Dinsdag 4 januari. De vierde dag van het nieuwe jaar en we
staan meteen op een keerpunt in de Belgische politiek. Nadat we ondertussen,
met 205 dagen, ons vorig record regeringsvormen ruim verbroken hebben rest er
slecht één vraag: Wat wordt het nieuwe record? Morgen, 5 januari, zou hier wel
eens een cruciale rol in kunnen spelen. Dan worden de zeven
partijvoorzittersdie meezitten aan de
onderhandelingstafel geacht te antwoorden op de nota van Johan Vande Lanotte.
En toch isdat antwoord minder belangrijk als dat men het de laatste
weken liet uitschijnen.
Ten eerste is deze nota niet te nemen of te laten. Alles
staat nog open voor aanpassingen, al moet er dan op een ander domein wel een
toegeving gedaan worden. De marge waarmee gewerkt kan worden is dus niet
bijzonder groot. De zestig paginas tellende nota is al reeds vrij technisch en
uitgebreid, dus grote aanpassingen moeten we niet meer verwachten. Daarnaast is
deze nota slecht een basis. Een basis om de onderhandelingen verder te zetten
waarbij de zeven partijen allemaal tezamen aanwezig zullen zijn. Sinds de
aanstelling van Johan Vande Lanotte is dit steeds per taalgroep gebeurd. Het is
dus afwachten hoe de zeven partijen, die ruim honderd dagen niet meer samen
onderhandeld hebben, hiermee omgaan.
Toch is de drempel om akkoord te gaan met deze nota erg
laag. Er wordt hen enkel een stevige basis aangereikt om mee verder te werken.
Je zou verwachten dat deze nota zonder al te veel problemen door alle partijen
aanvaard zal worden, maar de waarheid ligt iets moeilijker en dit vooral voor
de twee grootste partijen van het land. Enerzijds hebben we de PS die met Elio
Di Rupo de toekomstige eerste minister van het land in de rangen heeft. Nu de
opdracht van Johan Vande Lanotte, met het afronden van zijn nota, ten einde
loopt, zal de kopman van de PS opnieuw het voortouw moeten nemen. Dit is tot op
heden geen onverdeeld succes gebleken. Hoe sterk hij ook staat in Wallonië, op
het federale niveau lijkt zijn persoon minder indruk en daadkracht uit te
stralen. Daarnaast blijkt uit de eerste berichten dat Elio Di Rupo voorlopig
niet echt happig is om het formateurschap al op zich te nemen. Het blijkt nu al
duidelijk dat onze volgende premier geen man is met een groot gevoel voor
leiderschap die een team kan meeslepen.
Die andere grote partij in België, de NV-A, zit mogelijk met
een nog groter dilemma. Met het goedkeuren van deze nota kunnen ze alle critici
bewijzen dat ze wel in staat zijn om een compromis te maken. Anderzijds bewijzen
hierdoor tevens dat België als democratie, toch nog functioneert. Net hetgeen
waarvan de partij wil bewijzen dat het niet meer mogelijk is. Van je eigen
regeringsverklaring gaan zeggen dat het een slecht voorstel is, lijkt me nogal
absurd. Dus is het voor de NV-A kiezen tussen de pest en de cholera. Ofwelonderhandelen ze verder en halen ze één van
hun statements, namelijk dat België niet meer werkt, onderuit maar zijn ze wel
een partij die beslissingen neemt. Ofwel stoppen ze de onderhandelingen op hun
thema, namelijk het communautaire, maar blijken ze toch geen alternatief voor
de traditionele partijen. Nu akkoord gaan en later de onderhandelingen toch nog
laten mislukken over een economisch thema lijkt me eerder politieke zelfmoord
van een graad nog erger dan de Open Vld deed door de regering te laten vallen.
Wie springt er dus morgen in het avontuur? Ik heb een
vermoeden maar weet het morgen ook pas zeker. Twee dingen staan volgens mij
toch vast. Ten eerste hebben we elke dag een nieuw record, eentje waar we niet
echt trots op moeten zijn. Ten tweede zal de NV-A zijn harde kern of gematigde
kiezers teleurstellen. Wat de gevolgen daarvan zijn, zullen we de volgende
verkiezingen zien.