Het is donderdag,
al anderhalve week nadat ik vertrokken ben naar Sevilla. De migratie is nu een
feit. Ondertussen raak ik beetje bij beetje gewend aan mijn nieuwe omgeving en
haar gewoontes. De etensuren, bijvoorbeeld. Mijn gebruikelijke Belgisch
etensuur, 20u, dat in ons thuisland al vrij laat is, wordt hier als véél te
vroeg beschouwd. Voor je gaat eten, is het hier de gewoonte om rond 20u eerst
een cerveza of een tinto verano (rode wijn met veel ijs en limonade) te gaan
drinken - en als je maag écht te nuchter aanvoelt, eet je er een beetje chorizo
of tortilla bij. Ofwel blijf je dan plakken in de lokale tapadería en
eet je daar nog wat tapas tot je avondlijke honger gestild is, ofwel keer je
tegen 22u terug naar je huis om aan het avondmaal te beginnen. Toen ik tijdens
onze 'happy hour' aan mijn compañeras de piso vertelde dat heel wat Belgen eten
rond 17u30-18u, reageerden ze met ongeloof. Ondertussen is het 21u en heb ik
net een stuk opwarmtortilla met bloemkool op z'n Indisch op - van culinair
eclecticisme gesproken.
Ondertussen heb ik ook mijn weg gevonden naar de eerste lessen. In totaal moet
ik dit jaar 6 vakken volgen van elk 6 studiepunten. Dat vertaalt zich naar 3
vakken per semester - niet overdreven veel. Een vak van 6 credits neemt hier
echter wel 4 lesuren per week in beslag - in totaal volg ik dus 12u les per
week deze semester. Als je daar bijrekent dat aanwezigheid in de les hier zeer
serieus wordt genomen en je per vak ook nog eens een hele bibliografische lijst
krijgt om te verwerken, is dat - in combinatie met mijn Masterproof - toch al
een aardig pakketje. Aangezien mijn lessen zich vooral concentreren op maandag,
dinsdag en woensdag (donderdag heb ik nog één uur les en vrijdag niets) is het
vrij moeilijk om mijn "interessevakken" nog bij op te nemen - dat zal
iets voor de tweede semester zijn.
De inhoud dan. Die viel, tot mijn grote opluchting, goed mee bij alledrie mijn
eerstekeuzevakken - ik hoef dus niet op zoek naar vervangvakken. De proffen
zijn relatief jong, geven goed les, doen moeite voor de buitenlandse studenten
en zijn heel bereikbaar tegenover de studentenpopulatie.
Omdat ik dit weekend even terugkeerde naar België om de begrafenis van oma bij
te wonen, was ik pas dinsdagmiddag terug in Sevilla. Zo kwam het dus dat ik om
15u op zoek ging naar de aula's van de lessen om 16u en 17u (kwestie van goed
voorbereid te zijn in het labyrint van deze universiteit). Mijn eerste les zou
plaatsvinden in de Aula Magna. Nu moet je weten, elke faculteit die in dit
universiteitsgebouw huist (en dat onder meer rechten, filologie, geschiedenis,
geografie...) heeft een eigen Aula Magna én een eigen nummeringssysteem voor de
aula's. Om het niet te verwarrend te maken voor nieuwe studenten, neem ik
aan... Toen ik dus die Aula Magna - met behulp van o.a. de conciërge en enkele
hulpvaardige Spaanse studenten - gelokaliseerd had, stond ik te wachten. Voor
niets, zo bleek om 16u: er daagde niemand op en de aula was op slot. Een beetje
in paniek ging ik op zoek naar andere Aula Magna's - misschien had ik de
verkeerde? In die van Derecho zaten studenten, maar twee meisjes verzekerden me
dat daar geen Epigrafía gegeven werd. Toen zag ik een aankondiging op één van
de valven van Historia: op 30 september was het opening van het jaar, op 1
oktober inleiding voor de eerstejaars en op woensdag 2 oktober begonnen de
lessen. Een tweede bezoek aan de conciërge bevestigde deze planning: ik was
gewoon een dag te vroeg gekomen. Zowel teleurgesteld als opgelucht vertrok
ik terug in de richting van mijn kot.
Woensdag kreeg ik dus mijn eerste echte lessen. Bij Epigrafía bleken we met 6 studenten te zijn - waarvan 2 buitenlandse. De prof lijkt een toffe man en gaf ons meteen een hele boekenlijst om door te nemen voor zijn vak. Mijn tweede vak, Protohistoria de Andalucia, wordt gegeven door een rasechte archeologe, die ons de eerste les al liet verstaan dat ze graag op excursie wou om het studieterrein beter te leren kennen. En tenslotte is er 'Paleografía y Diplomatica, Epigrafía y Numismatica', een methodologisch - historiografisch vak. De professor gaf meteen een hele bibliografie op, maar was zeer begrijpend tegenover de 3 erasmusstudenten. Donderdag had ik mijn tweede les van dit laatste vak. Alle studenten kregen een replica van een oud manuscript onder de neus geduwd en aan de hand daarvan werd een introductie gegeven over het hoe en wat van de paleografische discipline. De prof praatte zeer traag en duidelijk - behalve als ze enthousiast een verhaal of historische anekdote begint te vertellen, dan raast ze plots als een stoomtrein en in haar lokaal accent door over de historische betekenis en overlevering van dingen als País Vasco of de Fenikiërs in Andaluzië (bij dit laatste spitste ik mijn oren, wat niet betekent dat haar accent veel verstaanbaarder werd). Enfin, terwijl ik daar zat en als een bezetene alles dat ze dicteerde probeerde op te schrijven in achteraf leesbaar Spaans, was ik plotseling erg blij dat ik op Erasmus ben gegaan. Nieuwe dingen leren, een andere omgeving en andere denkwijzes zijn immers de redenen waarom ik graag ergens anders dan Leuven wilde gaan studeren. Tothiertoe lijkt deze belofte zich te vervullen.
Het is donderdag,
al anderhalve week nadat ik vertrokken ben naar Sevilla. De migratie is nu een
feit. Ondertussen raak ik beetje bij beetje gewend aan mijn nieuwe omgeving en
haar gewoontes. De etensuren, bijvoorbeeld. Mijn gebruikelijke Belgisch
etensuur, 20u, dat in ons thuisland al vrij laat is, wordt hier als véél te
vroeg beschouwd. Voor je gaat eten, is het hier de gewoonte om rond 20u eerst
een cerveza of een tinto verano (rode wijn met veel ijs en limonade) te gaan
drinken - en als je maag écht te nuchter aanvoelt, eet je er een beetje chorizo
of tortilla bij. Ofwel blijf je dan plakken in de lokale tapadería en
eet je daar nog wat tapas tot je avondlijke honger gestild is, ofwel keer je
tegen 22u terug naar je huis om aan het avondmaal te beginnen. Toen ik tijdens
onze 'happy hour' aan mijn compañeras de piso vertelde dat heel wat Belgen eten
rond 17u30-18u, reageerden ze met ongeloof. Ondertussen is het 21u en heb ik
net een stuk opwarmtortilla met bloemkool op z'n Indisch op - van culinair
eclecticisme gesproken.
Ondertussen heb ik ook mijn weg gevonden naar de eerste lessen. In totaal moet
ik dit jaar 6 vakken volgen van elk 6 studiepunten. Dat vertaalt zich naar 3
vakken per semester - niet overdreven veel. Een vak van 6 credits neemt hier
echter wel 4 lesuren per week in beslag - in totaal volg ik dus 12u les per
week deze semester. Als je daar bijrekent dat aanwezigheid in de les hier zeer
serieus wordt genomen en je per vak ook nog eens een hele bibliografische lijst
krijgt om te verwerken, is dat - in combinatie met mijn Masterproof - toch al
een aardig pakketje. Aangezien mijn lessen zich vooral concentreren op maandag,
dinsdag en woensdag (donderdag heb ik nog één uur les en vrijdag niets) is het
vrij moeilijk om mijn "interessevakken" nog bij op te nemen - dat zal
iets voor de tweede semester zijn.
De inhoud dan. Die viel, tot mijn grote opluchting, goed mee bij alledrie mijn
eerstekeuzevakken - ik hoef dus niet op zoek naar vervangvakken. De proffen
zijn relatief jong, geven goed les, doen moeite voor de buitenlandse studenten
en zijn heel bereikbaar tegenover de studentenpopulatie.
Omdat ik dit weekend even terugkeerde naar België om de begrafenis van oma bij
te wonen, was ik pas dinsdagmiddag terug in Sevilla. Zo kwam het dus dat ik om
15u op zoek ging naar de aula's van de lessen om 16u en 17u (kwestie van goed
voorbereid te zijn in het labyrint van deze universiteit). Mijn eerste les zou
plaatsvinden in de Aula Magna. Nu moet je weten, elke faculteit die in dit
universiteitsgebouw huist (en dat onder meer rechten, filologie, geschiedenis,
geografie...) heeft een eigen Aula Magna én een eigen nummeringssysteem voor de
aula's. Om het niet te verwarrend te maken voor nieuwe studenten, neem ik
aan... Toen ik dus die Aula Magna - met behulp van o.a. de conciërge en enkele
hulpvaardige Spaanse studenten - gelokaliseerd had, stond ik te wachten. Voor
niets, zo bleek om 16u: er daagde niemand op en de aula was op slot. Een beetje
in paniek ging ik op zoek naar andere Aula Magna's - misschien had ik de
verkeerde? In die van Derecho zaten studenten, maar twee meisjes verzekerden me
dat daar geen Epigrafía gegeven werd. Toen zag ik een aankondiging op één van
de valven van Historia: op 30 september was het opening van het jaar, op 1
oktober inleiding voor de eerstejaars en op woensdag 2 oktober begonnen de
lessen. Een tweede bezoek aan de conciërge bevestigde deze planning: ik was
gewoon een dag te vroeg gekomen. Zowel teleurgesteld als opgelucht vertrok
ik terug in de richting van mijn kot.
Woensdag kreeg ik dus mijn eerste echte lessen. Bij Epigrafía bleken we met 6 studenten te zijn - waarvan 2 buitenlandse. De prof lijkt een toffe man en gaf ons meteen een hele boekenlijst om door te nemen voor zijn vak. Mijn tweede vak, Protohistoria de Andalucia, wordt gegeven door een rasechte archeologe, die ons de eerste les al liet verstaan dat ze graag op excursie wou om het studieterrein beter te leren kennen. En tenslotte is er 'Paleografía y Diplomatica, Epigrafía y Numismatica', een methodologisch - historiografisch vak. De professor gaf meteen een hele bibliografie op, maar was zeer begrijpend tegenover de 3 erasmusstudenten. Donderdag had ik mijn tweede les van dit laatste vak. Alle studenten kregen een replica van een oud manuscript onder de neus geduwd en aan de hand daarvan werd een introductie gegeven over het hoe en wat van de paleografische discipline. De prof praatte zeer traag en duidelijk - behalve als ze enthousiast een verhaal of historische anekdote begint te vertellen, dan raast ze plots als een stoomtrein en in haar lokaal accent door over de historische betekenis en overlevering van dingen als País Vasco of de Fenikiërs in Andaluzië (bij dit laatste spitste ik mijn oren, wat niet betekent dat haar accent veel verstaanbaarder werd). Enfin, terwijl ik daar zat en als een bezetene alles dat ze dicteerde probeerde op te schrijven in achteraf leesbaar Spaans, was ik plotseling erg blij dat ik op Erasmus ben gegaan. Nieuwe dingen leren, een andere omgeving en andere denkwijzes zijn immers de redenen waarom ik graag ergens anders dan Leuven wilde gaan studeren. Tothiertoe lijkt deze belofte zich te vervullen.