For this blog to translate into language of your choice? Select your language below.
2 prachtige pps-jes hierboven van Godelieve en ook Mama rechts heeft ze gemaakt Klik op de banner en bekijk nog veel meer moois op haar blog
Klik op de banner hier beneden en ga eens langs bij Lenie voor nog meer moois Alle Ave Maria pps-jes hierboven zijn van haar
Gastenboek
Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
Wonder
14-08-2009
Hef uw handen op naar Hem.
Hef uw handen op naar Hem Zing uw vreugde uit Prijs Zijn Naam met heel uw hart, Want Jezus is uw Heer Breng Jezus lof en eer.
'k Riep in mijn angst tot de Heer, En Hij heeft mij gehoord. Hij nam de vrees van mij weg En ik zing de hele dag.
Zoek eerst Zijn liefde en Zijn trouw, Dan ontbreekt er u niets. Open uw handen voor Zijn troon En Hij geeft in overvloed.
N.
't Wees Gegroet.
't Klinkt zo zacht mij in d'oren, het blijde weesgegroet. Simpel zuiver en zoet, als 't lied der en'glenkoren.
Ave Maria, ave Maria, kon o moeder mijn zingen diep in uw harte dringen. Ave Maria, ave Maria
Komt mijn stervensuur nader, blijf Moeder dan bij mij. Maak het sterven mij blij en voer mij tot de Vader.
In de hemelse vrede, laat mij dan 't weesgegroet. Moeder zingen voorgoed door al de eeuwigheden.
N.
Bezinning.
Maria, moeder en vrouw, open voor een zending, helpend waar het kan, thuis bij eenvoudige mensen, zelden op de voorgrond, behalve bij de dood van je Zoon. Hart van een gemeenschap die met overtuiging wil werken aan een nieuwe wereld.
Maria, wees gegroet. Dankzij jou beginnen we te hopen op een wereld omgekeerd: de kleinste wordt de grootste, trots en macht zullen wijken voor de zachte krachten.
Maria, leer mijn hart en handen die zachte kracht van de trouwe dienstbaarheid.
Doorbreek de hardheid van mijn denken, van mijn veel te vlugge woorden, van mijn angst voor zelfverlies.
Laat mij met opmerkzaamheid, geduld en moed meegaan met hen die lijden, met hen die angstig of eenzaam zijn. Dat ik één mag worden met al wat leeft, in verwondering en mededogen. Dat ik uw zoon, Jezus, herkennen mag in de mensen die mij gegeven zijn.
N.
GEBED.
Door Jezus leerden wij God kennen als een luisterende Vader, die wij in alle omstandigheden mogen aanspreken, die ons uitnodigt Hem te zeggen wat ons op het hart ligt. Bidden wij tot Hem.
God, wij bidden U voor allen die ziek zijn en lijden, voor hen die door het leven gekwetst zijn, dat zij mensen naast zich weten bij wie ze mogen ervaren dat Uw liefde nabij is. Laat ons bidden Luister Heer, verhoor ons bidden. Plant uw vrede in ons hart.
God, wij bidden U, voor allen die zich als familie, als vriend of als vrijwilliger ten dienste stellen van anderen, dat zij begrijpend mogen luisteren en schroomvol spreken. Laat ons bidden Luister Heer, verhoor ons bidden. Plant uw vrede in ons hart.
God, wij bidden U voor allen die naar U zijn teruggekeerd en waarmee wij lief en leed hebben gedeeld, voor allen die wij nu in stilte bij naam noemen . God, laat hen delen in Uw vrede en vreugde en help ons te geloven dat wij, over de dood heen, met elkaar verbonden blijven. Laten wij bidden. Luister Heer, verhoor ons bidden. Plant uw vrede in ons hart.
Voor al onze eigen intenties en voor alles wat op dit moment nog onuitgesproken in ons hart verder leeft. Dat Maria het opneemt en het met haar zorg omringt. Laat ons bidden. Luister Heer, verhoor ons bidden. Plant uw vrede in ons hart.
Goede God, wij vertrouwen onze noden aan U toe. Blijf bij ons aanwezig en omring ons met voelbare vriendschap door de mensen rondom ons. Amen.
N.
Bezinning.
Vanuit mijn kamer zag ik ze: twee meisjes die al pratend en lachend met een bevallige sprong de tram uitwipten. Met hun kleurige bloesjes en opgewekte gezichten waren ze een zonnetje voor ieder die voorbijkwam. ZO MOET MARIA GEWEEST ZIJN, MARIA, DE MOEDER VAN JEZUS.
Om op de stoep te kunnen komen met de kinderwagen zonder haar engeltje te wekken maakte de jonge moeder een heel manoeuver. Niemand zag het, merkte het op, en toch was het een hele wereld op zichzelf: een moeder met haar slapend kindje in de straat. ZO MOET MARIA GEWEEST ZIJN, MARIA, DE MOEDER VAN JEZUS.
Tijdens de vakantie zei een vluchtelingenvrouw mij eens heel spontaan: Hoe prachtig vind ik die bouwgezellen, hoe prachtig vind ik hun werk. -Hebt u veel meegemaakt onder de oorlog, mevrouw? Vroeg ik domweg. -Ik heb mijn jongen verloren, mijn enige zoon. Zij schreide zacht. ZO MOET MARIA GEWEEST ZIJN, MARIA, DE MOEDER VAN JEZUS.
N.
Apostolische geloofsbelijdenis.
Eeuwige God, wij danken U dat u ons bij name roept. In U leven, bewegen en groeien wij. Wij bidden voor de kerken en christenen overal ter wereld. Herinner ons aan onze gezamelijke afkomst, ons fundament in Christus. Dat wij naar elkaar toe mogen groeien in geloof en liefde, totdat wij de eenheid bereiken naar Uw wil.
Trouwe God, zend ons Uw Geest. Leer ons Jezus kennen. Help ons te leven in de geest van Jezus. Dat wij van Hem getuigen en overal Gods wijsheid verkondigen. Sterk ons in ons werk voor vrede en verzoening in kerk en samenleving.
Genadige God, wij bidden voor de kerken in onze parochies: de Rooms katholieke, de Protestantse, de Anglicaanse hier tesamen en voor alle kerken die worstelen met veranderingen door groei, neergang, strijd of conflicten. Inspireer en sterk hen.
Eeuwige God, wij bidden voor hen die geen huis, geen land, geen voedsel, geen werk, geen medicijnen hebben en geen vrede kennen. Dat wij Christus herkennen in hen die lijden en arm zijn.
Goede God, wij danken U voor de gaven van Uw schepping. Leer ons onze tijd, onze mogelijkheden, onze energie en onze liefde te delen met elkaar. Geef ons oog voor de wonden die geslagen worden in de mensenfamilie en in de schepping. Maak ons gevoelig en geef ons de kracht om wonden te helen. Laat ons trouw zijn aan onze roeping. Dat wij ons hele leven geven aan Christus, want aan Hem behoren wij toe. Alles op aarde en in de hemel is in Hem tot eenheid gebracht.
Barmhartige God, in de stilte leggen wij U alles voor wat in ons hart aan zorgen en vreugde leeft.
N.
Volgens Mattheus (24,42-44).
Weest waakzaam, want gij weet niet op welke dag uw Heer komt. Begrijpt dit wel: als de eigenaar van het huis wist op welk uur van de nacht de dief zou komen, zou hij blijven waken en in zijn huis niet laten inbreken, Weest ook gij dus bereid, omdat de Mensenzoon komt op het uur waarop gij het niet verwacht.
N.
Heer.
Heer, onze God, met geloof en vertrouwen, en met de liefde die wij U van ouds hebben bewezen, bidden wij U voor ons land, Gij hebt ons niet bespaard We hebben U niet verloochend, Geef ons vandaag de kracht om vol te houden om volk te zijn zegen onze koning en zijn familie, wees bij hen die ons regeren, geef ze inspiratie en moed, vertrouwen en verantwoordelijkheid. laat ons niet wanhopig worden, niet verbitterd, wegens tegenkanting en kortzichtigheid, wegens geleden onrecht of onrecht ophanden, maar laat ons liever geloven in de nieuwe mensen die niet nààst elkaar maar mét elkaar zullen leven, op de nieuwe aarde die Gij beloofd hebt vanaf het begin. Geef dat onze geliefde doden als zaden in het zand zijn voor een oogst van vrede. En dat over onze arme, gemartelde aarde Eindelijk het geweld van de wapens mag zwijgen, zodat weer hoorbaar wordt de stem van moeders en kinderen van vrouwen en mannen, die Gij bezielt met woorden van vrede. Amen.
N.
Litanie van de menswording van God.
Gij God van mijn leven Gij God van de aarde Gij zijt niet boven de wolken maar op de stoep van de straat Gij woont niet buiten de wereld maar er midden in Gij ons vlees en ons bloed Gij been van mijn been Gij mens Gij broeder en zuster Gij vader en moeder Gij schreiend kind Gij falende mens Gij vluchteling langs de straten van de wereld Gij uit het land verdreven jonge Gij verkracht meisje Gij geschonden vrouw Gij dronken man Gij verwaarloosde bejaarde Gij uitgelachen vrouw Gij van honger wenend kind Gij naamloze vreemdeling Gij schuldige nalatige Gij dakloze Gij drugverslaagde Gij werkloze Gij geslagen man Gij gefolterde vrouw Gij offer van de machtigen Gij gedode mens Gij wonderbare mens Gij zachte hand Gij stralende lach Gij lichtend gelaat Gij goed hart Gij mijn vriend en mijn vriendin Gij alles in allen Gij alles in iedereen Gij onze bevrijder Gij God van mijn leven Gij God van de aarde.
N.
O Heer.
O Heer, die niet gebonden zijt, aan een klimaat of een hemelstreek, aan een taal of een werelddeel, voor wie heel de aarde een mensentuin is, wij bidden U om vrede voor de wijde wereld, om levenslicht overal waar het levenslicht opgaat, een afkeer van de dwaze, afgodische welvaart, om aandacht voor toenadering tussen de mensenstammen die ver van elkaar afstaan dan de maan van de aarde, wij bidden U, dat de ruimte wordt overwonnen die mensenrassen scheidt, dat wij niet van kwaad tot erger vervallen, en deze aarde, uw proefruin onbewoonbaar maken. Geef ons in deze tijd, o God, Mensen met een oorspronkelijk hart, Met een licht voor de wereld in hun ogen, met warmte in hun handen, mensen die herders kunne zijn, zodat de volkeren weer weten dat ze bij elkaar behoren. Geef ons aanvoerders in de moed, om het goede te doen, de onverschilligheid te haten en niet zo landerig vrede te hebben met het kwaad, en te spelen met vuur, om Uw lof gaande te houden, en geef aan uw wereld hart en ziel. Maak het tot ons Vaderland.
N.
13-08-2009
NIEUWE BOODSCHAP HILLE KOK.
Woensdag 12 augustus 2009
Nieuw-Volendam
Gij ZONDIG MENS"
VERBÉTER UW LEVEN
Ontvangen s nachts om half 2
op 3 augustus 2009.
Hille Kok
Míjn... Volk
Hóe Bándeloos en Zédeloos!!!
Zíjt Gíj Gewórden!!
Roékeloos In dé Handen van Sátan!!!
Uw Líjdens Wég!!
Zal Zwáár nog Zíjn!!
Gekétend aan dé Aarde
Díe eens U Lós zal láten!!
Wát een Dwáásheid
Door Níet Na te Dénken!!
Óvér Uw Léven Híer op Aárde!!!
Wéét Gíj dan Níet!!!
Dát U Allén!!!
Híer Uw Lót Kan Bépalen!!!
Díe U láter door Hét!!
Góddelíjk Gerécht van dé Vader!!
Zál worden Tóe Gewézen!!!
Wát n Teleur Stélling
Stáát Velen té Wáchten!!!
De Schrík die U zal Omríngen!!
En Zíen hóeveel Kwáád!!
Gíj Heeft Gédaan!!!
Zónder Oóit Ná te Dénken!!!
Dát de Váder U Zál Stráffen!!
En Beréchten!!!
Zíjn Líefde IS Gróót!!
Máár Zíjn Gerechtígheid
Zullen Vélen Níet Óntlopen!!!
Dénk Na ín Alles wát Gíj doet!!
Eéns Wordt ér Rekenscháp!!!
Óver Gevráágd!!!
Wát een Verdríet!!
Hééft de Váder Dán!!!
Als Híj Zíjn Kínderen!!
Verlóren Zíet Gaan!!!
Ín de Hánden van dé Satán!!
De Wéreld IS Vérdorven!!
Zíjn Wálging IS Gróót!!
Dóór die Zondíge Ménsen!!!
Díe Hém Zovéél Píjn dóen!!
Dóór Hun Lichámen
De Témpel Van dé H. Géést!!
Té Misbruíken Als Lúst Object!!!
Hóe Zwaar Zult Gíj
Híerdoor Gestráft Wórden!!!
Als Gíj Uw Béést achtíge Léven!!!
Níet Zal Veránderen!!
Én Vergéving Vráágt!!
Aan dé Vader In Hét!!
Heilig Sacráment van de Bíecht!!!
Wát een Verwílderde Sexúele!!
Béésten Zíjn Vélen Gewórden!!!
Ách wat Zúllen er Vélen!!!
Spíjt van Kríjgen máár!!!
Vóór Vélen te Láát!!
De Tránen Zullen Níet meer Stóppen!!
En Veránderen In Háát!!
Dóórdat Gíj de Líefde Hééft Verlóren!!!
Dóór Uw Lústen Bót te Víeren!!!
Nóg Kunt Gíj de Vergéving!!
Ontvángen van dé Vader!!!
Veránder Uw Levensstíjl!!
Als Gewóne Ménsen!!!
Zoáls God dé Mens Hád Gemáákt!!!
Mán En Vróuw!!!
Sámen Een- Ín dé Líefde!!
Wéét toch dat er ééns!!
Een Eínd aan Zál Komen!!!
En U Vóór Het Góddelijk!!
Gerécht zal Stáán!!
Wat n Vréselijk Lót
Zal dat Voor Vélen Zijn!!!
Als Gíj Níet Luístert!!!
Naar dé Stem van de Váder!!!
Dé Líefde Zélf!!!
Kom térug tot dé Vader!!
Zíjn Líjdens Wég IS Gróót!!
Door Zijn Verdórven Kínderen!!!
Láát de H. Géést
Uw Hárten weer Beróeren!!!
Kíes de Wég die de Váder!!
Ú Allen Gáf!!
Verláát die Duívelse Mássas!!!
Díe Hun Eígen Konínkríjk
Op Ríchten!!!
Vélen gaan Hún Achtérna!!!
Zíj Zullen dé Verkéérde Keúze
Máken en Verlóren gáán!!
Dé Vader Zégt U Allén!!!
De Róóms Katholíeke Kérk!!!
IS Hét Ware Gelóóf!!!
Lééf naar Zíjn Gebóden
Dán Zult Gíj Níet
Verloren Gaan
Amen
Hille Kok
Opwekking 004 - Zijn naam is wonderbaar.
HET GLORIERIJKE KRUIS. (Schriften van Madeleine ).
DERTIGSTE VERSCHIJNING
Vrijdag, 2 mei 1975 0m 17.45 uur in de kapel
Madeleine is alleen; zij heeft niet het gevoel te zijn genodigd om voor het Allerheiligste te knielen. Vanaf haar plaats ziet zij dat de Heilige Hostie plotseling rode en witte stralen begint uit te werpen, onophoudelijk bezield door een blijvende vernieuwing; niet zoals bij zonnestralen zijn zij onbeweeglijk.
Er is geen boodschap geweest of stem, maar toch was de monstrans verdwenen om plaats te maken voor de stralen.
Lezing uit het boek Jozua 3,7-10.11.13-17. Psalmen 114(113A),1-2.3-4.5-6. Heilig Evangelie van Jezus Christus volgens Mattheus 18,21-35.19,1.
Lezing uit het boek Jozua 3,7-10.11.13-17.
Toen sprak Jahweh tot Josuë: Vandaag zal Ik beginnen, u groot te maken in het oog van heel Israël, opdat ze weten, dat Ik met u zal zijn, zoals Ik met Moses geweest ben. Beveel aan de priesters, die de ark des Verbonds dragen: Als gij de oever van de Jordaan hebt bereikt, moet ge in de Jordaan gaan staan. Nu sprak Josuë tot de kinderen van Israël: Komt naderbij en hoort, wat Jahweh, uw God, u zegt! En Josuë vervolgde: Hieraan zult ge erkennen, dat er een levende God in uw midden is, die de Kanaänieten, Chittieten, Chiwwieten, Perizzieten, Girgasjieten, Amorieten en Jeboesieten voor u uit zal jagen! Zie, de ark des Verbonds van den Heer der gehele aarde trekt voor u uit de Jordaan in. Zodra de voetzolen der priesters, die de ark van Jahweh, den Heer der gehele aarde, dragen, het water van de Jordaan zullen aanraken, zal het water van de Jordaan, het water namelijk dat van boven komt, worden afgesneden en als een dam blijven staan. Toen dus het volk uit zijn tenten opbrak, om de Jordaan over te trekken, droegen de priesters de ark des Verbonds voor het volk uit. En ofschoon de Jordaan gedurende heel de zomertijd buiten zijn oevers staat, hadden de dragers van de ark nauwelijks de Jordaan bereikt, en waren de voeten der priesters, die de ark droegen, in de rand van het water gedompeld, of het water, dat van boven kwam, bleef staan, en rees heel in de verte omhoog als een dam, bij de stad Adam, die bij Saretan ligt; terwijl het water, dat naar de Araba-zee, de Zoutzee, vloeit, geheel verdween. Zo stak het volk tegenover Jericho over. En terwijl heel Israël over het droge trok, bleven de priesters, die de ark van Jahwehs Verbond droegen, midden in de Jordaan op het droge staan, totdat het hele volk de overtocht van de Jordaan had beëindigd.
Psalmen 114(113A),1-2.3-4.5-6.
Halleluja! Toen Israël uit Egypte trok, Jakobs huis uit een volk van barbaren, Werd Juda zijn heiligdom, En Israël zijn rijk. De zee zag het, en sloeg op de vlucht, De Jordaan deinsde terug; Als rammen sprongen de bergen weg, Als lammeren de heuvels. Zee, wat was er, dat gij gingt vluchten, Jordaan, dat gij achteruit zijt geweken; Bergen, dat gij wegsprongt als rammen, Gij heuvels als lammeren?
Heilig Evangelie van Jezus Christus volgens Mattheus 18,21-35.19,1.
Nu kwam Petrus naar Hem toe, en sprak: Heer, hoe dikwijls moet ik mijn broeder vergeven, die tegen mij misdoet? Tot zeven keer toe? Jesus zei hem: Niet tot zeven keer toe, zeg Ik u; maar tot zeventig maal zeven keer. Daarom is het rijk der hemelen gelijk aan een koning, die afrekening wilde houden met zijn dienaars. Toen hij met de afrekening was begonnen, bracht men er een binnen, die hem tienduizend talenten schuldig was. Daar hij niets had om te betalen, beval zijn meester, hemzelf te verkopen met zijn vrouw en zijn kinderen en alles, wat hij bezat, en zó de schuld te vereffenen. Maar de knecht viel hem smekend te voet, en zeide: Heb geduld met mij, en ik zal u alles betalen. De heer had medelijden met dien knecht, liet hem gaan, en schold hem de schuld kwijt. Maar toen die knecht was heengegaan, ontmoette hij een zijner medeknechten, die hem honderd tienlingen schuldig was; hij greep hem tot worgens toe bij de keel, en zeide: Betaal me wat ge schuldig zijt. Zijn medeknecht viel hem smekend te voet, en sprak: Heb geduld met mij, en ik zal u betalen. De ander wilde dit niet, maar ging heen, en liet hem in de kerker werpen, totdat hij de schuld zou hebben betaald. Toen nu zijn medeknechten zagen wat er gebeurd was, werden ze diep bedroefd, en gingen hun meester alles vertellen. Nu liet zijn heer hem roepen, en zei tot hem: Boze knecht, die hele schuld schold ik u kwijt, omdat ge het mij hebt gevraagd; moest ook gij u dan niet ontfermen over uw medeknecht, zoals ikzelf mij over u heb ontfermd. En in zijn toorn leverde de heer hem aan de beulen over, totdat hij de hele schuld zou hebben voldaan. Zo zal ook mijn hemelse Vader met u handelen, als gij niet allen uw broeder van harte vergeeft. Toen Jesus deze onderrichting geëindigd had, verliet Hij Galilea, en ging naar het gebied van Judea aan de overkant van de Jordaan.
Bron : Petrus Canisius bijbelvertaling
Lucas 13, 1-9: Gelijkenis van een vijgenboom zonder vruchten.
Op dat ogenblik kwamen er mensen bij Hem met het bericht over de Galileeërs, verzetslieden, van wie Pilatus het bloed met dat van hun offerdieren had vermengd. Pilatus had hen gedood op de tempelplaats alsof zij ook offerdieren waren. De Joden vertelden dat het hun verdiende lot was en dat ze zeker fouten, ja zonden tegen God hadden begaan om zo te moeten eindigen. Jezus zei daarop: "Denkt u nu echt dat deze mannen grotere zondaars zijn geweest dan alle andere Galileeërs, omdat hun dit is overkomen? Daar is geen sprake van. Maar als u zich niet bekeert tot een leven met God, dan zult u allemaal zoals zij er het leven bij inschieten. Of denkt gij misschien dat die achttien mensen die gedood werden toen de Siloamtoren instortte, meet schuldig waren dan alle andere inwoners van Jeruzalem? Ook geen sprake van. Maar als u zich niet bekeert tot een leven met God, dan zult u allemaal zoals zij omkomen" Om het te verduidelijken vertelde Hij deze gelijkenis: "Iemand had in zijn wijngaard een vijgenboom staan. Hij kwam kijken of er vruchten aan zaten, maar vond er geen. Toen zei hij tegen de wijngaardenier: 'Dit is nu al het derde jaar dat ik kom kijken of er aan deze vijgenboom vruchten zitten, en er geen vind. Hak hem maar om. Waarom zou hij de grond nog verder in beslag nemen?' De wijngaardenier antwoordde: 'Mijnheer, laat hem dit jaar nog staan, zodat ik de grond eromheen kan omspitten en bemesten. Wie weet draagt hij dan volgend jaar vrucht. Zo niet, hak hem dan maar om.'"
N.
God.
God, wij zijn als jonge bomen en Gij wilt zo graag dat wij groeien en bloeien. Maak de plaats waar wij leven tot een vruchtbare grond: dat wij er echt tot leven kunnen komen, omdat Gij leven gééft. Help ons zuivere lucht in te ademen die niet wordt verpest. Laat ons onze takken wijd opensteken, zodat velen blij zijn om die mooie bloesem en beschutting vinden in onze schaduw. Maak ons sterk genoeg om toe te laten dat alle wildgroei wordt weggesnoeid en alle dode takken worden verwijderd, zodat wij groeien tot een gezonde boom. Help ons naar onszelf te kijken opdat wij zelf de tuinman zouden zijn aan onze levensboom die Gij ons hebt geschonken. Dat vragen wij U omdat we uit één stuk leerlingen willen zijn van Jezus, uw Zoon. Amen.
N.
GEZINSGEBED.
Heer Jezus, Gij zegt ons: "Zie Ik zend je". Toon ons duidelijk wegen aan die wij kunnen gaan. Stuur ons de goede richting uit zodat geen mens verloren gaat. Geef ons een open hart om in ieder een vriend een tochtgenoot te zien met wie wij uw Woord en Brood mogen delen. Geef ons ook de moed om het kruis te dragen in goede en kwade dagen. Dat we opkijken naar dit teken van hoop dat ons verder brengt dan de grenzen van dit leven. Heer, wees ons nabij, zodat wij vol vreugde de weg mogen gaan in liefde tot U en onze Vader. Amen.
N.
Heer, onze God.
Gij draagt onze wereld in uw hand. Gij hebt de pijn van mensen ervaren. Maar Gij kent ook de vreugde in hun hart. In uw liefde mag onze vrede kiemen, in uw barmhartigheid groeit onze kracht. Wil uw volk behoeden en ons allen bewaren hier en nu, vandaag en morgen en alle dagen die ons gegeven zijn.
Amen.
N.
EVANGELIE volgens Johannes.
In die tijd zag Jezus in het voorbijgaan een man die blind was van zijn geboorte af. Toen spuwde Hij op de grond, maakt met het speeksel slijk, bestreek daarmee de ogen van de man en zei tot hem: Ga u wassen in de vijver van Siloam" - wat betekent: gezondene. Hij ging ernaar toe, waste zich en kwam er ziende vandaan. Zijn buren nu en degenen die hem vroeger hadden zien bedelen, zeiden: Is dat niet de man, die zat te bedelen?". Sommigen zeiden: Inderdaad, hij is het". Anderen: Neen, hij lijkt alleen maar op hem". Hijzelf zei: Ik ben het". Men bracht nu de man die blind geweest was bij de Farizeeën; de dag waarop Jezus slijk had gemaakt en zijn ogen geopend, was namelijk een sabbat. Ook de Farizeeën vroegen hem dus, hoe hij het gezicht herkregen had. Hij zei hun: De man die Jezus heet, deed slijk op mijn ogen, ik waste mij en ik zie". Toen zeiden sommige Farizeeën: Die man komt niet van God, want Hij onderhoudt de sabbat niet". Anderen zeiden: Hoe zou een zondig mens zulke tekenen kunnen doen?" Zo was er verdeeldheid onder hen. Zij richtten zich opnieuw tot de blinde en vroegen: Wat zegt gijzelf van Hem, daar Hij u toch de ogen geopend heeft?". Hij antwoordde: Hij is een profeet". Zij voegden hem toe: In zonden ben je geboren, zo groot als je bent, en jij wilt ons de les lezen?" Toen wierpen ze hem buiten. Jezus vernam dat men hem buitengeworpen had en toen Hij hem aantrof, zei Hij: Gelooft ge in de Mensenzoon?". Hij antwoordde: Wie is dat, Heer, dan zal ik in Hem geloven". Jezus zei hem: Gij ziet Hem, het is Degene die met u spreekt"'. Toen zei hij: Ik geloof, Heer". En hij wierp zich voor Hem neer.
N.
Heer, wij bidden U vol vertrouwen.
Richt onze levensweg naar U. Maak ons tot mensen die uw Woord ter harte nemen, en die durven kiezen voor de weg die Gij zijt voorgegaan. We vragen U: Leer ons begrijpen dat wij niet leven van brood alleen, maar van elk woord dat Gij ook spreekt in deze tijd. Ga met ons de weg die naar het ware leven voert. We vragen het U door Jezus Christus, uw Zoon, en in de kracht van de heilige Geest, hier en nu en tot in eeuwigheid.