For this blog to translate into language of your choice? Select your language below.
2 prachtige pps-jes hierboven van Godelieve en ook Mama rechts heeft ze gemaakt Klik op de banner en bekijk nog veel meer moois op haar blog
Klik op de banner hier beneden en ga eens langs bij Lenie voor nog meer moois Alle Ave Maria pps-jes hierboven zijn van haar
Gastenboek
Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
Wonder
13-08-2009
NIEUWE BOODSCHAP HILLE KOK.
Woensdag 12 augustus 2009
Nieuw-Volendam
Gij ZONDIG MENS"
VERBÉTER UW LEVEN
Ontvangen s nachts om half 2
op 3 augustus 2009.
Hille Kok
Míjn... Volk
Hóe Bándeloos en Zédeloos!!!
Zíjt Gíj Gewórden!!
Roékeloos In dé Handen van Sátan!!!
Uw Líjdens Wég!!
Zal Zwáár nog Zíjn!!
Gekétend aan dé Aarde
Díe eens U Lós zal láten!!
Wát een Dwáásheid
Door Níet Na te Dénken!!
Óvér Uw Léven Híer op Aárde!!!
Wéét Gíj dan Níet!!!
Dát U Allén!!!
Híer Uw Lót Kan Bépalen!!!
Díe U láter door Hét!!
Góddelíjk Gerécht van dé Vader!!
Zál worden Tóe Gewézen!!!
Wát n Teleur Stélling
Stáát Velen té Wáchten!!!
De Schrík die U zal Omríngen!!
En Zíen hóeveel Kwáád!!
Gíj Heeft Gédaan!!!
Zónder Oóit Ná te Dénken!!!
Dát de Váder U Zál Stráffen!!
En Beréchten!!!
Zíjn Líefde IS Gróót!!
Máár Zíjn Gerechtígheid
Zullen Vélen Níet Óntlopen!!!
Dénk Na ín Alles wát Gíj doet!!
Eéns Wordt ér Rekenscháp!!!
Óver Gevráágd!!!
Wát een Verdríet!!
Hééft de Váder Dán!!!
Als Híj Zíjn Kínderen!!
Verlóren Zíet Gaan!!!
Ín de Hánden van dé Satán!!
De Wéreld IS Vérdorven!!
Zíjn Wálging IS Gróót!!
Dóór die Zondíge Ménsen!!!
Díe Hém Zovéél Píjn dóen!!
Dóór Hun Lichámen
De Témpel Van dé H. Géést!!
Té Misbruíken Als Lúst Object!!!
Hóe Zwaar Zult Gíj
Híerdoor Gestráft Wórden!!!
Als Gíj Uw Béést achtíge Léven!!!
Níet Zal Veránderen!!
Én Vergéving Vráágt!!
Aan dé Vader In Hét!!
Heilig Sacráment van de Bíecht!!!
Wát een Verwílderde Sexúele!!
Béésten Zíjn Vélen Gewórden!!!
Ách wat Zúllen er Vélen!!!
Spíjt van Kríjgen máár!!!
Vóór Vélen te Láát!!
De Tránen Zullen Níet meer Stóppen!!
En Veránderen In Háát!!
Dóórdat Gíj de Líefde Hééft Verlóren!!!
Dóór Uw Lústen Bót te Víeren!!!
Nóg Kunt Gíj de Vergéving!!
Ontvángen van dé Vader!!!
Veránder Uw Levensstíjl!!
Als Gewóne Ménsen!!!
Zoáls God dé Mens Hád Gemáákt!!!
Mán En Vróuw!!!
Sámen Een- Ín dé Líefde!!
Wéét toch dat er ééns!!
Een Eínd aan Zál Komen!!!
En U Vóór Het Góddelijk!!
Gerécht zal Stáán!!
Wat n Vréselijk Lót
Zal dat Voor Vélen Zijn!!!
Als Gíj Níet Luístert!!!
Naar dé Stem van de Váder!!!
Dé Líefde Zélf!!!
Kom térug tot dé Vader!!
Zíjn Líjdens Wég IS Gróót!!
Door Zijn Verdórven Kínderen!!!
Láát de H. Géést
Uw Hárten weer Beróeren!!!
Kíes de Wég die de Váder!!
Ú Allen Gáf!!
Verláát die Duívelse Mássas!!!
Díe Hun Eígen Konínkríjk
Op Ríchten!!!
Vélen gaan Hún Achtérna!!!
Zíj Zullen dé Verkéérde Keúze
Máken en Verlóren gáán!!
Dé Vader Zégt U Allén!!!
De Róóms Katholíeke Kérk!!!
IS Hét Ware Gelóóf!!!
Lééf naar Zíjn Gebóden
Dán Zult Gíj Níet
Verloren Gaan
Amen
Hille Kok
Opwekking 004 - Zijn naam is wonderbaar.
HET GLORIERIJKE KRUIS. (Schriften van Madeleine ).
DERTIGSTE VERSCHIJNING
Vrijdag, 2 mei 1975 0m 17.45 uur in de kapel
Madeleine is alleen; zij heeft niet het gevoel te zijn genodigd om voor het Allerheiligste te knielen. Vanaf haar plaats ziet zij dat de Heilige Hostie plotseling rode en witte stralen begint uit te werpen, onophoudelijk bezield door een blijvende vernieuwing; niet zoals bij zonnestralen zijn zij onbeweeglijk.
Er is geen boodschap geweest of stem, maar toch was de monstrans verdwenen om plaats te maken voor de stralen.
Lezing uit het boek Jozua 3,7-10.11.13-17. Psalmen 114(113A),1-2.3-4.5-6. Heilig Evangelie van Jezus Christus volgens Mattheus 18,21-35.19,1.
Lezing uit het boek Jozua 3,7-10.11.13-17.
Toen sprak Jahweh tot Josuë: Vandaag zal Ik beginnen, u groot te maken in het oog van heel Israël, opdat ze weten, dat Ik met u zal zijn, zoals Ik met Moses geweest ben. Beveel aan de priesters, die de ark des Verbonds dragen: Als gij de oever van de Jordaan hebt bereikt, moet ge in de Jordaan gaan staan. Nu sprak Josuë tot de kinderen van Israël: Komt naderbij en hoort, wat Jahweh, uw God, u zegt! En Josuë vervolgde: Hieraan zult ge erkennen, dat er een levende God in uw midden is, die de Kanaänieten, Chittieten, Chiwwieten, Perizzieten, Girgasjieten, Amorieten en Jeboesieten voor u uit zal jagen! Zie, de ark des Verbonds van den Heer der gehele aarde trekt voor u uit de Jordaan in. Zodra de voetzolen der priesters, die de ark van Jahweh, den Heer der gehele aarde, dragen, het water van de Jordaan zullen aanraken, zal het water van de Jordaan, het water namelijk dat van boven komt, worden afgesneden en als een dam blijven staan. Toen dus het volk uit zijn tenten opbrak, om de Jordaan over te trekken, droegen de priesters de ark des Verbonds voor het volk uit. En ofschoon de Jordaan gedurende heel de zomertijd buiten zijn oevers staat, hadden de dragers van de ark nauwelijks de Jordaan bereikt, en waren de voeten der priesters, die de ark droegen, in de rand van het water gedompeld, of het water, dat van boven kwam, bleef staan, en rees heel in de verte omhoog als een dam, bij de stad Adam, die bij Saretan ligt; terwijl het water, dat naar de Araba-zee, de Zoutzee, vloeit, geheel verdween. Zo stak het volk tegenover Jericho over. En terwijl heel Israël over het droge trok, bleven de priesters, die de ark van Jahwehs Verbond droegen, midden in de Jordaan op het droge staan, totdat het hele volk de overtocht van de Jordaan had beëindigd.
Psalmen 114(113A),1-2.3-4.5-6.
Halleluja! Toen Israël uit Egypte trok, Jakobs huis uit een volk van barbaren, Werd Juda zijn heiligdom, En Israël zijn rijk. De zee zag het, en sloeg op de vlucht, De Jordaan deinsde terug; Als rammen sprongen de bergen weg, Als lammeren de heuvels. Zee, wat was er, dat gij gingt vluchten, Jordaan, dat gij achteruit zijt geweken; Bergen, dat gij wegsprongt als rammen, Gij heuvels als lammeren?
Heilig Evangelie van Jezus Christus volgens Mattheus 18,21-35.19,1.
Nu kwam Petrus naar Hem toe, en sprak: Heer, hoe dikwijls moet ik mijn broeder vergeven, die tegen mij misdoet? Tot zeven keer toe? Jesus zei hem: Niet tot zeven keer toe, zeg Ik u; maar tot zeventig maal zeven keer. Daarom is het rijk der hemelen gelijk aan een koning, die afrekening wilde houden met zijn dienaars. Toen hij met de afrekening was begonnen, bracht men er een binnen, die hem tienduizend talenten schuldig was. Daar hij niets had om te betalen, beval zijn meester, hemzelf te verkopen met zijn vrouw en zijn kinderen en alles, wat hij bezat, en zó de schuld te vereffenen. Maar de knecht viel hem smekend te voet, en zeide: Heb geduld met mij, en ik zal u alles betalen. De heer had medelijden met dien knecht, liet hem gaan, en schold hem de schuld kwijt. Maar toen die knecht was heengegaan, ontmoette hij een zijner medeknechten, die hem honderd tienlingen schuldig was; hij greep hem tot worgens toe bij de keel, en zeide: Betaal me wat ge schuldig zijt. Zijn medeknecht viel hem smekend te voet, en sprak: Heb geduld met mij, en ik zal u betalen. De ander wilde dit niet, maar ging heen, en liet hem in de kerker werpen, totdat hij de schuld zou hebben betaald. Toen nu zijn medeknechten zagen wat er gebeurd was, werden ze diep bedroefd, en gingen hun meester alles vertellen. Nu liet zijn heer hem roepen, en zei tot hem: Boze knecht, die hele schuld schold ik u kwijt, omdat ge het mij hebt gevraagd; moest ook gij u dan niet ontfermen over uw medeknecht, zoals ikzelf mij over u heb ontfermd. En in zijn toorn leverde de heer hem aan de beulen over, totdat hij de hele schuld zou hebben voldaan. Zo zal ook mijn hemelse Vader met u handelen, als gij niet allen uw broeder van harte vergeeft. Toen Jesus deze onderrichting geëindigd had, verliet Hij Galilea, en ging naar het gebied van Judea aan de overkant van de Jordaan.
Bron : Petrus Canisius bijbelvertaling
Lucas 13, 1-9: Gelijkenis van een vijgenboom zonder vruchten.
Op dat ogenblik kwamen er mensen bij Hem met het bericht over de Galileeërs, verzetslieden, van wie Pilatus het bloed met dat van hun offerdieren had vermengd. Pilatus had hen gedood op de tempelplaats alsof zij ook offerdieren waren. De Joden vertelden dat het hun verdiende lot was en dat ze zeker fouten, ja zonden tegen God hadden begaan om zo te moeten eindigen. Jezus zei daarop: "Denkt u nu echt dat deze mannen grotere zondaars zijn geweest dan alle andere Galileeërs, omdat hun dit is overkomen? Daar is geen sprake van. Maar als u zich niet bekeert tot een leven met God, dan zult u allemaal zoals zij er het leven bij inschieten. Of denkt gij misschien dat die achttien mensen die gedood werden toen de Siloamtoren instortte, meet schuldig waren dan alle andere inwoners van Jeruzalem? Ook geen sprake van. Maar als u zich niet bekeert tot een leven met God, dan zult u allemaal zoals zij omkomen" Om het te verduidelijken vertelde Hij deze gelijkenis: "Iemand had in zijn wijngaard een vijgenboom staan. Hij kwam kijken of er vruchten aan zaten, maar vond er geen. Toen zei hij tegen de wijngaardenier: 'Dit is nu al het derde jaar dat ik kom kijken of er aan deze vijgenboom vruchten zitten, en er geen vind. Hak hem maar om. Waarom zou hij de grond nog verder in beslag nemen?' De wijngaardenier antwoordde: 'Mijnheer, laat hem dit jaar nog staan, zodat ik de grond eromheen kan omspitten en bemesten. Wie weet draagt hij dan volgend jaar vrucht. Zo niet, hak hem dan maar om.'"
N.
God.
God, wij zijn als jonge bomen en Gij wilt zo graag dat wij groeien en bloeien. Maak de plaats waar wij leven tot een vruchtbare grond: dat wij er echt tot leven kunnen komen, omdat Gij leven gééft. Help ons zuivere lucht in te ademen die niet wordt verpest. Laat ons onze takken wijd opensteken, zodat velen blij zijn om die mooie bloesem en beschutting vinden in onze schaduw. Maak ons sterk genoeg om toe te laten dat alle wildgroei wordt weggesnoeid en alle dode takken worden verwijderd, zodat wij groeien tot een gezonde boom. Help ons naar onszelf te kijken opdat wij zelf de tuinman zouden zijn aan onze levensboom die Gij ons hebt geschonken. Dat vragen wij U omdat we uit één stuk leerlingen willen zijn van Jezus, uw Zoon. Amen.
N.
GEZINSGEBED.
Heer Jezus, Gij zegt ons: "Zie Ik zend je". Toon ons duidelijk wegen aan die wij kunnen gaan. Stuur ons de goede richting uit zodat geen mens verloren gaat. Geef ons een open hart om in ieder een vriend een tochtgenoot te zien met wie wij uw Woord en Brood mogen delen. Geef ons ook de moed om het kruis te dragen in goede en kwade dagen. Dat we opkijken naar dit teken van hoop dat ons verder brengt dan de grenzen van dit leven. Heer, wees ons nabij, zodat wij vol vreugde de weg mogen gaan in liefde tot U en onze Vader. Amen.
N.
Heer, onze God.
Gij draagt onze wereld in uw hand. Gij hebt de pijn van mensen ervaren. Maar Gij kent ook de vreugde in hun hart. In uw liefde mag onze vrede kiemen, in uw barmhartigheid groeit onze kracht. Wil uw volk behoeden en ons allen bewaren hier en nu, vandaag en morgen en alle dagen die ons gegeven zijn.
Amen.
N.
EVANGELIE volgens Johannes.
In die tijd zag Jezus in het voorbijgaan een man die blind was van zijn geboorte af. Toen spuwde Hij op de grond, maakt met het speeksel slijk, bestreek daarmee de ogen van de man en zei tot hem: Ga u wassen in de vijver van Siloam" - wat betekent: gezondene. Hij ging ernaar toe, waste zich en kwam er ziende vandaan. Zijn buren nu en degenen die hem vroeger hadden zien bedelen, zeiden: Is dat niet de man, die zat te bedelen?". Sommigen zeiden: Inderdaad, hij is het". Anderen: Neen, hij lijkt alleen maar op hem". Hijzelf zei: Ik ben het". Men bracht nu de man die blind geweest was bij de Farizeeën; de dag waarop Jezus slijk had gemaakt en zijn ogen geopend, was namelijk een sabbat. Ook de Farizeeën vroegen hem dus, hoe hij het gezicht herkregen had. Hij zei hun: De man die Jezus heet, deed slijk op mijn ogen, ik waste mij en ik zie". Toen zeiden sommige Farizeeën: Die man komt niet van God, want Hij onderhoudt de sabbat niet". Anderen zeiden: Hoe zou een zondig mens zulke tekenen kunnen doen?" Zo was er verdeeldheid onder hen. Zij richtten zich opnieuw tot de blinde en vroegen: Wat zegt gijzelf van Hem, daar Hij u toch de ogen geopend heeft?". Hij antwoordde: Hij is een profeet". Zij voegden hem toe: In zonden ben je geboren, zo groot als je bent, en jij wilt ons de les lezen?" Toen wierpen ze hem buiten. Jezus vernam dat men hem buitengeworpen had en toen Hij hem aantrof, zei Hij: Gelooft ge in de Mensenzoon?". Hij antwoordde: Wie is dat, Heer, dan zal ik in Hem geloven". Jezus zei hem: Gij ziet Hem, het is Degene die met u spreekt"'. Toen zei hij: Ik geloof, Heer". En hij wierp zich voor Hem neer.
N.
Heer, wij bidden U vol vertrouwen.
Richt onze levensweg naar U. Maak ons tot mensen die uw Woord ter harte nemen, en die durven kiezen voor de weg die Gij zijt voorgegaan. We vragen U: Leer ons begrijpen dat wij niet leven van brood alleen, maar van elk woord dat Gij ook spreekt in deze tijd. Ga met ons de weg die naar het ware leven voert. We vragen het U door Jezus Christus, uw Zoon, en in de kracht van de heilige Geest, hier en nu en tot in eeuwigheid.
Amen.
N.
Uit Lucas 9.
In het publiek zei Jezus: 'Wie mij achterna wil komen moet zichzelf verloochenen, dagelijks zijn kruis opnemen en mij volgen. Want wie zij leven wil redden, zal het verliezen. Maar wie zijn leven om mij verliest, zal het redden. Wat heb je eraan de hele wereld te winnen, als je zelf dood of ten onder gaat ?'
N.
Brief van God aan ons allen.
ZALIG wie arm voor God staat ZALIG die verdrietig zijn als ze iets fout zien ZALIG die altijd het goede in de mens ontdekken ZALIG die echt willen dat alles er eerlijk aan toe gaat ZALIG als je kan zeggen : spons erover, we beginnen anders en beter ZALIG als je zelf recht in je schoenen staat ZALIG als je zelf probeert vrede te brengen ZALIG als je toch blijft getuigen van Hem ook al lachen ze je uit.
N.
Ik neem het kruis op.
Ik neem het kruis op. Ik ga de uitdaging aan, om samen met mijn vrienden de handen in elkaar te slaan.
Jezus heeft voor ons zijn kruis gedragen, dat zijn wij niet vergeten. Het zal voor ons een herinnering zijn, Gods liefde ons gegeven.
En gaat het soms een beetje tegen, kan ik het moeilijk aan. Heer, help me dan dat kruis te dragen, help me dan op weg te gaan.
N.
Bezinning.
Hij was maar de man op een ezel, eenvoudig en zonder aanzien. Zonder grote parade, zonder rode loper onder de voeten, zonder lijfwachten. Geen speciale veiligheidsmaatregelen, geen agenten en geen geblokkeerde wegen. Hij was maar de man op een ezel, de koning der armen, de Messias van dienst. zonder troon, zonder triomfantelijke en plechtige ontvangst van de overheid, zonder diplomatieke aanwezigheid. Hij was maar de man op een ezel, vol aandacht voor de minstbedeelden, vol zorg voor de uitgestotenen en toch in het verzet tegen uitbuiting en onrechtvaardigheid. Hij was maar de man op de ezel, de zachtste van alle mensen. Hij reed op een zacht dier, de hardste stad van alle steden binnen. Moeten wij dan ook die Man op de ezel in ons leven niet binnenlaten en ons grondig veranderen als wij Zijn Naam willen dragen ?
N.
GOD.
God, Jij hebt de wereld geschapen met zijn duizendvoudige pracht. Jij hebt ons, als bewuste wezens, hier neergezet zodat wij van al die schoonheid kunnen genieten. We hebben echter een pak eigen doelen vooropgezet; we laten er ons door voortjagen.
We hebben geen tijd meer voor die heerlijke schepping, geen tijd meer voor de schoonheid van de sterren; onze ogen zijn verblind.
We hebben geen tijd meer om te luisteren naar nieuwe lentes met een nieuw geluid, om te luisteren naar onze medemens; ons gehoor wil niet meer meedoen
Er wonen bloemen van mensen tussen ons; ze bloeien soms enthousiaster dan wij en wij merken het niet eens. Onze zintuigen zijn beneveld.
Heer, neem die nevels van ons weg Ze zijn misschien teveel een omhulling van ons onbeweeglijk standpunt Houd onze kijk op de beste toekomst gaande, lessen lerend uit het verleden en uit de mooie schepping. Amen.
N.
Op weg naar Emmaüs.
Twee vrienden van Jezus Waren op weg van Jeruzalem naar Emmaüs. Hun illusie was de bodem ingeslagen Jezus' dood had hen ontmoedigd Somber, moedeloos en zonder zin liepen zij verder, Onder het leven gebukt. Toen kwam plotseling een vreemde bij hen lopen. Die zei: wat treuren jullie toch? Is er dan geen hoop meer? Een van de vrienden antwoordde toen: Weet je dan niet dat de dood het einde van alles is? De man op wie we hadden gebouwd is gestorven. Is er dan geen toekomst meer? vroeg de vreemdeling. Straalt er dan geen enkel lichtje meer in de nacht? Zie je niet dat dit einde een nieuw begin is? En hij begon uitvoerig te vertellen. In het dorp aangekomen, ging de vreemdeling met de twee Een huis binnen want het was al zo donker. Daar brak hij het brood met hen En bij het breken van het brood herkenden zij hem, Hun gestorven vriend, Een weg naar het leven, Een waarheid, Jezus van Nazaret.
N.
MARIA.
Maria, wat me boeit in jou is je bereidheid om te delen. Je vindt het zo vanzelfsprekend dat je beschikbaar stelt en uitdeelt met open handen . al wat je hebt wat je bent wat je kunt Wek in mij het diep verlangen meer en meer op jou te gelijken.
Maria, wat me boeit in jou is je spontane dienstbaarheid ]e vindt het zo vanzelfsprekend dat je tijd maakt om te luisteren dat je tijd maakt om te helpen dat je tijd maakt om lief te hebben.
Maria, wat me boeit in jou is je verwijzing naar God. Je vindt het zo vanzelfsprekend dat al wat je denkt wat je zegt wat je doet één groot danklied wordt voor de Heer.
Wek in mij het diep verlangen meer en meer op jou te gelijken dan wordt ook mijn liefde voor God dienst aan al mijn medemensen.
N.
God.
God, Uw almacht reikt veel verder dan de tijd die ons is toegemeten. Gij hebt Maria uitverkoren en hemelhoog verheven en haar doen zetelen in uw heerlijkheid. Wij vragen U: wil ook ons tot U verheffen. Dat wij zoals Maria die nu verheerlijkt is altijd met U verbonden blijven in de gemeenschap van de heiligen. Dat vragen wij U door Christus onze Heer. Amen.
N.
God.
God onze Vader, Gij zijt overal waar wij de medemens ontmoeten. Uw Rijk is daar aanwezig waar liefde onder mensen zichtbaar wordt. Wij bidden U : help ons het geloof in Uw aanwezigheid gestalte te geven in ons leven, zodat wij niet alleen met woorden maar ook door werken van naastenliefde de geest van het evangelie verspreiden. Dat vragen wij U door Jezus Christus, uw Zoon en onze Heer. Amen.
N.
Uit de eerste brief van de apostel Paulus aan de christenen van Korinthe.
Paulus maakt de christenen duidelijk dat God zijn werk doet langs onbeduidende en zwakke mensen. Wat voor de wereld dwaas is heeft God uitverkoren.
Zusters en broeders, kijk eens naar uzelf. Wie waart gij toen God u riep ? Menselijk gesproken hadt gij niet veel te betekenen want geleerden waren er onder u maar weinig. En mensen met invloed of van hoge afkomst waren op één hand te tellen. Neen, alles wat gij zijt dankt gij aan God. Wie voor de wereld als dwaas wordt aangezien heeft God uitgekozen om de geleerden in verlegenheid te brengen. Wie voor de wereld zwak is heeft Hij uitgekozen om de sterke te beschamen. Wie voor de wereld van kleine afkomst is en zonder naam heeft God uitgekozen om allen die menen iets te zijn, teniet te doen. Tegenover God moet niemand roemen op zichzelf. God heeft u Jezus Christus geschonken en Deze is heel onze wijsheid geworden. Dankzij Hem staan wij in juiste verhouding met God en zijn wij geheiligd en verlost. Daarom staat er ook geschreven in de Schrift : Als iemand wil roemen, laat hij dan in alle nederigheid roemen op wat God hem geschonken heeft.