For this blog to translate into language of your choice? Select your language below.
2 prachtige pps-jes hierboven van Godelieve en ook Mama rechts heeft ze gemaakt Klik op de banner en bekijk nog veel meer moois op haar blog
Klik op de banner hier beneden en ga eens langs bij Lenie voor nog meer moois Alle Ave Maria pps-jes hierboven zijn van haar
Gastenboek
Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
Wonder
11-08-2009
Mary did You know.
HET GLORIERIJKE KRUIS. (Schriften van Madeleine ).
ACHT EN TWINTIGSTE VERSCHIJNING
Goede Vrijdag, 28 maart 1975
Madeleine gaat tegen 11 uur naar de kerk, daarna om 3 uur voor de Kruisweg, en tegen 5 uur opnieuw, zonder dat de Heer zich openbaart. Zij ziet tegen die avond op vanwege de grote opkomst die er zal zijn. Om half negen zijn een vijftigtal mensen in de kerk.
Madeleine bespeurt aan het eind van de kerk het Licht, voorbij het hoofdaltaar dat aan haar zicht onttrokken is. Zij begeeft zich naar dit Licht en knielt voor de Heer die, met zijn handen naar haar uitgestrekt, verschenen is.
"Zegt dit hardop : Waarom treurt u over de dood van de gekruisigde Jezus, terwijl Hij heden levend in uw midden is ?
Bidt eerder voor hen die, vandaag meer nog dan gisteren, Hem vervolgen.
Gaat drie stappen achteruit en herhaalt met uw armen gekruist wat Ik u voorzeg :
Jezus heeft zijn handen gekruist en zijn ogen ten hemel gericht alsof Hij wil bidden. Zijn ogen keken ernstig en bedroefd, en ik onderging zijn droefheid.
- Mijn God, ontferm U over hen die U beschimpen : vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen.
- Mijn God, ontferm U over de ergernis in de wereld : bevrijd ze van de geest van Satan.
- Mijn God, ontferm U over hen die, vandaag meer nog dan gisteren, U vervolgen : stort in de mensenharten uw Barmhartigheid uit."
Toen Jezus zijn handen liet zakken, zag Madeleine een bol onder zijn voeten. Vervolgens heeft Hij zijn handen tamelijk hoog in de richting van de kerkgangers uitgestrekt, terwijl witte en rode stralen uit zijn handpalmen stroomden. En Hij zei tegen Madeleine :
"Zegt ze dit : Madeleine herhaalt hardop
Weet dat Jezus van Nazareth over de dood heeft gezegevierd, dat zijn Rijk eeuwigdurend is en dat Hij komt om de wereld en de tijd te overwinnen.
Madeleine ondervond een diepe Vreugde, en zei later :
"Ik voelde aan dat de Heer de aarde beheerste. Het leek alsof Hij kwam in macht en glorie, want die bol onder zijn voeten was de aarde."
Zij herhaalt hardop de woorden van Jezus :
Het is door het Glorierijke Kruis - door Madeleine, op de dag af, drie jaar geleden gezien - ja, het is door het Glorierijke Kruis, dat het Teken is van de Mensenzoon, dat de wereld gered gaat worden.
Jezus die onder ons aanwezig is, vraagt nu op dit ogenblik* dat u allen in processie naar de plaats gaat waar het Glorierijke Kruis verschenen is. Gaat er vol berouw heen, u zult er de Vrede en Vreugde vinden. Jezus vraagt dat hier ieder jaar een plechtig feest gevierd wordt - op deze dag(dus 28 maart).
"Notum fecit Dominus a Magdalena Salutare Suum."
Vertaling uit het Latijn :"De Heer heeft zijn Heil bekend gemaakt door Madeleine."
Daarna, alleen voor Madeleine :
"Schrijft bij thuiskomst op wat Ik u zeggen ga.
Jezus keek mij aan en glimlachte. Hij strekte zijn rechterhand naar mij uit. De globe en de stralen waren verdwenen. Zijn oogopslag is zo lieflijk !
U bent verkozen, Madeleine, om de weerspiegeling van mijn Liefde te zijn. Het is daarom dat u in vuur en vlam bent gezet. Zoudt u na deze glorierijke dag zo goed willen zijn een grote taak te volbrengen ?"
Madeleine hardop :
"Uw wil geschiede !"
"Laat het gebed, dat Ik u geleerd heb, 320 keer neerschrijven en weest mijn apostel.
Gaat tot aan de grens van deze stad in ieder gezin zeggen dat Jezus van Nazareth over de dood heeft gezegevierd, dat zijn Rijk eeuwigdurend is, en dat Hij komt om de wereld en de tijd te overwinnen."
"Zegt dit hardop : U maakt de tijd mee waar iedere gebeurtenis het Teken is van het geschreven Woord.
En zonder instructie aan Madeleine om het hardop na te zeggen :
Ik verlang dat zij elke dag het gebed bidden, gevolgd door een tientje van de rozenkrans. Elk gezin dat het met groot vertrouwen bidt, zal tegen iedere wereldramp beschermd worden. Bovendien zal Ik in de harten mijn Barmhartigheid uitstorten.
Indien men u vraagt wie u stuurt, dan zegt u dat het Jezus van Nazareth is, de verrezen Mensenzoon. Onthoudt, vreest niet de tegen u opkomende vernederingen, laster en spot. U zult gehaat worden omwille van mijn Naam, maar volhardt tot het einde. Als u dat wenst, mag u zich door iemand laten vergezellen. U hebt alle tijd om deze taak te volbrengen. Uw gezin mag er niet onder lijden, want dit laatste Heilige Jaar zal pas eindigen na de oprichting van het Glorierijke Kruis. Maar dat zij, die tot taak hebben het op te richten, haast maken, want de tijd is nabij. Komt niet terug bij het gezin waar de deur voor u gesloten wordt.
Zegt dit hardop : De zonde is door de mens in de wereld gekomen. Daarom vraag ik de mens om het Glorierijk Kruis te doen oprichten.
Zegt ze dat Ik daarna zal wederkeren in Heerlijkheid. En dan zult u Mij zien zoals deze dienares Mij ziet."
Daarna verdwijnt Jezus.
Madeleine is opgestaan en bemerkt dat zij zich in de kerk bevindt. Toen zij zich omdraaide zag zij alle ogen naar haar staren en durfde niet meer naar haar plaats terug. De priester beduidde haar dat zij naar de zijbeuk kon gaan.
Opmerking :
Na de viering van het Mysterie van het Lijden om half negen, heeft de priester de vijftigtal kerkgangers op het hart gedrukt om, over hetgeen zij gezien en gehoord hadden maar niet begrepen, het zwijgen toe te doen. Hij zei verder dat zij die uitleg wensten, hem privé konden spreken.
Al werd dit advies opgevolgd, toch gaf het aanleiding tot verkeerde opvattingen. Want dit advies deed juist teniet waartoe Jezus deze en daaropvolgende personen was komen voorbereiden. Voorbereiding die diende om de grote taak te vergemakkelijken die Hij Madeleine had opgedragen.
* Jezus onder ons aanwezig vraagt op dit ogenblik...
De kerkgangers, die niet konden weten dat Madeleine een verschijning had en door Jezus werd voorgezegd, worden zich hiermee van dit feit bewust.
Lezing uit het boek Deuteronomium 31,1-8. Deuteronomium 32,3-4.7.8.9.12. Heilig Evangelie van Jezus Christus volgens Mattheus 18,1-5.10.12-14.
Lezing uit het boek Deuteronomium 31,1-8.
Toen Moses zijn rede tot heel Israël had beëindigd, vervolgde hij tot hen: Ik ben nu honderd twintig jaar oud; ik heb geen kracht meer, om op te trekken en terug te keren, en Jahweh heeft mij gezegd: "Gij zult de Jordaan niet oversteken". Maar Jahweh, uw God, zal voor u uit naar de overkant gaan, en deze volken voor u vernietigen, zodat gij ze zult onderwerpen. Josuë zal aan uw spits naar de overkant trekken, zoals Jahweh gezegd heeft, en Jahweh zal met hen handelen, zoals Hij met Sichon en Og, de koningen der Amorieten, die Hij heeft verdelgd, en met hun land heeft gedaan. Jahweh zal ze aan u overleveren, en gij moet met hen handelen, juist zoals ik het u heb bevolen! Weest moedig en dapper, vreest ze niet en weest niet bang! Want Jahweh, uw God, trekt zelf met u mee; Hij zal u zijn hulp niet onthouden, noch u verlaten. Toen riep Moses Josuë, en zei hem in tegenwoordigheid van heel Israël: Wees moedig en dapper; want gij zult dit volk het land binnenleiden, dat Jahweh onder ede hun vaderen beloofd heeft hun te geven; en het onder hen verdelen. Jahweh zal zelf voor u uitgaan; Hij zal u bijstaan, en u zijn hulp niet onthouden, noch u verlaten. Vrees dus niet en wees niet kleinmoedig!
Deuteronomium 32,3-4.7.8.9.12.
Want Jahwehs naam wil ik verkonden; Geeft eer aan onzen God! De Rots is Hij, volmaakt in zijn werken, Want al zijn wegen zijn gerecht; Een God van trouw en zonder bedrog, Rechtvaardig en gerecht is Hij. Herinner u de dagen van weleer, Gedenk de jaren van vroegere geslachten; Vraag het uw vader, hij zal het u melden, Uw grijsaards, zij zullen het u zeggen: Toen de Allerhoogste aan de volken hun erfdeel gaf, En de kinderen der mensen scheidde, Toen stelde Hij de grenzen der volken vast, Naar het aantal der zonen Gods; Maar het deel van Jahweh was zijn volk, Jakob was zijn erfdeel, Alleen Jahweh heeft hem geleid, Geen vreemde god stond hem bij!
Heilig Evangelie van Jezus Christus volgens Mattheus 18,1-5.10.12-14.
Terzelfder tijd kwamen de leerlingen bij Jesus en zeiden: Wie is wel de grootste in het rijk der hemelen? Jesus riep een kind naar Zich toe, plaatste het in hun midden. en sprak: Voorwaar, Ik zeg u: Zo gij u niet bekeert en als kinderen wordt, zult gij het rijk der hemelen niet binnengaan. Wie zich dus vernederen zal als dit kind, zal de grootste zijn in het rijk der hemelen. En wie zulk een kind opneemt in mijn naam, neemt Mij op. Zorgt er voor, dat gij geen van deze kleine gering acht; want Ik zeg u: Hun engelen in de hemel zien altijd het aanschijn van mijn Vader, die in de hemel is. Wat dunkt u? Zo iemand honderd schapen heeft, en een daarvan van is verdwaald, laat hij dan niet de negen en negentig in het gebergte achter, om het éne te gaan zoeken, dat verdwaald is? En zo hij het vindt, voorwaar, Ik zeg u: Hij verheugt zich over dat éne meer, dan over de negen en negentig, die niet zijn verdwaald. Zó is het ook de wil van uw Vader, die in de hemel is, dat géén van deze kleinen verloren gaat.
Bron : Petrus Canisius bijbelvertaling
Goede God.
Al Goede God, Laat het aan ons te zien zijn dat wij "in verwachting" van Jezus zijn, en dat wij hoopvol uitkijken naar zijn geboorte. Geef ons een hart dat wil luisteren naar de zorgen en vragen van medemensen en dat Jou kan herkennen in het gelaat van een arme of een eenzame.
Help ons waakzaam te blijven en ons niet in slaap te laten sussen
door het oppervlakkige in onze samenleving. En doe ons geloven dat bij Jou alleen maar liefde is! Amen N.
Jezus ik wil heel dicht bij U komen .
Jezus ik wil heel dicht bij U komen, in uw nabijheid wil 'k zijn. Zo dicht bij U voel 'k Uw liefde stromen, U maakt mij heilig en rein.
In de schuilplaats van de AlIerhoogste blijf ik onder uw vleugels, 0 Heer. Uw schaduw beschermt mij, uw troon is mijn toevlucht. U bent mijn leven, mijn eer.
N.
Lezing uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus Volgens Matteüs.
In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: "Let goed op, wees waakzaam; want jullie weten niet wanneer het ogenblik er is. Het is er mee als met een man die in het buitenland is. Wanneer hij thuis weggaat, laat hij zijn dienaren voor zijn bezittingen zorgen. Hij heeft iedereen een taak gegeven. Aan de deurwachter heeft hij bevolen waakzaam te zijn. Wees dus waakzaam, want jullie weten niet wanneer de heer van dat huis komt, 's avonds laat of midden in de nacht, bij het kraaien van de haan of 's morgens vroeg. Als hij onverwachts komt, laat hij jullie dan niet in slaap vinden. En wat ik tegen jullie zeg, zeg ik ook tegen iedereen: wees waakzaam!"
N.
Laat ons bidden.
God, onze Vader, met groot en klein zijn wij bijeen om ons voor te bereiden op de komst van Uw Zoon Jezus. Wij danken U om Hem, die net als de kaarsen Licht wil zijn voor alle mensen. Wij danken U om het groen van de krans waarmee aan ons allen een teken is gegeven van hoop op een gelukkig leven. Wij danken U om het rood van de liefde, de liefde die ons is aangereikt door Uw Zoon Jezus die van elke mens houdt. Moge Uw Zoon ons voorbeeld en kracht zijn.
N.
HET LEVEN...
Het leven, kleine mens, is toch zo mooi : vol warmte en lieve dingen. En blijft het niet altijd als een droom, toch blijven de vogeltjes zingen.
De zon, die komt op en gaat onder voor jou, de sterretjes blijven gloeien, de zee speelt met eb en vloed, heel getrouw, en de bloempjes blijven bloeien.
Het leven, kleine mens, is een gave van God, dat legt Hij in twee kleine handjes, en jij mag het nu kneden, met volle genot, en versieren met kleurrijke kantjes.
Het leven, kleine mens, is onzichtbare kracht die jou stuurt naar een veilige haven. De zeilen staan bol, de liefde die wacht, goede vaart en dat de reis je moge behagen.
N.
GOD.
God van alle leven, Gij die kinderen laat geboren worden en jongeren laat groeien in wijsheid en kracht, Gij die voor ons allen, Vader én Moeder zijt, houd Uw zorgende hand over onze kinderen. Geef dat wij goed voor hen zorgen en hen helpen te groeien tot kinderen van het licht. Laat hen tot hun recht komen en houd Gij hen vast, als wij hen moeten loslaten, om hun eigen weg door het leven te gaan. Bescherm hen, vang hen op en zegen hen. En zegen ook alle vaders en moeders, alle opa's en oma's, die hen omringen met hun dagelijkse zorg. Dat vragen wij U vandaag op het feest van het licht en het leven, in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. AMEN!
N.
De droom van God.
Niemand vraagt me nog wat, dacht God. Ik hoor zo weinig van de mensen. En Hij begreep niet wat er gebeurd was. Is er dan overal vrede en liefde op aarde ? vroeg Hij zich af. Gaat het er dan eindelijk eerlijk aan toe ? Voelt iedereen zich goed ? Hebben de mensen de weg naar elkaar gevonden ? Dat is het waar ik al zo lang van droom. En vreugde vulde het hart van God. Toen werd Hij nieuwsgierig om zijn droom onder de mensen te zien. Daarom ging Hij naar de aarde.
In een grote stad ging Hij buiten op een terrasje zitten en keek naar de mensen. Iedereen snelde voorbij in een hels tempo, druk bezig met cijfers en moeilijke woorden en ingewikkelde machines, zodat ze geen tijd hadden om naar rechts en links te kijken. En God werd moe van het gehol en het lawaai van de mensen. Hij vroeg zich af waar ze allemaal heen renden en wat hen zo vooruit joeg. Het geluk ligt toch vlakbij, dacht Hij.
Maar niemand bekommerde zich om lieve dingen. God dacht na. En Hij stond op en ging de mensen achterna. Hij hield er een paar tegen om met hen te praten. Ze dachten dat Hij de weg vroeg, maar toen ze merkten dat Hij zomaar even wou praten, liepen ze haastig door, want daarvoor hadden ze geen tijd. En treurig ging God in een park op een bank zitten. Hij zuchtte want de wereld was nog helemaal niet nieuw geworden, integendeel
Tot er een klein kind, dat daar aan het spelen was, naar Hem toekwam en Hem voorzichtig over de wang wreef en Hem vroeg :"Waarom ben je zo verdrietig ? Hier, je mag mijn witte steen hebben. Kijk eens hoe mooi hij is, met een paars streepje bovenaan. Je mag hem houden." God z'n ogen schoten vol tranen. Hij trok het kind naar zich toe en dacht : mijn droom is nog niet helemaal dood. En Hij fluisterde tot het kind : "Hier, neem je steen terug, dan kan je hem geven aan iedereen die je tegenkomt en er droevig uitziet, want alles wordt blij als mensen zijn zoals jij !!"
N.
LIEVE VADER.
Vader, U schiep duizenden soorten bloemen. Wij vinden ze allemaal mooi. Van niet één soort zeggen we: "Die had anders moeten zijn." Van mensen zeggen wij dat vaak wel. God, U gelooft in ons. U bent altijd bereid om onze fouten te vergeven. Wij vragen U: Leer ons van mensen te houden zoals ze zijn met al hun fouten. Laat ons in U geloven zodat wij ook elkaars fouten kunnen vergeven.
N.
10-08-2009
Samuel 6,1-22a De ark naar Jeruzalem.
Opnieuw riep David alle weerbare mannen van Israël samen, dertigduizend in getal, en vergezeld van alle burgers van Juda ging hij op weg om de ark van God te halen, de ark die de naam draagt, de naam van de Heer van de machten die op de kerubs troont. Ze laadden de ark van God op een nieuwe wagen en haalden die uit het huis van Abinadab dat op een heuvel stond. Uzza en Achio, de zonen van Abinadab, begeleidden de wagen met de ark van God; Achio liep voor de ark. David en alle Israëlieten dansten voor de Heer uit en speelden op allerlei instrumenten, op citers, harpen, tamboerijnen, ratels en cimbalen. Maar toen ze bij de dorsvloer van Nakon kwamen, en de runderen daar op hol dreigden te slaan, stak Uzza zijn hand uit naar de ark van God en hield haar vast. Toen ontbrandde de woede van de Heer tegen Uzza; op de plaats zelf strafte God hem voor zijn vergrijp en hij viel dood neer, naast de ark van God. David was diep geschokt door de slag waarmee de Heer Uzza had getroffen. Daarom heet de plaats tot op de dag van vandaag Peres-Uzza. David werd daardoor zo bang voor de Heer dat hij dacht: `Hoe zal de ark van de Heer ooit bij mij komen?' Daarom zag David ervan af om de ark van de Heer bij zich in de Davidsstad te halen; hij liet haar onderbrengen in het huis van Obed-Edom de Gatiet. Drie maanden lang stond de ark van de Heer in het huis van Obed-Edom de Gatiet, en de Heer zegende Obed-Edom en heel zijn familie. Maar toen David hoorde dat de Heer de familie van Obed-Edom en heel zijn bezit gezegend had, omdat de ark van God daar stond, ging hij erheen en bracht de ark van God uit het huis van Obed-Edom vol vreugde naar de Davidsstad over. Nadat de dragers van de ark zes stappen gezet hadden, offerde David een gemeste stier. Onderweg danste hij geestdriftig voor de Heer uit, slechts gekleed in een linnen efod. Zo brachten David en alle Israëlieten onder gejuich en bazuingeschal de ark van de Heer over. Bij de aankomst van de ark van de Heer in de Davidsstad keek Mikal, de dochter van Saul, door het venster toe. Toen zij koning David zag dansen en springen voor de Heer, begon ze hem te minachten. De ark van de Heer werd de stad binnengedragen en op haar plaats gebracht, midden in de tent die David voor haar had opgezet. Daarna droeg David brand- en slachtoffers op aan de Heer. Na het opdragen van de brand- en slachtoffers zegende hij het volk met de naam van de Heer van de machten. Aan alle aanwezigen, aan alle Israëlieten die daar bijeen waren, mannen en vrouwen, liet hij een plat brood, een klomp dadels en een rozijnenkoek uitdelen. Daarna ging iedereen naar huis. Toen David thuiskwam en zijn familie begroette, liep Mikal, de dochter van Saul, naar hem toe en zei: `De koning van Israël heeft zich vandaag bepaald onderscheiden: als de eerste de beste landloper heeft hij zich onder de ogen van zijn slavinnen uitgekleed!' Maar David antwoordde: `Ik heb gedanst ter ere van de Heer! Hij heeft mij uitverkoren boven jouw vader en heel zijn huis; Hij heeft mij aangesteld tot vorst over Israël, het volk van de Heer. Ik ben bereid mij nog dieper voor Hem te vernederen en in mijn eigen achting te dalen.'
N.
Uit de brief van Paulus aan de Korintiërs, hoofdstuk 12.
Er zijn verschillende gaven, maar de Geest die ze geeft, is één en dezelfde Er zijn veel vormen van dienstverlening, maar de Heer die de opdracht geeft, is één en dezelfde. Er zijn allerlei activiteiten maar het is één en dezelfde God die alles in allen tot stand brengt. Zoals het lichaam een eenheid is en de ledematen een veelheid en alle ledematen ondanks hun veelheid toch één lichaam vormen zo is het ook met Christus Een lichaam bestaat nu eenmaal niet uit een enkel deel, maar uit vele delen. De voet kan wel zeggen: Omdat ik de hand niet ben, behoor ik niet tot het lichaam, maar hij hoort er toch bij. En het oor kan wel beweren: Ik maak geen deel uit van het lichaam omdat ik het oog niet ben, maar ondanks dat maakt het toch deel uit van het lichaam. Als het hele lichaam oog was, waarmee kon het dan horen? Of als het alleen maar oor was, hoe kon het dan ruiken ? Het oog kan niet tegen de hand zeggen: Ik heb je niet nodig. En het hoofd kan niet tegen de voeten zeggen: Ik heb jullie niet nodig. Als één orgaan lijdt, lijdt heel het lichaam er onder. En als één deel wordt geëerd, delen alle anderen in de vreugde. Allemaal samen zijt ge het lichaam van Christus: afzonderlijk is ieder er een deel van. In de gemeenschap heeft God allerlei mensen een plaats gegeven: ten eerste zijn er apostelen, ten tweede de profeten, ten derde leraars vervolgens mensen die wonderen kunnen doen en personen die gaven hebben om zieken te genezen er zijn anderen die hulp verlenen, weer anderen die leiding geven. We zijn niet allemaal apostel, profeet of leraar. We kunnen niet allemaal wonderen doen en we hebben niet allemaal gaven om te genezen. Zet uw zinnen op de belangrijkste gave: de liefde Want al sprak ik de talen van engelen en mensen, als ik de liefde niet had was ik niet meer dan een galmende gong of een rinkelende bel.
N.
Lucas 10,1-11 Zending van de tweeënzeventig.
Hierna wees de Heer nog tweeënzeventig anderen aan en zond hen twee aan twee voor zich uit naar alle steden en plaatsen waar Hij zelf nog komen zou. Hij zei tegen hen: 'De oogst is wel groot, maar arbeiders zijn er weinig. Vraag daarom de eigenaar van de oogst om arbeiders in te zetten voor zijn oogst. Ga nu, maar weet wel, Ik stuur jullie als lammeren onder de wolven. Neem geen beurs mee, geen reistas en geen schoenen, en groet onderweg niemand. Als je bij iemand in huis komt, zeg dan eerst: "Vrede aan dit huis." Woont daar een vredelievend mens, dan zal jullie vrede op hem rusten; zo niet, dan zal die naar jullie terugkeren. Blijf in dat huis en eet en drink wat men je aanbiedt, want de arbeider is zijn loon waard. Trek niet van het ene huis naar het andere. Als je in een stad komt waar men je ontvangt, eet dan wat men je voorzet. Genees er de zieken en zeg tegen hen: "Het koninkrijk van God is nu dichtbij u gekomen." Maar als je in een stad komt waar men je niet ontvangt, ga daar de straat op en zeg: "Zelfs het stof uit uw stad dat aan onze voeten zit, mag u houden - wij vegen het af. Maar weet wel, het koninkrijk van God is dichtbij."
N.
Psalm 111 .
Halleluja. Ik prijs de Heer met heel mijn hart zodat iedereen het hoort in de kring van de oprechten. Groot zijn de werken van de Heer, de aandacht waard van hen die er hart voor hebben; aan zijn daden, zijn glorie en pracht, en zijn weldadig werk komt geen einde. Wonderen doet Hij, om nooit te vergeten: Hij is genadig, barmhartig, de Heer. Brood geeft Hij aan hen die hem vrezen, Hij blijft zijn verbond in gedachten houden. Hij toont zijn volk zijn machtige werken: Hij schonk hun het gebied van andere volken. Wat zijn handen hebben geschapen is trouw en gerechtigheid. Men kan op zijn wetten bouwen: die blijven staan, voor altijd, voorgoed, die zijn gevormd naar trouw en recht. Hij bracht zijn volk verlossing; eeuwig blijft zijn verbond - dat heeft Hij bepaald. Heilig en vreeswekkend is zijn naam. De grondslag van de wijsheid is ontzag voor de Heer, iedereen die daarnaar handelt krijgt inzicht. Gods roem houdt stand, in eeuwigheid.
N.
HET GLORIERIJKE KRUIS. (Schriften van Madeleine ).
ZEVEN EN TWINTIGSTE VERSCHIJNING
Vrijdag, 21 maart 1975 om 15.30 uur
Jezus verschijnt aan Madeleine zoals gewoonlijk, met zijn handen in begroeting uitgestrekt, en zegt :
"Begint morgen een noveen, om u op de taak voor te bereiden die Ik u vragen zal. Deze noveen bestaat uit één geheim per dag gevolgd door het gebed dat ik u geleerd heb en een tientje van de rozenkrans. Bidt het in stille overpeinzing en nederig."
Madeleine vraagt :
" Wanneer, Heer, zult u mij de taak laten weten, die ik vervullen moet ?"
"Op Goede Vrijdag."
Hij glimlacht naar Madeleine en verdwijnt.
Hij keek haar ernstig aan maar niettemin allerlieflijkst en uiterst goedhartig.
Lezing uit de 2e brief van de apostel Paulus aan de Corinthiërs 9,6-10. Psalmen 112(111),1-2.5-6.7-8.9. Heilig Evangelie van Jezus Christus volgens Johannes 12,24-26.
Lezing uit de 2e brief van de apostel Paulus aan de Corinthiërs 9,6-10.
Bedenkt het wel: wie spaarzaam zaait, zal spaarzaam maaien; en wie onbekrompen zaait, zal onbekrompen maaien. Ieder geve, zoals hij het in zijn hart zich heeft voorgenomen, maar niet met tegenzin of noodgedwongen. Want God heeft een blijmoedigen gever lief; en God is bij machte, om u een overvloed te schenken van allerlei gunsten; zodat gij onder alle opzichten en ten allen tijde ruimschoots het nodige zult bezitten, en nog zult overhouden voor ieder goed werk; zoals geschreven staat: "Milddadig deelt hij aan de armen uit: Zijn gerechtigheid houdt in eeuwigheid stand." Hij toch, die den zaaier zaad verschaft en brood tot spijze, Hij zal ook u het zaad verlenen, het doen gedijen, en de vruchten uwer gerechtigheid doen wassen.
Psalmen 112(111),1-2.5-6.7-8.9.
Halleluja! Heil den man, die Jahweh vreest, En zijn geboden van harte bemint: Zijn kroost zal machtig op aarde zijn, Het geslacht der vromen zal worden gezegend. Heil den man, die weggeeft en leent, En zijn zaken beheert volgens recht; Want in eeuwigheid zal de rechtvaardige niet wankelen, En hij blijft in de herinnering voor eeuwig. Voor kwade geruchten is hij niet bang; Zijn hart blijft rotsvast op Jahweh vertrouwen, Onverstoorbaar, onbevreesd, Totdat hij op zijn vijanden neerziet. Milddadig deelt hij aan de armen uit: Zijn gerechtigheid houdt in eeuwigheid stand, En zijn hoorn verheft zich in ere.
Heilig Evangelie van Jezus Christus volgens Johannes 12,24-26.
Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Zo de graankorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft ze alleen; maar zo ze sterft, brengt ze rijke vruchten voort. Wie zijn leven liefheeft, zal het verliezen; maar wie in deze wereld zijn leven haat, zal het behouden ten eeuwigen leven. Zo iemand mijn dienaar wil zijn, hij volge Mij na; en waar Ik ben, daar zal ook mijn dienaar zijn. Zo iemand Mij dient, dan zal de Vader hem eren.
Bron : Petrus Canisius bijbelvertaling.
Dankgebed .
Zend uw engel, machtige God, om al onze gaven en gebeden op te dragen naar het altaar van uw heerlijkheid. Wij bidden U, dat wij die aan deze tafel gemeenschap vieren rond Jezus uw Zoon, van U gezegend zullen zijn, vol van genade.
Gij weet wat er in ons mensen omgaat, Heer, onze dwalingen en onze dromen zijn U bekend. Gij weet wat onze waarheid is en onze leugen, Gij kijkt met uw hart hoe wij zoeken nu eens zeker, overmoedig, dan weer roekeloos of vol twijfels, wanhopig kunnen wij zijn Zo kent Gij ons en zo laat Gij ons onze weg banen, want Gij houdt van ons meer dan wij kunnen denken.
Daarom zond Gij uw Zoon. Hij was uw stem in deze wereld, de open deur naar uw Liefde. Door de weg te gaan tot de dood, opende Hij voor ons de weg van de liefde.
Vriend noemen wij Hem, herder, raadgever, lotgenot, voorbeeld ten leven, kracht in de woestijn, licht der lichten, dienaar van allen.
In die laatste nacht nam Hij brood in zijn handen
Om Hem te gedenken delen ook wij vandaag het brood, wij breken het met en voor elkaar. We gaan het leven samen achterna. Wij bidden U om zijn Geest opdat Hij ons zou vergezellen en onze voeten zou behoeden voor scherpe stenen, onze benen lening en sterk om de vermoeidheid van spieren te voorkomen. Zo gaan wij uw weg Heer, samen met Hem, en met zovelen, die wij hier ook gedenken.
Zo gedenken wij, Heer, al de barmhartigen, de mensen met open oog en warmkloppend hart, de volgelingen van de Geest, de meesters in het menszijn. We gedenken de zoekers naar het Onzienlijke, die ons - blinden in het leven - bij de hand nemen en ons brengen bij de Bron. Zij die de wonden van het lichaam genazen, gedenken wij; die zich bogen over leed en pijn, die zochten naar genezing voor ziel en lichaam. We vieren om de troosters, die het uithielden in alle ellende, die geduldigen, kruisdragers, tranendrogers van de mensen. Alle lieve mensen die heelmaakten herinneren wij ons, de leraren van het leven die onvermoeid liefde zochten, vertrouwen wekten en de fakkel van de hoop doorgaven aan nieuwe generaties. De ruimhartigen gedenken wij, zij die meeleefden met het lot van de mensen, de sterken die zwakken droegen, hen verdedigden en steunden, die soms zalf niet in hun inzet werden gekend. Wij gedenken hen die zagen dat armoede en leed zich uitbreidden als een sprinkhanenplaag en die toch moedig bleven, opstanding preekten om de aarde anders te maken, de hardlopers voor een betere wereld. Alle lieve mensen gedenken wij die - bekend of onbekend - gingen op de weg van Jezus om voor ons wegwijzers te zijn naar de gemeenschap der heiligen, nu reeds op aarde en voor altijd. Daar al dezen, levenden en doden, door de kracht van uw Geest en door velen die na ons in diezelfde Geest zullen leven zal uw naam eer worden aangedaan: God, machtig worde uw naam op deze aarde. Amen
N.
Mijn kind.
Mijn kind, jij die in mijn armen ligt, jij bent een kleine, zachte last.
Bij mij voel jij je geborgen als een vogel in zijn nest. Ja, mijn armen zullen je dragen, mijn liefde zal je vasthouden. Wees maar niet bang, je bent helemaal van mij.
Maar straks word je groot en iedere dag zal je steeds wat verder van mij wegvoeren. Nooit zal je mij zo nabij zijn als nu. Dit is nu eenmaal het leven, maar nu heb ik jou nog heel dicht bij mij.
Er zijn veel goede dingen die op jou wachten en veel goede mensen die van je houden. Ik zeg het je opdat je zou weten dat het goed is hier te leven.
Maar er zijn ook boze dingen. Je zult ook wel eens wenen en zorgen hebben. Er kunnen uren van pijn in je leven komen. Mag God je altijd nabij zijn.
Het leven, C..., is niet altijd gemakkelijk. En toch kan ik je zeggen : de wereld waarin je leeft is mooi en goed.