Laten we eens veronderstellen dat een kerel genaamd Roger zich aangetrokken voelt tot een vrouw genaamd Elaine. Ze ontmoeten elkaar voor het eerst tijdens een feestje en het klikt wel, ze hebben een aangenaam kontakt. Hij vraagt haar eens uit naar de film, daarna naar de bioscoop, vervolgens naar de cinema. Ze gaan een keertje uit eten want van al dat filmkijken krijg je honger, ze maken een paar uitstapjes, gaan eens wandelen, bezoeken een tentoonstelling. Na een tijdje komen ze tot de vaststelling dat ze alleen nog maar afspraakjes maken met elkaar. Ze hebben een leuke tijd en het lijkt wel wat te worden met die twee. Tot op dat noodlottige moment in de auto, terwijl hij haar thuis brengt, plots een gedachte opkomt in het hoofd van Elaine en ze, zonder verder nadenken, zegt: "Weet je dat we elkaar nu precies zes maanden kennen?" Stilte in de auto. Een oorverdovende stilte, zo lijkt het wel voor Elaine. "Oh verdorie, wat heb ik nu gezegd? Misschien vindt hij dit helemaal niet leuk, misschien voelt hij zich nu onder druk gezet, voelt hij verplichtingen die hij helemaal niet wil, misschien is hij onzeker..." En Roger denkt: "Wat, al zes maanden!" En Elaine denkt: "Maar goed, zo zeker ben ik zelf ook weer niet, of ik deze relatie wel wil, soms wil ik wel wat meer ruimte voor mezelf zodat ik wat afstand kan nemen en kijken of we op deze weg moeten verder gaan naar..., ja, naar wat eigenlijk? Stevenen we af op een huwelijk? Kinderen? Een leven lang samen? Ben ik wel toe aan zo'n engagement? Kén ik Roger eigenlijk wel?" En Roger denkt: "Zes maanden. Dat is dus, even kijken, november moet dat geweest zijn, vlak na de grote smering van mijn auto. Aai, dat doet er mij aan denken dat ik het oliepijl dringend moet kontroleren want ik zit over mijn kilometers! (verschrikte blik) En Elaine denkt: "Zie je wel, hij is geschrokken! Moet je zijn gezicht zien, zo verkrampt. Misschien zie ik het wel helemaal verkeerd. Misschien wil hij wel juist meer van deze relatie, wil hij meer engagement, meer kinderen... Misschien voelt hij aan dat ik wat gereserveerd was, dat moet het zijn. Daarom durft hij zich natuurlijk niet uiten, hij is bang om afgewezen te worden." En Roger denkt: "Ik moet de versnellingsbak laten nakijken, de koppeling sleept, ik had nog zo gezegd dat ze die moesten aanspannen, stelletje hufters, achtergebleven bavianen." En Elaine denkt: "Hij is echt kwaad. Ik kan het hem niet kwalijk nemen, ik zou het ook zijn. Ik voel me schuldig en toch kan ik het niet helpen. Ik ben gewoon nog te onzeker." En Roger denkt: "Ze zullen waarschijnlijk zeggen dat de garantie vervallen is, de stoethaspels." En Elaine denkt: "Misschien ben ik te idealistisch, wachtend op de prins op zijn witte paard, terwijl ik naast de persoon zit die perfekt is, iemand die prettig is in de omgang, waar ik om geef en die ook om mij geeft. Iemand die nu pijn heeft omwille van mijn egoïstische, romantische fantasie." En Roger denkt: "Garantie, willen ze garantie, ik zal ze eens wat garanderen, ik steek die garantie waar ze er niet meer aankunnen!" "Roger", zegt Elaine. En Roger: "Wat?" Elaine: "Kwel jezelf niet zo, (tranen springen haar in de ogen), ik had niet..., ik voel me zo... Roger: "Wat?" Elaine: "Een stom kieken, ik bedoel, er is helemaal geen ruiter, ik weet het, het is stom, er is geen ridder en er is geen paard." Roger: "Geen paard?" Elaine: "Je vindt me stom, is het niet?" Roger: "Neen." (opgelucht dat hij nu het goede antwoord kan geven) Elaine: "Het is alleen zo, ik heb meer tijd nodig." (korte stilte van ongeveer 15 sekonden waarin Roger koortsachtig probeert te bedenken welke reaktie hij in godsnaam moet geven) Roger: "Ja." Elaine: "Oh, Roger, voel je dat echt zo aan?" Roger: "Wat aan?" Elaine: "Wel, over de tijd." Roger: "Natuurlijk." Elaine: "Dank je wel Roger." Daarna brengt hij haar thuis. Daar ligt ze op haar bed, een gekwelde ziel, en huilt zichzelf in slaap. Als Roger thuis komt, opent hij een zak chips, trekt een blikje open, zet de TV aan en zapt over en weer tussen een voetbalwedstijd, tennis en snooker. Een klein stemmetje achteraan in zijn brein zegt hem dat er iets belangrijks gebeurd is in de auto maar hij is er van overtuigd dat hij nooit zal achterhalen wat precies en dus besluit hij om het verder maar te vergeten. De volgende dag belt Elaine haar boezemvriendin, of misschien twee, en ze zullen de situatie bespreken, de ganse dag, in detail bespreken en analyseren wat zij gezegd heeft, wat hij gezegd heeft, steeds opnieuw, ieder woord, iedere zin, ieder gebaar, iedere nuance, timbre, iedere mogelijke interpretatie, en dit weken, maandenlang, nooit tot een inzicht komend, maar het ook niet opgevend. Ondertussen, bij een gezellige pint, vraagt Roger aan een gemeenschappelijke vriend van hem en Elaine: "Zeg Luk, had Elaine ooit een paard?"
En dat is het verschil tussen man en vrouw. En daarom komen vrouwen van Venus en mannen van Jupiler.
18-04-2006 om 00:00
geschreven door ModestProdukties
|