MIJN MOEDER
Mijn moeder was een heilige vrouw. - O daar ligt blijdschap in die rouw. - Mijn moeder was heilig, en rein, en zoet Als de melk van haar borst ... O mijn moeder was goed ! En schoon, schoon oud ! Niet één groef in haar wang, Haar ogen al ziel en haar woorden al zang ! Gij hoordet, gij zaagt haar, en vroegt, mijn vriend: Ach jongen, waar hebt ge zo'n moeder verdiend !
En toch, gij wist nog niet half wat zij deed Uit verborgen zorgen; hoe hard zij streed In de nederigheid van haar weduwsmart, Met een roos op 't gelaat en een doorn in 't hart ! Haar kinderen schonk zij het brood uit haar mond. Tot het laatste bloed uit haar warme wond ... Mijn moeder ! ... Zoete gedachtenis. Beheers wat er goeds in mijn leven is !
|