G.I. BLUES (1960): Soldaat Tulsa McLean (Elvis Presley) is één van de vele Amerikaanse soldaten gelegerd in West-Duitsland. Samen met zijn legermaten Cookie (Robert Ivers) en Rick vormen ze een band en hun droom is een eigen nachtclub te hebben. Ze hebben al een nachtclub op het oog maar missen nog $300 voor de lease-overeenkomst. Als ze horen van een weddenschap die twee casanova's van het leger hebben afgesloten, besluiten ze al hun geld te wedden. De inzet is het veroveren van Lili (Juliet Prowse), een clubdanseres die nog niemand heeft kunnen veroveren. Echter als één van de casanova's onverwachts wordt overgeplaatst, dreigen ze al hun geld te verliezen. Er rest maar één optie en dat is dat Tulsa de vrijgekomen plek moet innemen.

PARADISE, HAWAIIAN STYLE (1966): Deze keer speelt Elvis een helikopterpiloot die geschorst wordt en vervolgens een chartermaatschappij runt met makker Danny (Shigeta). Tussendoor is er voldoende tijd om de lokale schoonheden goed te leren kennen.

BLUE HAWAII (1961): Chad Gates komt terug uit het leger, hij is blij om zijn vrienden en vriendinnetje van het strand weer te zien, maar zijn ouders hadden gehoopt dat hij in het leger veranderd was en dat hij niet meer met zijn vrienden om zou willen gaan. Hij komt namelijk uit een rijke familie en zijn vrienden niet, reden genoeg voor zijn ouders om zijn vrienden uit zijn buurt proberen te houden.

KING CREOLE (1958): Danny Fisher (Presley) werkt als hulp in een nachtclub van onderwereldfiguur Maxie Fields (Matthau). Op zekere avond beklimt hij in opdracht van Fields het podium als zanger en het blijkt een doorslaand succes. Danny weet als zanger aan de slag te gaan bij een concurrent, in de nachtclub 'King Creole". Fields (Matthau) is daar niet blij mee, want hij wil Fisher in zijn eigen club hebben.

GIRLS! GIRLS! GIRLS! (1962): Elvis werkt als schipper op een boot en krijgt van alle kanten aandacht van de mooiste vrouwen. Elvis heeft niet alleen aandacht voor het vrouwelijk schoon maar ook voor een prachtige boot. Het prijskaartje van de boot is 10000 dollar. Dat betekent dat Elvis zo'n 9999 dollar te kort komt.

FUN IN ACAPULCO (1963): Mike Windgren arriveert in Acapulco als matroos op een jacht. Hij is op de dool om een tragisch incident te vergeten. In Amerika was hij een trapezewerker en door zijn schuld raakte zijn partner ernstig gewond. Al vlug leert Mike twee vrouwen kennen die een amoureuze rol in zijn nieuwe bestaan zullen spelen: Dolores Gomez, een vrouwelijke toreador en Margarita Dauphine, die in het hotel werkt waar Mike een baantje als zanger vindt. Overdag werkt Mike bovendien als redder in het zwembad van het hotel...

EASY COME, EASY GO (1967): Ted Jackson (Presley) is een marinier die op zoek gaat naar een gezonken schat. Hij heeft ook nog tijd over om wat dames het hof te maken.

ROUSTABOUT (1964):  Elvis rijdt rond op zijn motor en probeert een beroemde zanger te worden door in clubs op te treden. Hij krijgt een tijdelijk baantje op een kermis, waar hij zingt en een meisje leert kennen.