Een kleine boerderij, die in een zee van rust verdrinkt slechts schamel voor de schijn, een waardig kroondomein waar menig mens gelachen, menig traan verpinkt om wat ooit was met jou en nooit meer zal zijn.
Daar is het dat je staat, op je sloffen, zwaaiend, de pijn verbijtend, met een lach op je gezicht alsof er niets gebeurd is, een doodgewone avend maar we weten allemaal: dit is het laatste zicht.
Als weer dit beeld verschijnt, uit t diepst van mijn gedachten overmant me het gevoel, besef ik meer dan ooit dat jij niet meer terugkomt. Nimmer, nee nooit.
Als dan dit beeld verschijnt, vind ik weer mijn krachten, want weet ik ook dat het geen droom was en komt even weer tot leven - dat kleine hoopje as.