We vatten de dag na ons ontbijt met cornflakes aan met een klautertocht naar Manning Gorge. Het vertrek ligt aan onze kampeerplek. We moeten vrij lang stappen maar de moeite wordt beloond met een prachtige aanblik. Hier hebben we veel mooie foto's gemaakt. Daarna terug naar de wagen want we hebben een heel eind te rijden. Onderweg zien we 4wd auto's als de onze, maar ook motoren en zelfs enkele moedige fietsers. Elke keer als een tegenligger je kruist of als iemand je voorbijsteekt krijg je een stofwolk te verwerken. Door de ribbels en oneffenheden en stenen in het wegdek ligt onze gemiddelde snelheid tussen 40 en 60 km per uur. Tegen de middag passeren we in Drysdale Station. Een verademing want er is op deze cattle ranch een bar restaurant met een lommerrijk terras. We nemen er een lunch en nemen dan een zijweg van de grr die ons na een goede 180 km verder gelegen Michell Falls zal brengen. We rijden nu door erg desolaat gebied. We kamperen weer op een bushcamping, maar vooraleer we daar geraken wacht onze eerste rivercrossing. De kampeerplek is erg basic met enkel een toilet. We zijn moe en nemen eerst een frisse duik in de rivier naast de kampeerplaats. We maken ons blikjeseten klaar. Gelukkig hebben we een koelkast in de auto zodat ons eten en water koel kunnen houden.
Vandaag staan 2 gorges op het programma. We staan op bij zonsopgang en zetten onze tocht verder naar Lennard Gorge. De temperatuur loopt vlotjes op tot boven de dertig graden. We moeten een poos stappen en klauteren tot aan de rotsformatie. Daarom nemen we voldoende water mee in onze rugzakflessen, smeren we ons goed in en zetten we een hoed of pet op. De gorge zelf is een beetje een ontgoocheling. Ze ligt nog deels in de schaduw en het uitkijkpunt ligt ver van de cliffrand zodat we niet kunnen zien hoe diep de kloof is. Op naar de volgende : Belle Gorge. Op de parking treffen we een toeristenbus aan. Het is een soort amfibievoertuig. Het zijn meestal oudere toeristen. We treffen weer een prachtige kloof met een mooie waterval en vooral een zwempoel met helder fris water. We nemen dus een duik om af te koelen. Daarna zetten we koers richting Imintji House, de eerste voorraadpost op de Gibb River Road, voortaan afgekort als grr. We hopen hier te kunnen overnachten, maar dan kan niet. Het is enkel een tankstationnetje met een klein cafetaria. We moeten nog 80 km verder naar Mount Barnett Roadhouse, het volgende bevoorradingspunt. We moeten nog 7 km verder de wildernis in rijden om de bushcamping te vinden. Gelukkig zijn er douches. We koken ons potje. Andere kampeerders stoken een houtvuurtje. We snappen niet dat dat toegelaten is want het is hier overal kurkdroog.
Het is nu zaterdag 9 augustus. We zijn zonder kleerscheuren de Gibb River Road doorgeraakt. Onderweg was er nergens telefoonbereik laat staan internet. Daarom dateren we dit berichtje op 1 augustus zodat we chronologisch verslag kunnen uitbrengen. Voor we de ruim 800 km op onverharde wegen aanvatten, passeerden we een baobab boom waarvan de stam zo omvangrijk is dat er vroeger gevangenen in werden vastgehouden. Het eerste deel van onze weg is nog geasfalteerd, maar daarna merken we waarvoor deze weg zo berucht is : door de harde ribbels in het wegdek worden we door elkaar geschud. Eerst bezoeken we Tunnel Creek, een 800 m lange tunnel onder een rotsformatie. We moeten door het water waden met een lamp in de aanslag. We ontdekken rotstekeningen. We wanen ons in de prehistorie. We vervolgen onze weg naar Windjana Gorge, waar we voor het eerst zoetwaterkrokodillen spotten. Hier noemen ze hen freshies. Ze zijn ongevaarlijk als je ze niet stoort. Ze zijn massaal aanwezig, tussen de 30 en 80. We kamperen nabij de Gorge op een wilderniscamping, dwz enkel een toilet en een kraantje. De ondergaande zon kleurt de rotsformatie vuurrood. Mooi! 's nachts komt een kleine kangoeroe = Wallabi bij onze auto rondscharrelen. We zijn hier niet alleen. Er zijn nog wat andere kampeerders.
Na ons verblijf op de mooie strandcamping rijden we verder naar Broome en door naar Derby. We rijden door een streek die op de kaart als Great Sandy Desert staat gemarkeerd. We merken echter niets van een woestijn. Overal gras en struiken. We zien de eerste stations met enorm veel vee. We merken ook steeds beter dat we nu in subtropisch gebied aanbeland zijn. De koude nachten zijn achter de rug en overdag temperaturen tot boven 30 graden. In Broome blijven we maar even om proviand in te doen. Dan rijden we verder naar Derby. Onderweg zien we de eerste baobab bomen. We besluiten na 2 vermoeiende dagen hier een dag rust in te lassen op weer een goede en gemoedelijke camping. We verbroederen met een ouder koppel uit Tasmanie en informeren ons over de conditie op de Gibb River Road, want de volgende 6 dagen rijden we uitsluitend over onverharde wegen . Volgens het informatiecentrum is alles ok op de weg en het weer blijft zoals het is : heet en droog. Vanochtend merkten we een scheurtje op in een achterband. Voor alle veiligheid laten we het repareren. Er is hier voor het eerst een café met een behoorlijke internetverbinding, dus maken we daar dankbaar gebruik van om onze blog bij te werken. Straks gaan we nog even zwemmen en dan zijn we klaar voor een zesdaagse trektocht door de Kimberleys. Waarschijnlijk kunnen we onderweg niet internetten. Zodra we weer online kunnen, laten we weer iets van ons horen!
We zijn vanochtend zeer vroeg opgestaan voor een lange rit die ons terug naar de oceaan brengt naar de industriestad Port Hedland. Op de weg enkel 4x4 wagens en road trains. Het is hier een mijnstreek. We rijden Port Hedland voorbij. Daarna rijden we weer verder voor een rit van 600 km naar de volgende stad Broome. Na 100 km stoppen we en overnachten op een mooie camping vlak achter de duinen. We nemen een verfrissende duik in zee en beleven een fantastische zonsondergang. Dat gaat hier heel snel.
Zeer vroeg vertrokken naar onze volgende bestemming. Het Karijini National Park. Als we een roadhouse passeren langs de weg, stoppen we om te tanken, want je weet nooit waar het volgende tankstation is. We stoppen daar meestal ook even voor een plaspauze, een koffie en om de ruiten te wassen. Je rijdt soms uren eer je een volgende roadhouse tegenkomt. We wisselen af met rijden. Voor het eerst verlaten we de kust en rijden we landinwaarts naar het natuurpark dat oorspronkelijk aboriginal gebied was. We overnachten in een eco retreat midden in het park. S nachts horen we de dingo s huilen in de verte. Indrukwekkend! Tijdens onze tweede dag in het park bewonderen we prachtige diepe kloven. We wandelen door Dales Gorges, in die kloof zijn er enkele spectaculaire zwemplekken. We vinden er onze eerste slang op onze wandelweg. We laten het dier met rust en de slang ons. Om het park te bereiken hebben wel 50 km over onverharde wegen moeten rijden en dan komt een 4x4 goed van pas. We koken meestal op een uitschuifbaar gasfornuis. Gelukkig vinden wij in de weinige stadjes genoeg supermarkten om proviand in te doen. We kunnen het dak van de auto verhogen. Geert slaapt beneden, ik boven. Bedankt voor jullie reacties. Leuk om iets horen hoe het er thuis aan toe gaat.
Vanochtend reden we een groot stuk van de dag naar Exmouth op een schiereiland aan de Indische Oceaan. Daar ligt het Ningaloo Marine Park. Een prachtige kuststreek met azuurblauw water. Hier op het strand leggen zeeschildpadden hun eieren in het broedseizoen, maar helaas is dat niet nu. Er is ook een koraalrif maar het is er gevaarlijk snorkelen omdat er sterke zeestromingen zijn, dus hebben wel het niet geriskeerd. Voor het eerst logeren we op een ranch. Vrij primitief maar wel authentiek en echt in the middle of nowhere. Nog steeds koud s nachts. Overdag stralend weer.