Terwijl het nog schemert sta ik in de deuropening verscholen naar storm met regen te kijken. Het is lang geleden dat ik Marcel nog gezien heb. Wie is Marcel? Wel Marcel is een mens met hart en nieren zoals iedereen en toch heeft hij iets speciaals. Het speciale van Marcel omschrijven is zo goed als onmogelijk. Dat kan je enkel doen door de ontmoeting met hem letterlijk te illustreren. Ziehier doe ik dan maar een poging hieromtrent:
Op 16 januari 2006 heb ik hem voor de laatste keer ontmoet, en zei hij:
Wat vind gij het bekoorlijkst: de voor- of achterkant van een vrouwenlijf? Wat zegt u? Ik vroeg wat u bekoort: de foef of de billen? De ogen, antwoord ik. Hij kijkt beteuterd. Sta hier niet te liegen tegen mij. Het is vroeg. De rijm is nog niet verdampt. Hij vraagt of ik ook een druppel wil. Ondertussen wringt hij een fles goedkope wodka uit zijn binnenzak. Het is Marcel die me stond op te wachten aan de sint-jacobskerk. Puur toeval, zou je zeggen. De foef en de bilspleet begeer ik al vanuit mijn kindertijd, vervolgt hij na een stevige dronk. Ze stinken naar kak en pis als ze ongewassen zijn en toch zijn ze geliefkoosd in mijn leven. Voor mij de ogen, zei ik opnieuw. Ga je nu de hele tijd blijven liegen, schatert hij. Moet ge echt geen druppel proeven? Een proevertje maar. Ik vind het min of meer walgelijk om aan die teut te drinken. Wie weet waar hij met zijn mond vannacht ingezeten heeft. Ik neem een slok uit respect voor deze wilde die zo afstotend en vertederend kan zijn. Wat doet ge momenteel voor de kost, vraag ik, ons laatste gesprek indachtig. Alles in het zwart. Heb je voor mij geen klus die een ander niet wil doen? Neen, dat kan niet, dat mag niet. Terwijl ik dat zeg bekijkt hij mij onbegrijpend, meewarig aan en zegt: het is de moeite waard om mekaar nog eens te zien. Ja, zeg ik. Het verdient respect. Ons gesprek dat oerkreten bedwelmt, is onmogelijk te beschrijven in mijn woordenschat. Voor ik voortga zeg ik nog: het zijn de billen die me het meest intrigeren maar de ogen zijn het bekoorlijkst. Hij
knikt en vraagt: intrigeren, wat betekent dat? Dat is wat jij de
waarheid noemt. Verdwijn nu maar uit mijn leven tot de volgende keer. De
gedachte aan Marcel zal me de rest van de dag achtervolgen. Zijn
postuur van kleine gestalte met te grote gekloven handen blijft op mijn
netvlies gebrand. Telkens als ik iemand tegenkom denk ik: sta hier
tegen mij zo niet te liegen.
7h30: Het spijt me om julie zo vroeg op een zaterdagochtend wakker te maken maar ik kon het me niet laten. Ik heb lang genoeg badend in het zweet droomloos onder de dekens gelegen. Het wordt een grijze dag. Eerst nog de medicijnen doorspoelen tegen de koorts. Dan ga ik buiten en dat valt mee. Het regent niet. Is het julie ook al opgevallen dat er terug mussen de tuin bevolken? De laatste jaren waren ze weggebleven. De wind waait vanuit de verkeerde richting en jaagt de schouwdamp naar binnen. Dan maar de verwarming afzetten. Hoe
lang denk ik nu al dat ik die schouw moet nakijken? Een jaar? Maar ja,
zo gaat dat met plannen, eerst worden ze op de korte baan geschoven
vanwaar ze vervolgens op de lange baan belanden. Bij mij thuis is het de gewoonte om op vrijdag- en zaterdagavond min of meer uitgebreid te feesten en daarna alles onaangeroerd te laten staan tot de volgende ochtend. Als je dan opstaat is dat het eerste waarmee je geconfronteerd wordt: een onooglijk stilleven van wanorde. Vreemd genoeg stoort mij dat niet. De boel wordt pas opgeruimd na het ochtendritueel. Maar vandaag ben ik de verkeerde man op de verkeerde plaats. Ik zou veel liever een Boeing 747 zonder passagiers boven het wolkendek besturen naar een verafgelegen plaats. Toch ruim ik die rotzooi bijna machinaal met verstand op nul in danspasjes af. Spinnenwebben die in dit huis een eervolle plaats verdienen, worden daarbij gespaard, ook al wegens moeilijk bereikbaar. Niks dwangmatig. Heerlijk toch? Op
het toilet kijk ik naar de roze motieven in het toiletpapier, lees ik
de samenstelling en gebruiksaanwijzing van mijn medicijnen en begin ik
te mediteren tot mijn billen aan de wc-bril blijven plakken. Nu nog naar de krantenwinkel en de bakker hier twintig meter vandaan. Ondertussen is het kwart na elf. Waarom dan niet tegelijk naar de beenhouwer gaan? Oh ja, weeral vergeten; in de krantenwinkel staat op dit uur gegarandeerd die kerel met naar
achter gekamd sluikhaar (vaste klant op zaterdag) zijn sigaar te
paffen, wat de klandiezie enorm stoort, maar die brave man achter de
kassa durft hierover geen opmerking te maken. Terwijl hij de klanten
bedient blijft sluikhaar maar doorratelen met een misselijkmakende
gorgelende stem. Hij merkt niet eens dat niemand nog luistert. Bij de bakker is er maar één klant. Dat komt omdat in dit miezerig dorp twee bakkers zijn: de goeie en de slechte. Ik ga naar de slechte omdat de bakkersvrouw mooi en vriendelijk is. Je moet er nooit in een lange rij wachten en bovendien is het stokbrood voortreffelijk. Daarom koop ik het ook: voor zijn voortreffelijkheid en de vriendelijke bakkersvrouw. 15h30:
ik heb geen griepgevoel meer. Nu is het hek van de dam en sta ik op
mijn eentje Salsa te dansen (ook al doe je dat gewoonlijk met twee).
Omara Portuondo loeit door het huis. Heerlijk is dat! Hopelijk
komt mijn vader me nu niet onverwachts bezoeken. We hadden een week
geleden afgesproken om vandaag brandhout te verzagen. Ik had
gisterenavond nog doodziek die afspraak afgezegd. Ik zou me schamen moest hij me nu dansend in dit huis zou aantreffen. 16h41:
ik was mijn handen met heet water vooraleer het gehakt te mengen met
gember en paprica om het vervolgens te kneden tot bouletten. De
keukendeur staat open. Binnenwaaiende wind verlucht deze ruimte. De
hond ligt op de koer met haar voorpoten galant over mekaar gespreidt. Ik hoor merels fluiten. De ajuin is dun versnipperd. De knoflook ook. Ik maak eten klaar in "Flor Damor". Straks komt ze thuis,
en hij ook. Dan eten we tezamen en is het weeral feest.
Ik kreeg vanavond een bericht van een dertienjarige die tegen mij "peter eddie" zegt (ik ben zijn peter). Hij heeft een gedicht geschreven tot....nu weet ik het niet meer, en dan kon ik het me niet laten om verder te schrijven met...Nu weet ik weer...
Onder de maan, de stralend witte maan ligt een poel, een gladde zilveren spiegel
tussen adelaarsvarens en bramen en het duistere hart der dennen valt er een steen, een levende steen. Dan breekt de maan, de stralend witte maan tussen adelaarsvarens en bramen en het duistere hart der dennen. Scherven en klingen zwaarden van licht rimpelen over de poel ,de stille vijver van de bergen, het verlaten eenzame meer in de nacht zo zwaar en donker fladderen schaduwen grillig verward ... nu weet ik het niet meer Nu weet ik weer...want ik zit hier weg van wat de voornaamsten onder ons vertellen, zit ik hier onder een gewelf in gedempt licht te peinzen over een wereld waarin ik leef. Het is een verkwisting van vanzelfsprekenendheid misschien, maar het genoegen bestaat om iemand te verrassen door hem meer te geven dan hij verwacht.
Het gaat me niet om het geld maar om de verrassing. Eigenlijk is Marjet een levensgenieter. Die ander is stinkend rijk en blijft bescheiden. We vragen ons af of... of neen, laat me verder vertellen. Vorige nacht sloeg mijn vader een houtstuk uit het dakgebinte. Het achterdeel van het huis stortte in. Gelukkig bleef het voordeel overeind. Daarin konden we voorlopig overleven. Ik nam onbetaald verlof om de puinhoop herop te bouwen. Een ongewone sigaret ligt op tafel. Ze vind het zonde dat ik probeer te vertellen wat ze vertelt. Men kan niet schrijven wat er gezegd wordt. of neen, we vragen ons af of...
Stem die gitaar met uw vingers. Ge zijt het niet anders gewoon. ça va Ik ben al blij dat ik zijn instrument mag aanraken. Ondertussen is het al een dag later. Mijn liefste, probeer ik te schrijven. Mijn liefste, vraag ik mij af waarom ik dat probeer te schrijven. Mijn liefste, heb ik nu geschreven.
ik bedoel haar, haar innige bekoorlijkheid om me heen kijk ik naar haar of neen, niet alleen naar haar
Neen, uw blog moet niet dagelijks worden bijgewerkt. Het is gewoon zoals je het zélf wenst. Indien je geen tijd hebt om dit dagelijks te doen, maar bvb. enkele keren per week, is dit ook goed. Het is op jouw eigen tempo, met andere woorden: vele keren per dag mag dus ook zeker en vast, 1 keer per week ook.
Er hangt geen echte verplichting aan de regelmaat. Enkel is het zo hoe regelmatiger je het blog bijwerkt, hoe meer je bezoekers zullen terugkomen en hoe meer bezoekers je krijgt uiteraard.
Het maken van een blog en het onderhouden is eenvoudig. Hier wordt uitgelegd hoe u dit dient te doen.
Als eerste dient u een blog aan te maken- dit kan sinds 2023 niet meer.
Op die pagina dient u enkele gegevens in te geven. Dit duurt nog geen minuut om dit in te geven. Druk vervolgens op "Volgende pagina".
Nu is uw blog bijna aangemaakt. Ga nu naar uw e-mail en wacht totdat u van Bloggen.be een e-mailtje heeft ontvangen. In dat e-mailtje dient u op het unieke internetadres te klikken.
Ik ben warket, en gebruik soms ook wel de schuilnaam warket.
Ik ben een man en woon in in de wereld () en mijn beroep is zien bouwen.
Ik ben geboren op 11/09/1954 en ben nu dus 70 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: vanalles.