De trilling, de spanning. Bijna is het zo ver. Nog een laatste schminkveeg. Nog een laatste plaspauze (al dan niet in het groen). Een diepe ademhaling. Een schouderklopje en het straattheater begint. Mijn collegas en ik zwermen, volgens het scenario, de straat op en het stadspark in. Twee van ons slaan elk rustig op de sjamanentrom en onder zijn sonore stem doet een derde dolle kunstjes op een één-wieler. De kinderen staan braafjes met hun ouders te wachten en kijken hun stralende ogen uit naar de elfjes, de trol, de kabouter, de fee en de magiër die hen plotsklaps omringen.
Vanaf nu ben ik niet meer mezelf, maar het vertelelfje Lazuli. Ik laat mijn vleugels de hoofden van de kinderen strelen. Ik maak mijn ogen groot en klein. Ik wacht geduldig mijn beurt af terwijl ik, net als de kinderen en hun ouders, met open mond staar naar de acroyoga en het vuurspektakel of luister naar de Tuvaanse keelklanken van de magiër in ons midden. Dan is het mijn beurt. Een horde kinderen staat in een cirkel rondom me. Hun ogen kijken me verwachtingsvol aan. Ik wacht even totdat ze bedaard zijn. Dan steek ik van wal. Ik neem de kinderen mee in het verhaal van mijn hand en hoe meer ik vertel, hoe meer ze aan mijn lippen hangen. Ik voel me groeien en, daar waar ik eerst nog een zekere schroom bezat (het is per slot van rekening mijn verhaal, mijn kindje), laat ik nu alle angst varen en mijn verhaal zijn ding doen. Nog vol van adrenaline sta ik, enkele acts verder, naast de kabouter en een ander elfje. De kinderen zitten elk in schoenmakerszit bij een met rode verf en glitters bekleefde steen en ze luisteren met open mond naar ons kabouterliedje.
Als de voorstelling is afgelopen, kijken we allen verbaasd op ons uurwerk. Anderhalf uur was voorzien, maar de kinderen lieten ons niet los. Ik neem haastig afscheid van mijn collegas en ijl naar huis. Deze avond is het straatfeest bij ons in de buurt en aangezien mijn man en ik nieuw zijn, leek het ons wel nuttig en plezant om alle of toch de meeste buren eens te leren kennen. Thuis ontschmink ik me in razend tempo. Ik trek de papieren bloemen uit mijn haren, ruk de kast open en vis er het eerste beste tenuetje uit. Kwestie van een goede indruk te geven en mijn man, die reeds aanwezig is, aangenaam te verrassen.
Met het deuntje en de woorden tover mij het elfje dat door mijn dromen vliegt, stap ik kordaat naar de riante villa op het hoekje van onze straat. (Voordat jullie nu allerlei wilde ideeën krijgen over mijn woonsituatie, laat me één ding duidelijk stellen, ons huis is een stuk bescheidener). De muziek drijft me al tegemoet. Mijn man (die al weet dat ik eraan kom) staat me buiten op te wachten. We gaan naar binnen en binnen de kortste keren ben ik omringd door mannen en vrouwen die me hun naam vertellen en mijn hand tot moes knijpen. Ik knik, schud handen, herhaal namen die ik terstond weer vergeet en herhaal de mijne alsof ik schrik heb hem te vergeten. Wat een wereld van verschil, schiet het door me heen...