God onze Vader, Gij schenkt ons een nieuwe heilige, iemand van bij ons, Pater Damiaan. Wij danken U met heel ons hart. In hem is uw Zoon Jezus opnieuw al weldoende rondgegaan' tussen de armen en de verworpenen.
Geef ons meer geloof om ook het verborgen lijden te kunnen zien en te helpen wie vaak vergeten wordt. Leer ons hopen tegen alle hoop in', en schenk ons vertrouwen ook bij uitzichtloze situaties. Maar leer ons bovenal te beminnen zoals Damiaan,die zelf niet geaarzeld heeft om melaatse onder de melaatsen te worden, één van hen. Maak ons door uw genade zoals hij, heldhaftig en heilig in uw dienst en in dienst van de mensen, de armen en de verworpenen eerst.
Door Jezus Christus onze Heer. Amen.
Heilige Pater Damiaan, bid voor ons.
Mijn Heer en Mijn God!
Er is zoveel verdriet, dat ik niet mee kan lijden,
Er is zoveel pijn, die k niet mee dragen kan,
Er is zo dikwijls strijd, die ik niet mee kan strijden.
En zoveel eenzaamheid, die k niet verlichten kan.
Er is veel liefde nodig, die ik niet kan geven,
En er is zoveel haat, die k niet verdrijven kan.
Er is de dood- en ik kan niemand laten leven.
En er is zoveel leed. Dat k niet verminderen kan,
Maar er is Eén, die alle pijn heeft willen dragen,
Die alle schuld vergeeft, die ons verlossen kan.
Er is Eén, die t antwoord is op al mijn vragen.
Die eenzaamheid geneest en vreugde geven kan,
Er is er Eén die helse smarten heeft geleden,
Opdat ik eeuwig in hem verheugen kan.
Er is er Eén die altijd voor mij heeft gebeden.
Dat mijn geloof niet ophoudt of verdwijnen kan,
Er is er Eén die eenzaam voor mij is gestorven,
Opdat ik eeuwig bij mijn Vader leven kan,
Er is er Eén die alles wat ik heb bedorven,
Bij God en bij de mensen, weer herstellen kan.
Dat is mijn Heiland, die om mij zo werd bespot,
Dat is mijn redder, ja dat is mijn Heer en God.
ER ZIJN WENSEN ......
Er zijn wensen, die wij moeten loslaten.
Er zijn mensen, die wij moeten loslaten.
Er zijn herinneringen, die wij moeten loslaten.
Er zijn plannen, die wij moeten loslaten.
Los laten kost kracht.
Los laten kost tranen.
Los laten werpt vragen op.
Los laten kan woedend maken.
Loslaten kunnen wij niet van onszelf.
Wij hebben iemand nodig,
Die ons daarin helpt en bijstaat.
Jezus Christus stelt ons in staat los te laten.
Als Hij ons dit kan leren,
is het een geschenk van Hem aan ons.
Daardoor wordt het kunnen loslaten een genade.
Wanneer wij zo kunnen loslaten,
worden wij vrij en open voor iets nieuws,
wat God ons schenken wil,
voor een nieuw begin.
God kan niet liegen.
God kan niet liegen
God kan mij niet in de steek laten
God kan niet stoppen van mij te houden
God kan mij niet vergeten
God kan mij niet bedriegen
God kan zijn verbond niet breken
God kan zichzelf niet tegenspreken
God kan het niet verkeerd hebben
God kan niet ontrouw zijn
God kan niet verliezen
God kan niet falen
God kan mij niet afwijzen
God kan niet te laat komen
God kan niet veranderen
God kan geen fouten maken
God kan niet vergeven als ik zelf niet vergeef
God kan niet onrechtvaardig zijn
God kan niet buiten de Bijbel om
God kan niet slapen
...maar Hij is wel almachtig.
Oordeel en gejuich . ( Jesaja 24 : 16 ).
In Jesaja 24 gaat het over het oordeel, maar dan niet over het oordeel over enkele mensen, maar over het oordeel dat over heel de wereld trekt. Dit oordeel komt omdat de mensen niet hebben willen luisteren naar het Woord van God. Zij hebben hun eigen begeerten uitgeleefd en ze zijn in alles hun eigen gang gegaan. Er was geen respect voor het leven van andere mensen, er was geen eerbied voor de Heere. Iedereen dacht alleen maar aan zichzelf en aan het vervullen van zijn eigen wensen en verlangens en er was geen liefde meer. Maar omdat de liefde verdween was er ook geen samenleving meer mogelijk. Heel de samenleving was verdorven en in alles gingen de mensen tegen het Woord van de Heere in. Zo beschrijft Jesaja hoe het in het einde der dagen zal zijn. De mensen zullen alles zelf in handen willen hebben en het respect voor het leven van een mens verdwijnt. Het bloed van mensen zal vergoten worden.
Maar door zo te handelen roepen wij het oordeel op. Het oordeel van de Heere zal over de aarde gaan, omdat wij geen rekening willen houden met de Heere. En dat oordeel zal verschrikkelijk zijn. Heel de aarde zal verwoest worden. Dit oordeel zal allen treffen zonder enige uitzondering. Er is geen ontkomen mogelijk en de mensen kunnen nergens heen vluchten waar zij veilig zullen zijn. Overal is er de verwoesting en het oordeel. En de oorzaak van dit oordeel is de verbreking van het eeuwig verbond door de mensen. Het eeuwig verbond is het verbond dat de Heere sloot met Noach en met alle levende wezens. Dit verbond is door ons mensen verbroken en daarom komt het oordeel over ons. De mensen overtreden de wetten, zij veranderen de inzettingen en zij vernietigen het verbond. Daarom komt het oordeel, komt er een vloek over heel de aarde en zal de verwoesting volkomen zijn. Zowel in de steden als op het platteland zal er een grote verwoesting zijn. De mensen zullen klagen omdat zij al hun bezit kwijt raken, zij zullen jammeren omdat de meeste die zij kennen in dit oordeel omkomen en er ook voor henzelf niets anders te verwachten is dan dat de dood hen wacht in dit gericht. Zij zien geen enkele uitkomst meer, geen mogelijkheid tot redding schijnt nog aanwezig te zijn.
Maar temidden van de oordelen zal er ook een klein groepje mensen zijn dat behouden wordt. En zij die ontkomen, zullen vrolijk zingen. Temidden van de oordelen en de gerichten wordt gezang en gejuich gehoord. Er wordt gezongen omdat de Heere de machten van het kwaad vernietigt, omdat de Heere Zijn macht toont en de machten van de zonde en de duivel vernietigt. Zij die de Heere kennen als hun God, zij die Jezus Christus mogen kennen als hun Heere en Zaligmaker, zij zullen kunnen juichen, omdat de Heere ook door de oordelen heen de redding brengt voor al de Zijnen. Juist in het laatst der dagen, als de oordelen en de gerichten over deze aarde heengaan, zal er alleen hoop zijn voor ons mensen als we de Heere toebehoren. Alleen bij Hem is er redding voor ons mensen. Vanuit onszelf hebben we niets anders te verwachten dan de oordelen, en als we op onszelf zien dan kunnen we niets anders verwachten dan dat we zullen omkomen in de gerichten. Maar bij de Heere is er nog redding, omdat Hij redt uit genade alleen.
Daarom is er hier ook de oproep om de Heere te eren, overal waar mensen wonen. Eert de Heere. Deze oproep kan weerklinken ook temidden van de oordelen, niet omdat wij ons verblijden in de oordelen, want die zijn verschrikkelijk, ook voor degenen die ontkomen zullen. De oproep om de Heere te eren kan echter weerklinken omdat er ook door de gerichten heen een heilsgeschiedenis aan de gang is. De Heere brengt ook door de oordelen heen redding voor al de Zijnen. Voor wie de Heere toebehoren is het oordeel niet het einde, maar we mogen in het geloof door de oordelen heen het heil verwachten dat de Heere heeft bereid voor allen die zich aan Hem toevertrouwen. Hoewel allen het oordeel hebben verdiend, redt de Heere in Zijn genade hen die op Hem hopen.
Daarom kan er gezongen worden, ook als de gerichten over de aarde gaan. Zo hoort de profeet Jesaja van de einden der aarde de psalmen klinken. Temidden van de oordelen en gerichten worden er psalmen gezongen tot eer van de rechtvaardige God. Er worden psalmen gezongen door Gods kinderen want de Heere komt nu verlossing brengen voor al de Zijnen, die vaak te lijden hebben gehad onder de vijandschap van de goddelozen. De Heere maakt nu een einde aan het geweld van de machten der duisternis en Hij vernietigt de macht van de zonde. Gods kinderen zingen psalmen ter ere van de Heere, Die rechtvaardig is, maar Die ook barmhartig en genadig is en Zich in Zijn genade nog ontfermt over ons zondaren, Die ons redden wil ook door de oordelen heen.
Temidden van de oordelen worden er psalmen gezongen. Maar de profeet zegt: ik ben verloren. Hij hoort wel het zingen van de anderen, maar hij ziet nog zoveel zonden in zijn eigen leven, nog zoveel zonden in zijn directe omgeving dat hij zich niet kan voorstellen dat er voor hem nog redding mogelijk is. Anderen kunnen psalmen zingen omdat hun verlossing is aangebroken, maar voor zichzelf ziet hij alleen nog de grote schuld, ziet hij de zonden waardoor hij het oordeel heeft verdiend.
Zo is het vaak voor de gelovigen. We kunnen ons wel voorstellen dat er voor anderen verlossing mogelijk is, we kunnen ons best indenken dat anderen behouden worden, en we verheugen ons erover als er velen zijn, want zo wordt de Heere het meest geëerd. Maar als we ons eigen leven overzien, als we onszelf onderzoeken dan kunnen we ons niet voorstellen dat er voor ons nog behoud is, want onze zonden zijn zo groot en onze schuld is zo zwaar. Het lijkt onmogelijk dat wij behouden worden. En de last van ons zondige leven drukt op ons.
Maar als we zo onze schuld beleven, als we zo onze zonden zien, dan wordt ons gewezen op Jezus Christus, de Rechtvaardige. Hij was volkomen rechtvaardig, maar Hij is de oordelen en gerichten ingegaan om voor ons in de plaats alles te volbrengen wat er te volbrengen was. Als we gebukt gaan onder de schuld van ons leven, dan wordt ons Christus verkondigd als de Zaligmaker voor verloren mensen. Hij is gekomen om ons te redden van het verderf. Hij is gekomen om ons schuldige en zondige mensen te behouden ook door de oordelen heen. Daarom komt ook tot ons de oproep om af te zien van onszelf en te zien op Jezus alleen.
Vluchteling.
Je bent gekomen uit een land,
dat door oorlogen is platgebrand,
kapot geschoten, alles weg,
van huis en haard verdreven,
ontworteld is je leven.
Nu ben je hier, verstaat ons niet,
alleen een boordevol verdriet.
Wel bed en bad en eten.
Je hart huilt, kan niet vergeten,
de moorden en verkrachtingen,
het schieten en het gillen.
En in het schone bed
in de stilte van de nacht
komen de beelden weer,
de angst,de pijn, verdriet, gemis
een vluchteling te zijn .
Eén is er die je pijn begrijpt.
Hij werd een vluchteling gelijk.
Zijn naam is Jezus Wonderbaar.
Geef Hem t verdriet,de tranen maar.
En wij die Hem volgen in woord en daad,
Laten wij bereid zijn te delen
Gods liefde, huis en haard!
09-04-2010
AAN ALLE LEZERS VAN DIT BLOG.
Op 19 april 2010 is het 25 jaar geleden dat Hille Kok door God op een bijzondere wijze werd geraakt. Wij willen dit met u vieren op zaterdag 24 April tijdens de bedevaart in Volendam. Graag nodigen wij u uit om op deze feestelijke dag de heilige mis bij te wonen in "het kruispunt" en de rozenkrans te bidden in het Boelenspark samen met Hille Kok.
LINK HILLE KOK
Site van mijn beste vriendin
FATIMA.
Lourdes et Fatima : le même appel du Ciel
Prachtige video "Marian verschijningen van de 20e eeuw".
Part 02 of 10 - Conchita Speaks Part 1 .
DE ZEGEN VAN CHRISTUS.
M.
Efez. 1 ; 4 - 6
M.
1 Kor. 12;19;16 Jes. 48 ;17 Joh. 7 ; 17
M.
De tijd is kort - Vraagt om vergeving. ( Profeet Hille Kok. )
De tijd is kort - Vraagt om vergeving
Datum:
Zon, 2009-10-04
Profeet:
Hille Kok
HIL09100401 De tijd is kort - Vraagt om vergeving
"De tijd is kort - Vraagt om vergeving !" Hille Kok, Volendam, NL, 4 october 2009 1. Opmerking: De oorspronkelijke tekst werd aangepast aan de normen der Nederlandse taal zoals die in de Zuidelijke Nederlanden gelden, zonder de betekenis geweld aan te doen.
2. « Mijn volk, De aarde zal met vuur en water omringd worden. Door de straffen zullen de zonden [in aantal en zwaarte] verminderen. De wanhoop brengt de mensen bijeen. En zij helpen elkander door de chaos en de drama's heen. Zo zijn dan velen gelijk geworden. (1) Op hun knieën zullen velen weer om vergeving vragen, in deze droevige tijden. De zwendelaars en de rovers, zij, die de mensen materiëel radeloos maken, ook zij zullen hun deel van de [straf van de] Vader ondervinden. Ook van hen zal alles worden afgenomen. Evenals gij hun - de mensen - hebt beroofd van hun leven, en hun werk, en hun betaalmiddelen, zó zult óók gij worden gestraft door de Vader. De armoede zal nog erger worden. Zoals de Vader het u al eerder heeft gezegd. NU zal de gerechtigheid de aarde treffen.
Zo veel zonden worden er gedaan - Het is erger dan in de tijd van Sodom en Gomorrah. Ach, gij weet toch, dat dit alles u te wachten staat. Niemand luistert [immers] nog naar de Vader. Zijn gramschap zal u treffen. Zwaar zal het lijden zijn, als het uw tijd zal zijn. Hoevelen zullen sterven, zonder dat zij hun ziel hebben gezuiverd door het Heilig Sacrament van de Biecht. Satan staat hen op te wachten. De ongehoorzaamheid [aan Gods wet] straft zichzelf. De Vader houdt Zijn handen voor Zijn ogen omwille van wat allen zal overkomen. Zo véél leed zal er zijn.
Bidt de Rozenkrans, samen met uw kinderen. De Moeder Gods zal dan bij u zijn, tussen Haar Rozenkrans-kinderen, zij, die trouw zijn gebleven. De Vader smeekt u: Draagt Zijn Liefdeskruisje om uw hals, dat grote geschenk - dat is uw redding - voor wie het aan zal nemen. Het genadevolle kruisje zal u beschermen tegen het kewaad, door uw gehoorzaamheid, als gij luistert naar de Vader - het is voor uw eigen bescherming.
Luistert: Heel spoedig zullen er grote rampen gebeuren op de gehele aarde. Het ene land zal het andere land niet meer kunnen helpen. Ieder heeft genoeg aan zijn eigen chaos. De armoede zal velen treffen.
Ach, waren allen maar meer liefdevol. De mensen zijn zo egoïstisch (zelfzuchtig), Zo egocentrisch (zelfgericht) - alles voor hen zelf. Velen hebben de liefde voor de medemens verloren. Velen zijn hard en wreed geworden door de verdorven maatschappij, en door corrupte leiders, die nog steeds zichzelf verrijken, ondanks het verdriet van hun medemensen.
Oh, gij zult uw straffen niet ontgaan. De Vader zal u berechten. Zijn Liefde is nu tot gramschap geworden. De aarde moet worden gezuiverd [van de zonden]. Dat doet de Vader pijn. Na de zuivering zal er een Nieuwe Aarde zijn, van vrede en geloof, liefde en eenheid. De Rooms-Katholieke Kerk heeft het ene ware geloof. God zelf zal dit de mensen laten weten, en laten zien. Amen. »
1. De rijken en de welgestelden en de gemiddeld rijken en de armen zullen meer gelijk worden door de ellendige levensomstandigheden.
Hille Kok.
Gevoelens, de boodschappers van satan. ( Profeet David Wilkerson ).
Ik ben zo blij dat mijn gevoelens geen enkele betekenis hebben. Ik ben zelfs nog dankbaarder dat zij mijn redding of relatie met de Heer niet beïnvloeden. Wanneer de vijand op me afkomt als een vloed, en poogt mij te verdrinken met depressieve gevoelens en negatieve gedachten, heb ik de gewoonte om mezelf de schuld te geven. Ik zeg tegen mijn hart Waarom ben ik zo bedroeft? Waarom ben ik opeens zo onrustig in de geest? Waarom zo rusteloos en prikkelbaar wanneer ik dat niet wil zijn? Wat voor kwaad heb ik gedaan om deze negatieve, depressieve gevoelens te verdienen?
Mijn negatieve gedachten komen niet van God dus ik hoef ze niet te accepteren!
Want God heeft ons niet gegeven een geest van lafhartigheid, maar van kracht, van liefde en van bezonnenheid (2 Timoteüs 1:7)
Ik kan elk negatief gevoel afwijzen omdat ik weet dat geen enkele van deze gevoelens van God komt. Gevoelens waar iemand angstig van wordt komen niet uit de hemel, het zijn boodschappers uit de putten van de hel! Ze dienen afgewezen en gebonden te worden door de kracht van gebed en geloof.
God zegt tegen ons Ik heb u deze gevoelens van angst en twijfel niet gegeven. Ik heb u een geest van liefde, kracht en authoriteit gegeven. Hij roept ons op om deze ongewenste gedachten buiten werking te stellen, om hen krijgsgevangen te maken en in gehoorzaamheid te brengen aan God. We moeten het niet toestaan dat deze gevoelens en gedachten ons de baas worden, we moeten er niet in blijven hangen zodat er wortels van bitterheid en twijfel kunnen ontstaan. We moeten tegen hen in opstand komen en hen neerhalen in de naam van Jezus! We hebben een gebod ontvangen om dit te doen!
zodat wij de redeneringen en elke schans, die opgeworpen wordt tegen de kennis van God, slechten, elk bedenksel als krijgsgevangene brengen onder de gehoorzaamheid aan Christus (2 Korintiërs 10:5)
Elk teneergeslagen gevoel is de vrucht van het duivelse zaad van wantrouwen. Het is de oude slang die aan het werk is om te proberen ons zover te krijgen dat we vraagtekens zetten bij Gods trouw, bij Gods zorg, bij God zélf! Deze leugens zijn de zaden van negatieve gevoelens en God gebied ons om de strijd met hen aan te gaan.
Lezing uit de Handelingen der apostelen 4,1-12. Psalmen 118(117),1-2.4.22-24.25-27. Heilig Evangelie van Jezus Christus volgens Johannes 21,1-14.
Lezing uit de Handelingen der apostelen 4,1-12.
Terwijl ze nog spraken tot het volk, kwamen de priesters met den hoofdman van de tempelwacht en de sadduceën op hen af, vergramd, omdat ze het volk onderrichtten, en in Jesus persoon de opstanding uit de doden verkondigden. Ze sloegen de hand aan hen, en brachten ze in verzekerde bewaring tot de volgende morgen; want het was reeds avond. Maar velen van hen, die de prediking hadden gehoord, werden gelovig; het getal der mannen steeg tot vijf duizend ongeveer. De volgende morgen kwamen de oversten, oudsten en schriftgeleerden van Jerusalem bijeen, te zamen met Annas, den hogepriester, met Káifas, Johannes en Alexander, en met allen, die tot het hogepriesterlijk geslacht behoorden. Ze lieten hen voorbrengen, en vroegen: Door welke macht en in wiens naam hebt gij dit gedaan? Nu sprak Petrus, vervuld van den Heiligen Geest, hun toe: Oversten van het volk, en oudsten! Wanneer we heden gerechtelijk worden verhoord over een weldaad aan een gebrekkig mens be- wezen, en over het middel waardoor hij genas, dan zij het u allen en heel het volk van Israël bekend, dat deze man gezond hier voor u staat door de naam van Jesus Christus van Názaret, dien gij hebt gekruisigd, maar dien God heeft opgewekt uit de doden. Hij is "de steen, die gij, de bouwlieden, hebt verworpen; en Hij is de hoeksteen geworden." Bij niemand anders is er redding. Want onder de hemel is geen andere Naam aan de mensen gegeven, waardoor we zalig moeten worden.
Psalmen 118(117),1-2.4.22-24.25-27.
Halleluja! Brengt Jahweh dank, want Hij is goed: Zijn genade duurt eeuwig! Laat Israël herhalen: Zijn genade duurt eeuwig! Die Jahweh vrezen, herhalen: Zijn genade duurt eeuwig! De steen, die de bouwlieden hadden verworpen, Is hoeksteen geworden; Jahweh heeft het gedaan: Een wonder was het in onze ogen! Dit is de dag, die Jahweh gemaakt heeft: Laat ons thans jubelen en juichen! Ach Jahweh, blijf ons toch helpen; Ach Jahweh, maak ons gelukkig! Gezegend, die komt in de Naam van Jahweh: Uit Jahwehs woning bidden wij zegen u toe! Jahweh is God: Hij doet ons stralen van vreugde; Bindt dan de feestslingers tot de hoornen van het altaar!
Heilig Evangelie van Jezus Christus volgens Johannes 21,1-14.
Daarna verscheen Jesus nogmaals aan de leerlingen bij het meer van Tibérias. Hij verscheen op de volgende wijze: Eens waren Simon Petrus, Tomas, ook Didumus geheten, Natánaël uit Kana van Galilea, de zonen van Zebedeüs, en twee anderen van zijn leerlingen bijeen. Simon Petrus zeide tot hen: Ik ga vissen. Ze zeiden hem: Dan gaan wij met u mee. Ze trokken er dan op uit, en gingen de boot in; maar die nacht vingen ze niets. Toen reeds de morgen was aangebroken, stond Jesus aan het strand; maar de leerlingen wisten niet, dat het Jesus was. Jesus sprak tot hen: Jonge mannen, hebt gij wat vis? Ze antwoordden Hem: Neen. Hij zei hun: Werpt het net uit rechts van de boot, dan zult gij slagen. Ze wierpen het net uit; maar door het groot aantal vissen konden ze het niet meer ophalen. Nu sprak de leerling, dien Jesus liefhad, tot Petrus: Het is de Heer! Toen Simon Petrus hoorde, dat het de Heer was, deed hij, daar hij ontkleed was, zijn mantel om, en wierp zich in het meer. Daar men zich niet ver van de kust bevond, slechts ongeveer tweehonderd el, kwamen de andere leerlingen met de boot, en sleepten het net met de vissen achter zich aan. Toen ze geland waren, zagen ze een kolenvuur liggen, en vis en brood er bovenop. Jesus zeide hun: Haalt van de vissen, die ge nu gevangen hebt. Simon Petrus ging aan boord, en sleepte het net aan wal; het was vol grote vissen, honderd drie en vijftig in getal; en ondanks dit aantal was het net niet gescheurd. Jesus zei hun: Komt ontbijten. Niemand van de leerlingen durfde Hem vragen: Wie zijt Gij? Want ze wisten, dat het de Heer was. Jesus kwam nader, nam het brood en gaf het hun, en de vis eveneens. Zo verscheen Jesus nu de derde maal aan zijn leerlingen, na zijn verrijzenis uit de doden.
