Inhoud blog
  • bronvermelding
  • Interessante websites
  • Runderen en paarden beheren de Hobokense Polder
  • Konik: herkomst en kenmerken van een 'klein paard'
    Zoeken in blog

    Een interessant adres?
    Categorieën
    Faunabeheer: Galloway en Koniker

    08-12-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Interessante websites
    http://www.konikpaarden.nl/

    http://www.riakwebbelt.nl/pages/page_15.html

    http://www.2metdenatuur.nl/konikpaard.htm

    http://www.horses.nl/fokkerij/artikelen/5537/konik

    http://www.paardensport.nu/achtergrond-opinie/onderzoek-eet-en-sociaal-gedrag-konikpaarden-708.html

    http://www.worldexplorer.be/konik.htm

    http://www.horsetalk.co.nz/horsesinhistory/konik.shtml

    http://nl.wikipedia.org/wiki/Konik

    http://www.limburgs-landschap.be/WaaromGroteGrazers.htm

    http://nl.wikipedia.org/wiki/Galloway_(runderras)

    http://www.hobokensepolder.be/HobokensePolder/galloway.html

    http://www.galloway-beweiding.nl/

    http://www.freewebs.com/rassen/galloway.htm

    http://www.hombourg.be/Nature%20les%20fiches/2.2%20la%20Galloway.htm#Galloway

    http://www.gallowaycattlesociety.co.uk/

    http://www.nzgalloway.co.nz/client/home

    http://www.trouw.nl/krantenarchief/1995/11/29/2573912/ETHOLOGIE.html?all=true

    http://schleswig-holstein.nabu.de/naturerleben/schutzgebiete/uebersicht/managementdergebiete/03441.html

    http://images.google.be/images?hl=nl&resnum=0&q=konik+pferde&um=1&ie=UTF-8&ei=r7EeS6g1h7HhBtzWseEK&sa=X&oi=image_result_group&ct=title&resnum=4&ved=0CCIQsAQwAw

    http://www.ponynet.nl/kk_300011.html

    http://www.paardentips.com/artikelen/rasomschrijving/konik.html

    http://images.google.be/images?hl=nl&q=konik&um=1&ie=UTF-8&ei=FrIeS-qgD8mL4Qa80ozrCg&sa=X&oi=image_result_group&ct=title&resnum=4&ved=0CCAQsAQwAw

    http://en.wikipedia.org/wiki/Konik

    http://de.wikipedia.org/wiki/Galloway-Rind



    08-12-2009 om 21:16 geschreven door OHOBloggers  


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Runderen en paarden beheren de Hobokense Polder
    http://www.hobokensepolder.be/HobokensePolder/Paarden_en_koeien.html

    Runderen en paarden beheren de Hobokense Polder

    Persbericht uitnodiging officiële opening op 14 juni 2002 (pdf-209 kB)

    Op vrijdag 14 juni 2002 te 10:30 u werd het begrazingsproject in de Hobokense Polder plechtig ingehuldigd. Reeds enkele weken grazen hier 5 Gallowayrunderen. Het project ondervond wegens vandalisme enige vertraging, maar kan rekenen op een stijgend gevoel van sympathie bij de omwonenden.

    Kabinetschef Gab Debuyser, die het woord voerde namens de Antwerpse Schepen Pairon, benadrukte de potenties die de Hobokense Polder biedt aan de Antwerpse bevolking en de gestegen interesse van het districtbestuur.

    Willy Ibens, directeur van Natuurpunt onderstreepte het belang van de inzet van de vele vrijwilligers, die ijverden voor het behoud van het gebied, en wijst erop dat professionele arbeidskrachten vooral ondersteunend moeten werken voor dit vrijwilligerswerk. Hij benadrukte dat het begrazingsproject kadert in de politiek van Natuurpunt "Natuur voor iedereen".

    Na de toespraken werden 3 Konikspaarden in de Polder vrijgelaten en konden de aanwezigen tijdens een kleine receptie nog even napraten. De Werkgroep Hobokense Polder bedacht de natuurarbeiders van Natuurpunt met een geschenkje voor hun inzet bij de opbouw en het herstel vanhet raster.

    Op dinsdag 2 april arriveerden de eerste 5 Gallowayrunderen
    op de Hobokense Polder.

    Fotograaf van Gazet van Antwerpen maakt kennis met onze dieren.

    Grote grazers, meestal runderen en paarden, worden de laatste jaren steeds meer ingezet bij het beheer van natuurgebieden in Vlaanderen. Het klassieke natuurbeheer was kleinschalig en grotendeels gebaseerd op activiteiten uit de traditionele landbouw zoals hooien, plaggen, hakhoutbeheer en dergelijke. Niettegenstaande grote delen van het vroegere landschap (mede) bepaald werden door begrazing met runderen en schapen, bleef binnen het natuurbeheer begrazing lange tijd eerder marginaal. Beïnvloed door de eerste grote natuurontwikkelingsprojecten (bijv. Oostvaardersplassen) en door de steeds groter wordende oppervlakte te beheren natuurgebied, passen steeds meer terreinbeheerders begrazing toe.

    De resultaten van begrazingsbeheer zijn minder voorspel- en controleerbaar dan bij de klassieke beheersvormen. Door te maaien, te plaggen en te kappen bepaalt de beheerder waar zich pioniervegetaties, graslanden, ruigten, struwelen en bossen kunnen ontwikkelen. Bij begrazing is er minder controle en bepaalt het (graas)gedrag van de dieren waar welke planten en vegetatiestructuren kunnen voorkomen. Het resultaat verschilt naargelang de soorten en de dichtheden van de ingezette grote grazers. Grote dichtheden leiden tot een open weidelandschap, bij zeer lage dichtheden kan een gesloten bos of (bij iets hogere dichtheden) een half open parklandschap ontstaan. Meestal komen mozaïekvegetaties tot ontwikkeling met graslanden, ruigten en struwelen, waarvan de onderlinge verhoudingen worden bepaald door de ingezette dichtheden en soorten. Er bestaan verschillende vormen van begrazingsbeheer. Bij jaarrondbegrazing leven de grazers het gehele jaar in het gebied, waarbij ze in de winter meestal op andere voedingsbronnen (o.a. houtige gewassen en wortels) overleven dan de grassen en kruiden, die in de zomer de voorkeur genieten. Bij seizoensbegrazing worden de dieren slechts enkele maanden ingezet; hierbij worden meestal grotere dichtheden gebruikt. Tenslotte spreekt men van nabegrazing, indien de grazers worden ingezet om de reeds gemaaide grasvegetaties in nazomer en herfst kort te houden.

    In de Hobokense Polder werd ondertussen een gebied van meer dan 20 ha omheind. Hier, in de Graspolder, zullen in eerste instantie 3 Konikpaarden en 5 Galloway-runderen het jaar rond leven. Zij zullen door hun graasgedrag bepalen waar welke planten zullen groeien. Het resultaat moet een open landschap worden, met voornamelijk graslanden en plaatselijk hoger opschietende kruiden (ruigten) en struiken (struwelen). Afhankelijk van de vegetatieontwikkeling en het voedselaanbod zal het aantal dieren de komende jaren worden aangepast.

    We kozen voor een combinatie van paarden en runderen omdat deze dieren een verschillend graasgedrag vertonen. Hierdoor ontstaat een grotere variatie in het landschap. Paarden eten meer houtige gewassen en zijn effectiever bij het terugdringen van verbossing dan runderen. Zowel Konikpaarden als Galloway-runderen zijn zeer zelfredzame dieren die nauw verwant zijn aan hun wilde voorouders. Net als alle wilde dieren kunnen zij, indien voldoende voedsel en drank voorhanden is, zonder hulp van de mens de winter overleven. Tijdens de wintermaanden zullen de dieren dan ook nauwlettend in het oog worden gehouden en bij voedsel- of vochtgebrek (bijv. tijdens lange vriesperiodes) zal worden ingegrepen. Een stal of schuilhok hebben zij daarentegen absoluut niet nodig. Een stal kan voor deze dieren zelfs ongezond zijn. Doordat ze tijdens de winter een dikkere vacht hebben, gaan ze in een stal snel zweten. En net zoals voor de mens, is het voor hen niet gezond om bezweet de koude in te lopen.

    Vanzelfsprekend blijft u als wandelaar van harte welkom. Ter hoogte van de gemarkeerde wandelpaden zijn in de omheining doorgangen voor mensen voorzien (zie kaartje). Langs daar kunt u het begrazingsblok doorkruisen, waarbij u kans maakt de grazers waar te nemen. Hiervoor moet u geen angst hebben, zowel Galloway-runderen als Konikpaarden zijn zachtaardig. De dieren zijn echter niet tam en direct contact tussen wandelaar en dier moet dan ook vermeden worden. Voederen en aaien zijn absoluut verboden. Bovendien behoudt u best een afstand van minstens 25 meter met de dieren. Overigens kunnen de runderen wel agressief uit de hoek komen tegenover loslopende honden. Honden zullen dus ook in de toekomst aan de lijn moeten blijven.

    08-12-2009 om 20:52 geschreven door OHOBloggers  


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Konik: herkomst en kenmerken van een 'klein paard'

    http://www.hobokensepolder.be/HobokensePolder/konikpaard.html

    Ingrid Goovaerts

    In naslagwerken over het Konikpaard kom je steevast uitdrukkingen tegen als afstammeling, voorouder, verwantschap, uitgestorven, wild paard, oerpaard,... Automatisch keer je dus terug in de tijd en start het opzoekwerk zo'n 60 miljoen jaar geleden bij Eohippus, het kleine diertje dat aan de basis stond van de ontwikkeling van het paard.

    Het Dageraadspaard, zoals Eohippus weleens wordt genoemd, was slechts 35 cm hoog. Het had een kromme rug, telde 4 tenen aan de voorpoten en 3 tenen aan de achterpoten en de ogen stonden midden op de kop. De tanden hadden korte kronen. Men gaat ervan uit dat het dier leefde in tropische wouden met zachte, moerasachtige bodems waar het van de lage struiken at.

    Wijzigingen in de leefomgeving (bv. hardere bodem, lagere begroeiing, vezelige grassen,..) leidden, doorheen de tijd, tot aanpassingen bij het dier. De ledematen werden langer en de rug rechter waardoor de snelheid toenam en het, als verdediging, eerder ging vluchten dan schuilen. Er ontstond een langere hals met een kop waarbij de ogen meer aan de zijkant stonden. Hierdoor werd het grazen gemakkelijker en verbeterde het zicht. Ook sterke snijtanden kwamen tot ontwikkeling. Er bleven nog maar 3 tenen over aan de voorpoten waarbij de middelste het gewicht ging dragen en de buitenste reduceerden. Hierop volgde de eerste hoef, terug te vinden bij Pliohyppus, ca. 6 miljoen jaar geleden.

    Pliohyppus wordt als de directe voorouder van Equus caballus beschouwd. Equus caballus behoort tot de familie der Equidae, de orde der onevenhoevigen. Het verspreidde zich 1 miljoen jaar geleden (tijdens de IJstijd) via landbruggen vanuit Noord-Amerika. In Europa en Azië ontstonden zo 3 primitieve paardentypen die van uiterlijk verschilden omwille van de omstandigheden waarin ze leefden.

    Het Steppepaard:
    Het leefde in de steppen van Centraal-Azië en werd gekenmerkt door zijn rechtopstaande manen en bol hoofdprofiel. Eind 19de eeuw werd een kleine kudde herontdekt door een Russisch militair, Przewalski. Het zou het enige primitieve paard zijn dat nog in zijn oorspronkelijke vorm voorkomt, zij het in gevangenschap.

    De Tarpan:
    Dit slanker dier kwam voor in Oost-Europa en in het zuiden van Rusland. Oorspronkelijk dacht men met een verwilderd paard te maken te hebben. Pas later werd het als een primitief type beschreven. Het dier zou eind 18de eeuw vrijwel uitgestorven zijn. Er bestonden nog wel Tarpans met gemengd bloed. Recent tracht men de Tarpan terug te fokken uit verwante dieren.

    Het Bospaard:
    Het, uitgestorven, Bospaard leefde waarschijnlijk in de moerassige wouden van Noord-Europa. Kenmerkend was zijn groot en zwaar uiterlijk en de langzame voortbeweging.

    Vaak wordt nog een vierde, primitief, paardentype vernoemd: het Toendrapaard. Overblijfselen ervan werden gevonden in het noordoosten van Siberië. Aangenomen wordt dat het dier, dat zeer bestendig was tegen extreme weersomstandigheden, weinig invloed had op de verdere ontwikkeling van het paard.

    Er bestaat ook een theorie die meldt dat er na deze primitieve typen 4 ondersoorten hebben bestaan. Ook zij leefden voordat er van domesticatie (ca. 5500 jaar geleden) sprake was en zouden een doorslaggevende rol hebben gespeeld voor de ontwikkeling van de huidige rassen.

    Van de opgesomde, primitieve, paardentypen brengt de Tarpan ons bij het huidige Konikpaard. Eind 18de eeuw zouden in Polen de laatste Tarpans in gevangenschap zijn genomen en ondergebracht in wildparken. Begin 19de eeuw werden ze verspreid onder lokale boeren die ze kruisten met hun eigen tamme paarden. Uit één van deze kruisingen ontstond het Konikpaard. Het zou de meeste kenmerken van de Tarpan bezitten en wordt dan ook in terugfokprogramma's ingezet.

    Konik betekent 'klein paard'. Gezien de stokmaat (de afstand tussen het hoogste punt van de schoft en de grond) zelden groter is dan 1,35 m wordt de Konik meestal tot de pony's gerekend. Het gedijt het best in gematigd koude gebieden.

    De vacht van de Konik wordt als Isabel (= zandkleurig) beschreven met zwarte manen en een zwarte staart. Vaak loopt er een donkere streep vanaf de schoft tot in de staart; de aalstreep. Dit is kenmerkend voor alle primitieve rassen (Przewalski, Tarpan,...) en aanverwanten. Ook de zebrastrepen, een primitieve vorm van camouflage, die men soms op schoft en benen terugvindt, verwijst naar het ver verleden.

    De Konik heeft een brede rug, een korte, sterke hals, korte oren, relatief steile schouders en goed gespierde dijen. Het weegt ca. 400 kg.

    Een merrie is 11 maanden drachtig en werpt één veulen. Na een jaar is het veulen op zichzelf aangewezen. Twee jaar later is het geslachtsrijp. Een Konik wordt gemiddeld 20 jaar.

    Konikpaarden zijn zeer sociale dieren. Een populatie bestaat uit verschillende groepen met eigen kenmerken. Eén van die groepen vormt de harem en bestaat uit 1 hengst en verschillende merries. Nieuwgeborenen worden verstoten wanneer ze geslachtsrijp zijn zodat de kans op inteelt wordt beperkt. Ze vormen een eigen pubergroep. Wanneer de merries tweemaal geworpen hebben, keren ze meestal terug naar de harem. De hengsten blijven langer bij elkaar en oefenen voor het leiderschap met driftige gevechten. Later zullen ze trachten een kudde over te nemen.

    De dieren staan bekend om hun hardheid, sterke gezondheid en hoge zelfredzaamheid. Toch zijn ze zeer gewillig en hebben ze een vriendelijk karakter. Hierdoor werden ze in het verleden als rijpaard en als licht trekpaard gebruikt. Recent worden ze steeds vaker ingezet in het natuurbeheer.

    Door hun graasgedrag bepalen zij mee de variatie in het landschap. Konikpaarden zijn graseters maar herkauwen niet. Zij zoeken de meest voedselrijke delen op en geven de voorkeur aan korte, jonge grassprieten waarin het eiwitgehalte vrij hoog is. Ook waterplanten staan op hun menu. Vaak eten ze wat runderen half opgevreten hebben. Het resultaat is dan ook meestal een zeer kortgeschoren terrein. In de winter verorberen ze ook andere planten en komen ze aan bomen en droge rietstengels. Af en toe worden ook wortels uitgegraven.

    Ook hier een waarschuwing. Ondanks hun rustig voorkomen kunnen deze paarden opdringerig en brutaal uit de hoek komen. Veel heeft te maken met posities die binnen de kudde worden aangenomen: dominantie en onderdanigheid spelen hierbij een rol. We vragen dan ook de dieren met rust te laten en afstand te houden!

    Bronvermelding:

    * Edwards, E.H. (1994). Paarden. Bosch en Keuning, Baarn.
    * Edwards, E.H. (1995). Encyclopedie van het paard. Van Reemst Uitgeverij, Houten.
    * Draper, J. (1998). Het paarden handboek. Zuid Boekproducties, Lisse.
    * http://www.wnf.nl  (17/3/02).
    * http://www.konikpaarden.nl  (17/3/02).
    * http://www.horses.nl  (22/7/02).
    * http://www.arknature.nl  (1/8/02).

    08-12-2009 om 20:47 geschreven door OHOBloggers  




    Archief per week
  • 28/12-03/01 2010
  • 14/12-20/12 2009
  • 07/12-13/12 2009
  • 23/11-29/11 2009
  • 21/09-27/09 2009

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs