1 oktober : Jubelviering 75-jarig bestaan.
In 1925 kwam een afgevaardigde van de Boerinnengilde voor een eerste
stichtingsvergadering naar Rode.De
eerwaarde Heer Pastoor Kilsdonk was onze eerste proost en steun bij het
oprichten van onze gilde.Voor het eerst
werd er een bestuur gekozen van toegewijde mensen.
De eerste voorzitster was mevrouw Van Reckem, met bestuursleden mevrouw Van
Campenhout en mevrouw Van den Boeynants.De eerste secretaresse was mevrouw Van Nieuwenhoven.
In 1926 volgde juffrouw Louise Van Campenhout de eerste secretaresse op, die
in 1932 op haar beurt werd opgevolgd
door haar zuster, Maria Van Campenhout.Hierna werd juffrouw Stuyck secretaresse van onze gilde.
In 1932 stierf mevrouw Van Reckem, onze eerste voorzitster en sindsdien tot in
1946 nam de vernoemde secretaresse dit werk over.Hierna werd juffrouw Stuyck secretaresse van
onze gilde.
In 1946 Voorzitster mevrouw Verhaegen, bestuursleden mevrouw Van Lint, Van den
TroostDe Valck, Maes, Voet en secretaresse juffrouw Stuyck.
Na het vertrek van E.H.Kilsdonk werd E.H. De Belder proost in 1947.
In 1965 werd mevrouw Voet voorzitster, bestuursleden Maes, Van Lint, De Valck
en secretaresse mevrouw Stuyck.
In 1969 gaf juffrouw Stuyck haar ontslag en zij werd opgevolgd door mevrouw
Winteroy.Mevrouw Voet bleef voorzitster
en als bestuursleden kregen wij Bogaerts-De Smedt, De Smedt-Jacobs, Van
Campenhout, Valckenborgh-Bogaerts en Van den Troost-De Meuter.
In 1974 gaf mvrouw Winteroy ontslag als secretaressen en zij werd opgevolgd
door mevrouw Van Campenhout.
In 1980 kwam mevrouw Verrezen-Van Aken als bestuurslid in de plaats van mevrouw
Valckenborgh.
Vanaf 1980 : voorzitster Van Buggenhout Rosalie, secretaresse Paris Gusta,
bestuursleden Van Aken Ivonne, De Smedt Coleta, De Meuter Eliza en Jacobs
Julienne.
In 1986 gaven De Smedt Coleta en Paris Augusta ontslag.Secretaresse werd Van Aken Yvonne.
In 1987 bestond het bestuur uit Van Buggenhout Rosalie als voorzitster,, Van
Aken Yvonne secretaresse en bestuursleden De Meuter Eliza, Jacobs Julienne en
Paris Gusta.
In 1989 kwamen er 2 bestuursleden bij : De Wit Viviane en Voet Monique.
In 1990 gaf Van Aken Ivonne ontslag als secretaresse.Cranshof Annemie nam het van haar over.
In 1992 werden er verkiezingen gehouden : voorzitster Van Buggenhout Rosalie,
secretaresse Voet Monique en als bestuursleden Van den Eede Josephine, Cluts
Magda en Colson Fernanda.
Activiteiten :
Vanaf 1931 tot de jaren 60 werd er ondanks de
oorlogsjaren (1940-45) elk jaar een feestvergadering gehouden met als hoofdattractie
een toneelopvoering van de B.J.B..Naast
de feestvergadering hadden er per jaar nog drie gewone vergaderingen plaats,
waar voordrachten gehouden werden.
Elk jaar werden er 2 Lourdesreizen verloot, wat voor ons klein aantal leden een
enorme prestatie is.Om dit te kunnen
financieren zijn wij vanaf 1981 begonnen met pannekoekenbak elk jaar en met
groot sucdces.
De vier vergaderingen zijn in de jaren 70 uitgegroeid tot 6 vergaderingen per
jaar en de laatste jaren tot 8.
In de vergaderingen worden alle soorten problemen besproken en onze kooklessen
zijn heel leerrijk.
De jubeldag 2000 is geen eindpunt voor onze gilde, maar een dag van vernieuwd
verenigingsleven, om met een grotere wilskracht deze taak voort te zetten.
Het bestuur.
Voorzitster
Van Buggenhout Rosalie
Sinds 1946 is ze bestuurslid, dus 54 jaar (in 2000)
en sinds 1965 voorzitster dus 35 jaar (in 2000).
Steeds stond ze voor iedereen klaar, deed me aan alle activiteiten van de
parochie.
Wie Rosalie kent weet dat wij onmogelijk alles kunnen opsommen wat ze gedaan
heeft.Wij zouden veel vergeten.
Daarvoor Rosalie danken wij u en benoemen je als Erevoorzitster van onze
KVLV St.-Brixius-Rode.
Proosten
:
Konfrator Willibrord Kilsdonk
E.H.Gilbert, Louis De Belder
Pater Leonard Pluymers
Pastoor Marcel De Pauw
Priester Jan Arnalsteen
301 (368) De Koninklijke Sint-Sebastiaansgilde van
Sint-Brixius-Rode
In het beiaardboekje Meise (1951) lees ik deze
overweging : DeSint-Sebastiaansgilde
van Rode is wellicht van iets jongere
datum (dan die van Meise).
Ik durf dit niet te beweren, want het ontstaan van beide gildenzoals van vele
andere ligt nog in het duister.De
geschiedschrijverGramaye verklaart in
zijn Antiquitates Belgicae : Sint-Brixius-Rode is beroemd wegens zijn oude schuttersvereniging deze tekst
is verschenen in 1606.
Uit een verslag opgemaakt door Frans Van Hoeck kunnen we zeer interessante
gegevens plukken. (Deze tekst werd op
P.C. gezet door ondergetekende en door de huidige secretaris Van den Troost
bijgewerkt).
De stichting van de gilde zou dateren uit de XVde eeuw hij zet het jaar 1412
voorop, maar met een vraagteken.
Vermoedelijk werd onze Sint-Sebastiaansgilde gesticht in de jaren 1400 of 1500
door de Edele Prins de Berghes die in die tijd een kasteel bewoonde in onze
parochie.Het kasteel behoorde bij het
Hof te Rode.
In 1549 was de gilde aanwezig in de processie te Wolvertem.In 1559, 1760,
1764, 1773 staat dezelfde vermelding, doch doorgehaald : de deelname was dus
voorzien doch heeft niet plaats gehad.
Ook in augustus 1565 trok de gilde van Sint-Brixius naar het haagspel te
Brussel en behaalde er prijzen.
De gilde kocht een weide, genaamd Achterste Broeck, groot een half bunder en
een grond van vijftig roeden voor het bouwen van een gildenhuis (in de
nabijheid van de wip staande op de eigendom van Leemans).
In de XVIIde eeuw werd het hoofdmanschap waargenomen door de heren die te Wolvertem woonden, namelijk de
La-Tour-Taxis.
De ledenlijst is gekend tot 24.7.1655 toen E.Bulens de ouderman was.Dit wil zeggen, het oudste lid van de gilde.
In het jaar 1911 hebben de leden de statuten van de gilde, die dateren van1620
volledig herzien en aangepast aan de behoeften van deze tijd.
De godsdienstige grondslag en het parochiaal karakter van de gilde is duidelijk
omschreven in art.1 : De Sint-Sebastiaansgilde heeft tot doel de Eerwachtuit
te maken in de jaarlijkse processies en in de processie alle eerste zondagen
der maand, in de kerk na de Hoogmis.
369 De schatten van de gilde
Braak : Deze halsketen, ereteken van de Koning van
de Gilde, werd verfraaid dank zij de steun van Lodewijk de Albert, heer van
Grimbergen, erfrechtelijke voorzitter van de gilde.
In het vermeld verslag deze bewering : De braak van de Sint-Sebastiaansgilde
van Sint-Brixius-Rode dateert van het einde der XVIde eeuw en is wellicht een
van de oudste van heel de streek, eveneens de gilde.Hier moet een parallel getrokken worden met
de braak van de gilde van Meise, die een erepenning heeft met het jaartal 1597.
Vlaggen : De gilde bezit twee vlaggen.De oudste dateert van 1854, de andere van 1905.
Beker : draagt het wapenschild van de schenker Baron Vander Linden d Hoogvorst
en het beeld van een hert met stralend kruis tussen het gewei.
Een andere beker met inschrift : Koning van Brabant Gooiek september 1958.
Oud gildenboekje, tinnen pot, wandschotel en gedenkpenningen.Op 11 juli 1960 werd de titel van Koninklijke
Maatschappij verleend aan onze oude gilde.
In genoemd verslag lees ik deze plezierige anekdote :
De kermis van Rode in 1798, verteld door pastoor Heylen : In augustus 1798 is
er overal afgekondigd (door het bezettende Franse revolutiebestuur) dat men op zondagen
geen Speelman mocht houden en niet mocht dansen.Ondanks het vermeld verbod hebben we de
speelman doen komen en s achternoens is men daar lustig aan t dansen
gevallen.
Half achternoen heeft de Commissaris van Grimbergen Bresson zes soldaten naar
Rode gezonden.
In de eerste herberg waar ze aankwamen was men snarig bezig met dansen.Men gaf de soldaten te drinken.Zij droegen hen geen dansen aan.Vandaar
gingen ze naar de andere herbergen, wierden daar ook wel gedaan en lieten alles
passeren.Tegen de avond waren ze goed
besnoven, keerden terug naar de eerste herberg en wilden het dansen beletten
en dan kwam er ruzie zonder erge gevolgen.
Eveneens uit voornoemd verslag : verkoop van kerkmeubelen in 1799.
In november 1799 werden de kloosters en kapellen verkocht (niet de
parochiekerken), zo lezen we in de geschriften van pastoor Heylen Grimbergen.
Kapel van Rode heeft ook geplekt gestaen en met voorwaarde van voor drie maand
afgebroken te worden.Die van Rode
hebben dan een verzoekschrift opgestuurd zeggende dat hun kerke geen kapel was,
maar gelijk een parochiekerk, hebbende een kerkhof, een afzonderlijke koster en
inkomsten en goederen voor de armen die afgescheiden zijn van die van
Meise.Dit verzoekschrift werd
ingewilligd en de kerk van Rode is blijven bestaan.Het was veilig te Rode.
Wij hebben kunnen vaststellen dat het te Rode gedurende de Franse revolutie
tamelijk veilig was.Het bewijs : hier
waren verschillende priesters verscholen wanneer de kerkvervolging het hevigst
was en ook de vrouw van de commissaris Bresson vluchtte naar Rode wanneer de
jongens van de Boerenkrijg te Grimbergen aan de slag waren in 1798.
Deze laatste rubrieken hebben niets te maken met het gildeleven maar vermits ze
overgenomen werden uit het verslag van de secretaris Frans Van Hoeck, hebben we
geroordeeld dat, om elke verwarring te voorkomen, het best was deze gegevens
hier in te lassen.