.
    Het is hem niet alleen om het eten te doen maar om de bijeenkomst, het samenzijn. Onze gedachten
    snuffelen met elkaar.
    Buiten koersen wielrenners om te winnen. Er is volk op straat. Een chanse dat het zonnig is.
    Ze spurten de laatste ronde. Wie wil nog champagne en chocoladetaart?

     Je schrijft altijd over datzelfde.
       Ja, ik kan het me niet laten. Vandaag heeft het geregend, gestormd, en uiteindelijk staan de sterren nu aan de hemel. Wat anders bewoog  komt nu samen in een stilstaand moment.
    Ik zit er buiten naar te kijken samen met een onbestaande.
       Geloof jij in God, vraagt hij.
    Door de ernst van het onbekende gegrepen antwoordde ik: ik geloof in de uitdeining  die ik in de verste verte niet kan zien. Wat daaraan voorafging is een mysterie.
    Ik dacht uit het niets te komen en naar het niets terug te keren. Niet zomaar niets  maar
    het "niets" als een vormloze ongestalte,
    maar iets komt niet uit het niets, want moest dat zo zijn zou het niets zijn.
    We herinneren ons het voorgaande niet, dus noemen we het niets.  Als het leven breekt ontluikt het nieuwe op eigen kracht.
    De onbestaande had tot nu toe gezwegen. Dan vroeg hij: wat bedoel je daarmee?
       Wel, antwoordde ik: wanneer de wind gaat liggen in mijn gedachten houd ik me bezig met daadwerkelijkheden. Eergisteren heb ik me uitgesloofd met bezigheden waarvan je achteraf niets merkt, alsof die bezigheden nooit hebben plaatsgevonden.
    Moesten die bezigheden er niet geweest zijn, zou je merken dat ze niet hadden plaatsgevonden.
    Ik wachtte tot de onbestaande me nog iets zou vragen maar hij was alweer verdwenen.
    Ben jij God misschien, mompelde ik vooraleer in een zoete zorgeloosheid naar binnen te gaan.
    Zijn die dagen van ons die voorbij zijn volledig verdwenen en is er niets van overgebleven?

    06-04-2007, 21:30 Geschreven door warket  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.maandag 26 februari 2007

    Twee kompanen hadden me gevraagd om mee te helpen met een overval op een geldtransport.
    Zij bij mij en ikzelf hadden aanvankelijk toegezegd maar uiteindelijk haakte ik af omdat
    een van hen een vuurwapen zou meenemen. Zij bij mij wou meedoen. Ze hadden een
    bestuurder voor de vluchtwagen nodig.
    Ik probeerde haar te overtuigen om af te zien van het voornemen maar er was geen houden aan.
    Elke dag ging ze weg om met die twee te oefenen voor die fatale dag.
    Ik voelde me bedrogen en in de steek gelaten.
    In een ultieme poging om haar te overtuigen niet mee te doen, zei ze dat ze haar vrienden
    niet in de steek kon laten. Ze hadden een chauffeur nodig.
    Zoveel bereidwilligheid voor twee gangsters was me te veel. Ik besloot haar te verlaten.
    De bus die ik genomen had zat stampensvol. Bovendien reed de chauffeur roekeloos.
    Ik stapte drie haltes verder uit en ging te voet verder naar de plaats waar de overval zou gebeuren.
    Naar de avond toe ging ik schuilen in een overdekt hondentoilet. Er kwamen mensen binnen met een kat.
    Het duurde niet lang of het stonk er naar kattenpis. Ik ging verder tot in de straat waar het geldtransport
    morgen zou overvallen worden. Er was een buurtfeest met bejaarden waarvan ik de meeste kende.
    Ze lachten en klampten me aan. Blijf bij ons want vannacht gaat het onweren, riepen ze.
    Aan tafel vertelden ze me dat morgen in de straat een hold-up zou gebeuren. Iedereen wist ervan.
    De politie zou massaal aanwezig zijn.
    Ik stond aan de grond genageld. Ik hield nog van haar. Ik moest haar zien te bereiken maar
    niemand had een telefoon op zak.
    Dringend terug nam ik de kortste weg langs onverlichte veldwegen en klauterde ik langs heuvels
    door het slijk.
    Thuisgekomen zag ik dat ze weg was. Ondertussen begon het al in de ochtend te schemeren.
    In mijn wanhoop klopte ik bij de buren aan. Die wisten me te vertellen dat ze met twee rare venten
    net vertrokken was. Zelfs met de fiets zou ik nooit op tijd ter plaatse zijn.
    En dan, toen ik op instorten stond, kwam ze binnen. Ze had zich bedacht.
    Opgelucht ging ik het huis uit.
                    Waar ga je naartoe, vroeg ze.
    Ik weet het niet, maar ik kom niet meer terug.
    Ik had gehoopt dat ze mij zou vragen om te blijven.
                    Neem dan ook de hond mee, zei ze.
    Ik hoor opnieuw krekelgeluiden; een concert van Carlos Santana.
    Het ritme van de tabla’s doet me denken aan het klauwen van een spinnende kat.
    Kijk hoe de klanken dansen, ze hebben een doel.
    Godenmuziek. Het paradijs komt in beweging. Stilstand komt tot leven in dit muziekstuk.
    De onzichtbare beweging van geluid dat mijn lastige oren streelt.
    Hoe meer ik me laat gaan, hoe zinniger worden mijn woorden.
    Ik wou voor een ogenblik in een woordenboek begrijpen wat "zinnigheid" is, en
    of ik dat dan ook correct geschreven heb op dit ogenblik.
    Zinnigheid is: ik heb geprobeerd het na te gaan maar het heeft waarschijnlijk
    zoveel betekenissen dat het misschien onbestaand moet blijven.

    Naar aanleiding van een schrijver die schreef over geboorte welt er iets in me op.
    Ik schrijf het als ik, maar ik was het niet.
    Het was dat uit een vorig leven waaruit ik geboren werd.
    Plots voelde ik dat er iets gebeurde. Onder luid gebonk zweefde ik langzaam weg van die ene
    vertrouwde plaats. Het gebonk versnelde en het werd steeds moeilijker. Ik had geen
    herinneringen, je weet niet eens dat je bestaat. Je weet ook niet wat je te wachten staat.
    Je kan niets weten. Alles wat je meemaakt is gevoel dat intenser
    wordt tot je voor de eerste keer angstig wordt wanneer het gebonk heviger en sneller klinkt.
    Je wordt onttrokken vanwaar je komt.
    Voor het eerst kreeg ik het benauwd. Ik had geen keuze.
    Ik kon niet meer terug.
    Een mens sterft twee keer: eerst bij de geboorte en dan na het leven.

    06-04-2007, 18:05 Geschreven door warket  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    05-04-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ze gromde
    ze gromde als een roofdier haar woede weg, ook al had ze geen gelijk.
    de omstaanders waren verbaasd en een van hen zij: 'mevrouw, dit is niet normaal'
    zo had ik haar ook nooit bezig gezien met die wanhoop in haar ogen
    die woordenloze grom als een uitdrukking van het onbeschrijfbare
    het was fair om zo te zijn
    gegrom als innige taal,  zo begrijpbaar zonder een litanie van onbegrepen uitspraken te moeten ondergaan

    05-04-2007, 22:36 Geschreven door warket  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    03-04-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.poez
    nacht zonder wolken
    een kamer met halve akkoorden
    een open deur die tabaksgeur verdrijft
    en demonen verjaagt uit mijn gemoed
    tussentijds een waarloos kind in sprankelend water
    onbekwaam acteur die een toneelstuk speelt
    de regiseur en de spelers zijn er ook

    van poezie heb ik geen verstand
    toch stamel ik deze woorden

    mijn moeder was nog jong
    wij waren jong nu met jonksjaren in een verleden
    raar om dat nog te beleven
    een toneelstuk met tussendoor een waarloos kind in sprankelend water
    met een borrel in gezelschap zit ik daar in die ijle wereld

    het is mijn beurt zegt de regisseur
    de klokken luiden het uur in de tijd
    de zonsval beweegt en de berk ritselt
    en daarachter purperen en roze bergen

    van poëzie heb ik geen verstand
    toch stamel ik deze woorden
    ik weet niet eens waarom


    03-04-2007, 22:17 Geschreven door warket  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Foto

    Over mijzelf
    Ik ben warket, en gebruik soms ook wel de schuilnaam warket.
    Ik ben een man en woon in in de wereld () en mijn beroep is zien bouwen.
    Ik ben geboren op 11/09/1954 en ben nu dus 70 jaar jong.
    Mijn hobby's zijn: vanalles.

    Gastenboek
  • Goedemorgen
  • Stemmen
  • Lieve maandagavond groetjes
  • taal
  • bezoekje

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Mijn favorieten
  • verbruikte toelomst
  • Kaatje Wharton
  • kerima_ellouise
  • Marleen De Smet
  • fotos
  • warket

  • Blog als favoriet !

    Foto

    Laatste commentaren
  • ... (nagolore)
        op
  • bloemen.... (nagolore)
        op bloemenvrouw
  • nostal... (nagolore)
        op nostalik
  • vuur... (nagolore)
        op vuur
  • ongetiteld (warket)
        op zwerfvuil
  • zwerfvuil (nagolore)
        op zwerfvuil
  • luchtbelheiligen... (nagolore)
        op luchtbelheiligen
  • ongetiteld (warket)
        op coiffeur
  • coiffeur... (nagolore)
        op coiffeur
  • ongetiteld (warket)
        op brief
  • Om... (nagolore)
        op brief
  • ongetiteld (warket)
        op simpel
  • simpel... (nagolore)
        op simpel
  • halfdroom.... (Nagolore)
        op halfdroom
  • ongetiteld (warket)
        op literaire droom
  • lezen... (Nagolore)
        op literaire droom
  • ongetiteld (warket)
        op nooit gestopt
  • nooit gestopt... (Nagolore)
        op nooit gestopt
  • regenboog (Nagolore)
        op regenboog
  • ongetiteld (warket)
        op fietstocht
  • tocht... (nagolore)
        op fietstocht
  • ongetiteld (warket)
        op gebroken spiegel
  • ...ge-spiegel... (Nagolore)
        op gebroken spiegel
  • Dit (Nagolore)
        op ontbijt
  • hallo hallo (Froukje Vos)
        op vitrinekast
  • Vogelschrik... (Nagolore)
        op vogelschrik
  • genadeloos (warket)
        op zonsopgang
  • woorden (warket)
        op iemand
  • Alweer (Nagolore)
        op iemand
  • Bijzonder (Daniel)
        op zonsopgang
  • Dit (Nagolore)
        op nacht
  • website? (Nagolore)
        op web
  • Foto


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs