Vandaag gaan we eerst bij onze huurfirma langs om te vragen wat we moeten doen om een cleaning fee van 250 Australische dollars te vermijden. Dat blijkt nogal mee te vallen. Daarna rijden we naar Darwin centrum. Het is een relatief kleine stad met 75000 inwoners en de sfeer is er heel laid back, of relaxt zo je wil. Heel weinig verkeer, geen overrompeling van toeristen, geen stress. Maar misschien komt dat ook doordat de school hier pas terug is begonnen. Eerst bezoeken we er de wo II fuel tunnels. Dat zijn ondergrondse gigantische opslagtanks voor olie, die er tijdens wo II zijn gebouwd om te verhinderen dat de Japanners de tanks zouden kunnen bombarderen. In Darwin liggen haast alle bezienswaardigheden op loopafstand. Na de tunnels bezoeken we het havengebied want we hebben gehoord dat er ergens op de pier een goed zeevruchtenrestaurant is. We willen er een tafeltje boeken voor onze laatste avond in Australië volgende zaterdag. Er is hier een cultuurfestival aan de gang. We kopen kaartjes voor een cabaretvoorstelling door Matthew Mitcham, een homo-topsporter die op de Olympische Spelen in China in 2008 een gouden medaille behaalde bij het duiken, en die zich nu op zang en cabaret heeft toegelegd. Het optreden vindt hier in de openlucht plaats want het is hier in het droge seizoen ALTIJD mooi weer. Daarna struinen we door de shoppingmall op soeveniertjesjacht. Tenslotte keren we naar onze camping terug voor een duik in het zwembad. Morgen gaan werken eindelijk krokodillen spotten!
Vanochtend vragen onze buren op de camping waar we vandaan komen. Twee ooms van de man hebben tijdens wereldoorlog 1 aan de ijzer gestreden en zijn er gesneuveld. Ze hebben nog nooit de gelegenheid gehad om de graven te bezoeken. Ze gaan ons alle details mailen en wij hebben beloofd de graven van hun familieleden op te sporen en foto's ervan door te sturen. Na deze belofte zetten wel opnieuw koers naar Litchfield Park. Er vallen nog heel wat watervallen te ontdekken met zwempoelen die voor afkoeling zorgen. Het wordt misschien eentonig om te lezen, maar elke waterval is al indrukwekkender dan de andere. Het is weer een hete dag met temperaturen over de 30 graden. In de loop van de namiddag overbruggen we de laatste kilometers naar onze eindbestemming Darwin. Onze camping is niet ver van de luchthaven gelegen en de plek waar we zondag onze huurauto gaan inleveren, is ook vlakbij. Darwin is hier 10 minuutje vandaan met de auto. Morgen gaan we de stad verkennen.
Vanochtend zetten we koers naar Litchfield National Park, zo'n 90 km bezuiden Darwin. Onderweg geven waarschuwingsborden aan dat we niet in de buurt van poelen of kreken mogen komen omwille van de krokodillen die er huizen, maar we blijven op onze honger zitten. We zijn nu al enkele dagen in de zoutwaterkrokodillenregio maar we hebben nog geen enkel exemplaar gespot. Komt nog wel! Het is weer bloedheet, maar dankzij de airco in onze 4x4 overleven we het wel. Tegen de middag vinden we een schaduwrijke campingplek aan de rand van het park bij Duitse uitbaters. Dan rijden we verder het park in op zoek naar de Wanji Falls. Het klinkt eentonig, maar elke waterval is weer anders. Het enige constante is dat je bij haast elke waterval kunt zwemmen. Van die kans maken we weer dankbaar gebruik. Hoewel de schoolvakantie hier na 15 augustus is afgelopen, is het hier zeer druk. Veel toeristen maken vanuit Darwin een daguitstapje naar hier. Na een week wildernis moeten we weer even wennen aan het massatoerisme. We stoppen nog even bij reusachtige termietenheuvels en rijden een stukje over een onverharde zijweg naar Lost City, een rotspartij die op de ruïnes van een verlaten stad lijkt. Zou wel een decor uit Lord of the Rings kunnen zijn. Waar geenenkele toeristische gids melding van maakt, zijn de uitgestrekte zwartgeblakerde gebieden. Overal tijdens onze rondreis troffen we ze aan. Op weg naar Lost City was de natuur rechts van de weg intact en links zwartgeblakerd. Sommige verbrande bomen smeulden nog. We vernemen later op de dag dat de rangers soms gebieden gecontroleerd laten verbranden om erger te voorkomen. Omdat het hier kurkdroog is, kan het kleinste vonkje een ravage veroorzaken. Morgen verkennen we het park verder vooraleer naar onze eindbestemming Darwin te rijden. Eerst nog ons potje koken terwijl de kangoeroes in de buut grazen. We drinken nog een glas frisse cider (leve onze koelkast! ) terwijl we van Australische folkmuziek genieten, die door het caravanraampje van de buren klinkt. Stilletjesaan beseffen we dat het einde van het mooie liedje in zicht is. Nog bedankt voor jullie reacties! Altijd fijn om af en toe iets van het thuisfront te vernemen!
Gisterenavond probeerden we Jean-Pierre en Siska te bellen. Op dat moment was het in België even over de middag en we hoopten dat de gasten voor het feestje op dat ogenblik al zouden zijn gearriveerd, maar de dokter had zijn antwoordapparaat aanstaan. We vernemen echter dat het een spetterend feestje was, ook al is het weer in België blijkbaar niet zo denderend goed. Zullen we jullie eens jaloers maken? We zijn vandaag weer gaan wandelen in de buurt van Katherine Gorge, waar we gisteren al een boottochtje maakten. We deden er de Butterfly Walk, die ons in de afdaling naar de kloof zelf door een soort regenwoudje zou leiden. Vlinders hebben we inderdaad gezien, maar geen rainforest. Daarvoor zijn we te laat in het droge seizoen. De planten hier verdorren door de droogte en de hitte. Tijdens de wandeling deelden we onze reiservaringen met een Duitse broer en zus die samen Australië ontdekken. Aan het einde van de heenweg kwamen we aan de rivier door de kloof uit, waarover we de dag ervoor hebben gevaren. We namen een verfrissende duik in het heldere water. Tijdens het regenseizoen migreren zoutwaterkrokodillen en zo raken ze ook in hier verzeild. Rangers van het natuurpark vangen die salties dan vooraleer ze het gebied zwemveilig verklaren. Gisteren zagen we hier nog een paar zoetwaterkrokodillen maar die zijn zoals eerder reeds gezegd ongevaarlijk in tegenstelling tot de salties. Wel zagen wel een grote schildpad zwemmen. Na het zwempartijtje vatten daarna de terugweg aan. Die was zwaarder dan gedacht doordat we deels door open terrein klauterden. In het informatiecentrum op het eindpunt van onze wandeling vernamen we pas dat het buiten 38 graden was! We zijn dan teruggereden naar onze camping om wat af te koelen in het zwembad. Wat we doen om de hitte draaglijk te houden? Veel drinken, altijd een hoed of pet op en factor 50 of 30 smeren. Nog een geluk dat de nachten koel zijn!
We vernemen ook nu pas het overlijden van mijnheer Warson. Een monument van een man die ons heeft verlaten. Via deze weg bieden we de familie ons medeleven aan.
We wilden vandaag een kanotocht houden in de Katherine Gorge. Blijkt dat we dit lang op voorhand moesten reserveren. Hebben we niet gedaan omdat we niet wisten hoelang we over de grr zouden doen. Dus een streep door onze rekening. Dan maar een boottochtje meegemaakt over dezelfde rivier. Morgen gaan we wandelen in hetzelfde gebied. Kennisgemaakt met een soort vleermuishondjes. Proficiat aan JP en Siska nav hun 40-jarig huwelijk!
We besluiten vandaag meteen door te rijden naar Katherine, goed voor nog eens ruim 500 km. Onderweg nemen we de uitgestrekte landschappen en de wolkenformaties in ons op. Vlak na ons vertrek verlaten we West-Australie en rijden we de Northern Territories binnen. We overschrijden tegelijkertijd een tijdzone. Meteen is het anderhalf uur later. Dat betekent 's ochtends later licht maar anderhalf uur langer licht. Het is ook een quarantainelijn. Je mag verse groenten, fruit en nog wat andere dingen niet mee de grens overnemen. Dus wij alles opgegeten. Blijkt dat dit alleen geldt in de richting van West-Australie, en wij rijden in de tegenovergestelde richting. In de vooravond bereiken we Katherine. We zijn moe en besluiten hier een paar nachten te blijven. We vinden een zeer mooie en goed uitgeruste camping, met zwembad. We zijn nu nog een paar 100 km van onze eindbestemming Darwin verwijderd. We besluiten het de laatste week wat rustiger aan te doen. Eindelijk kan ik onze blog bijwerken. Een goede internetverbinding vinden is hier een probleem en als je ze wel vindt durven ze er soms 10 euro per uur voor vragen.
Vanochtend staan we na ons vertrek voor de grootste uitdaging : we moeten door de bedding van de Pentecost River rijden, een hele belevenis. Daarna stoppen we bij het laatste station op de grr. Zeer toeristisch. Je moet er zelfs betalen om gebruik te maken van hun wegen. We gaan baden in warmwaterbronnen in een met palmen overschaduwd riviertje. Net als een bubbelbad in een subtropisch zwemparadijs, maar dan in het echt. Later op de dag klauteren we naar Emma Gorge. Op het eind treffen we een prachtige kloof met een al even prachtige zwemplek. We wanen ons in Jurassic Park. Terug aan de parkeerplaats nemen we een lunch in het luxueuze Emma Resort, dat ook tot El Questro behoort. Er is hier nog een ander luxe resort, waar Ophrah Winfrey nog ooit logeerde, maar dat is niet voor ons weggelegd. Vanaf El Questro is de grr geasfalteerd en na een poosje rijden hebben we de Gibb River Road zonder kleerscheuren achter de rug. We rijden door en overnachten in Kununurra.
We keren nu terug naar de grr en rijden een heel eind verder tot we haast aan het einde zitten. Het is overdag altijd erg heet. Daarom zijn we blij dat we airco in de wagen hebben. We pauseren in Breaberne, een authentieke pleisterplaats langs de grr. Ze serveren er koffie met scones. Voor wie er verblijft is er een houtgestookte douche. De badkamer is tegen de stam van een enorme baobab gebouwd. Wij zetten verder koers naar Home Valley Station, de volgende verblijfplaats, die erg toeristisch is. Vinden we niet erg, want we kunnen er afkoelen in het zwembad. Voor we er aankomen, genieten we onderweg van de mooie vergezichten, die voor ons opdoemen.
Vandaag moeten we weer ruim 200 km door de wildernis afleggen om terug op de grr te geraken. Deze 665 km lange weg werd oorspronkelijk aangelegd om het vee van de ranches naar de havensteden te vervoeren. Die ranches zijn onmetelijk groot. We stoppen opnieuw bij zo'n ranch die hier stations worden genoemd omdat ze een graantje meepikken van de toeristen. Twee dagen eerder stopten we al even bij Drysdale Station om te lunchen. Nu komen we er na ons avontuurlijke zijsprongetje naar de Michell Falls terug voorbij en besluiten er een dagje op adem te komen. We kunnen eindelijk nog eens een warme douche nemen en ons scheren. s'Avonds eten we er in het restaurantje en vieren er mijn verjaardag met Irish stew en een fles rode wijn. Bedankt overigens voor de verjaardagswensen van het thuisfront. Op de kampeerplaats praten we lang met een Australisch koppel op er het leven hier en in België.
We leggen de laatste en moeilijkste 75 km van onze trip af aan een snelheid van gemiddeld 40 km uur. We doen er lang over eer we op de meest desolate plek van onze reis aankomen. Desolaat is relatief want de toeristen worden hier met helikopters aangevlogen om de Mitchell Falls te bewonderen. Wij moeten er vanaf onze kampeerplek nog een dik uur naartoe stappen maar de inspanningen wordt beloond met een spectaculair uitzicht. 4 opeenvolgende watervallen en mooie zwempoelen. Weer veel foto's genomen. We zwemmen er niet want er zijn teveel toeristen. Daar hebben we achteraf spijt van want op de terugweg zijn er geen poelen meer waar we in durven zwemmen. We overnachten op weer een bushcamping en hebben inmiddels een baard van enkele dagen. We wassen ons met water uit een poel en een rivier.
We vatten de dag na ons ontbijt met cornflakes aan met een klautertocht naar Manning Gorge. Het vertrek ligt aan onze kampeerplek. We moeten vrij lang stappen maar de moeite wordt beloond met een prachtige aanblik. Hier hebben we veel mooie foto's gemaakt. Daarna terug naar de wagen want we hebben een heel eind te rijden. Onderweg zien we 4wd auto's als de onze, maar ook motoren en zelfs enkele moedige fietsers. Elke keer als een tegenligger je kruist of als iemand je voorbijsteekt krijg je een stofwolk te verwerken. Door de ribbels en oneffenheden en stenen in het wegdek ligt onze gemiddelde snelheid tussen 40 en 60 km per uur. Tegen de middag passeren we in Drysdale Station. Een verademing want er is op deze cattle ranch een bar restaurant met een lommerrijk terras. We nemen er een lunch en nemen dan een zijweg van de grr die ons na een goede 180 km verder gelegen Michell Falls zal brengen. We rijden nu door erg desolaat gebied. We kamperen weer op een bushcamping, maar vooraleer we daar geraken wacht onze eerste rivercrossing. De kampeerplek is erg basic met enkel een toilet. We zijn moe en nemen eerst een frisse duik in de rivier naast de kampeerplaats. We maken ons blikjeseten klaar. Gelukkig hebben we een koelkast in de auto zodat ons eten en water koel kunnen houden.
Vandaag staan 2 gorges op het programma. We staan op bij zonsopgang en zetten onze tocht verder naar Lennard Gorge. De temperatuur loopt vlotjes op tot boven de dertig graden. We moeten een poos stappen en klauteren tot aan de rotsformatie. Daarom nemen we voldoende water mee in onze rugzakflessen, smeren we ons goed in en zetten we een hoed of pet op. De gorge zelf is een beetje een ontgoocheling. Ze ligt nog deels in de schaduw en het uitkijkpunt ligt ver van de cliffrand zodat we niet kunnen zien hoe diep de kloof is. Op naar de volgende : Belle Gorge. Op de parking treffen we een toeristenbus aan. Het is een soort amfibievoertuig. Het zijn meestal oudere toeristen. We treffen weer een prachtige kloof met een mooie waterval en vooral een zwempoel met helder fris water. We nemen dus een duik om af te koelen. Daarna zetten we koers richting Imintji House, de eerste voorraadpost op de Gibb River Road, voortaan afgekort als grr. We hopen hier te kunnen overnachten, maar dan kan niet. Het is enkel een tankstationnetje met een klein cafetaria. We moeten nog 80 km verder naar Mount Barnett Roadhouse, het volgende bevoorradingspunt. We moeten nog 7 km verder de wildernis in rijden om de bushcamping te vinden. Gelukkig zijn er douches. We koken ons potje. Andere kampeerders stoken een houtvuurtje. We snappen niet dat dat toegelaten is want het is hier overal kurkdroog.
Het is nu zaterdag 9 augustus. We zijn zonder kleerscheuren de Gibb River Road doorgeraakt. Onderweg was er nergens telefoonbereik laat staan internet. Daarom dateren we dit berichtje op 1 augustus zodat we chronologisch verslag kunnen uitbrengen. Voor we de ruim 800 km op onverharde wegen aanvatten, passeerden we een baobab boom waarvan de stam zo omvangrijk is dat er vroeger gevangenen in werden vastgehouden. Het eerste deel van onze weg is nog geasfalteerd, maar daarna merken we waarvoor deze weg zo berucht is : door de harde ribbels in het wegdek worden we door elkaar geschud. Eerst bezoeken we Tunnel Creek, een 800 m lange tunnel onder een rotsformatie. We moeten door het water waden met een lamp in de aanslag. We ontdekken rotstekeningen. We wanen ons in de prehistorie. We vervolgen onze weg naar Windjana Gorge, waar we voor het eerst zoetwaterkrokodillen spotten. Hier noemen ze hen freshies. Ze zijn ongevaarlijk als je ze niet stoort. Ze zijn massaal aanwezig, tussen de 30 en 80. We kamperen nabij de Gorge op een wilderniscamping, dwz enkel een toilet en een kraantje. De ondergaande zon kleurt de rotsformatie vuurrood. Mooi! 's nachts komt een kleine kangoeroe = Wallabi bij onze auto rondscharrelen. We zijn hier niet alleen. Er zijn nog wat andere kampeerders.
Na ons verblijf op de mooie strandcamping rijden we verder naar Broome en door naar Derby. We rijden door een streek die op de kaart als Great Sandy Desert staat gemarkeerd. We merken echter niets van een woestijn. Overal gras en struiken. We zien de eerste stations met enorm veel vee. We merken ook steeds beter dat we nu in subtropisch gebied aanbeland zijn. De koude nachten zijn achter de rug en overdag temperaturen tot boven 30 graden. In Broome blijven we maar even om proviand in te doen. Dan rijden we verder naar Derby. Onderweg zien we de eerste baobab bomen. We besluiten na 2 vermoeiende dagen hier een dag rust in te lassen op weer een goede en gemoedelijke camping. We verbroederen met een ouder koppel uit Tasmanie en informeren ons over de conditie op de Gibb River Road, want de volgende 6 dagen rijden we uitsluitend over onverharde wegen . Volgens het informatiecentrum is alles ok op de weg en het weer blijft zoals het is : heet en droog. Vanochtend merkten we een scheurtje op in een achterband. Voor alle veiligheid laten we het repareren. Er is hier voor het eerst een café met een behoorlijke internetverbinding, dus maken we daar dankbaar gebruik van om onze blog bij te werken. Straks gaan we nog even zwemmen en dan zijn we klaar voor een zesdaagse trektocht door de Kimberleys. Waarschijnlijk kunnen we onderweg niet internetten. Zodra we weer online kunnen, laten we weer iets van ons horen!
We zijn vanochtend zeer vroeg opgestaan voor een lange rit die ons terug naar de oceaan brengt naar de industriestad Port Hedland. Op de weg enkel 4x4 wagens en road trains. Het is hier een mijnstreek. We rijden Port Hedland voorbij. Daarna rijden we weer verder voor een rit van 600 km naar de volgende stad Broome. Na 100 km stoppen we en overnachten op een mooie camping vlak achter de duinen. We nemen een verfrissende duik in zee en beleven een fantastische zonsondergang. Dat gaat hier heel snel.
Zeer vroeg vertrokken naar onze volgende bestemming. Het Karijini National Park. Als we een roadhouse passeren langs de weg, stoppen we om te tanken, want je weet nooit waar het volgende tankstation is. We stoppen daar meestal ook even voor een plaspauze, een koffie en om de ruiten te wassen. Je rijdt soms uren eer je een volgende roadhouse tegenkomt. We wisselen af met rijden. Voor het eerst verlaten we de kust en rijden we landinwaarts naar het natuurpark dat oorspronkelijk aboriginal gebied was. We overnachten in een eco retreat midden in het park. S nachts horen we de dingo s huilen in de verte. Indrukwekkend! Tijdens onze tweede dag in het park bewonderen we prachtige diepe kloven. We wandelen door Dales Gorges, in die kloof zijn er enkele spectaculaire zwemplekken. We vinden er onze eerste slang op onze wandelweg. We laten het dier met rust en de slang ons. Om het park te bereiken hebben wel 50 km over onverharde wegen moeten rijden en dan komt een 4x4 goed van pas. We koken meestal op een uitschuifbaar gasfornuis. Gelukkig vinden wij in de weinige stadjes genoeg supermarkten om proviand in te doen. We kunnen het dak van de auto verhogen. Geert slaapt beneden, ik boven. Bedankt voor jullie reacties. Leuk om iets horen hoe het er thuis aan toe gaat.
Vanochtend reden we een groot stuk van de dag naar Exmouth op een schiereiland aan de Indische Oceaan. Daar ligt het Ningaloo Marine Park. Een prachtige kuststreek met azuurblauw water. Hier op het strand leggen zeeschildpadden hun eieren in het broedseizoen, maar helaas is dat niet nu. Er is ook een koraalrif maar het is er gevaarlijk snorkelen omdat er sterke zeestromingen zijn, dus hebben wel het niet geriskeerd. Voor het eerst logeren we op een ranch. Vrij primitief maar wel authentiek en echt in the middle of nowhere. Nog steeds koud s nachts. Overdag stralend weer.
Vanochtend vroeg opgestaan. De waardin maakt english breakfast voor ons. Een lange rit voor de boeg naar Exmouth. Hoewel onderweg verkeersborden waarschuwen voor oversteken wild en vee dat losloopt tellen we onderweg maar liefst 14 kadavers van aangereden kangoeroes, 1 dode emoe en drie dode koeien langs de weg aan. Het landschap varieert van uitgestrekte ruigten, weilanden en meer desolate gebieden. In het landschap duiken termietenheuvels pp.de namiddag komen we aan op het schiereiland aan de Indische oceaan. We zijn moe maar vinden relatief snel een caravanpark. Na een week zelfkook gaan we een pizza eten. Hoe meer we noordelijk trekken, hoe warmer het lijkt te worden.
In telegramstijl want de internetverbinding valt steeds weg : vandaag dolfijnen zien voederen, een mooie lagune en een wit schelmenstreken bezocht. 's Avonds op een kleine, stille kampplaats overnacht, een prachtige nachtelijke sterrenhemel gezien. De nacht was wel koud.