We leerden de voorbije week dat er drie soorten stoffen zijn: vast, vloeibaar en gasvormig.
Een steen voelt vast aan en verandert niet van vorm (als je er geen te grote kracht op uitoefent). We konden de steen verplaatsen zonder hulpmiddelen. De steen is een vaste stof.
Water neemt de vorm aan van het vat waarin het wordt gegoten. Om water te verplaatsen hadden we een vat nodig. Water is een vloeistof.
We vulden een paar flessen met lucht: een keer uitblazen = een halve liter lucht. Lucht kunnen we niet overgieten. Lucht konden we wel verplaatsen door de flessen af te sluiten met een dopje. We gebruikten een ballon om aan te tonen dat lucht van vorm kan veranderen. Lucht is een gas.
Op de laatste foto waren we allemaal waterdeeltjes die zich heel dicht bij elkaar bevonden, we stelden een groot blok ijs voor.









|