Wanaka was een heerlijk stadje om enkele dagen te blijven hangen. De wandeling naar Mt. Iron gaf weer een prachtig panorama. Donderdag 29 jan. rij ik door richting Westkust (Haast) en pik een lifter op, een Canadees nog wel. Die vertelt mij dat hij bezig is aan een reis door verschillende landen. Hij kwam van Australië, gaat na NZ naar Indonesië en daarna naar Japan, waar zijn broer woont. Hij werkt af en toe, heeft dan weer genoeg geld om verder te trekken. Op de foto van het blauwe water zie je ons, in de reflectie van het water, samen op de brug staan. Haast is mijn volgende stopplaats en ik zoek een camping tussen Haast en Jackson Bay. Jackson Bay is een oud vissersdorpje, praktisch uitgestorven maar met één restaurantje met als specialiteit de beroemde crayfish. Dat ziet er uit als een kreeft maar dan zonder scharen. Ze noemen het ook wel eens een langoest. Het is erg lekker! De wijn mag je zelf meebrengen (BYO = bring your own).
Het enige nadeel is dat het hier werkelijk stikt van de Sandflies. 's Nachts wordt ik zo wat opgevreten. En het jeukt verschrikkelijk. Het enige wat helpt is een lange broek en een T-shirt met lange mouwen.
Te Anau was een veel leuker gehuchtje ( in Nl en B termen is dat ook niet meer). Ze weten op een of andere manier telkens weer de passanten te bekoren. Het is er rustig en iedereen is vriendelijk. Stress is blijkbaar een woord dat hier niet bestaat? Ik besluit de volgende dag naar Milford Sound te rijden. Dat zegt de lezer natuurlijk niks, maar het is toch weer iets bijzonders . Je komt op een plaats aan waar je niet verder kunt. Maar wat voor een plek. Zie foto's.
De volgende dag sta ik op in Belgisch weer dwz motregen en grijs. Mijn volgende bestemming is Wanaka en dat is voorlopig mijn langste rit : 300 km. Ik heb er geen spijt van, want hier is het nog steeds zomer (ze smachten om regen). Het uitzicht vanaf de camping mag er ook zijn!
Zaterdag kon ik mij op het laatste moment inschrijven voor een overnachtcruise in de Fjorden van Southland, Eerst met een snelle boot tot aan de voet van een pas (de Wilmot pas) dan nog eens 3 kwartier verder met een bus om de pas over te steken tot aan de aanlegplaats van het cruiseschip. Maar het was absoluut de moeite waard! De foto's spreken weer voor zich, maar er zijn toch wel enkele momenten die ik extra wil toelichten. De tocht overdag in de fjorden was al spectaculair maar de zonsondergang was toch wel heel iets speciaal. Ondertussen hadden we al een geweldig lekker 4-gangen menu geserveerd gekregen (de lekkerste zalm ooit gegeten!) en dolfijnen kunnen fotograferen.
De volgende dag was voor velen en zeker ook voor mij het hoogtepunt. We voeren een zij-arm in, de motoren gingen uit en het was er muisstil. Het gezang van de vogels was het enige wat je hoorde. Het water was rimpelloos. We stonden met zo'n 20 mensen op de voorplecht en niemand sprak. Zelfs het klikken van de camera werd als hinderlijk ervaren. Ik heb veel mensen met een brok in de keel gezien. De natuur kan gelukkig nog altijd veel mensen ontroeren. Het is een moment in mijn leven om nooit meer te vergeten.
Ik raak uitgeput in mijn superlatieven om dit magnifieke land te beschrijven. Maar ik denk dat ook weer de foto's voor zich spreken. Vanuit Dunedin neem ik de kustroute en het is weer zeer de moeite. De wandeltocht naar de vuurtoren van Nugget Point is weer genieten. Daarna de zeeleeuwen van Surat Bay. Ik overnacht op een Campground ($ 6,- per nacht) met nagenoeg geen accommodatie (dwz geen elektriciteit, geen douches en uiteraard geen internet), maar schitterend gelegen op 1 minuut lopen van het strand. Daar maak ik zo wek 's avonds als 's morgen een paar prachtige foto's.
De volgende dag is voor verdere verkenning van de Catlins. Een afdaling door het regenwoud naar het strand brengt mij tot aan de Kathedraal grotten, imposanter dan die van Antwerpen (dat zullen die van Antwerpen niet graag lezen -:) . Curio bay is een versteend woud. De camping in Longwood valt erg tegen. Internet is gratis maar de code is er niet omdat de baas afwezig is??? Het eten is niet lekker en de wijn is de slechtste die ik deze reis al gedronken heb. Ik kom hier dus nooit meer!
Mijn volgende halte is Manapouri, weer aan een meer. Op die 85 km er naar toe kom ik geen 20 auto's tegen!
Ik val van de ene verbazing in de andere. Ik dacht dat de weg van Twizel naar Moeraki lang en saai zou zijn, maar niets is minder waar. Waar je ook bent dit land blijft verrassen en boeien. Ik laat de foto's voor zich spreken. Op weg naar Dunedin overnacht ik in Moeraki. Daar is al genoeg te beleven. Eerst even lunchen bij Fleur's Palace. De wachttijd bedraagt 3 kwartier voor een tafeltje, maar het is zeer de moeite waard want de vers gevangen tong smaakt overheerlijk. De geelogege pinguïns en beneden op het strand een zeehondenkolonie. De Moeraki Boulders zijn uiteraard ook een bezoekje waard.
De volgende dag rij ik door naar Dunedin aan de zuidoostkust. Prachtig is de rit over het schiereiland : Otago Peninsula. Ik keer terug over de Highcliff Road een bochtige smalle weg waar ze in de gids voor gewaarschuwd hebben. Leuk en spannend, maar dan zullen ze toch met iets straffer moeten afkomen om mij bang te maken! Op het strand van Sandfly Beach maak ik een lange wandeling tot aan de zeeleeuwenkolonie. Ik kom amper weer iemand tegen.
Dinsdag begin ik mijn dag met een wandeling door de schitterende botanische tuin en 's middags een bezoek aan het enige kasteel van NZ : het kasteel van Larnach.
Wat verder blijft opvallen is de natuurlijke vriendelijkheid van de mensen hier. Bijna altijd vragen ze waar je vandaan komt en zijn vol belangstelling naar wat je vindt van hun land en nieuwsgierig naar België.
Woensdag wordt een lummeldag aan het meer Tekapo. Er is ook zoveel moois te zien en de lucht en het licht is iedere dag anders. Het is heerlijk zitten in de tuin van restaurant-café Reflections met uitzicht over het meer. Daarbij is het eten en de wijn heel erg goed.
Donderdag naar Lake Pukaki. De rit alleen al is veelbelovend. Ik rij 55 km door tot aan de voet van Mt Cook. Een wandeling van anderhalf uur brengt mij door de Hooker vallei aan het gletsjermeer van Mt Cook. In één woord magnifiek! De overnachting zal gebeuren op de White Horse campground, geen elektriciteit, geen douches. Dat het weer zeer snel kan veranderen in de bergen wordt die nacht bewaarheid. Er steekt een storm op met windstoten van een kracht die ik nog maar zelden heb meegemaakt. De auto schudt en davert maar ik ben benieuwd naar de tentjes, temeer omdat het ook nog eens begint te stortregenen.'s Morgens lopen er dan ook enkel dappere kampeerders met wezenloze blikken in de gemeenschappelijke keuken rond.
Vrijdag : Omdat het nog plenst en vooral hard waait vertrek ik richting zonniger oorden en dat vind ik op 60 km afstand in het leuke stadje Twizel. Een klein gezellig stadje met leuke winkeltjes en gezellige terrasjes. De camping is op 4 km aan een meer. De receptionist is ook al in B geweest (dat is al de derde NZder- blijkbaar is ons land héél populair). Schitterende plaats weer. Er is zelfs een lagune waar je kunt zwemmen.
Ik heb een aantal foto's toegevoegd zodat jullie een idee hebben waar ik ergens zit.De paarse lijn is het traject dat ik heb afgelegd.
Zondag vertrokken uit Akaroa naar Peel Forest (een tip van mijn reisorganisatie TravelEssence). Ik kom aan op een prachtige plek. Hoewel het hier hartje zomer is én vakantie ben ik hier praktisch alleen. Ik stop meteen voor een korte wandeling in een oerbos met gigantische bomen. Omringd door 3 woudreuzen neem ik plaats op een bankje en geniet. Pure magie deze plek!
Geen GSM-bereik, geen internet, geen restaurant of supermarkt. Kortom niks behalve een kleine store. (De Belgen/ NLers zouden hier al lang een frietkot en crêmekar/ijsjeskar neergezet hebben). Zodoende kom ik er achter dat ik beter onderweg boodschappen had kunnen doen. Ik zie mij dan ook genoodzaakt om in de store een van beroerdste pizza's sinds jaren te verorberen. 's Avonds maak ik voor het eerst kennis met de beruchte sandflies. Onooglijk kleine vliegjes, zeer talrijk en o zo'n gemene beten, die dagen blijven jeuken. Gelukkig is er heel goed spul voor, alleen moet je wel op tijd insmeren.
Ik besluit te overnachten op Peel Forest Camp Ground. In een straal van 100m staat er niemand. Er is een gemeenschappelijke keuken met kook-en afwasgelegenheid en de douches zijn uitstekend. Het toiletpapier hangt links. Dat vind ik dan weer een tegenvaller. Dat brengt mij bij de volgende vraag:Zouden alle mannen hier links dragen? Ik voel mij direct thuis.
Ik besluit nog 1 nacht te blijven niet vanwege het weer - het is motregenachtig- maar vanwege de authenticiteit van de omgeving.
Dinsdag vertrek ik naar Lake Tekapo. Na het oversteken van de Burkesspas beland ik in de zomer. Prachtige blauwe lucht en het meer is turkoois. Zie foto's. Het zicht vanaf Mt John is adembenemend. Een panoramazicht van 360 graden. De camping is weer uitstekend maar een stuk voller.
Dat was het zeker wel! Denk je alles tot in de puntjes te hebben geregeld : taxi op tijd naar Centraal, Thalys naar Schiphol, springt er wel iemand voor de trein zeker. Dan maar de IC gepakt die ook nog met vertraging rijdt (de bekende wet van Murphy). Enfin ik kom net op tijd aan in Schiphol en dan blijkt dat ik nog geen stoelnummer heb, wat wil zeggen als iedereen komt opdagen ik moet wachten op een volgende vlucht. China Southern Airlines blijkt dus meer plaatsen te verkopen dan er beschikbaar zijn. Waarschijnlijk omdat ik een aansluitende vlucht heb krijg ik een stoel achterin het vliegtuig. Dat betekent dicht bij de toiletten (zeer veel passage) gemaakkelijk als je zelf moet maar ook dicht bij de stank der gemakken (Ernest Claes).
De reis is lang, zeer lang. Totaal 34 uur reistijd, inclusief de 8 uur wachttijd in China. Maar het loont de moeite. Ik kom aan in schitterend zomerweer. De auto staat voor me klaar, ik rij meteen door naar mijn eerste tussenstop : Akaroa aan de kust, 75 km vanaf Christchurch. Schitterend plaatsje, prachtig hotel met uitzicht op zee.
Mijn eerste indruk ; zeer vriendelijke, behulpzame mensen, prachtige kleuren (lucht is staalblauw), geen smog, good food, excellent wine.
NZ is in praktisch de helft duurder dan NL en B. Ik bestelde een Stella en moest $ 11,50 (omgerekend ca 7) weliswaar voor een halve liter maar toch. Ik heb dit nogal snel losgelaten met de gedachte : Do'nt buy a Porssche if you can't afford the fuel.