Lezing uit het boek Rechters 2,11-19. Psalmen 106(105),34-35.36-37.39-40.43.44. Heilig Evangelie van Jezus Christus volgens Mattheus 19,16-22.
Lezing uit het boek Rechters 2,11-19.
Nu begonnen de Israëlieten kwaad te doen in de ogen van Jahweh, door de Báals te dienen. Ze verlieten Jahweh, den God hunner vaderen, die hen uit Egypte had geleid, en liepen vreemde goden na, de goden der hen omringende volken; hen vereerden ze, maar ze verbitterden Jahweh. Ze verzaakten Jahweh, door den Báal en de Asjtarten te dienen. Toen barstte Jahwehs toorn los tegen Israël; Hij gaf hen prijs aan plunderzieke benden, die hen uitschudden, en leverde hen over aan hun vijanden rondom, zodat ze niet langer tegen hun vijanden waren opgewassen. Bij al wat ze ondernamen was de hand van Jahweh tegen hen ten verderve gericht, zoals Jahweh gezegd had, zoals Jahweh het hun had gezworen. Maar als ze dan erg verdrukt werden, deed Jahweh Rechters opstaan, om ze uit de greep van die plunderaars te bevrijden. Maar zelfs naar hun Rechters luisterden ze niet. Ontuchtig liepen ze vreemde goden achterna, om die te vereren; dadelijk weken ze af van de weg, door hun vaderen bewandeld, die naar Jahwehs voorschriften hadden geluisterd, wat zij niet deden. Als Jahweh hun Rechters verwekt had, dan was Jahweh ook met den Rechter, en bevrijdde Hij hen van hun vijanden, zolang de Rechter leefde; want hun gejammer om hun verdrukkers en vervolgers ging Jahweh ter harte. Maar nauwelijks was de Rechter gestorven, of ze maakten het nog erger dan hun vaders; ze liepen vreemde goden achterna, dienden en vereerden hen, en lieten niets achterwege, wat in hun handel en wandel verkeerd was geweest.
Psalmen 106(105),34-35.36-37.39-40.43.44.
Ook verdelgden ze de volkeren niet, Zoals Jahweh het hun had bevolen; Maar ze vermengden zich met de heidenen, En leerden hun gewoonten aan: Ze vereerden hun beelden, en die werden hun strik; Ze brachten hun zonen en dochters aan de goden ten offer; Zo bezoedelden ze zich door eigen maaksels, En dreven overspel met het werk hunner handen! Toen werd Jahweh vergramd op zijn volk, En zijn erfdeel begon Hem te walgen: En al bracht Hij hun telkens verlossing, Ze bleven in hun opstand volharden! Maar werden ze door hun misdaad vermorzeld, Dan zag Hij neer op hun nood, zodra Hij hun smeken vernam;
Heilig Evangelie van Jezus Christus volgens Mattheus 19,16-22.
En zie, daar trad iemand op Hem toe, die tot Hem sprak: Goede Meester, wat goeds moet ik doen om het eeuwige leven te verkrijgen? Hij zeide hem: Waarom vraagt ge Mij naar het goede; Eén is er goed. Wilt ge dus het leven binnengaan, onderhoud dan de geboden. Hij zei Hem: Welke? En Jesus sprak: Gij zult niet doden; gij zult geen overspel doen; gij zult niet stelen; gij zult geen valse getuigenis geven; eer uw vader en moeder; heb uw naaste lief als uzelf. De jonge man zeide tot Hem: Dat alles heb ik onderhouden; wat ontbreekt me nog? Jesus zeide hem: Zo ge volmaakt wilt zijn, ga dan verkopen wat ge bezit, geef het aan de armen, en ge zult een schat in de hemel bezitten. Kom dan, en volg Mij. Maar toen de jongeling dit woord vernam, ging hij treurig heen; want hij had veel bezittingen.
Bron : Petrus Canisius bijbelvertaling
Goede God.
Goede God, de woorden die Gij van oudsher gesproken hebt zijn in vervulling gegaan. Gij hebt U met ons verenigd, in de maaltijd van uw Zoon Jezus Christus. Wij vragen U: mogen wij de eenheid met U en met elkaar bewaren. En leven als trouwe volgelingen van Jezus Christus, uw Zoon en onze Heer. Amen.
N.
Gebed over de gaven.
Goede God, Gij hebt ons geroepen tot de tafel van uw Zoon. Dankbaar bieden wij U onze gaven aan. Wij bidden U: mogen zij ons omvormen tot goede volgelingen van Jezus Christus onze Heer. Amen.
Ofwel
God van het verbond, Gij roept uw volk bijeen rondom uw tafel. Laat de eenheid van dit brood en de vreugde van deze beker alle verdeeldheid uit ons midden wegnemen. Spreek Gij uw scheppend woord en maak ons tot het éne lichaam van uw Zoon Jezus die met U leeft in de eeuwen der eeuwen Amen.
N.
De eerste brief van de apostel Paulus aan de christenen van Korinte.
Broeders en zusters, Laat iedereen tegenover God blijven zoals hij was toen hij geroepen werd. Ik bedoel dit, vrienden: de tijd is kort geworden. De Heer zal spoedig komen. Laten daarom zij, die een vrouw hebben, zijn alsof ze er geen hadden. Als gij verdriet hebt, laat u daardoor niet overweldigen. Als gij blij zijt, geef u er niet aan over. Als gij iets koopt, klamp u er niet aan vast. Kortom, allen die met het aardse omgaan, moeten er niet in opgaan, want deze wereld, die wij zien, gaat voorbij. Ik zeg dat voor uw eigen bestwil, niet om het u moeilijk te maken. Het gaat mij alleen om de beste manier om God in volle toewijding te dienen.
N.
Uit de profeet Jona.
Het woord des Heren werd gericht tot Jona: "Begeef u op weg naar Nineve, de grote stad, en verkondig haar de boodschap die Ik u zal ingeven.' En Jona begaf zich op weg naar Nineve zoals de Heer hem bevolen had. Nineve nu was een geweldig grote stad, wel drie dagreizen groot. En Jona begon de stad binnen te trekken, een dagreis ver en hij preekte als volgt: "Nog veertig dagen en Nineve zal vergaan!" De mensen van Nineve geloofden het woord van God; ze riepen een vasten af en van groot tot klein deden allen het boetekleed aan En God zag wat ze deden en hoe ze zich van hun slecht gedrag bekeerden. En Hij kreeg spijt dat Hij hun met de ondergang gedreigd had en Hij voerde zijn dreiging niet uit.
Ofwel.
Lezing uit het boek Jona.
In die dagen sprak de Heer tot Jona: Sta op, ga naar Ninivé, die grote heidense stad, en zeg tot haar inwoners dat hun verdorvenheid tot Mij is doorgedrongen. Jona ging op weg zoals de Heer hem bevolen had. Ninivé was een geweldig grote stad: drie dagen had men nodig om er doorheen te trekken. Jona trok de stad in en toen hij één dag gegaan had, riep hij de inwoners toe: "Nog veertig dagen en Ninivé wordt met de grond gelijk gemaakt!" De mensen van Ninivé geloofden het woord van God. Zij kondigden een vasten af en iedereen, van klein tot groot, trok boetekleren aan. Toen de koning van Ninivé dit hoorde, stond hij op van zijn troon, legde zijn koninklijk gewaad af en trok een boetekleed aan. Ook liet hij in Ninivé omroepen: "Bevel van de koning! Niemand mag iets eten of drinken. Iedereen moet een boetekleed dragen en met aandrang tot God bidden. Allen moeten zich bekeren van hun slecht gedrag en van de ongerechtigheid die aan hun handen kleeft. En God zag wat zij deden. Hij zag hoe zij zich van hun slecht gedrag bekeerden. God kreeg spijt dat Hij hen met de ondergang bedreigd had en Hij spaarde de stad.
N.
Heilige God.
Heilige God, in Jezus roept Gij alle mensen op tot bekering en geloof in zijn Blijde Boodschap. Wij danken U voor het perspectief dan Gij ons biedt en vragen U: geef ons de kracht onze wijze van leven te veranderen en de weg te volgen van Jezus, uw Zoon, die met U en de heilige Geest leeft, door de eeuwen der eeuwen. Amen.
Ofwel
Heer onze God, Gij brengt alles met liefde tot stand en bewaart het in uw goedheid. Geef ons de moed ware leerlingen te zijn van Jezus en naar zijn woord te handelen, door Jezus uw Zoon en Onze Heer. die met U leeft in de eeuwen der eeuwen.
N.
AAN ALLE LEZERS VAN DIT BLOG.
Goede mensen, Bij het begin van zijn openbaar leven riep Jezus de mensen uit zijn omgeving op tot een nieuwe wijze van leven. Hij nodigde mensen uit met Hem mee te trekken en in het dagelijks contact met Hem, trouwe leerlingen en volgelingen te worden. Voor ons, die ons christenen noemen, blijft het een levensopgave de visie van Jezus te aanvaarden en daarin trouw te volharden. In deze samenkomst willen we ons inniger met Hem verbinden.
N.
Jesaja.
Het oude testament. De profeet Jesaja roept zijn mensen op om aandachtig te worden voor het goede nieuws van God dat op komst is. (Krachtig lezen) Luister mensen, luister naar mij, Jesaja, ik wil u wat vertellen : "Maak voor de Heer een weg doorheen het woud ! Leg een baan aan voor de Heer in de grote zandwoestijn ! Ruim de bergen en moeilijke hindernissen op, en vul de diepe gaten en spelonken ! Want de goedheid van de Heer is op komst, en alle mensen zullen Zijn goedheid gewaar worden ! Mensen uit de bergstreek, mensen uit de stad, zeg het aan alle medemensen : de goedheid van de Heer is op komst ! Hij zal komen als een sterke Heer, maar ook als een zachte bekommerde herder. Hij zal ons leiden als zijn lammetjes !"
N.
JEZUS.........
Jezus, jij houdt van alle mensen.
en speciaal van alle kinderen. Leer grote mensen net zoals jou ook zoveel van kinderen houden.
Leer ze meer dan genoeg houden van kinderen opdat elk kind genoeg kansen krijgt.
Leer ze niet te veel houden van kinderen zodat elk kind voldoende ruimte heeft om op te groeien.
N.
GEBED.
Goede God, deze mensen willen zich samen met mij voorbereiden op de komst van Jezus. Wij willen ons vrijmaken van belemmeringen in ons leven, in ons hart. Wij plaatsen hier bloemen, brood, wijn en lichtjes als teken dat wij wegen willen banen die de mensen dichter bij elkaar en bij U kunnen brengen naar de boodschap van Jezus onze redder. Amen.
N.
God onze Vader.
God onze Vader, wij wachten op de komst van uw Rijk op aarde. Wij weten dat wij daarom zelf onze krachten dienen in te zetten om de vrede en verstandhouding in onze omgeving te bevorderen. Geef ons een hart dat open staat voor andere mensen. Help ons om onszelf te veranderen. Help ons om te begrijpen wat de woorden van Jezus in ons eigen leven kunnen betekenen. Schenk ons ook in deze viering meer inzicht in de taak die wij kregen van Jezus uw Zoon. Amen.
N.
Lieve Jezus.
Lieve Jezus, help ons jouw liefde uit te stralen, waar wij ook gaan. overspoel onze geest met jouw geest en leven. Dring binnen in ons hele zelf en leef in ons, zodat ons leven slechts een uitstraling van uw leven is. Wees zo in ons aanwezig dat elke mens waarmee wij in contact komen Uw aanwezigheid in onze ziel herkennen. Laat alleen Jezus zien als ze naar ons kijken, alleen Jezus! blijf bij ons. Dan zullen wij stralen zodat wij anderen tot licht kunnen zijn dit Licht, Jezus, is gans van jou. niets ervan behoort ons toe. Wij prijzen je zoals jij het liefst hebt: door jouw liefde aan anderen door te geven. Laat ons voorleven zonder preken, zonder woorden, maar door ons voorbeeld, door de ingrijpende kracht en invloed van wat wij doen, door de vanzelfsprekende volle liefde die wij je toedragen.
N.
God van mensen.
Om zijn inzet voor kwetsbaren, God van mensen, werd uw getuige uit Nazaret door machtigen afgeschreven. Maar met Hem geloven ook wij dat Hij die leven ter beschikking stelt, leven zal vinden. Bemoedig ons om zijn volgelingen te worden, beschikbaar voor hen die uitzien naar handen die helen, en naar harten die delen wat U daarin neerlegt. Amen.
N.
GOD.
Aanvaard onze dankzegging, God, om ons aller herder Jezus, die zich inzette voor anderen, maar niet opkwam voor zichzelf. Maak zijn verhaal tot het onze, opdat wij als zijn volgelingen mensen voor mensen worden, dienaars van elkaars geluk en vrede. Amen.
N.
Bezinning. ( Wanneer mensen elkaar ontmoeten ).
Er zijn verschillende manieren waarop mensen met elkaar kunnen omgaan. Die komen we allemaal tegen in het leven. Mensen kunnen elkaar zakelijk benaderen, van op afstand, onpersoonlijk, naamloos en genummerd. Mensen kunnen ook anders met elkaar omgaan en dat gebeurt gelukkig ook: heel persoonlijk en aandachtig. Het kost veel meer tijd en moeite, maar de kans is groot dat je dan een enig mens ontmoet, iemand met een eigen naam en een eigen verhaal. Het is een genade als je mensen ontmoet met wie je zo mag omgaan. Je herkent elkaar als lotgenoten, worstelend met dezelfde vragen, levend in dezelfde hoop. Dan vindt er een soort versmelting plaats, van samen leven, lachen, lijden, in echte sympathie, vriendschap en vrede.
N.
Uit het boek Wijsheid.
Heer, heel onze aarde is voor U als een stofje op de weegschaal of als een vroege dauwdruppel die neervalt op deze aarde. Maar Gij ontfermt U over allen die op deze aarde leven, want Gij zijt bezorgd om alles, zelfs om het heel kleine. Gij oordeelt mild over de zonden van de mensen, opdat ze tot inkeer zouden komen. Gij houdt immers van alles wat bestaat en verafschuwt niets van wat Gij geschapen hebt. Iets dat Gij haat, zoudt Gij immers niet geschapen hebben. Ja, alles spaart Gij, want alles is van U en Gij heerst vol liefde over al wat leeft! Zo straft Gij de zondaars met mate, opdat ze hun boosheid verlaten en trouw blijven aan U, Heer.
N.
God roept mij ??
Een kind vroeg: "God, hoe kan het nu, dat Gij mij roept? Hebt Gij al eens goed naar mijn handen gezien? Naar mijn begerige ogen, mijn gesloten oren, mijn zwakke schouders en mijn mismaakte voeten? Hoe zou ik met al deze U kunnen dienen." God sprak met een lichte verontwaardiging: "Maar kind toch, sinds wanneer zijn je voeten van jou? En je handen, je oren, je ogen? Heb ik je mijn voeten niet gegeven om op weg te gaan naar kale akkers die dringend moeten bewerkt worden? Heb ik je mijn oren niet gegeven om te luisteren waar ergens een helper gezocht wordt bij het mesten? Heb ik je mijn eigen handen niet gegeven om kwistig te zaaien, vol verlangen geen plekje ongemoeid te laten? Heb ik je mijn ogen niet gegeven om te zien waar ergens onkruid staat dat absoluut moet gewied worden? Heb ik je mijn hart niet geschonken om vreugdevol op te slaan bij het zien van de rijke oogst?" Toen ging het kind onder de bloeiende kerselaar zitten en keek naar zijn open handen, volgde de blik van zijn nieuwsgierige ogen, telde het onrustig kloppen van zijn hart, stapte mee met de trage gang van zijn voeten, luisterde naar het monotone geruis van zijn oren. "Dat kan niet! God, nu moet ge U toch vergist hebben." Vervolgens kwam er een vriend voorbij, dromend fietsend over de weg en struikelend over een opstaande steen en viel. En de handen van de vriend lagen open en zijn voet werd pijnlijk dik en in diens oren klonk een luid geruis. Meteen stond het kind haastig op en voeten gingen naar die ander, ogen zagen een blik vol pijn, handen drenkten een zakdoek in een plas om pijn te verzachten. En het kind hoorde zich troostwoorden zeggen en twee harten klopten samen in hetzelfde ritme. Toen knikte het kind en zei: "God, misschien gaat het toch wel! Hier ben ik."
N.
GOD......
Gij wilt niet onbereikbaar zijn, God, Gij laat U zien. Waar wij bereid zijn U te vinden, daar zult Gij zijn. Als ergens vrede tot stand komt, zijt Gij dichtbij. Als wij elkaar vertrouwen schenken en kracht om te leven, werkt Uw Geest in ons. Waar trouw wordt beloofd en wij ons geven voor elkaar, is Uw Zoon onder ons. Eens en voorgoed is Hij voor ons het bewijs van Uw altijddurende liefde.
N.
Liefdevolle God.
Liefdevolle God, aan het begin van de week van gebed voor de eenheid van christenen willen wij ons openen voor de kracht van uw Geest, die ieder van ons met talenten heeft bedeeld, want Gij zijt een God van liefde. Wij danken U, goede God voor Jezus, uw eerstgeborene, die leefde in uw Geest. Zoals Jezus gericht was op het welzijn van allen, zo zouden ook wij onze talenten willen inzetten. Soms voelen wij ons als lege wijnvaten, waaruit niet meer te schenken valt. Help dat we ons dan spiegelen in het vertrouwen van Maria dat wat onmogelijk leek toch mogelijk kan worden. In en door U, God, zijn wij allen met elkaar verbonden. Help ons om in de Geest van Jezus ruimhartig met elkaar om te gaan. Dat vragen wij U voor vandaag en voor alle dagen van ons leven. Amen.
N.
Lezing uit de profeet Jesaja .
62 1 Uit liefde voor Sion kan ik niet zwijgen, uit liefde voor Jeruzalem ken ik geen rust, totdat zijn heil straalt als een gloed en zijn redding als een brandende toorts. 2 De volken zullen uw heil zien en alle koningen uw heerlijkheid. Zij geven u een nieuwe naam, die de HEER zelf heeft bepaald. 3 U zult een schitterende kroon zijn in de hand° van de HEER, een koninklijk diadeem in de hand van uw God. 4 Men noemt u niet langer `Verstotene°', en uw land niet langer `Verlatene', maar u zult heten: `Mijn Welbehagen', en uw land: `Gehuwde'. Want de HEER heeft welbehagen in u en uw land wordt gehuwd. 5 Zoals een jongeman een meisje huwt, zo zal Hij, die u opbouwt, u huwen. En zoals de bruidegom blij is met zijn bruid, zo zal uw God blij zijn met u.