Ik bouwde een nieuw raket.

Ik vond een grote boot uit.
De ‘Nina-De-Balerina’ boot.
De boot kan heel ver varen.
Aan de boot hangen heel veel eitjes.

Mijn kikkers kunnen varen en stil zitten.

Ik maakte een groot monster.
Het ‘Robbe-monster’.

Ik heb een Filip-legertank gemaakt.

Ik heb een groot monster uitgevonden.
Het monster ‘sender-dood-graf’.

Wij hebben de Marie-Mel-boot uitgevonden.
Deze boot heeft heel veel verdiepingen.
Het is een kei leuke boot met een groot terras.

Ik heb de Abdelrahman-duikboot uitgevonden.
Deze duikboot heeft heel veel kanonnen.
De kanonnen kunnen raketten afschieten tot hoog in de lucht.

Ik heb de dode kin uitgevonden.
Mijn ding kan varen, vliegen en stilstaan op het land.

Wij hebben een vaartuig uitgevonden.
Het heeft een terras.
Het terras heeft uitzicht op een blauw plankje.

Ik heb een mini-voetbal-terrein uitgevonden.
Het is een prachtig terrein waarop je altijd kan voetballen.

Ik heb een voertuig uitgevonden.
Dit voertuig kan rijden en kan door het leger gebruikt worden.
Het is een soort legertank.

Ik heb een zelf uitgevonden boot gemaakt.

Na een lange reis zet ze met een plof haar koffers op de ijzige bergtop. 

Het is hier wit en glibberig. Dit is haar nieuwe thuis, maar alles is hier anders. 

Een grote luchtbel bezorgt de post. 

Eigenaardige buren varen op de rug van een groot zeedier naar haar toe om kennis te komen maken. 

Onder de sneeuw schijnen lichtjes en klinkt er vreemde muziek.

Langzaam ontdekt ze hoe alles werkt in dit onbekende land, maar als ze haar koffer open maakt stromen

heimwee en herinneringen naar buiten...

Dit is het begin van een prachtig toneelstuk.

Onze kriebels zetten de mooiste momenten uit het toneelstuk op papier.

Geniet ervan!