Vandaag werden een deel van onze kriebels getrakteerd op een blokfluitconcertje in de theaterzaal van La Motte.
Een muzikant vertelde boeiende verhalen over de blokfluit.
Dit kwamen onze kriebels van het tweede leerjaar te weten:
-Een blokfluit bestaat uit een houten blokje in het kopstuk van de fluit. Daarom kreeg dit instrument de naam blokfluit. Je moet heel voorzichtig zijn met het blokje, want dit kan gemakkelijk stuk.
-Een blokfluit bestaat al heel lang. De blokfluit van heel lang geleden werd minder versierd dan de hedendaagse blokfluit.
-Er bestaan grote en kleine blokfluiten.
-De kleine blokfluiten klinken hoog en de grote blokfluiten klinken laag.
-Elke blokfluit heeft een naam. Dit zijn de namen van groot naar klein:
subbas, grootbas, bas,tenor, alt, sopraan, sopranino, garklein
-De sopranino klinkt heel hoog en doet pijn aan de oren.
-Op een blokfluit kan je snel en traag spelen.
-Een blokfluit bestaat uit drie grote delen: de voet, het middenstuk en de kopstuk.
-Er bestaan houten blokfluiten en plastieken blokfluiten.
-De grote basblokfluit is heel hoog. Bij deze blokfluit moet je in een pijpje blazen.
-De muzikant leest noten om op de blokfluit een muziekstuk te kunnen spelen.
-Op het einde speelden we een leuk spelletje. De muzikant speelde op een blokfluit achter een groot doek en wij moesten raden op welke blokfluit hij floot.
|