Profeet:
Leonie Van den Dijck
Leonieke citaten deel I
Citaten uit "Het wonderbaarlijke leven van Leonie Van den Dijck"
De citaten werden hoofdzakelijk geselecteerd naar het belang, dat zij hebben voor de toestand van onze dagen. Ze werden in de chronologische volgorde van het boek opgenomen. Veel van de oudere visioenen betreffen de Tweede Wereldoorlog maar de latere slaan merendeels op de tribulaties van onze dagen.
DEEL I
Blz 158 tot 162
2. Het voorteken van de komende wereldramp [de tweede wereldoorlog]: het wonderbaar licht in de nacht. Leonie´s commentaar. Dit waarschuwend teken keert nog terug !
In de zomer van 1937 was mij reeds verschillende malen opgevallen, toen ik met Leonie naar of van de kapel kwam, dat ze telkens naar de lucht keek, en soms bleef staan om zich van iets te vergewissen. Ze had mij tot hiertoe nog geen enkele reden opgegeven voor deze zonderlinge handelwijze, zodat mijn geduld ten einde geraakte. Toen ze weer aan 't rondkijken was, en bleef staan, vroeg ik haar: Leonie, zoekt ge iets in de lucht? Ja, antwoordde ze, ik zoek iets maar ik zie het nog niet. Ik vroeg: moet er in de lucht iets gebeuren? Ja, antwoordde ze opnieuw, ik verwacht mij aan iets waar Onze Lieve Heer mij over sprak en dat Hij mij als een zeker teken zal geven. Is dat een teken voor een verschijning, Nieke? Neen, antwoordde ze. Ik mag u dat nu nog niet zeggen, maar als dat zal gebeuren is dat voor mij een zekerheid over iets. Ze vervolgde: Gij moet ook veel in de lucht kijken en maak het u gewoon, niet meer naar bed te gaan, voor dat ge verzekerd zijt dat er in de lucht niets te zien is. Ik weet dat gij dat teken ook zult zien. Ik vroeg als dat teken niet op een verschijning duidt, moet dat toch iets anders betekenen? Ja, zegde ze, maar ik mag het u nu nog niet zeggen, ik moet door dat teken zekerheid hebben.
Intussen stond de tijd niet stil en alhoewel ik s´avonds de lucht afspeurde en ieder sterrenbeeld onder ogen nam, zag ik toch niets, absoluut niets. Ik durfde er haar niets meer over vragen en dus moest ik noodgedwongen afwachten. In de nazomer sprak ze er me echter zelf over; ze had nu ook reeds gezien, als we van de kapel kwamen, dat ik ook regelmatig naar de lucht tuurde. Ze zegde toen: Er zal een teken in de lucht komen dat God zal geven om de naderende wereldramp aan te kondigen. Indien we dat teken zien, sprak ze, is dat het bewijs dat het volk niet heeft voldaan aan de oproep van Hierboven, dat er dus niet genoeg gebeden werd en niet genoeg bekeringen zijn. Als we dus het teken zien, is de wereldramp onvermijdelijk. God straft nooit zijn kinderen, zonder ze op voorhand te waarschuwen.
Het wonderbare licht is er.
Het gebeurde dan in de avond van 24 op 25 januari 1938. De hemel werd verlicht door helle kleuren, blauwgele, rode, groene en andere, maar rood had veruit de boventoon. Op bepaalde ogenblikken scheen de lucht als een vuurzee. Overal, heel het land door en ook in andere landen was dat teken te zien, en stonden de mensen er naar te kijken. Velen aanzagen dat als een teken van naderend onheil, en dat was ook zo. 't Veranderde echter spoedig, toen 's anderendaags alle dagbladen verschenen met reusachtige kopletters en 't nieuws melden over het
wondere noorderlicht dat in België, maar ook nog in andere landen, was te zien geweest. De mensen slikten het, 't was "'t noorderlicht" en na twee dagen was dat reeds oud nieuws geworden, 't was vergeten. De pers had evenwel gemeld dat het licht zelfs tot in Afrika was te zien geweest.
Leonie's commentaar op het teken.
Leonie zegde me: laat ze maar babbelen en schrijven, die slimmerikken weten het toch altijd best, en 't kind moet toch een naam hebben. De geleerden, dat zijn toch wel grote mannen, hé? 't Is spijtig dat in die grote bollantaarnen maar zo een heel klein lichtje brandt. Ze weten alles, en 't best, maar deze keer hebben ze toch niets op voorhand gezegd, alhoewel er sommige tekenen zijn die het noorderlicht op voorhand aankondigen. Op voorhand weten die slimmerikken niets, juist zoals bij 't zonnewonder in 1933. Maar nadien weten ze alles. Daarbij, ik heb mijn ouders nooit horen spreken over 't noorderlicht en ook nog niemand anders. Het kan wel gebeuren, dat het hier eens zichtbaar is, maar op honderd jaar nog geen twee keer, en zeker niet zoals het nu is gezien geweest. En nu nog mijn laatste woord: in Afrika kan het noorderlicht nooit te zien zijn. Maar kom, we laten die geleerden opnieuw de eer, want die moeten toch van zich laten horen, opdat de mensen zouden weten dat ze ginder toch voor iets de ruimte zitten af te spieden.
Uit eigen beweegreden voeg ik hier aan toe dat ook te Fatima dat licht aangekondigd werd, alhoewel er nooit op voorhand iets over geschreven was. En wat de pers betreft: ik heb, met de Winkler Prins in de hand, het relaas over het noorderlicht en zijn optreden, in een zeer gunstig gekend dagblad, bijna woordelijk kunnen volgen, precies zoals het in dat voornoemde verklarende woordenboek geschreven werd. De dagbladen hebben er genoeg kunnen over napraten.
Dit waarschuwend teken keert nog terug !
Leonie waarschuwde nog: dàt teken zullen de mensen nog zien, en wel telkens God zinnens is het volk door een ramp te kastijden. Hoe meer de wereld zijn einde nadert, hoe feller het zal te zien zijn. Als slot voeg ik hier nog aan toe, dat ik, omtrent vijf jaar geleden, (de nacht van 24 op 25 januari 1949) reeds te bed was, toen mijn oudste zoon me kwam waarschuwen dat "het licht" weer te zien was. Inderdaad, we hebben het thuis allemaal gezien, niet over geheel de hemel, zoals in 1938, maar op bepaalde punten was het even hel als toen, en gedurende omtrent twee minuten was het op een bepaalde plaats als een helrode en daarna als een rosachtige massa. Het geheel duurde meer dan een kwartier! En niet lang daarna was er oorlog in Korea.
3. Hevige aardschokken. Algemene paniek. Oppervlakkige bekering. Ernstige waarschuwing voor de komende straffen. Onverantwoordelijkheid van hogerhand. De straf nadert snel. Onder Maria's beschermende mantel.
Toen in de zomermaand juni 1938, ons volk op die zaterdagmiddag opgeschrikt werd, bijzonderlijk in de driehoek Gent-Dendermonde-Brussel, en in paniek uit hun huizen vluchtte, door dat onderaardse gerommel en die hevige aardschokken, werd er spoedig onder het volk terug gesproken over "dat licht" dat in januari gezien was en vele mensen zegden, ziet ge wel dat dàt geen goed teken was en wijl er daarna nog aardschokken volgden, schenen onze mensen als door een panische schrik aangegrepen.
Toen ik 's anderendaags, 's zondags, bij Leonie was, heeft ze werkelijk eens hard gelachen, en dat gaf een rare indruk, want dat was haar gewoonte niet. Ik was nog maar pas binnen of ze zegde me: wel, Schellinck, wel, wel, wat heb ik gelachen toen ik al die moedige mannen gisteren 't veld zag instuiven, als hazen, 't was juist of de duivel hen op de hielen zat, en ze lieten alles achter, hun vrouw en kinderen en beesten. Ge moest dat gezien hebben, de vrouwen met hun kinderen aan hun rokken, de mannen achterna, en niemand had nog de tijd om eens om te kijken. Als ik er aan denk moet ik nog lachen. Ze stonden ginder dan op de velden uit te blazen, en niemand wist wat er gebeurd of voorgevallen was, en geen een die durfde terugkomen.
Toen 't nieuws van "een aardbeving" dan de ronde begon te doen, kwamen ze dan toch afgezakt, de ene na de andere, maar ze waren nog niet lang binnen of er volgde een nieuwe schok, maar toen ging het er nog veel rapper aan toe dan de eerste keer. Als een rukwind vlogen ze hier door "de cach" 't veld in. ("cach", van het woord cache, wordt daar gebruikt om een open ruimte tussen de huizen te beduiden). Ge kunt het niet geloven, hoe dat raar gedoe aanstekelijk werkte, ik heb nog nooit gelachen zoals gisteren.
Het was dan een tijdje kalm gebleven, en ze waren dan eindelijk opnieuw allemaal thuis. Als bijna iedereen voor 't avondeten aan tafel zat, volgde er een nieuwe schok, en terwijl ze buitenstormden hoorde men nog 't gerinkel van potten en tassen, die op de grond ploften. 't Was ieder voor zich, want ze sprongen elkaar omver. 'k Geloof dat ze er ginder boven ook veel plezier zullen aan beleefd hebben, als ze al die moedige mannen als een wervelwind zagen op de vlucht slaan, en de grootste babbelwijven deden deze keer voor de mannen niet onder. Wel, wel, ik heb hier al zo dikwijls horen zeggen van sommige mannen, dat ze noch van duivel noch van hel benauwd zijn, maar gisteren heb ik toch gezien dat juist deze 't hardst voorbijstormden en nog het verst liepen, zonder dat ze wisten waarom. Ge ziet hé, dat Onze Lieve Heer niet veel nodig heeft om al die helden tot de orde te roepen, en Hij heeft zoveel middelen.
Oppervlakkige bekering.
Toen ik deze morgen naar de eerste Mis ging, was men nog niet aan 't luiden, als zich van overal de mensen reeds ter kerke spoedden. Zij die zich op andere zondagen een gat in de dag slapen, of die geen tijd hebben om naar de Mis te gaan, maar wel tijd genoeg om op hun duiven te letten en over sport te praten, waren nu het eerst in de kerk, en niet van achter maar helemaal van voor, tot tegen de Communiebank. Ik zag er zelfs deze van hier enige meters verder, die noch in geen twintig jaar een voet in de kerk heeft gezet, maar nu zat hij ginder van voor, en de bollen van zijn paternoster gingen hem nogal vlug door de vingers. Mijnheer Schellinck de schrik zit er in, want de mensen zaten in de kerk gelijk op een kruitvat, totaal van streek en vol onrust, ze keken voortdurend rond zich en achter zich, alsof ze zich aan iets verwachtten.
's Nachts waren er ook nog veel opgesprongen, en 't is een geluk dat er in de kerk niets gebeurd is, of er waren ongelukken geweest, want ze zouden elkaar in 't portaal doodgedrongen hebben. Als die grote monden mij voorbijgingen, na de Mis, liepen ze met diepgebogen hoofd en ze deden juist als een klein kind dat beschaamd is, omdat het op zijn broek heeft gekregen. Gelukkig, zegt Leonie, was het maar een kleine schudding die we gekregen hebben en daarvoor werd er zo gelopen. Binnen een dag of tien is de schrik er weer uit en zullen de grote monden weer opengaan.
Ernstige waarschuwing voor komende straffen.
Werd er nu al zo hard gelopen voor die kleine schudding, wat zal het dan zijn als binnenkort de grote rammeling zal komen, en hele volken op de vlucht zullen slaan, wacht maar! Bij mijn vraag of er ook aardbevingen zouden komen, als straf voor ons, antwoordde Leonie: de eerste straffen komen van de mensen zelf en het zal er ook hard aan toegaan, maar als de mensen spijts dat, toch geen nieuw leven gaan beginnen, als er geen ommekeer komt, zal God zelf ingrijpen. Ik heb wel dergelijke straffen gezien, maar niet bepaald voor onze streken, tenzij
het volk moedwillig verstokt zou blijven, maar dan heeft God ook nog andere middelen, want buigen zullen ze, allemaal en nog wel tot op de grond!
Toen we op 15 september 1938 bij Leonie waren, dus op het feest van Onze Lieve Vrouw van Smarten, waren de goede vrienden ook gekomen om met Leonie samen de ommegang te doen, zoals het gevraagd was door Onze Lieve Vrouw. Even na de middag trok Leonie met dc vrienden naar de kapel en zette zich aan 't hoofd van de processie er bad een volledige rozenkrans gedurende de ommegang. Daarna werd nog in de kapel gebeden voor alle vrienden. Van in de voormiddag had Leonie reeds met nadruk gesproken en er op gewezen dat de straffen snel naderden en dat we veel, zeer veel moesten bidden, boeten en versterving doen, want dat spijts de waarschuwingen van Hierboven, het maar altijd slechter werd, en 't volk nog verder afdwaalde, terwijl ze iedereen aanzette zichzelf in orde te stellen. Veel viel er na de beeweg niet meer te zeggen, maar Leonie was toch wat ontroerd, toen de vrienden de een na de andere vertrokken.
Ik bleef met mijn echtgenote nog een paar uur bij haar, en ze begon opnieuw over de aanstaande straffen te spreken, die veeleer erger zouden zijn, omdat het volk niet tot inkeer was gekomen. Men leeft er maar op los alsof alles zo maar zal blijven duren. Ze sprak opnieuw over de oorlog die onvermijdelijk was, met zijn nasleep van tuchtigingen waaronder het volk zou gebukt gaan.
Onverantwoordelijkheid van hogerhand.
God is uiterst barmhartig, maar ook streng als het moet. Alle ver- maningen van Boven werden in de wind geslagen, en door dezen die het maar al te goed konden weten, niet ernstig opgenomen. De tekenen die Hij reeds gaf en die nog zouden volgen werden door de mensen aanzien en uitgelegd als doodeenvoudige gebeurtenissen, en van hogerhand had men de moed niet, het volk op hun plichten te wijzen, en tot een ernsti- ge ommekeer aan te zetten. De groten die meer wisten en zagen dat de toestanden dreigend werden, bleven er op onverantwoordelijke wijze onverschillig tegenover, of misten de moed om in te grijpen.
De straf nadert snel.
Maria's beschermende mantel.
Zeer ernstig maar treurig en bedroefd zette Leonie ons aan nog méér nog véél meer te bidden, opdat we zouden mogen gespaard en bewaard blijven onder Maria's mantel, die groot genoeg is om er iedereen onder te beveiligen. We moesten veel bidden voor de familie, voor onze geburen en in de week de Mis bijwonen voor dezen uit de gebuurte, die de Mis 's zondags verzuimden. Leonie zette aan tot veelvuldige Communie, omdat het de veiligste manier was om steeds gereed te zijn en in orde. Ze waarschuwde ons en zei dat Onze Lieve Vrouw weldra de wrekende arm van Haar Zoon niet meer zou kunnen weerhouden. Met een kruiske, een warme handdruk en "tot overmorgen" namen we afscheid.
Pag 175 tot 181
2. De meimaand 1939. Gebrek aan boete, de straffen naderen snel. Steden zwaar gestraft: Aalst, Antwemen, Parijs, Indrukwekkende zekerheid van Leonie. Gespannen verwachting.
Leonie zegt me opnieuw dat de straffen snel naderen. Hier in ons land wordt boete gedaan, maar niet genoeg. Godvruchtige zielen doen nachtwaken en in sommige kloosters wordt harder geboet. In 't algemeen genomen is de onverschilligheid echter te groot gebleven, en aan de dringende oproep van Onze Lieve Vrouw werd niet voldaan. Slechts een klein gedeelte van onze mensen hebben de waarschuwingen ernstig opgenomen en omwille van die hardnekkige hardhorigheid van het volk, zullen we nu moeten boeten tegen wil en dank, maar dat zal niet meer helpen. We hebben de vermaningen van hierboven verworpen, ze zijn op een schouderophalen ontvangen geweest; de dringende vermaningen van Onze Lieve Vrouw vonden geen gehoor, en nu grijpt Haar Zoon naar de roede om ons hardhandig te tuchtigen.
In juni 1939 vraagt Leonie dat men vurig zou bidden tot het Heilig Hart van Jezus. Godvruchtige zielen smeken steeds vuriger om erbarmen en in ons land wordt nog meer boete gedaan en gebeden dan in andere landen. Ter oorzaak hiervan zal er een mildering zijn voor ons volk, maar er werd en er wordt nog niet genoeg gebeden. Men gelooft nog niet aan de dreigende gevaren, maar ze hangen boven ons hoofd. leder zal te lijden hebben en ieder zal gestraft worden naargelang hij misdaan heeft, en naar de graad van zijn schuld. Zo zullen er op zekere plaatsen straffen neerkomen, waarbij er velen de dood zullen vinden, terwijl anderen zullen ontsnappen.
Steden zwaar gestraft
Aalst, Antwerpen, Part]s
Past op voor Aalst! Ik heb u dat nog gezegd. Er zal daar heel wat verdwijnen. Als ik overlaatst met Maria door de straten ging, voelde ik mij fel gejaagd. In sommige van die huizen is het daar gelijk een hel. Het kwaad walmt er naar buiten. Ik was er bang. Zo zal dat daar niet lang meer blijven duren. Aalst is een slechte stad. Ik heb dat over drie weken nog gezien, toen ik 's nachts over de wereld waarde Ik bezocht dan voornamelijk ons land. Aalst lag in de zwartste duisternis gedompeld; slechts hier en daar ontwaarde ik een klein lichtje, dat waren de goede zielen, maar er waren er niet veel. Ik dacht dat Aalst beter was, en dat komt omdat er hier zovelen van Aalst geweest zijn. Aalst is een van de slechtste steden van ons land. Uw stad zal veel te lijden hebben en op sommige plaatsen zullen hele huizenrijen, hele straten als weggeveegd worden. Gij moet geen schrik hebben want uw kant zal gespaard blijven. De kant van de statie zal het hard te verduren hebben, met de slechte huizen aldaar en ook over het water zal hetzelfde gebeuren.
Terloops wil ik hier herhalen wat ze telkens zegde als ze op het punt stond te vertrekken, nadat ze ons een bezoek had gebracht. Toen ze op de drempel ten afscheid gereed stond, sprak ze: zie, van op de plaats waar we nu staan zult ge, als alles zal voorbij zijn, alleen nog de eerste huizen zien staan, zover als ge zien kunt, al het andere zal verdwenen zijn. (dat is niet min of meer dan de ganse stad).
Toen Leonie me ook over Antwerpen gesproken had, dat fel zou geteisterd worden, had ze me onder andere bijzonder plaatsen beschreven die zouden verdwijnen, onder andere ook het kwartier van het centraal station. Toen na de oorlog een Antwerpse dame aan Leonie zei: Leonie, de statie is zeker erg getroffen en de schade is werkelijk zeer groot, maar ze zal toch vlug hersteld zijn; antwoordde Leonie: wat ge nu hebt meegemaakt is slechts het voorspel van wat te wachten staat, ik heb dat daar allemaal zien verdwijnen.
Ook andere steden zullen zwaar getroffen worden: Kortrijk, Leuven, enz. ook Brussel zal niet gespaard worden. Alle grote steden maar bijzonderlijk de wereldsteden zullen verschrikkelijk zwaar geteisterd worden. Over de vraag aangaande onze Belgische grootsteden antwoordde ze: alle grootsteden zullen zwaar te lijden hebben, omdat het kwaad daar ook veel groter is, maar onthoud goed dat alle steden zullen lijden en ook grotere dorpen en zelfs kleinere, omdat ook daar het kwaad bestaat.
In andere landen zal het nog verschrikkelijker zijn; in 't algemeen zal de wereld er uitzien als een reusachtige puinhoop. Parijs, de grote stad, zag Leonie door brand verwoest worden. Ook andere steden ondergaan hetzelfde lot; andere steden worden als volledig weggeveegd van de aarde. Daar onder de oorlog 1940-1945 nochtans zeer veel werd verwoest, is het evenwel toch niet zoals Leonie heeft gezien en houdt het dus verband met de toekomst.
Dat gaat zoals bij de mieren die op en rond hun nest zwerven en de voet niet zien die hen gaat verpletteren. Zo ook zien de mensen nu het gevaar niet dat boven het hoofd hangt. Houdt dat voor u en spreek er met niemand over, maar bovenal, blijf u buiten het volk houden, zoals gij reeds lang doet. Als de straffen neerkomen, zal God, omwille van één goede, de anderen niet sparen. Houd u alleen en laat de straffende hand vrij.
Indrukwekkende zekerheid van Leonie.
Gespannen verwachting.
't Wordt angstwekkend zoals Nieke nu regelmatig over de naderende straffen sprak. Bij ieder bezoek van vrienden legt ze daar telkens de nadruk op. Alle vrienden zijn verwittigd. Ik ken Leonie zodanig goed dat er geen de minste twijfel kan bestaan over deze verwittigingen; maar onze ogen, onze oren speurden tevergeefs om ergens naderend onheil te bemerken. Ik zie niets dat op gevaar wijst, ook de vrienden niet en toch zijn we allen overtuigd dat het voor de deur staat. Ik had in de zes voorgaande jaren reeds te veel gehoord om niet murw te zijn. Er waren al zoveel dingen gebeurd die Leonie op voorhand had gezegd, dat het was alsof er geen twijfel meer mogelijk was.
Hoe zou dat beginnen? en wanneer ging de bom losbarsten? Meer dan ooit was ik met de vrienden in schriftelijke betrekking; ze meenden van mij meer los te krijgen dan Nieke's mond wou zeggen. En het eigenaardige daarvan was, dat ik reeds dikwijls, als in een beeld, al die straffen voor mijn geest had zien voorbij trekken; maar de werkelijkheid zou geheel anders zijn. Ik kende hier bij ons straten, plaatsen en huizen
die zouden verdwijnen en alhoewel wij ook de oorlog van 1914-1918 hadden beleefd, zou weldra blijken dat onze verbeelding verre onder de werkelijkheid was gebleven.
3. Met Leonie bij de bron: deze plaats is heilig! De Benedictijnse abdij Onkerzele. De bron vloeit overvloedig en blijft vloeien. Vizioen van de bron bij de kapel: die bron is heilig en zal vanzelf ontspringen.
De derde zondag voor het feest van Onze Lieve Vrouw van Smarten, in 1939, was ik met mijn oudste dochter, mijn oudste zoon, mijn schoonzuster en Maurits, de soldaat in verlof bij Leonie op bezoek. Ik had haar een paar dagen vroeger wat water gevraagd van de bron, want ik wist dat Leonie er soms heenging. Ongeveer twee maanden vroeger was ik er met Nieke reeds geweest. Dat was geheel onverwachts gekomen, ze had me toen gevraagd of ik met haar wou meegaan, ze zou mij iets tonen en zeggen wat ik er moest van onthouden. Ook voor die dag had ze er mij reeds verscheidene keren over gesproken, en ik wist dus dat ze er nu en dan naartoe ging.
Die zondag vertrokken we dus samen, en onderweg vertelde Leonie me, dat Onze Lieve Vrouw het aan de vrijgevigheid van het volk overliet, om de weg die er naartoe leidt te verbeteren, om alzo de bron zelf gemakkelijker bereikbaar te maken, maar zonder al te grote kosten. Ze zegde me toen ook, dat de architect van het Bisdom, om dezelfde reden daar reeds met haar was geweest, en toen Leonie hem gevraagd had hoeveel de kosten wel zouden belopen, had hij haar zijn mening gezegd. Inmiddels waren we er aangekomen en ze vroeg er nu ook mijn mening over. Het mag zo eenvoudig mogelijk zijn, zegde ze. Ik antwoordde haar dat ik geen architect was, maar gezien de grondstoffen toen nog goedkoop waren, schatte ik de kosten rond de drie duizend frank. Wel, zei Leonie, dat komt overeen met wat de architect gezegd heeft.
Nieke zei verder: Onze Lieve Vrouw moet goed de gedachten van de mensen kennen; ik had gedacht dat de bron spoedig zou in orde komen, maar er is nog niets voor gedaan. Onze Lieve Vrouw zegde dat, in geval er niets voor zou gedaan worden, de bron te gepaste tijde zou ontspringen. Er is dus op het verlangen van Onze Lieve Vrouw niet ingegaan geweest, zegde ze, en wie heeft daar schuld aan? Moest ge weten wat ik hier somtijds zie. Geloof me, zegde ze, deze plaats is heilig, bijwijlen stijgt er boven de bron een straal omhoog die tot ver boven de bomen gaat, en 't is ook reeds enige malen gebeurd dat ik deze straal zag vanaf thuis, van in mijn hofke, terwijl ik daar een of ander aan het doen was, en dan mijn ogen deze kant liet opgaan.
Weldadige invloed van die heilige plaats.
Grootheid van Onkerzele.
Ik zeg u dat er hier te Onkerzele veel is gebeurd, en dat er nog veel zal gebeuren. Ze zei: als ik hier alleen op deze heilige plaats sta, gevoel ik hier zo goed de onuitsprekelijke goedheid en grootheid van Hierboven, dan voel ik ook dat ik niets ben want Gods tegenwoordigheid laat zich hier indrukwekkend voelen. Ik kan soms huiveren van de schrikbarende heiligheid van deze plaats, en tevens voel ik mij hier zo gerust, zo licht, zo overgelukkig dat het is alsof mijn ziel telkens uit mijn lichaam wil vertrekken. Hier wordt ik ontlast van de teneerdrukkende zwaarte, die in pijnlijke dagen mijn hart in dorheid doet verzinken. Ik word hier als naartoe gedreven en ik voel me gans opgemonterd en sterk voor de volgende dagen, zo is dat bij ieder bezoek. Daarna kan ik dagen lang zo gerust en gelukkig zijn totdat er weer mensen op bezoek komen en deze wijding weer teniet doen.
Plots rukt Leonie zich los uit haar begeestering waarin ze als gevangen was, en teruggekeerd tot de werkelijkheid, zegt ze: spreek daar nog met niemand over; ze zijn niet waardig om hier te komen!
De Benedictijnse abdij te Onkerzele.
Op die derde zondag voor het feest van Onze Lieve Vrouw van Smarten, gingen we dus met ons klein groepke, achter Nieke aan, naar de bron. Buiten uw papa, zei ze aan mijn dochter, is er nog maar één persoon hier met mij geweest. Nieke ging ons vooruit om de kortste weg te tonen, en wij volgden haar op de voet. Na een tamelijk gesukkel door het bos en de hinderende struiken, kwamen we op de plaats aan. Nieke kwam, om het zo te zeggen, onmiddellijk in vervoering, zodanig was ze onder de indruk van de heiligheid van deze plaats. Wij durfden ons niet verroeren, uit diepe eerbied. Onderwijl was Leonie begonnen met aanroepingen te bidden tot Onze Lieve Vrouw, en sprak tot Haar de schoonste liefdeswoorden, in een kinderlijke taal. Dat duurde zo vrij geruime tijd en wij wachtten, in de overtuiging dat Nieke in vervoering zou geraken, of een visioen zou krijgen, maar dat is niet gebeurd.
Leonie vertelde dan allerlei over de bron en ook over het klooster dat daar vroeger had gestaan en bevolkt was geweest door paters Benedictijnen, aan wier hoofd een abt stond. Dat klooster is onder de revolutie verwoest geweest, de paters zijn er omgebracht, en wellicht konden er enkelen vluchten. Ze zegde er zelfs in visioen iemand gezien te hebben die een van de paters heeft vermoord. Het was geen soldaat maar een burger, een woesteling, die met de soldaten meeheulde en iedereen verklikte.
Na de troebele tijden die we nu beleven, zal dat klooster daar terugkomen, en de paters van dezelfde orde zullen er zich opnieuw komen vestigen, want, zo zei Leonie, hun abt zal later in de processie van de ommegang, het Heilig Sacrament ter aanbidding meedragen, en men zal iets als een regenscherm boven hem dragen, dat heb ik gezien. Van dat verdwenen klooster bestaan nog cellen, die tamelijk goed bewaard zijn gebleven en nu dienst doen als kelder voor sommige woningen die daar ter plaatse gebouwd zijn.
De bron vloeit overvloedig
t Is van onder deze puinen dat de bron zal ontspringen. Zie, zegde Leonie, ik zal ze ontbloten en ge zult zien dat er water komt in overvloed. Ze zet zich op de knieën terwijl ze de mouw opstroopt aan haar rechterarm. Met de blote hand gaat Nieke tussen de steenblokken, die daar met mos en bosplanten begroeid liggen, en ze wringt er haar hand en arm tussen, tot aan haar elleboog, en ze verwijdert het aangeslibde slijk. Daarna maakt ze met een verdorde twijg die ze daar vond, een soort greppel, doorheen de verdroogde grond, terwijl het eerste water reeds te voorschijn komt.
De greppel vult zich en het water loopt verder. Ik volg het lopend water zover ik zien kan, want het verdwijnt ginds tussen de struiken. Na vijf minuten, op mijn uurwerk gezien, is het minstens reeds dertig meter verder gelopen. We staan allen rond de bron, ook Leonie, en toen we aanstalten maakten om het bos te verlaten, was het water reeds ver doorgedrongen. Leonie zegde ons dat een zijtak van deze bron onder de kapel loopt.
Omtrent honderd vijftig meter verder, op een open plaats in het bos, was een gracht reeds aan 't zwellen door het aangevoerde water.Verderop konden we niets meer bespeuren, vermits de gracht daar een draai nam en ook wegens de dichtheid van het overwoekerende kreupelhout.
Het water blijft vloeien
De daaropvolgende donderdag was ik opnieuw bij Leonie. Ik begreep niet, waarom haar zoon Henri me vroeg of ik eens mee naar hun land wou gaan zien. Daarop antwoordde Leonie onmiddellijk: ja, Mr Schellinck zal eens meegaan, maar ziet dat ge niet te lang wegblijft. Ik kon niet anders dan meegaan, en toen we bij het land kwamen, bleef Henri plotseling staan en zegde: wel, hebt ge van gans uw leven reeds zoveel water gezien, en dat midden in de zomer, terwijl het in geen weken geregend heeft? Sedert enige dagen zijn de sluizen hier ergens opengezet, want van een donderbui kan dat water niet voortkomen, anders zou het gekleurd zijn en nu is het zo klaar dat ge gemakkelijk tot op de bodem kunt zien. 't Is nog wel, dat we hier nog niet ver van de Dender wonen, anders stonden de weiden hier reeds van over een paar dagen blank. Zie eens hoe alle grachten nu boordevol water staan, en gelijk ge ziet, het water vloeit met grote snelheid weg.
Ik dacht ogenblikkelijk aan verleden zondag maar zei niets. Na korte tijd keerden we naar huis terug en waren weldra bij Leonie. Haar zoon bleef niet lang en vertrok spoedig en ik zag hem die dag niet meer terug. Wel, vroeg Leonie, hebt ge 't water gezien? Ja, antwoordde ik, komt dat allemaal van de bron? Luister, zei ze, de bron zal water genoeg geven om zelfs de omliggende gemeenten van water te voorzien. Ze bedoelde daarmee de zeven omliggende dorpen.
Vizioen van de bron bij de kapel.
De bron is heilig en zal vanzelf ontspringen.
Leonie had vroeger een visioen aan de kapel gehad waarvan enige tientallen mensen getuigen waren. Plots verliet ze in extase de kapel, daalde de trappen af en kwam tot voor de grot, waar ze zich op haar knieën zette en met haar beide handen aan 't graven ging in de grond. Er moet daar toch wat van uitgelekt zijn, nml. dat op die plaats later de bron zal ontspruiten, vermits enkele heren, die vroeger bij de ondervragingen tegenwoordig waren geweest, onderling overeen gekomen waren, die zaken ernstig aan te pakken, aangezien er toch niemand iets wilde doen. Ze kwamen er 's nachts per auto toe, voorzien van materiaal om te kappen en te graven, en ze zetten zich in stilte aan 't werk, voor zover dat in stilte kon gebeuren. Er werden slechts enkele schoppen aarde gestoken, toen daar plotseling een vreselijk gerommel uit de grond opsteeg. Ze vluchtten hals over kop vandaar weg tot buiten Onkerzele, en lieten hun materiaal in de steek.
Leonie zegde me dat de bron niet door leken moet ontbloot worden, dat het hier over een heilige zaak gaat. Daarbij, voegde ze er aan toe de tijd is verstreken; ze zal nu ten gepaste tijde van zelf ontspringen.
Een hele tijd voor haar dood, ongeveer drie maanden vroeger, ging Leonie met Melania haar beste vriendin uit Onkerzele, naar de kapel bidden. Na hun gebed in de kapel daalden ze samen de trappen af en inplaats van naar huis te gaan, ging Leonie voor de grot om er ook enige Wees Gegroeten te bidden. Toen sprak ze tot de vriendin: weet ge nog de plaats waar de bron eens zal ontspruiten? Wel ja, zei ze, daar zie. Inderdaad zei Leonie, en nu we hier alleen zijn, kom, leg u eens op de grond en luister. De vriendin legde zich met het oor tegen de grond en bleef wat liggen. Toen ze rechtstond vroeg Leonie: wel? Ik hoorde het water brobbelen en bruisen. Was het diep? Neen, ongeveer tegen de oppervlakte. Nieke knikte veelbetekenend. De vriendin hernam: ik hoorde ook het water als onder de trappen doorlopen, 't was alsof het er als uitgegoten afliep.
Zo vertelde me dat Leonie. Voor ze hier uit de wereld vertrok, heeft ze haar vriendin nog willen overtuigen, door er haar een hoorbaar teken van te laten opvangen. Deze vrouw heeft nog niet zo heel lang geleden, in mijn bijzijn en in het bijzijn van een geestelijke, dat feit bevestigd. 't Is een plicht van alle vrienden en oude bedevaarders van Onkerzele, Onze Lieve Vrouw te bidden opdat we mogen waardig zijn, de bron eerstdaags te zien ontspringen tot ons heil en zegen, en ook voor het volk en voor de zieken, die er voorzeker hulp en genezing zullen vinden zoals op andere bedevaartplaatsen.