Ik voel de stilte in mijn lijf al bijna ben ik koud en stijf de levensboom is uitgebloeid Het sap haast opgedroogd rimpels wijzen op mijn oude dag Ik drink nog snel een laatste teug Mijn glas dat ik nog heffen mag Het is nu bijna leeg
Vlagen van bevroren Druppels vallen neder Op zijn uitgestoken neus En doen hem zachtjes Terugdeinzen onder Het houten afdakje Dat een functie heeft als Schuilplaats Voor natuurlijk onbehagen
Het wit van zijn ogen starend naar de groene Zee van lekkernijen En het vooruitzicht van een Door hoeven ontsprongen Waterballet Doen hem spreekwoordelijk Watertanden en verlangen Naar de lentezon
Langs slinkse wegen nieuws verkregen onvolledig weliswaar niettemin botergaar, langs slinkse wegen, nieuws verkregen, leek zonneklaar, ben k erin getuind als was t 1 april echt waar.