Het laatste het verhaal van nog eens beknopt samen
gevat:
Dimitri z'n vader is dus dood, hoe en
wanneer zullen we jammergenoeg nooit weten. De grootmoeder van hem
zit in het bejaardentehuis en lijdt aan een zware vorm van Dementie,
ze herinnerd zich niets of niemand meer. De rest van z'n familie is
vervallen in de Marginaliteit.
Dimitri zelf is na een jeugd vol
instellingen en pleeggezinnen bij een vrouw terecht gekomen, die hij
zwanger heeft gemaakt. Even leek het of hij ook in de marginaliteit
zou vervallen maar hij liet z'n vrouw en z'n kind zitten. Nu is hij
gelukkig samen met z'n huidige vrouw en ze moeten geen kinderen
hebben.
Om de 2 weken is er een weekend dat hij
z'n kind bij hem heeft, op en weekend brengt hij z'n kind naar het
graf van z'n vader en toont hij z'n familie. Daar leert hij de dingen
die Dimitri al die tijd verborgen probeerde te houden voor hem. En
het boek eindigt met het kind die een of ander gĂȘnant
dronkemansliedje zingt.
Wat vond ik van het boek?
Ik blijf erbij dat dit eigenlijk niet
echt een verhaal is maar eerder een samenloop van stommiteiten en
toevalligheden die maken dat hij tot op deze dag de persoon is die
dit boek geschreven heeft.
De inhoud van het boek vond ik ietwat
verwarrend omdat alles niet chronologisch loopt, en ook omdat er veel
nodeloze details in het boek zitten. De zinsbouw was op sommige
momenten wat moeilijk te lezen maar over het algemeen las het boek
lekker weg. Een aanrader en een aanwinst voor de Vlaamse literatuur.