Een op het eerste zicht waanzinnig project voor éénieder die, zoals
ikzelf, bij wijze van spreken nog nooit een bouwwerf van d
Een
op het eerste zicht waanzinnig project voor éénieder die, zoals ikzelf, bij
wijze van spreken nog nooit een bouwwerf van dichtbij heeft gezien.
09-01-2005
Opbouw van de kelder
De naakte en ruime betonplaat van zowat 228 m2 vormde een uitdaging om bebouwd te worden. Aan de slag dus voor het opbouwen van de kelder.
De buitenmuren en de dragende muren zijn opgetrokken in holle betonblokken van 29 cm breed (afmetingen per blok 39 x 19 x 29), twee interne scheidingsmuren in holle betonblokken van 19 cm breed (39 x 19 x 19).
Daar de woning op het gelijkvloers 4 niveaus heeft, diende daar dus reeds rekening mee gehouden te worden bij het opbouwen van de keldermuren. Vandaar dat, op de scheidingslijn van de niveaus, de betonblokken van 29 cm verder opgetrokken werden in betonblokken van 14,5 cm.
Met het oog op de creatie van een (later aan te brengen) zijdeur werd op die bepaalde plaats reeds een betonbalk gegoten, net als daar waar de openingen tussen de keldercompartimenteringen (samenvallend met de niveauverschillen) voorzien werden.
Door de niveauverschillen zijn er dus verschillende kelderhoogten: zowat 60% van de kelderruimte heeft een voorziene hoogte van 2,40 m, 15% een hoogte van 1,55 m, 15 % een hoogte van 1,75 m en 10% een hoogte van 1,90 m.
In totaal zijn zowat 3.400 betonblokken verwerkt in de kelder.
08-01-2005
De betonplaat
In 2003, na de winterperiode, werden de werken hervat. Eerste taak: de vloerplaat.
Op de uitgegraven grond en de reeds aanwezige funderingsvoeten werd plasticfolie aangebracht. De ruimte voor de betonplaat werd bekist aan de zijkanten op een breedte van 18,40 op 12,40 meter, dus zowat 20 cm overschot aan iedere zijde van het gebouw.
Vervolgens werd de bewapening manueel aangebracht: twee lagen betonnet, de onderste laag 10/10/10 mm2, de bovenste laag 15/15/10 mm2. Extra bewaping (2 x 12 mm2) werd voorzien onder de dragende keldermuren. Mijn bouwleverancier vroeg me of in de intentie had een bunker te bouwen
Eens dit geklaard was het tijd om de vloerplaat te volstorten met beton, gemiddeld 18 cm dik.
07-01-2005
Drainage
Eens de beton van de funderingsvoeten voldoende gehard was, werd gestart het aanbrengen van de drainage.
Deze werd geplaatst op het laagste punt van de funderingsvoeten. Enig bijkomend graafwerk was daarvoor nodig. De huur van een breekhamer bleek daarbij nuttig.
Voor de funderingsvoeten was een sleuf voorzien van zowat 45 cm breed.
In die sleuf werd vochtdoorlatende doek gelegd (Bidim) waarin tot aan het midden van de sleuf grind werd gekapt.
Op dat grind werd een drainagebuis van 10 cm doormeter gelegd, vervolgens werd de sleuf verder aangevuld met grind tot op de hoogte van de funderingsvoeten en volledig ingepakt met het Bidim-doek. Het doek werd aangevuld met de bodemgrond.
De rond het gebouw lopende drainagebuis komt samen in de hoek (bouwkundig links) van de achterzijde van de woning. Een buisoverlapping van 2 meter werd voorzien. Verdere aansluiting dieper de grond in werd gepland voor een later stadium.
06-01-2005
De funderingsvoeten
Nu was dus de tijd aangebroken om met het echte werk te beginnen.
De aan de randen van de woning uitgegraven funderingsvoeten werden in het midden ervan over een breedte van zowat 10 cm verdiept met een 20-tal extra centimeters. Door de samenstelling van de bodem kon deze voor niet anders dan aangebracht worden met een houweel. In de voor werd tenslotte de aardingslus van 35 mm3 aangebracht (loden omhulsel met koperen kern); terug opgevuld met goed zand en aangedamd.
Vervolgens werden de funderingsvoeten, 60 cm diep en zowat 50 cm breed, voorzien van plasticfolie. Daarin kwam bewapening (6x 12 mm2 en 4 x 16 mm2) gebeugeld om de 50 cm. Enig vlechtwerk was dus reeds aan de orde.
Vervolgens werden de voeten volstort met beton.
05-01-2005
De graafwerken
Bouwen kan nu eenmaal niet zonder graven. In september 2002 werd een aanvang genomen met de graafwerken, weliswaar nadat de juiste bouwplaats was bepaald en afgepaald. De eerste spadesteek (uitgevoerd door een uit de kluiten gewassen excavator) gaf enerzijds een ietwat euforisch gevoel, anderzijds betekende het tevens een nieuw litteken in het tot dan toe ongerepte terrein.
Daar de woning volledig onderkelderd is, moest een bouwkuil van 19 op 13 meter voorzien worden. De natuurlijke afkalving maakte daar binnen de korste keren zowat 20 op 14 meter van.
Graven in de streek daar bleek niet zo evident. De bodem is - na een beperkte bovenlaag (zowat 20 cm) van goede grond samengesteld uit leisteen en rots. Om tot de voorziene diepte van 2,60 meter te geraken diende het stevige werktuig héél wat kracht te zetten om de werken tot een goed einde te brengen.
Eens op de voorziene diepte gekomen dienden nog de funderingssleuven uitgegraven worden, voorzien onder iedere keldersteunmuur. Nog eens 60 cm erbij betekent dus een diepte van 3,20 meter.
In totaal werd zowat 700 m3 grond uitgegraven, ettelijke vrachtwagens dus.
04-01-2005
Plannen en bouwtoelating: een lange weg
De (taal)gevoeligheden van dit landje in het achterhoofd houdend, leek het ons aangewezen een architect aan te spreken uit het franstalige landsgedeelte. Dat werd uiteindelijk architecte Ladavid uit Tournai (Doornik). Gewapend met onze ideeën en home-made tekeningen werd de rit Antwerpen > Tournai en retour dus geregeld aangevat. Te vermelden waard: het stadje Tournai is zeker een bezoekje waard.
Uiteindelijk, enkele maanden later, was het dan zover: het plan was klaar. Een naar de regio toe getinte fermettestijl in L-vorm, hellend dak bovenop het gelijkvloers, lichte crepie als buitenbezetting en donkere dakpannen. Lang kon het niet meer duren
Even buiten de waard gerekend dus. Daar waar het gemeentebestuur geen probleem vormde was de bevoegde stedebouwkundige dienst van oordeel dat één en ander veranderd moest worden: andere inplanting op de grond, een absoluut rechthoekige vorm voor het gebouw, een halve eerste verdieping, leisteen als dakbedekking, een carport aan één zijde van het gebouw.
Een totaal ander concept dan voorzien dus, ondanks het feit dat het basisconcept als het ware gecopiëerd was van in de regio bestaande gebouwen.
Gevolg: tussen het eerste bezoek aan de architecte en de uiteindelijke aflevering van de bouwvergunning ligt een tijdsduur van bijna twee jaar !
Conclusie: vermoedelijk was het niet voldoende een architect(e) uit het franse landsgedeelte te betrekken, eerder lijkt het beter iemand aan te trekken die regionaal ingeplant is. Eigen volk eerst ?
03-01-2005
Het bouwterrein
Het terrein dat we aantroffen is gelegen vlakbij de N.848, topografisch bekend als Romeschstelle, in de streek bedacht met de weinig idyllische naam "Letrou" ("het gat").
Aan de achterzijde loopt de Chemin des Morts (de "Weg van de doden"). Deze landweg loopt vanuit het dorp recht het bos in. Naar verluidt dankt hij zijn naam aan het feit dat - weliswaar in vroegere eeuwen de doden langs die weg werden "afgevoerd", recht het bos in.
Dit weiland, hellend van voor- naar achterzijde en van bouwkundig rechter- naar linkerzijde, strekt zich zon 200 meter diep uit tot aan de bosrand. Tussen voorzijde (bouwplaats) en achterzijde (bosrand) is een hoogteverschil van circa 23 meter.
02-01-2005
De gemeente Fauvillers
De gemeente Fauvillers (postcode 6637) heeft een oppervlakte van 7.410 hectaren (74 km²) en telt een 1.800 inwoners, hetzij 24 inwoners per km². Ter vergelijking: de Antwerpse gemeente Zwijndrecht heeft een oppervlakte van 18 km² - waarvan 6 km² industriegrond - en telt zowat 20.000 inwoners of 1.110 inwoners per km².
De gemeente is een fusiegemeente en omvat 13 deelgemeenten: Bodange, Burnon, Fauvillers, Hollange, Honville, Hotte, Malmaison, Menufontaine, Sainlez, Strainchamps, Tintange, Warnach en Wisembach. De voormalige gemeente Fauvillers is de pilootgemeente van deze fusie-operatie geworden.
Fauvillers ligt in de vallei van de rivier Sûre en aan de rand van het natuurpark "Haute-Sûre Fôret dAnlier", waarvan 40% van de oppervlakte wordt ingenomen door het bos van Anlier. Beide fenomenen hebben uiteraard hun invloed op het landschap: sterke heuvelvorming in een bosrijke omgeving. Daarnaast wordt het landschap specifiek ingekleurd door een sterk aanwezige landbouw: in belangrijke mate weiden en gewassen in een uitgestrekt gebied.
De rivier Sûre ontspringt - op circa 10 km verwijderd van Fauvillers - in het gelijknamige dorp, gelegen in de gemeente Vaux-sur-Sûre. De rivier kronkelt zich in de vallei Haute-Sûre een weg doorheen Fauvillers richting grens Groot Hertogdom Luxemburg. De Sûre is gekend als typische forellenrivier en tevens voor het zogenaamde "vliegvissen". Via Ettelbruck (GHL) stroomt hij door naar Wasserbillig (GHL) om daar uit te monden in de rivier Moezel.
Ook al maakt de gemeente geen deel uit van de zogenaamde "Gaume" (omgeving Virton) valt het toch op dat ook het Gaume-microklimaat zijn invloed heeft: merkelijk kouder in de winter, doch merkelijk warmer in de zomer.
01-01-2005
Fauvillers ? Nooit van gehoord !
De vraag werd ons reeds dikwijls gesteld: inwélkegemeente? Inderdaad, Fauvillers geniet geen grote bekendheid, zelf niet onder de fervente Ardennen-bezoekers.
Hoe kom je daar dan terecht? Simpel: via een rondschrijven aan de notarissen uit de provincie Luxemburg, een goede beschrijving van wat men zoekt, en het antwoord daarop. Hoe dan ook, eerst onbekend, maar onmiddellijk bemind eens we ter plaatse een kijkje gingen nemen.
De gemeente Fauvillers situeert zich in de provincie Luxemburg, circa 25 km zuidelijk van Bastogne (Bastenaken) en 27 km noordelijk van Arlon (Aarlen) en zowat 21 km oostelijk van Neufchâteau.
Martelange, grensgemeente met het Groot-Hertogdom Luxemburg (GHL), ligt 8 km oostelijk van Fauvillers.
De stad Luxembourg (GHL) is 58 km verwijderd van Fauvillers.
Fauvillers ligt tussen de 377 en 512 meter boven de zeespiegel.
De afstand vanuit Antwerpen bedraagt zowat 225 km.
Reisweg 1: autosnelweg Brussel Namen (Namur) Aarlen (Arlon), voorbij de afrit Neufchâteu autosnelweg richting Bastogne/Liège, eerste afrit (Vaux-sur-Sûre) nemen, rechtsaf richting Martelange. Fauvillers ligt 13 km voorbij genoemde afrit.
Reisweg 2: autosnelweg Brussel Namen, voorbij Namen (Namur) de afrit Courrière nemen, N.4 volgen Marche-en-Famenne, Bastogne, Martelange. Circa 15 km voorbij Bastogne vind je de afrit Fauvillers.
Reisweg 3: autosnelweg Hasselt Luik (Liège). In Luik autosnelweg richting Bastogne/Arlon nemen. Voorbij Bastoge de afrit Vaux-sur-Sûre nemen. Linksaf richting Martelange. Fauvillers ligt zowat 15 km voorbij genoemde afrit
Trein: middels de verbinding Brussel > Luxembourg, station Arlon. Reistijd vanuit Brussel +/- 2 uur en 15 minuten.