Inhoud blog
  • Anecdote 8: Die verdomde Rio Machado
  • Inentingen en medicatie
  • Anekdote 3: Eerste kennismaking met de Pantanal
  • Anekdote 2: De specialist-castreerder.
  • Anekdote 1: Vissen in de Rio Perdido.
  • Is er nog illegale houtkap en hoeveel?
  • Aangepast schoeisel en beste kleding.
  • Wat staat er dagelijks op het menu?
  • Maak zelf het ideale muskietennet.
  • Anekdote 5: Ontmoeting met de zwarte apen.
  • Welke zijn de bezigheden tijdens de expeditie?
  • Wat wordt er gedaan in geval van nood?
  • Welke vissen zijn de lekkerste?
  • Zijn er nog oeverbewoners op die afstand?
  • De waarheid over de Piranhas.
  • Anekdote 7: We dronken de Ayahuaska.
  • Hoe was het in het verleden?
  • foto 29: soms is het niet gemakkelijk.
  • foto 28: Let op voor de "peixe cachorra".
  • foto 27: deze spin is zeer gevaarlijk.
  • foto 25: kamp klaarmaken
  • foto 26: de jaguar is altijd aanwezig.
  • foto 24: Piranhas eerst.
  • foto 23: stroomopwaarts
  • Indianenhoofdman koelbloedig afgemaakt.
  • foto 22: De onzichtbare zanger van het Amazonewoud.
  • Foto 20: Waardevolle boomstammen liggen te rotten.
  • Foto 13: Geen elektriciteit ? Dan maar sidderaal !!
  • Foto 12: Hotel met sterretje minder.
  • Interessante boeken.
  • Foto 17: Garçon, nog een beetje rijst aub.
  • Keuze tussen tent en hangmat
  • Foto 15: Op weg naar avontuur.
  • Foto 16: Recept gevraagd voor meerval of piranha.
  • Foto 19: Kamp opbreken, 't is tijd om te vetrekken.
  • Foto 18: Bespied vanop de oever.
  • Foto 14: Overleg met Xavantes - hoofdman.
  • Welke vogels worden meestal waargenomen?
  • Bange dieren in de jungle: tapirs en capibaras.
  • Anekddote 6: Waarom Nivaldo zo erg beefde.
  • Zijn er gevaarlijke dieren in het woud?
  • Anekdote 4: Op zoek naar de jaguar.
  • foto 9: Rusten op een labyrint van plankwortels.
  • Buiten de piranhas, andere gevaren in de rivier.
  • Wat wordt er meegenomen op de expeditie?
  • foto 11: Jacuzzi in het Amazonewoud.
  • foto 10: Koffiepauze.
  • foto 8: kampplaats
  • Gevaren tijdens de expeditie: de spinnen.
  • Foto 7: Parkieten op de kleilaag.
  • foto 6: Kamperen op de oever.
  • foto 5: Soms halen we de boot uit het water.
  • Gevaren tijdens de expeditie: de insekten; teken, dazen en mieren
  • Gevaren tijdens de expeditie: de insekten: bijen, muskieten en muggen.
  • Gevaren tijdens de expeditie: verdwalen en stroomversnellingen.
  • foto 4. Ochtendnevel over de rivier zal snel opgelost worden door de zon.
  • Foto 3. Bevrijd van de brandende zon, 's avonds nog even op visvangst
  • Foto 2. Stroom met versnellingen
  • Foto 1. Stroom met versnellingen
  • Hoe wordt een nieuwe expeditie voorbereid?
  • foto 21: de toekan waakt.
    Foto

    Volledige vrijheid in het grootste regenwoud ter wereld.

    Mijn favorieten
  • reisverhalen-zuidamerika.pagina.nl
  • reisverhalen start.be
  • Prikpagina reisverhalen
  • Brazilië.startpagina.be
    Foto
    Foto
    Foto
    Expeditie in het Amazonewoud
    Rivierafvaart over meer dan 800 km. Ook mogelijk in 2016. Neem contact op.
    28-01-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Anekdote 4: Op zoek naar de jaguar.

    Ook ditmaal was ik met José op pad. We voeren de Rio Miranda af richting Passo do Lontra. Wie de Patanal al eens bezocht heeft, zal deze namen zeker kennen.
    José was een ervaren jaguarjager. Ik had hem nochtans telkens gevraagd hiermee op te houden. Hij beloofde het iedere keer. Toen we deze tocht maakten, was hij niet meer op jaguarjacht geweest sinds ons laatste treffen. Het is ook te gevaarlijk geworden, zei hij. De vellen waren nog alleen in Paraguay te verhandelen en hij bezat geen transport. De controle aan de grens was zeer streng. En op mij hoefde hij niet te rekenen; dat had ik hem al duidelijk gemaakt. Voor de kost werkte hij nu op de fazendas; als zelfstandige weliswaar. José kapte waardevolle bomen met toelating van de eigenaar. Hij zaagde de boom ter plaatse in planken en balken. Dit werk deed hij met de kettingzaag!  Deze werden dan verdeeld, de helft was voor José. Hij moest nog wel het vervoer regelen. José kampeerde in het woud en keerde alleen naar huis om zijn mond- en benzinevoorraad aan te vullen. Ongeveer iedere drie weken.
    Op deze tocht zou hij me leiden naar een grot die hij ontdekt had tijdens een jacht op de jaguar. Hij alleen kende deze grot. Viermaal was hij er in afgedaald en tweemaal had hij er een jaguar gedood. De laatste was een kanjer van een roofdier; ongeveer 140kg zwaar.
    Twee dagen werd er gevaren door een prachtige natuur. Het aantal kaaimannen was niet bij te houden. Ook vele capibara’s en enkele herten zagen we op de oever wegvluchten. Hier konden we ook vele toekans, papegaaien en ijsvogels in het vizier krijgen. Om niet te spreken van de Jaburu, Anhuma, Mutum; grote vogels die meestal niet snel wegvliegen.
    De derde dag werd er aangemeerd aan een eiland. Een enorme heuvel, gevormd door grote stenen en rotsen, nam drie vierde van de oppervlakte van het eiland in. De begroeiing op deze heuvel beperkte zich tot een zeldzame boom; een arm dik.
    “We zullen wat moeten klimmen want de spelonk bevindt zich ongeveer halverwege de heuvelrug.”, zei hij. “We beginnen waar aan de voet van de heuvel zich een kleine stenenlawine heeft voorgedaan. Het is duidelijk; we kunnen niet missen.” vertelde hij.
    José ging voor. Ik zag onmiddellijk dat dit de biotoop bij uitstek van de jaguar was. Van aan de rivier tot aan de voet van de heuvel was het woud nogal open. Er groeide vooral de “bakuri”, een dikke lage palmsoort die voor veel lommer zorgt. De vruchten van deze boom zijn een lekkernij voor de pekari’s. Kleine varkens die steeds in groep verblijven en gevaarlijk zijn wanneer ze bejaagd worden. Het vlees van deze pekari’s is van uitstekende kwaliteit zowel voor mens als roofdier.
    Het hoger gelegen eiland met zijn rotsheuvel is een ideale schuilplaats voor de jaguar; vooral in het regenseizoen. Het water overspoelt dan de meeste graaslanden die de Pantanal uitmaken. Wilde varkens, reeën en tapirs zitten dan ook tijdelijk gevangen op dit eiland. Het is uitgestrekt genoeg om al deze dieren van voedsel te voorzien. Hetzelfde lot was ook de jaguar beschoren. Tijdelijk was zijn territorium beperkt.
    We waren er ditmaal tijdens het droge seizoen. De kans dat we de jaguar zouden aantreffen was veel kleiner dan tijdens het regenseizoen.
    José had het beginpunt van de beklimming vlug gevonden. Regelmatig bracht hij nog enkele merktekens aan op de bomen die zich op onze weg bevonden. Dat was altijd nuttig, zei hij en tegelijk kon hij zijn junglemes nog eens gebruiken..
    De beklimming  viel tegen. Het was niet steil maar de vele stenen en rotsen vormden serieuze obstakels. Men kon zich ook niet optrekken want de weinige bomen stonden toevallig nooit op de gevolgde route.
    We bereikten de spelonk ongeveer halverwege de heuvel. Ik schatte de opening op ongeveer een vierkante meter en de diepte op een tweetal meter. José vroeg om eerst af te dalen en even rond te kijken kwestie van veiligheid. Vervolgens zou hij mij helpen.
    Zoals verwacht was de jaguar dit keer niet aanwezig. Ik daalde ook af en onmiddellijk rook ik de gekende kattengeur. De jonge jaguars blijven lange tijd in dit hol, volgens José. Inderdaad, een ideale plaats om voor het nageslacht te zorgen. Na de diepe opening ging de spelonk over in een grote ruimte. We moesten ons flink bukken om deze hal te betreden. Enkele dikke knoken, op het eerste gezicht van een rund, waren het bekijken waard tijdens de verkenning van dit hol.
    Enigszins teleurgesteld (misschien opgelucht) keerden we op onze passen terug en klauterden we letterlijk uit de spelonk.
    Het afdalen van de heuvel over de rotsmassa was veel moeilijker dan verwacht. Het was telkens een huzarenstuk een vastliggende steen of rots te vinden om het evenwicht niet te verliezen.
     Tot datgene gebeurde wat gevreesd werd. Ik verloor het evenwicht en begon sneller af te dalen dan ik eigenlijk wenste. Ik moest kost wat kost afremmen, zoniet zou mijn ren in een val eindigen. Gelukkig struikelde ik langs één van die zeldzame bomen die de heuvel sierden. Zonder nadenken sloeg ik er mijn hand rond om alzo de val te vermijden.
    Ai! Dit had ik beter niet gedaan. De stam was bezet met kleine vlijmscherpe stekels die mijn hand doorboorden. Ik hield de boom stevig vast en dit was de oorzaak dat de puntige naalden diep in mijn hand doordrongen. Het bloedde hevig en de pijn was ook de moeite. Diepe wonden! Ik dacht onmiddellijk aan de tetanos-inenting. Goed ontsmetten was nu belangrijk. Een ontsteking van de hand in deze afgelegen streek moest zeker vermeden worden.
    Gelukkig bleef alles bij die pijn en kwamen de Care Plus producten goed van pas.
    De onvergelijkbare fauna en flora van de Pantanal was hèt (genees)middel bij uitstek om eventueel nog ergere pijn te harden.


    26-01-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.foto 9: Rusten op een labyrint van plankwortels.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen foto

    24-01-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Buiten de piranhas, andere gevaren in de rivier.

    De staartrog.
    De staartrog (arraia genoemd) is een platte vis met staart zoals die men ook aantreft in de zee. In deze staart zit een puntig hoornig mes, ongeveer 5 à 6 cm lang. Het mes is aan beide zijden voorzien van kleine weerhaken zodat de wonde bij het uittrekken van het mes fel vergroot wordt. Het risico van ontsteking in diepe wonde is reëel. Denk aan tetanos.
    Er worden  staartroggen gevangen met twee (zelf gezien) en  zelfs drie messen in de staart.
    Verder is de staartrog waardeloos wat voedsel betreft en wordt hij teruggezet. Vooral oppassen in ondiep water met slijkerige bodem; daar verblijft hij meestal.

    De sidderaal.
    De sidderaal is eveneens waardeloos als het op eten aankomt. Men vangt hem regelmatig zoals een paling. Het is gekend dat hij een elektrische schok kan veroorzaken. De eerste die de sidderaal beschreef was Alexander Von Humboldt (1769-1859). Een interessant verhaal. Hij was bij de Amazone-indianen op bezoek, toen deze hem vertelden over de gevaren van de sidderaal. Von Humboldt geloofde hen niet en beloofde zijn beste wapen te ruilen voor het bewijs van het bestaan van de sidderaal. Daarop joegen de indianen een groep paarden in een poel waarin sidderalen waren waargenomen. Von Humboldt geloofde zijn ogen niet. De paarden sloegen op hol en enkele kropen op hun knieën uit de poel om niet te verdrinken. Hij verloor zijn weddingschap en was de eerste om dit merkwaardig dier te beschrijven.
    De sidderaal is in sommige rivieren van het Amazonebekken veel aanwezig. Tijdens de meeste van mijn expedities werden sidderalen gevangen en teruggezet.

    De candiru.
    De candiru (soms canaru genoemd) is een zeer klein visje, enkele centimeter groot. Uiterst gevaarlijk bij het naakt zwemmen vermits het de kleine lichaamopeningen binnendringt en er zich vastzet. Het zou enkel in de kliniek kunnen verwijderd worden.
    Persoonlijk heb ik er nog niet mee te maken gehad. Het is wel zo dat bij navraag bij mijn gidsen en bezochte oeverbewoners zij allen het diertje goed kenden. Er zijn trouwens nog aanvaardbare redenen om niet naakt te zwemmen in de rivieren van het Amazonewoud.
    Tijdens mijn laatste expeditie (juni 2006) heb ik voor het eerst de candiru gevangen! En wel op volgende wijze.
    We hadden enkele zogenaamde "wachtlijnen" gehangen aan de overhangende takken. Dit gebeurt bij valavond vermits de piranhas anders onmiddellijk het aas roven. 's Nachts wordt er gekontroleerd. De gehaakte vissen zouden verorberd worden door de piranhas van zodra het dag wordt. Alzo slaagden we er in om enkele lekkere "pintado's" te vangen. Welnu, de kleine candiru is een parasiet en hecht zich op deze gevangen vis omdat die in zijn bewegingen belemmerd is. Bij het binnenhalen van deze pintado, werden ook twee candiru's hiervan het slachtoffer. Het lijken wel kleine aaltjes, 5 à 6 centimeter lang. Daar lag hij dus, de gevreesde candiru van het Amazonebekken!

    De kaaimannen.
    Kaaimannen of alligators komen in groot aantal voor zowel in de Pantanal als in het Amazonebekken. Ook hier zijn verschillende soorten aanwezig. De meest voorkomende is de "zwarte" kaaiman. Het zijn absoluut ongevaarlijke dieren. Ten minste bij het in acht nemen van enkele regels. Weerom is het zo dat de kaaimannen in de Pantanal soms in voedselgebrek komen en dan kunnen ze wel gevaarlijk worden. Ik heb zelf gezien dat een kaaiman uit de poel kwam om een hond die er te dicht passeerde aan te vallen. Kleine kinderen zouden ook alzo kunnen aangevallen worden.
    Wanneer men 's nachts kaaimannen benadert door ze te verblinden met een stroperslicht, moet men oppassen niet al te dicht te komen. Niet omdat ze zouden bijten, wel omdat ze hun staart naast hun lichaam houden en deze kunnen uitzwiepen. Moest zo'n staart onder uw kin terecht komen, kan u aan de terugtocht beginnen op zoek naar een tandheelkundige.
    Kaaimannen zijn de natuurlijke vijand van de piranhas. Ze vinden dat een lekkernij. In een gevecht met de anaconda of reuzewurgslang trekt de kaaiman wel aan het kortste einde; tenminste wanneer de anaconda de agressor is.

    De Anaconda.
    Zowel in de Pantanal als in het Amazonebekken voorkomend. De anaconda is ontegensprekelijk het sterkste dier in het oerwoud. Deze wurgslang kan tot meer dan tien meter lang worden en is een monster in het water. Kaaimannen, capibaras, alles wat zwemt is zij de baas. Er is in het water geen ontsnappen aan wanneer het menens is. Dit wil zeggen dat anacondas niet altijd aanvallend zijn, integendeel zelfs. Wanneer men ze zacht behandelt, kan men ze zelfs als huisdier houden. Als het menens is, zal men meestal het onderspit delven. Mijn eigen ervaring: de junglebewoners die ik bezoek hebben er allemaal een geweldige angst voor. Zelf heb ik er enkele ontmoet waarbij één zeer grote ( 8 meter) en op minder dan één meter afstand. Met één grote plens in het water was ze verdwenen. De anaconda verkiest moerasstreken.


     

     

     

     

     


    23-01-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat wordt er meegenomen op de expeditie?

    Van zodra vaststaat wat de expeditie zal inhouden, kan er gedacht worden aan hetgeen zal worden meegenomen. Als er meerdere stroomversnellingen zullen moeten genomen worden, zullen de boten eerder van lichte makelij zijn. Daarenboven zal ook het aantal deelnemers hiervan afhangen. Vier personen is een absoluut minimum en dan gaan er twee lichte houten bootjes mee; type grote kano. Iedere boot is voorzien van een kleine motor ( 5 pk.) zodat niet veel benzine verbruikt wordt en er bijgevolg geen honderden liters brandstof zal moeten meegenomen worden zoals dat met grotere boten wel eens het geval is. In geval van motorpech kan de expeditie toch verder gezet worden door de tweede boot op sleeptouw te nemen. Het is slechts in uiterste nood dat de expeditie wordt afgebroken en de terugkeer wordt aangevangen. Aanhoudende koorts of ernstig ongeval is een mogelijk noodgeval.
    Vooreerst wordt de benzine ingeschat, aangekocht en geladen. Daarna gaan er zoveel mogelijk isomo-bakken mee, volgeladen met blokken ijs. Zelfs in evenaarsgebieden kan men ijs een veertiental dagen behouden. Dat zullen dan de laatste restanten zijn van de bij de start volgeladen bakken. Het ijs wordt steeds zorgvuldig afgesloten. Kleine stukken zullen uit de voorraadbakken gekapt worden en koelen de drank, het voedsel en de vis in wat wij koelkast heten.
    Vervolgens wordt het voedsel aan boord gebracht. Dit bestaat hoofdzakelijk uit rijst, bonen, spagetti en vlees. Blikken worden zo weinig mogelijk meegenomen vanwege het gewicht. Brood, eieren, fruit en verse groenten worden ook meegenomen en worden vooral gedurende de eerste dagen genuttigd. Deze produkten hebben immers een beperkte houdbaarheid. Wat de drank betreft: enkele brikken melk ( gesloten moeten die niet gekoeld worden ), enkele flessen frisdrank en ook enige blikken bier. Hoofdzakelijk wordt er poeder in fruitsmaak meegenomen. Hieraan zal later water uit de bronnetjes gevoegd worden. Gekoeld is dit een verfrissing!!!
    Dan komt de bagage aan boord. Alles wordt geminimaliseerd. Onderweg wordt er gewassen. Niet te vergeten natuurlijk: de hangmatten, zeilen, koorden en muskietennetten. Het visgerief moet er ook bij zijn.
    Junglemessen, sleutels en reserveonderdelen voor de motor en laat ons niet vergeten: snoep en klein speelgoed voor de indianenkinderen. Soms wordt er ook nog een fles genever aan toegevoegd. Deze is dan voor strenge indianenhoofdmannen. Deze fles(sen) wordt zonder meedeweten van de gidsen meegenomen. De meesten zijn daar zo verslaafd aan dat ze er niet aan kunnen weerstaan. Ze zijn dan onhandelbaar en de fles gaat in de ronde tot ze leeg is.
    Voilà, we kunnen vertrekken.
    Oh ja, de Care Plus producten niet vergeten. Die hebben mij al dikwijls hun nut bewezen.


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.foto 11: Jacuzzi in het Amazonewoud.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen foto 11

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.foto 10: Koffiepauze.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen foto 10.

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.foto 8: kampplaats
    Klik op de afbeelding om de link te volgen foto 8

    22-01-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gevaren tijdens de expeditie: de spinnen.

    De spinnen spreken tot de verbeelding van velen. Hoe het er in werkelijkheid aan toe gaat, zal ik hier beschrijven.
    Uiteraard komen er veel spinnen voor in het Amazonewoud. Sommige zijn zelfs levensgevaarlijk giftig; andere dan weer spectaculair groot. Wat de giftige tot zeer giftige betreft: ik heb er nog nooit kontakt mee gehad, al moet ik toegeven dat ik niet alle spinnen kan identificeren. De grote vogelspin, ook tarantula genoemd, komt wel regelmatig voor. Al deze spinnen worden gefotografeerd en voor de rest met rust gelaten ook al bevinden zij zich op de kampplaats en zelfs in de boom waaraan de hangmat wordt bevestigd. Een reuzespin op de buitenzijde van de binnentent komt regelmatig voor! Er worden hoe dan ook geen spinnen gedood, zelfs niet de meest giftige!! Spinnen vallen niet aan en zullen enkel bijten ter verdediging of wanneer ze gekneld geraken. We zijn dan ook niet in het minst bezorgd om de spinnen. Er zijn andere prioriteiten.


    21-01-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Foto 7: Parkieten op de kleilaag.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen foto

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.foto 6: Kamperen op de oever.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen foto 6

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.foto 5: Soms halen we de boot uit het water.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen foto 5

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gevaren tijdens de expeditie: de insekten; teken, dazen en mieren

    c) De teken, mieren, dazen en vliegen.
    Teken komen niet veel voor in het Amazonewoud. Ik zal ze toch behandelen vermits ze veel voorkomen in de streek Mato Grosso en bijgevolg ook in de Pantanal.
    De grootste teken zijn als een kruisspin, de kleinste als een donderbeestje. Dat teken soms dagenlang in of op uw huid verblijven is mij onbekend. Eenmaal ze gebeten hebben, zoeken zij terug de natuur op. Zo heb ik het althans ervaren. Of de Braziliaanse teken ook de ziekte van Leme kunnen veroorzaken, lijkt mij onzeker. Honderden beten heb ik reeds overleefd zonder enig teken van verlamming. De beten veroorzaken een zodanige jeuk dat niet krabben onmogelijk is. De open wondjes die dan ontstaan moeten gereinigd worden met zuivere alcohol om verdere komplicaties te vermijden. De brand die de alcohol op de wondjes veroorzaakt  is een verademing in vergelijking met de jeuk. Zijn deze tekenbeten dan niet te vermijden? Heel zeker en wel op volgende wijze.
    De teken verblijven op de grassen en opschietend onkruid. Ze wachten op een voorbijganger. Trek daarom een broek aan van fijne kunststof (om ze het vasthechten te bemoeilijken) en plooi de pijpen over plastieken of lederen laarzen. Plaats daarenboven een zweetband over de bovenrand van de laarzen. Deze zweetband hoeft u eerst in te wrijven met mazout, benzine of simpelweg een aanmaakblokje op basis van petroleum. Alzo wordt vermeden dat de meereizende teken één of ander lichaamsdeel bereiken.
    Let op bij het zittend rusten. Plaats uw arm of elleboog niet op uw bovenbenen. Alzo zouden de teken onmiddellijk een weg vinden naar armen, borst of bovenlichaam. Verander ook dadelijk van broek zodra u bij de tent, hangmat of andere slaapplaats aankomt. Hang ze aan een tak of wasdraad en geef er een flinke mep op met een stok. Werp ze vooral niet op uw bed. Anders zal u 's nachts nog verder kunnen genieten van uw dagtocht.
    Wordt u toch verrast en bemerkt u dat uw armen of andere lichaamsdelen flink voorzien zijn van rondlopende teken; grijp dan drastisch in. Was deze lichaamsdelen met zuivere benzine. De teken zijn nog niet verankerd en zullen hierdoor gedood worden. Een kwartier later kan men alles wassen met zeep. A propos: wilt u nog weten hoe men deze lievertjes noemt in het Portugees? "Carapatos" is het antwoord.

    Mieren komen veel voor in het regenwoud en er zijn veel soorten.
    De meest spectaculaire mieren zijn de zogenaamde "trekmieren". Gelukkig worden zij wat mieren betreft niet het meest aangetroffen.. Deze mieren komen in zo'n grote groep voor dat zij alles wat ze op hun weg tegenkomen eenvoudigweg verwoesten. Ik heb ze eenmaal bezig gezien en de bende brengt een krakend geluid voort. Het was me niet duidelijk hoe dit geluid veroorzaakt werd vermits me weinig tijd werd gelaten om op te hoepelen. Daarenboven was het ook nog nacht. Lees de anecdote 3 "eerste kennismaking met de Pantanal". Men zegt dat sommige vogels de voorttrekkende groep trekmieren volgt om alle vluchtende insekten te verorberen. Mijn beeld van deze trekmieren: mieren bewegend als levende matrassen!!
    Andere kleurrijke mieren zijn de zogenaamde "parasolmieren" (formiga sauba of ecodoma cephalotes). Deze zijn veel voorkomend en zijn in staat op korte tijd één of meerdere bomen geheel kaal te wreten. Vele door deze mieren bezochte bomen overleven de wraatzucht van de mieren niet. De mieren snijden de bladeren in stukjes en dragen deze naar hun nest onder de grond. Deze mieren vallen goed op omwille van de bewegende groene stukjes blad op de zwarte bodem van het woud. Het stukje blad is veel groter dan de mier zelf. Het is alsof ze een groot regenscherm dragen; vandaar de naam "parasolmieren". Allen volgen zij dezelfde weg naar hun nest, soms op enkele honderden meter van de uitverkoren boom gelegen. In het nest onder de grond worden de bladeren verzameld en de schimmel die na een tijdje verschijnt, dient als voedsel voor de mieren. Merkwaardig wordt vastgesteld dat zij kieskeurig zijn en niet de eerste de beste boom als slachtoffer uitkiezen. Er weze ook opgemerkt dat vele bomen uit het Amazonewoud een soort latex afscheiden als bescherming tegen zulke plagen. De monden van mieren en rupsen worden door deze latex dichtgeplakt. De bekendste latex afscheidende boom is de "hevea brasiliensis" of simpel rubberboom genoemd. De meest nuttige boom voor de mens in het woud samen met de grote "castanha de Para", gewoon kastanjeboom genoemd.
    De mieren waarmee we het meest in kontakt komen in het Amazonewoud zal ik gemakkelijkshalve "hangmat-mieren" noemen. Ter plaatse worden zij "formiga tachi" genoemd. Vele bomen in het regenwoud worden behuisd en ook beschermd door mieren. Het bekendste geval is dat van de "cecropea", een snelgroeier onder de bomen.Wanneer er in het oerwoud een opening in het bladerendek ontstaat door het vallen van een grote boom, wordt deze opening vlug opgevuld vermits het zonnelicht nu tot de bodem kan doordringen. Vooreerst zijn het de snelgroeiers die overheersen; later (na ongeveer 15 jaar) worden zij letterlijk in de schaduw gezet door de grotere bomen van het woud. De snelgroeier (tot twee meter per jaar en maximum lengte ongeveer 10 m.) cecropea heeft holle takken. In deze holtes wonen mieren. Zij leven van de afgescheiden suikers door de boom en als wederdienst, beschermen zij de boom tegen alle indringers. Indringers of belagers kunnen zijn: insekten en vlinders die er hun eitjes willen achterlaten en "epifieten" (dit zijn planten die op een andere plant leven zonder daarom te parasiteren). De mens wordt ook als belager aanzien wanneer hij er zijn hangmat wil aan bevestigen. Deze mieren zijn alles behalve aangenaam als slaapgezel. Ik kan u verzekeren dat er van slapen niet veel in huis komt wanneer zij ook uw hangmat als verblijfplaats gekozen hebben. Daarom wordt er steeds goed uitgekeken bij het ophangen van de hangmat. Veiligheidshalve wordt er een reepje stof eerst in de motorolie gedompeld en nadien geknoopt aan het touw tussen de boom en de hangmat. Dit dient als barrière die door de mieren niet overschreden wordt. Het aanmaakblokje op basis van petroleum kan hier ook zijn nut bewijzen.
    Ten slotte behandelen we de grootste mieren ter wereld namelijk de "tucangiro" ook "tucandeira" genoemd. Deze mieren zijn wel twee centimeter lang en hebben geweldige scharen of kaken. Hun beet is dan ook zeer pijnlijk. Normalerwijze heeft men niet veel last van deze insekten. Ze zijn goed zichtbaar en zoeken de mens niet op. Onder de mieren beschouw ik deze dan ook als de minst gevaarlijk.

     

     

     


    20-01-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gevaren tijdens de expeditie: de insekten: bijen, muskieten en muggen.

    3. De insekten.
    In tegenstelling tot wat velen denken, zijn de insekten veel gevaarlijker en vooral lastiger dan de andere wilde dieren in het Amazonewoud. Dit komt omdat de insekten wel degelijk aanvallen en de andere wilde dieren zich steeds uit de voeten maken zolang ze niet bejaagd of in het nauw gedreven worden. In volgorde van gevaar zal hier een beschrijving volgen.

    a) De wilde bijen.
    Al of niet van Afrikaanse afkomst; het zijn uiterst gevaarlijke beestjes. Wanneer men bij het doorkruisen van het woud een bijennest stoort, wordt men zowieso achtervolgd door de bijen. Men moet zeer veel geluk hebben om dan aan de zeer pijnlijke steken te ontsnappen. Om zich een weg te banen moeten dikwijls takken of stammetjes weggeduwd worden. Wanneer het nest hieraan bevestigd is zal men dit vlug voelen.
    Belangrijke tip: wordt men door bijen of wespen achtervolgd, loop dan door een zo dicht mogelijk begroeid struikgewas of bos. De weggeduwde takken met bladeren zijn een echte gesel voor deze diertjes en ze zullen de achtervolging snel staken. Langs open wegen of paadjes zullen de bijen of wespen u zeer gemakkelijk kunnen volgen en ook steken als ze kunnen. Bij indianen uit het Amazonewoud heb ik het belang van deze tip aan de lijve kunnen ondervinden.

    b) De muskieten en muggen.
    - De muskieten zijn niet echt gevaarlijk doch wel zeer vervelend tot zeer lastig. Gelukkig krijgt men er niet zoveel mee te doen zolang men vaart. Dit komt omdat de kleine windverplaatsing door het varen, reeds voldoende is om deze kleine insekten in hun normale gedrag te hinderen. Van zodra men echter aan wal gaat of de boot verankert aan de oever (om te vissen bijvoorbeeld) is er geen houden meer aan. De muskietendruk heeft hoogtes en laagtes. Bij het opkomen van onweer en tegen het vallen van de duisternis kan het soms zo erg zijn dat men best beroep doet op hulpmiddelen zoals zijnde: plastiek wegwerphandschoenen en een speciaal voor het hoofd ontworpen muskietennet. Het spreekt vanzelf dat alle andere lichaamsdelen zorgvuldig bedekt moeten zijn door één of ander kledingstuk. Stel je voor: in de tropen en ingepakt van kop tot teen!!!
    De muskieten worden weinig afgeschrikt door muggenmelk. Vooral de kleinste muskieten zijn een echte kwaal. De beten ervan zijn niet alleen pijnlijker maar deze kleintjes worden niet weerhouden door een klassieke klamboe, soms ten onrechte "muskietennet" genoemd. Het weze ook opgemerkt dat men niet voelt wanneer de muskieten op u neerstrijken. Eenmaal men ze gewaarwordt, is het te laat en is de beet zichtbaar aan een klein bloedplekje op de huid. Om deze zeer kleine kwelduivels af te weren heeft men een zelfgemaakt muskietennet nodig van afgedankte fijnmazige gordijnen. Zulk muskietennet wordt dan zorgvuldig boven de hangmat of binnentent gehangen.
    De beten van de muskieten zijn minder erg dan die van de muggen of teken, in die zin dat zij sneller verdwijnen op voorwaarde dat er geen wondje overblijft na het krabben. Dit laatste is dan weer moeilijker te vermijden omdat de jeuk erger is dan bij andere insektenbeten.
    Laat ons ten slotte nog vermelden dat de muskieten volledig verdwijnen zodra de duisternis invalt. Pas dan kan er gebaad worden in de rivier, al besteed men er niet veel tijd aan vanwege de muggen die dan hun intrede doen en men er toch niet altijd gerust in is door de aanwezigheid van piranhas, sidderalen en staartroggen. Over de kaaimannen gaan we het dan niet hebben. Het "gevaar" van deze waterdieren wordt later beschreven.
    - Onder de muggen bestaan ook vele variëteiten. De meest beduchte is de malaria-mug ook anofeles-mug genoemd. Gelukkig is zij ook niet altijd aanwezig en moet zij daarenboven zowel van het vrouwelijke geslacht zijn alsook reeds besmet met het malaria-virus. Dit wil zeggen dat zij reeds eerder een besmet persoon heeft bezocht.
    De aanwezigheid van de malaria-mug is ook sterk afhankelijk van andere omstandigheden. De belangrijkste zijn: veel regen, overstromingen. Er  bestaan meren of vroegere stukken afgesloten rivierarmen die zodanig veel water ontvangen dat zij tijdelijk terug met de rivier verbonden worden. Dan is het werkelijk oppassen geblazen voor malaria-besmetting. De junlge-bewoners voelen dit goed aan doch blijven hieraan blootgesteld. Zij beschikken niet over de medicamenten die malaria kunnen voorkomen. Bij een zoveelste malaria-besmetting zijn zij aangewezen op kinine-medicamenten bekomen in één of andere hulppost van een nabijgelegen dorpje.
    Voor de westerlingen zijn er uiteraard medicamenten die preventief werken zoals Lariam en Malarone. Ze zijn echter duur en sommige kunnen ongelukkige nevenwerkingen vertonen. Daarenboven wordt de laatste tijd beweerd dat malaria te genezen is. Natuurlijk is het beter te voorkomen dan te genezen. Ieder heeft hierover zijn mening. Persoonlijk betrouw ik op de tips van de plaatselijke bevolking en dit heeft tot gevolg dat ik meestal trek zonder medicatie althans wat malaria-preventie betreft.


    18-01-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gevaren tijdens de expeditie: verdwalen en stroomversnellingen.

    Bijna iedereen denkt dat zulke expedities in het Amazonewoud erg gevaarlijk zijn. Het tegendeel is echter waar. U begeven in ons dagelijks verkeer is veel gevaarlijker. Natuurlijk bestaan de levensgevaarlijke gifpijlkikkers en zwarte weduwen of andere levensgevaarlijke spinnen. Men kan dit echter vergelijken met het verongelukken in het verkeer onder een Ferrari FXX. Dit blijkt al heel wat moeilijker te worden.
    Er zijn echter gevaren en daarom zullen hierna de voornaamste gevaren beschreven worden en wel in volgorde van belangrijkheid.

    1. Verdwalen in het oerwoud.
    Dit mag vooral niet onderschat worden. Het regenwoud is in tegenstelling tot wat velen denken goed tot zeer goed toegankelijk. Enkel de lianen, die dikwijls opkrullen alvorens hun weg opwaarts te vinden, kunnen een ernstig obstakel vormen. De plantengroei bestaat uit bomen die opschieten naar het licht toe. De begroeiing onderaan is praktisch onbestaande. Dit maakt dat men niet hoeft te hakken om zich een weg te banen. De weg terug is bijgevolg zo goed als onherkenbaar. En zich richten op de zon is al even moeilijk omdat deze niet zichtbaar doorheen het gesloten bladerendak. Zelfs ervaren indianen, woudlopers en rubbertappers wagen zich nooit verder dan de gehoorafstand van de rivier. Althans op onbekend gebied.
    Wat te doen bij verdwalen?
    Toch trachten de zon te zien ofwel hopen dat men een bron of klein beekje kruist. Men heeft dan niet alleen het broodnodige drinkwater, men kan het water ook volgen zodat men terug de rivier bereikt.
    Uiteraard is gebruik maken van een kompas de oplossing. Dit wordt echter nog al eens vergeten.

    2. Stroomversnellingen.
    Vele zijrivieren van de Rio Madeira vertonen stroomversnellingen. Tijdens het droge seizoen worden deze stroomversnellingen beter zichtbaar doch tevens verraderlijker door de lage waterstand. Puntige rotsen en stenen liggen tot juist onder het wateroppervlak. Ervaren en geoefende ogen zijn in staat om deze gevaarlijke punten te herkennen en bijgevolg ook te ontwijken.
    Soms is het echter onmogelijk een stroomversnelling per boot te nemen. De boot moet dan uit de rivier getrokken worden. Vervolgens wordt die langs de oever en door het woud tot na de stroomversnelling gebracht. Een zeer vermoeiende opdracht vermits de oever soms tot meer dan zeven meter hoger ligt. Hieraan wordt dikwijls een ganse dag besteed.
    Het spreekt dus van zelf dat er nogal eens getracht wordt de boten doorheen de stroomversnelling te loodsen met behulp van koorden. In dit geval worden enkel de motoren, voedsel en bagage langs de oever verder gebracht. Het gebeurt dat boten onherroepelijk worden beschadigd en zelfs geheel stukgeslagen.
    Daarom onderschatten sommige woudlopers deze gevaren en trachten met de boot de stroomversnelling te nemen enkel gebruik makend van roeispanen. De gevolgen zijn soms dramatisch. In 1908 heeft president Ted Rooseveld op deze manier enkele van zijn gidsen verloren. Het weze wel opgemerkt dat zij in die tijd onmogelijk hun boten konden verplaatsen via de oever vanwege het gewicht.


    17-01-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.foto 4. Ochtendnevel over de rivier zal snel opgelost worden door de zon.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen foto 4

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Foto 3. Bevrijd van de brandende zon, 's avonds nog even op visvangst
    Klik op de afbeelding om de link te volgen foto 3

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Foto 2. Stroom met versnellingen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen foto 2

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Foto 1. Stroom met versnellingen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen foto 1

    11-01-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoe wordt een nieuwe expeditie voorbereid?

    Een nieuwe expeditie voorbereiden is niet altijd eenvoudig vooral omdat men van op afstand moet handelen.
    Eerst en vooral hou ik rekening met de plaatselijke bewonders die ik goed ken en waarvan ik weet dat ze te vertrouwen zijn. Ik ken hun mogelijkheden en de streek die zij als hun broekzak kennen. Neem van mij aan dat verdwalen in het Amazonewoud het ergste is dat men kan overkomen.
    Ik ga steeds uit van een mogelijkheid waarvan  ik vermoed dat ze te verwezenlijken is met de middelen en de personen waarover ik beschik.
    Vanwege mijn zeer grondige geografische kennis van het Amazonewoud en mijn grote ervaring wat expedities betreft (reeds meer dan 20 expedities), kan ik de moeilijkheden inschatten. Rest mij alleen nog mijn begeleiders (indianen, rubbertappers, vissers....) te overtuigen en zich klaar te stomen voor de trektocht. Er mogen nooit vele dagen van voorbereiding ter plaatse verloren gaan. De tijdsspanne voor vertrek moet klein gehouden worden. Daarom moeten de gidsen alles zoveel mogelijk klaar hebben. Dit is het grootste probleem waarmee ik te maken heb vermits de woudlopers niet kunnen lezen of schrijven. Zij begrijpen ook het belang niet van een goede voorbereiding. Zij hebben tijd in overvloed en  geen geld om iets uit te geven.
    Van zodra ik een vertrekdatum ken, breng ik hen via via hiervan op de hoogte. Een kwestie van hen tenminste thuis aan te treffen zodra ik toekom. In het andere geval is het mogelijk dat zij voor dagen op jacht of visvangst zijn. A propos, ik heb soms een week nodig om er te geraken!
    Mijn vrienden zorgen dan ter plaatse voor de nodige bootjes, kleine motoren en isomo-kisten om zo veel mogelijk ijs mee te nemen. Dit ijs zorgt voor de tijdelijke koeling van voedsel (vlees, boter, vis). Drank wordt gekoeld maar niet voor de ganse duur van de expeditie. Onderweg wordt water van bronnetjes gezocht en behandeld met chloorpilletjes.


    15-01-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.foto 21: de toekan waakt.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen




    Foto

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.




    Verblijven onder indianen, rubbertappers en goudzoekers als hun vriend; da's pas tof !!!!


    Foto

    Mijn favorieten
  • reisverhalen-verzamelgids.nl
  • Netonline
  • reisverhalen ikwilreizen
  • wereldreisgids Willgoto
  • reizen - Zuid Amerika, startpunt
  • Brazilië favorietje
  • reisverhalen nationale mediasite nl

    Foto


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs