Op het gemakje opgestaan, nog even wat
foto's en dan op weg. Terug naar de Grand Canyon, maar deze keer de
noordkant. Het is een zonnige dag, en het kwik klimt dan ook al gauw
terug boven de 90F. Maar onderweg zijn er weinig (en geen lange)
stops voorzien, dus kan de airco de wagen (en zijn chauffeur) nog
voldoende koel houden. Een paar keer, waar mogelijk, toch even aan de
kant om wat landschappen op de gevoelige plaat vast te leggen. Ook
vandaag weer een grote variatie: de rotsformaties met laag
heide-gewas en enkele struikjes, grasland (vrij dor wel) met
hier en daar wat bomen, canyons (geen Grand, maar kleinere versie)
met grote ijzeren bruggen, en prairie zover het oog kan zien. Al
ontbreekt er mij nog wel iets bij dit laatste plaatje.
Bij het naderen van de canyon komen ook
de heuvels terug. Prairie wordt nu bos. Eerst coniferen en
naaldbomen, dan gemengd. Met een inheemse variant op de zilverberk.
Dit is de habitat van oa herten, het dikhoorn schaap, de witstaart
eekhoorn, bizon (geen volbloed, maar hybride die hier werd
geïntroduceerd), coyote en zelfs de poema. Maar van dit alles is
natuurlijk weer weinig te zien. Wellicht moet je je daarvoor veel
dieper in het bos en de canyon wagen, ver van de uitgestippelde
wandelpaden. Ik check in bij de Kaibab Lodge en rij dan door naar het
bezoekerscentrum, met de bedoeling ook hier de zonsondergang mee te
pikken.
Vele keren heb ik al gehoord en gelezen
dat de noordkant veel meer de moeite zou zijn, want minder druk en
ongerepter. Akkoord, er zijn in aantal veel minder mensen. Het is nu
natuurlijk ook geen weekend, en voor steeds meer kinderen is ook al
het schooljaar begonnen. Maar de site, de kortere wandelpaden en de
accommodatie zijn er ook veel beperkter. En wat die accommodatie
betreft: beperkter, lees: exclusiever, lees: duurder. Hier wordt voor
het eerst wél met de grote hamer geklopt.
En is het dan echt zoveel meer de
moeite? Dat valt nog af te wachten. De zichten bij zonsondergang zijn
prachtig en indrukwekkend, maar dat waren ze aan de andere kant ook.
Beslissende factor lijkt mij hierbij meer de natuur zelf, en dan
vooral de al dan niet aanwezige wolken. Aan de zuidkant waren in
totaliteit inderdaad veel meer mensen, maar verspreid over een véél
grotere oppervlakte. Qua drukte moet deze zijde naar mijn gevoel
niet veel onderdoen. De rustige plaatsjes zijn er direct veel
beperkter, of je moet echt een stuk de wildernis in trekken. Wat je
aan de andere kant het zelfde resultaat zal opleveren. Kleine
opmerking: zijn met voorsprong de meest luidruchtigste bezoekers: de
Italianen. Op de voet gevolgd door de Spaanstaligen. En dan elk ander
groepje wat uit twintigers bestaat. En Nederlanders kan je er
natuurlijk óók zo uithalen.
Ik blijf niet tot de zon volledig onder
is, want op het einde spelen de wolken toch nog een beetje
spelbreker. Het begint ook wat te regenen. Wat wel een mooie
regenboog oplevert, maar uiteindelijk gewoon te veel wordt. En omdat
het nu nog niet helemaal donker is hoop ik onderweg terug naar de
zeer rudimentaire cabin toch nog een glimp op te vangen van
het dier wat op de waarschuwingsborden aan de kant van de weg staat
afgebeeld. En ik heb geluk: op een van de grasvlaktes aan de kant van
de weg graast een groepje bizons. Een positieve afsluiter van de dag.
|