Lezing uit het boek Numeri 12,1-13. Psalmen 51(50),3-4.5-6.7.12-13. Heilig Evangelie van Jezus Christus volgens Mattheus 14,22-36.
Lezing uit het boek Numeri 12,1-13.
Eens maakten Mirjam en Aäron Moses een verwijt over zijn koesjietische vrouw, die hij zich had genomen; want hij had een vrouw uit Koesj gehuwd. Zij zeiden: Heeft Jahweh soms alleen tot Moses gesproken; heeft Hij ook niet tot ons gesproken? Jahweh hoorde het. En daar Moses een zeer deemoedig man was, meer dan iemand ter wereld, sprak Jahweh ogenblikkelijk tot Moses, Aäron en Mirjam: Gaat met uw drieën naar de openbaringstent. En zij gingen er met hun drieën heen. Toen daalde Jahweh in de wolkkolom neer, en ging bij de ingang van de Tent staan. Hij riep Aäron en Mirjam, en toen beiden naar voren waren getreden, sprak Jahweh: Hoort mijn woord! Zo er een profeet onder u is, Openbaar Ik Mij aan hem in een visioen, En spreek tot hem in een droom; Zo niet met Moses, mijn dienaar, Die getrouw is bevonden in heel mijn huis; Tot hem spreek Ik van mond tot mond, Niet in visioenen en raadsels: Hij aanschouwt Jahweh in eigen persoon! Waarom vreest ge dan niet, Mijn dienaar Moses verwijten te doen? Ziedend van gramschap ging Jahweh heen. En toen de wolk boven de openbaringstent was opgetrokken, was Mirjam melaats, en wit als sneeuw en toen Aäron zich tot Mirjam wendde: daar stond een melaatse. Nu sprak Aäron tot Moses: Ach, heer; wil toch op ons de zonde niet wreken, die wij in onze dwaasheid hebben begaan. Laat haar niet op een doodgeborene lijken, wiens vlees voor de helft al verteerd is, als hij uit de moederschoot komt. En Moses smeekte Jahweh: Ach neen; wil haar genezen!
Psalmen 51(50),3-4.5-6.7.12-13.
Erbarm U mijner naar uw genade, o God; Delg mijn misdaden uit naar uw grote ontferming; Was mij vlekkeloos schoon van mijn schuld, En reinig mij van mijn zonde. Want ik ben mij mijn misdaad bewust, En mijn zonde staat mij steeds voor de geest: Tegen U, ach, tegen U heb ik gezondigd, En kwaad in uw ogen gedaan. Zo zult Gij rechtvaardig zijn in uw vonnis, En onberispelijk in uw gericht: Want in ongerechtigheid ben ik geboren, En mijn moeder ontving mij in zonde. Schep mij een zuiver hart, o mijn God, En leg in mijn boezem een nieuwe, standvastige geest; Verstoot mij niet van uw aanschijn, En neem uw heilige geest niet van mij weg.
Heilig Evangelie van Jezus Christus volgens Mattheus 14,22-36.
Onmiddellijk daarna dwong Hij zijn leerlingen scheep te gaan, en vóór Hem uit naar de overkant over te steken; intussen zond Hij de menigte heen. En nadat Hij het volk had heengezonden, besteeg Hij de berg, om in de eenzaamheid te bidden. Die avond bleef Hij daar alleen. Toen de boot reeds meerdere stadiën van de kust was verwijderd, werd ze door de golven geteisterd; want de wind was tegen. Maar in de vierde nachtwaak kwam Hij naar hen toe, wandelend op het meer. De leerlingen, die Hem over het meer zagen wandelen, werden ontsteld, en zeiden: Het is een spook. En ze gilden van angst. Aanstonds sprak Jesus hen toe, en zeide: Weest gerust, Ik ben het; vreest niet. Petrus antwoordde: Heer, zo Gij het zijt, beveel mij dan, over het water tot U te komen. Hij sprak: Kom! Petrus klom uit de boot, en wandelde over het water, om bij Jesus te komen. Maar bij het zien van de geweldige storm werd hij bang, en riep, toen hij begon te zinken: Heer, red mij! Aanstonds stak Jesus de hand uit, greep hem vast, en sprak: Kleingelovige, waarom hebt ge getwijfeld? En toen zij in de boot waren geklommen, bedaarde de wind. Nu wierpen zij, die in het vaartuig waren, zich voor Hem neer, en zeiden: Waarachtig, Gij zijt de Zoon van God. Toen zij de overkant hadden bereikt, gingen zij naar het land van Gennézaret. Zodra de lieden dier plaats Hem herkenden, zonden ze bericht in heel de omtrek, en brachten alle zieken naar Hem toe. Ze vroegen Hem, enkel de zoom van zijn kleed te mogen aanraken. En allen, die Hem aanraakten, werden genezen.
Bron : Petrus Canisius bijbelvertaling
Toegewijd - in leven en dood. ( David wilkerson ).
Nebukadnessar nam het woord en zeide tot hen: Is het met opzet, Sadrak, Mesak en Abednego, dat gij mijn goden niet vereert en het gouden beeld dat ik heb opgericht, niet wilt aanbidden? Nu dan, indien gij bereid zijt, zodra gij het geluid van hoorn, fluit, citer, luit, harp, doedelzak en allerlei soort van muziekinstrumenten hoort, u ter aarde te werpen en het beeld te aanbidden, dat ik gemaakt heb . . . maar indien gij niet aanbidt, zult gij ogenblikkelijk in de brandende vuuroven geworpen worden; en wie is de god, die u uit mijn hand zou kunnen bevrijden? (Daniel 3:14-15).
Daniels vrienden stonden oog in oog met een van de grootste opgaven die een mens ooit kan tegenkomen. Als God niet zou komen met een wonder dan zou dat hun dood betekenen!
Op welke manier zal de Heer temidden van uw crisis gebracht kunnen worden denkt u? Hij zal komen op het moment dat u dezelfde toewijding maakt die deze drie mannen maakten: Toen antwoordden Sadrak, Mesak en Abednego de koning Nebukadnessar: Wij achten het niet nodig u hierop enig antwoord te geven. Indien onze God, die wij vereren, in staat is ons te bevrijden, dan zal Hij ons uit de brandende vuuroven, en uit uw macht, o koning, bevrijden; maar zelfs indien niet het zij u bekend, o koning, dat wij uw goden niet vereren, en het gouden beeld dat gij hebt opgericht, niet aanbidden (Daniel 3:16-18).
Met andere woorden: Het ziet er hopeloos uit, als God geen wonder voor ons verricht dan zullen we sterven. Onze God is in staat om ons te bevrijden uit deze situatie! Maar zelfs al doet Hij dat niet dan nog kiezen wij ervoor om Hem niet te verloochenen. In leven of in de dood, we zullen op Hem vertrouwen!
Geliefden, dit is het soort geloof en vertrouwen dat maakt dat de engelen in de hemelen feest vieren, en die het hart van God verblijden. Het is een geloof dat stelt Heer, ik ben ervan overtuigd, dat u in staat bent om mij te bevrijden. U hoeft slechts één enkel woord uit te spreken en het zal allemaal voorbij zijn. Maar mocht dit niet gebeuren, dan zal ik niet vluchten. Ik zal u er niet van beschuldigen dat u mij verlaten heeft of dat u ontrouw bent, ik zal trouw en gehoorzaam aan U blijven. U wegen zijn vele malen hoger dan de mijne Heer, en mijn leven ligt in uw handen.
Dit is wat Christus temidden van uw situatie brengt de volle overtuiging dat Hij in staat is om u te redden en te bevrijden uit elke willekeurige crisis! Het is een zekerheid dat, ongeacht wat er gebeurt of komen gaat, wij in Zijn handen geborgen zijn.
HEER.
Heer, Jezus Christus, Gij hebt aan uw apostelen gezegd: 'Vrede laat ik u, mijn vrede geef ik u'. Let niet op onze zonden , maar op het geloof van uw kerk. Vervul uw beloften: geef vrede in uw naam, en maak ons één, Gij die leeft in eeuwigheid. Amen.
Gebed om vergeving .
Wij verwachten veel van dit jaar, God, Zo moet het ook zijn, Want hoop doet leven, maar hoe gaat het meestal, We beginnen met veel enthousiasme, goede voornemens bij de vleet, totdat wie beloofde veel te doen, dat al eens vergeet.... Vergeef ons Heer. Wij verwachten veel van dit jaar God, Zo moet het ook zijn, Maar het kan ook heel anders worden, Als wij het licht voor ons houden, En de ander in het donker laten staan. Vergeef ons Heer. Er is nog zoveel te doen en we verwachten zoveel. Groeien is een kwestie van tijd, Maar alles op zijn tijd, Want elk moment is belangrijk, Het moment van spreken en het moment van zwijgen, Evenals het moment van nadenken en bidden. En daar denken we niet altijd aan. Vergeef ons Heer.
Goede God.
Goede God, om Jezus op zijn weg te volgen roept Hij zijn vrienden op een licht te zijn in de duisternis. Wij bidden U: geef dat wij in ons samenzijn de kringloop van het kwaad helpen doorbreken, dit vragen we u door Jezus uw dienaar en uitverkoren Zoon. Amen
Bezinningtekst .
Heel graag wil ik mensen in uw naam Tot bij Jezus brengen, God, net zoals Johannes dat deed. Bij mijn vormsel heeft U me immers uw Geest gegeven om met alles wat ik heb en kan mee te werken aan uw koninkrijk. En ik zal niet alle zonden van de wereld kunnen wegnemen,maar ik geloof dat ik die wereld wel mooier kan maken door vergeving aan te reiken. Wil me helpen mijn roeping als christen waar te maken en met heel mijn hart uw kind te zijn .
GOD.
Goede God, In het teken van brood en wijn herkennen wij uw Zoon: Hij neemt de zonde van de wereld weg. Help ons elkaar vergeven zoals Hij onze schulden op zich neemt. Dit vragen we U door Jezus uw dienaar en uitverkoren Zoon. Amen.
Goede God.
Goede God, de Doper wijst op Jezus: de heilige Geest daalt op Hem neer En blijft werkzaam in Hem. Wij bidden U: geef dat wij gedoopt met Gods Geest naar zijn goede boodschap durven leven. Dit vragen we U door Jezus uw dienaar en uitverkoren Zoon . Amen
Lezing uit het boek Exodus 16,2-4.12-15. Psalmen 78(77),3-4.23-24.25.54. Lezing uit de brief van de apostel Paulus aan de Efeziërs 4,17.20-24. Heilig Evangelie van Jezus Christus volgens Johannes 6,24-35.
Lezing uit het boek Exodus 16,2-4.12-15.
Weer begon heel de gemeente van Israël in de woestijn tegen Moses en Aäron te morren, en de kinderen Israëls zeiden tot hen: Waren we maar in Egypte door de hand van Jahweh gestorven, toen we bij de vleespotten zaten en volop brood konden eten; waarachtig, ge hebt ons naar deze woestijn gebracht, om heel deze menigte van honger te doen sterven. Toen sprak Jahweh tot Moses: Zie, Ik zal voor u brood uit de hemel doen regenen; en het volk zal iedere dag zijn dagelijks deel kunnen rapen. Maar Ik stel het tegelijk op de proef of het mijn Wet wil beleven of niet: Ik heb het morren van Israëls kinderen gehoord. Zeg hun nu: Bij het vallen van de avond zult ge vlees kunnen eten, en morgenvroeg volop brood; dan zult ge weten, dat Ik, Jahweh, uw God ben! En tegen de avond kwamen er kwartels aangevlogen, die de legerplaats bedekten. Des morgens viel er dauw rondom de legerplaats; toen de dauw, die gevallen was, optrok, lag daar over de bodem van de woestijn een dunne korrelige laag, fijn als rijp. Toen de Israëlieten het zagen, zeiden zij tot elkander: Wat is dat? Want ze wisten niet, wat het was. Maar Moses sprak: Dit is het brood, dat Jahweh u te eten geeft.
Psalmen 78(77),3-4.23-24.25.54.
Wat wij hebben gehoord en vernomen, En onze vaders ons hebben verteld, Dat willen wij niet voor hun kinderen verbergen, Maar het verhalen aan een volgend geslacht: Jahwehs heerlijke daden en macht, En de wonderen, die Hij deed. Toch gaf Hij de wolken daarboven bevel, En ontsloot de poorten des hemels; Hij regende manna als spijs op hen neer, En schonk hun het hemelse koren: De mensen aten het brood der engelen, Hij zond hun voedsel tot verzadiging toe. Zo bracht Hij hen naar zijn heilige grond, Naar de berg, die zijn rechterhand had veroverd.
Lezing uit de brief van de apostel Paulus aan de Efeziërs 4,17.20-24.
Daarom zeg ik en bezweer ik u in den Heer, dat gij niet langer een leven moogt leiden, zoals de heidenen in hun ijdele gezindheid dit doen. Maar zó hebt gij Christus niet leren kennen. Gij hebt toch van Hem gehoord, en zijt in Hem onderwezen, wat de waarheid in Jesus is: met betrekking tot uw vroeger gedrag moet gij den ouden mens afleggen, die door bedriegelijke begeerten te gronde gaat; gij moet u vernieuwen naar de inwendige geest; gij moet den nieuwen mens aantrekken, die naar Gods beeld is geschapen in ware gerechtigheid en heiligheid.
Heilig Evangelie van Jezus Christus volgens Johannes 6,24-35.
Toen dus de menigte zag, dat Jesus daar niet meer was en zijn leerlingen evenmin, gingen ze scheep, en voeren naar Kafárnaum, om Jesus te zoeken. En toen ze Hem aan de andere kant van het meer hadden gevonden, spraken ze tot Hem: Rabbi, wanneer zijt Gij hier gekomen? Jesus antwoordde hun en sprak: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Gij zoekt Mij, niet omdat gij tekenen hebt gezien, maar omdat gij van de broden gegeten en u verzadigd hebt. Arbeidt niet voor de spijs die vergaat, maar voor de spijs die blijft tot in het eeuwige leven, en die de Mensenzoon u zal geven. Want op Hem heeft God, heeft de Vader zijn zegel gedrukt. Ze zeiden Hem dan: Wat moeten we doen, om de werken Gods te verrichten? Jesus antwoordde hun: Dit is het werk van God: dat gij gelooft in Hem, dien Hij gezonden heeft. Ze zeiden Hem: Wat voor teken verricht Gij dan wel, dat ons overtuigt, zodat we in U geloven? Wat doet Gij eigenlijk? Onze vaderen hebben in de woestijn het manna gegeten, zoals er geschreven staat: "Brood uit de hemel heeft Hij hun te eten gegeven". Nu sprak Jesus tot hen: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Moses heeft u geen brood gegeven, dat uit de hemel kwam, maar mijn Vader geeft u het ware brood uit de hemel; want het brood, dat uit de hemel neerdaalt, is het brood van God, dat leven aan de wereld schenkt. Ze zeiden Hem dan: Heer, geef ons dit brood voor immer. Jesus sprak tot hen: Ik ben het brood des levens; wie tot Mij komt, zal geen honger meer hebben, en wie in Mij gelooft zal nimmer meer dorst lijden.
Bron : Petrus Canisius bijbelvertaling
31-07-2009
Gedetailleerde instructies en heldere beslissingen. ( David Wilkerson ).
Gods doel voor een ieder van Zijn kinderen is dat we ons overgeven aan de heerschappij en leiding van de Heilige Geest: Indien wij door de Geest leven, laten wij ook door de Geest het spoor houden (Galatan 5:25). Met andere woorden Als Hij in u woont, laat Hem u dan ook leiden!. Ik wil u proberen te tonen wat het betekent om te wandelen in de Geest. Ik beweer hiermee niet dat ik er al volledig ben of alle antwoorden heb - maar ik ben aardig onderweg.
We hebben allemaal wel eens de uitdrukking gehoord wandelen in de Geest, maar wat betekent dit nu werkelijk? Ik geloof dat het 16e hoofdstuk van Handelingen een van de beste voorbeelden bevat van wat het betekent om te wandelen in de Geest. De Heilige Geest voorziet in hele duidelijke, gedetailleerde instructies voor hen die met Hem wandelen. Als u in de Geest wandelt, dan zult u zich niet in verwarring verkeren uw beslissingen zullen helder zijn.
De eerste christenen wandelen niet in verwarring. Zij werden geleid door de Geest in elke beslissing, elke beweging en elke handeling! De Geest sprak tot hen en gaf hen richting in elke minuut van hun leven. Er werd geen beslissing gemaakt zonder Hem te raadplegen. Het motto van de nieuw-testamentische gemeente was Laat zij die oren hebben luisteren naar wat de Geest te vertellen heeft!.
Ik begon mijn bediening in New York omdat de Heilige Geest me heel duidelijk vertelde: Ga naar New York en bouw een gemeente. En hij vertelde mij ook wanneer ik moest komen, er was geen duivel of demon die mij van dit idee af kon brengen omdat de Geest mij hele specifieke instructies had gegeven. Ik kan me nog herinneren dat ik op Broadway en 7th Avenue stond, en dat ik moest huilen, ik hield mijn handen in de lucht en de Heilige Geest zei In dit gebied zal ik een gemeente oprichten. Gehoorzaam mij David, begin een gemeente in New York!. Times Square Church is geen ongelukje, het is het resultaat van een heldere, gedetailleerde instructie van de Heilige Geest!
Halleluja, looft God in Zijn Heiligdom.
HET GLORIERIJKE KRUIS. (Schriften van Madeleine ).
ZESTIENDE VERSCHIJNING
Vrijdag, 3 mei 1974 van 17.10 tot 17.25 uur
Jezus vertoont zich met de handen naar Madeleine uitgestrekt. Hij lacht haar toe, zij is zeer gelukkig en zou voor altijd in zijn tegenwoordigheid willen blijven.
Hij zegt :
"Zegt dit hardop :
De priester heeft het niet verkeerd. Die schuine boom is het symbool van Zonde. Rukt hem uit, nog voordat hij vruchten draagt en haast u om in zijn plaats het Glorierijke Kruis te doen oprichten, want het Glorierijke Kruis zal vrijspreken van alle zonde."
Madeleine zegt :
"Direkt daarna legde Jezus zijn handen gevouwen op de borst. Hij keek mij bedroefd aan en ik zag twee tranen vanuit zijn ogen glijden. Ik heb toen gehuild, Jezus was zo bedroefd."
Vervolgens zei Hij :
"Wee de gehele mensheid, indien zich binnen vijftig dagen na aanleg geen water in dat bekken bevindt, want Satan verhindert de reiniging van zoveel mogelijk. Weest mijn Woord indachtig, Ik zal laten begaan wegens het gebrek aan geloof.
Even later :
Zegt aan de Kerk dat zij boodschappen over de gehele wereld rondstuurt en dat zij zich moet haasten om op de aangeduidde plaats het Glorierijke Kruis te doen oprichten, en aan de voet ervan een Heiligdom. Vol berouw zullen allen daar komen en er de Vrede en Vreugde vinden. Het Glorierijke Kruis, of het Teken van de Mensenzoon, is de aankondiging van de nabije wederkomst in Heerlijkheid van de verrezen Jezus. Wanneer dit Kruis van de aarde verhoogd wordt, zal Ik alles tot mij trekken.
Daarop zegt Jezus :
Vindt elf personen in deze gezegende en geheiligde stad. Zij zullen mijn discipelen zijn. In mijn Naam zullen zij van deur tot deur collecteren voor de oprichting van het Glorierijke Kruis. En dit zijn de geboden waaraan iedere discipel zich houden moet :
- Werkt tot aan de oprichting van het Glorierijke Kruis;
- zijt nederig, geduldig en liefdevol, opdat men in u mijn discipelen herkent;
- zoekt geen persoonlijk voordeel, maar zet u volledig in ten dienste van de oprichting van het Glorierijke Kruis, want een ieder die hier vol berouw gekomen is, zal worden gered.
Daarna zegt Jezus tot haar, zonder opdracht om het na te zeggen :
Zegt de priester dat Ik u voor de zeventiende keer bezoek, want het Glorierijke Kruis is ook de verrezen Jezus."
Daarna verdwijnt Jezus.
Opmerking :
Tevergeefs hadden de priester en Madeleine de Haute Butte bestegen en geprobeerd de plaats te bepalen van het Kruis. Na die poging maakten zij in het schemerdonker gebruik van elektrische lampen omhoog wijzend naar de hemel.
Terwijl Madeleine bij het venster bleef staan vanwaar ze zes keer het Kruis had gezien. Daar vandaan gaf zij aanwijzingen aan de priester die de Haute Butte op ging. Tenslotte kwam hij uit bij een ronde verhoging door een greppel omgeven, wat zich juist op de grens van het gebied van Dozulé bleek te bevinden. Het juiste punt om het Kruis in vast te zetten, hoefde nu alleen nog maar overeenkomstig de wens van de Heer, te worden gevonden op die verhoging zelf. De priester dacht dat het heel goed op de plaats van die scheve appelboom zou kunnen zijn die zich op die verhoging bevond, maar hij voelde zich niet zeker zodat hij er 's nachts niet van slapen kon. Het is Jezus die hier de juistheid van zijn oordeel bevestigt.
Opmerking :
Het waterbekken was bepaald door vanaf de stam van de scheve appelboom met een lang touw de 223 meter af te passen. Reeds 3 weken geleden was dat bekken gegraven, volgens de bevestiging van Jezus dus op de juiste plaats. Vanaf nu wordt de komst van water daarin hun voornaamste zorg, zelfs zo dat men vergeet om zich naar de plek van het Kruis te begeven. Na Pinksteren wordt er een noveen gehouden voor het water dat maar niet komen wil. Op een nacht dromen Madeleine en zuster M. dat water in het bekken verschenen is en vertellen dit 's ochtends aan de priester, die antwoordt :
"Beste zuster, wat droomt u toch fraaie dromen !"
Hij had namelijk de vorige avond geconstateerd dat er geen water was in het bekken.
Desondanks beklimt Madeleine de Haute Butte en stelt vast dat het water wel degelijk gekomen is en niet zon klein beetje : 30 cm hoog. Het was toen 19 juli, 98 dagen nadat het waterbekken gegraven was. Op navraag deelt het weerstation mee dat het de vorige nacht niet geregend heeft en dat een dergelijke hoeveelheid niet veroorzaakt kon zijn door een regenbui.
Wordt vervolgd.
HET GLORIERIJKE KRUIS. (Schriften van Madeleine ).
Goede Vrijdag, 12 april 1974
s Middags, nadat zuster B. met de eigenaar van het grasland overeenstemming had bereikt, graven drie mannen het waterbekken uit. Het was koud en zuster B. houdt voor de vrijwilligers de koffie warm op een spiritusbrander onder in de kuil van het waterbekken, dat geleidelijk aan vorm neemt.
Lezing uit het boek Leviticus 23,1.4-11.15-16.27.34-37. Psalmen 81(80),3-4.5-6.10-11. Heilig Evangelie van Jezus Christus volgens Mattheus 13,54-58.
Lezing uit het boek Leviticus 23,1.4-11.15-16.27.34-37.
Jahweh sprak tot Moses: Dit zijn de feestdagen van Jahweh met de godsdienstige bijeenkomsten, die gij op hun vastgestelde tijden moet vieren. Op de veertiende dag van de eerste maand tegen het vallen van de avond is het Pasen ter ere van Jahweh. En op de vijftiende dag van dezelfde maand het feest van de ongedesemde broden ter ere van Jahweh; gedurende zeven dagen moet ge dan ongedesemde broden eten. Op de eerste dag moet gij bovendien een godsdienstige bijeenkomst houden, en moogt ge geen enkel slafelijk werk verrichten. Zeven dagen lang moet ge vuuroffers aan Jahweh opdragen, en op de zevende dag weer een godsdienstige bijeenkomst houden, en moogt ge geen enkel slafelijk werk verrichten. Jahweh sprak tot Moses: Beveel de Israëlieten, en zeg hun: Wanneer ge in het land zijt gekomen, dat Ik u geven zal, en ge zijn oogst afmaait, dan moet ge de eerste schoof van uw oogst den priester brengen. Hij moet die schoof voor het aanschijn van Jahweh als strekoffer aanbieden, opdat het u ten goede kome; daags na de sabbat moet de priester ze aanbieden. Van de dag na de sabbat, waarop ge de schoof als strekoffer hebt aangeboden, moet ge zeven volle weken tellen; zeven volle weken moeten het zijn, tot aan de dag na de zevende sabbat; dus vijftig dagen moet ge tellen. Dan moet ge een nieuw spijsoffer aan Jahweh opdragen. Bovendien valt op de tiende dag van de zevende maand de verzoendag. Dan moet ge een godsdienstige bijeenkomst houden, boete doen, en een vuuroffer aan Jahweh brengen. Zeg aan de Israëlieten: Op de vijftiende dag van de zevende maand begint het loofhuttenfeest, zeven dagen lang, ter ere van Jahweh. Op de eerste dag moet een godsdienstige bijeenkomst worden gehouden, en moogt ge geen slafelijk werk verrichten. Zeven dagen lang moet ge Jahweh een vuuroffer opdragen. Op de achtste dag moet ge een godsdienstige bijeenkomst houden, en een vuuroffer opdragen ter ere van Jahweh. Het is een hoogtij, waarop ge geen slafelijk werk moogt verrichten. Dit zijn de feesten van Jahweh, waarop gij godsdienstige bijeenkomsten moet houden, en aan Jahweh vuuroffers opdragen: brand(-) en spijsoffers, slacht(-) en plengoffers, zoals het voor iedere dag is bepaald;
Psalmen 81(80),3-4.5-6.10-11.
Stemt lofzangen aan, slaat de pauken, Met lieflijke citer en harp; Steekt deze maand de bazuinen, Bij volle maan voor de dag van ons feest! Want dit is een voorschrift aan Israël, En een bevel van Jakobs God: Een gebod, aan Josef gegeven, Na zijn tocht uit het land van Egypte, Toen hij een woord vernam, Dat hij nooit had gehoord: Geen andere god mag er onder u zijn; Geen vreemden god moogt gij aanbidden! Ik ben Jahweh, uw God, die u uit Egypte heb geleid, En die uw mond heb gevuld, toen hij wijd was geopend!
Heilig Evangelie van Jezus Christus volgens Mattheus 13,54-58.
Nadat Hij in zijn vaderstad was gekomen, onderrichtte Hij hen in hun synagoge. zodat ze verbaasd waren en zeiden: Waar heeft Hij die wijsheid en wonderkracht vandaan? Is Hij niet de zoon van den timmerman? Heet zijn moeder niet Maria, en zijn broers niet Jakobus, Josef, Simon en Judas? En leven zijn zusters niet allen onder ons? Waar heeft Hij dan dit alles vandaan? En ze ergerden zich aan Hem. Maar Jesus zeide hun: Een profeet wordt enkel in zijn geboortestad en in zijn eigen familie miskend. En om hun ongeloof deed Hij er maar weinig wonderen.
Bron : Petrus Canisius bijbelvertaling
BLIJF BIJ ONS, WANT HET IS AVOND.
Blijf bij ons, want het is avond
en de nacht zal komen.
Blijf bij ons en bij uw ganse kerk
aan de avond van de dag,
aan de avond van het leven,
aan de avond van de wereld.
Blijf bij ons met uw genade en goedheid,
met uw troost en zegen,
met uw woord en sacrament.
Blijf bij ons wanneer over ons komt
de nacht van beproeving en van angst,
de nacht van twijfel en aanvechting,
de nacht van de strenge, bittere dood.
Blijf bij ons in leven en in sterven,
in tijd en eeuwigheid.
Amen.
ZOMAAR EEN DAK BOVEN WAT HOOFDEN.
Zomaar een dak boven wat hoofden,
deur die naar stilte openstaat.
Muren van huid, ramen als ogen,
speurend naar hoop en dageraad.
Huis dat een levend lichaam wordt
als wij er binnengaan
om recht voor God te staan.
Woorden van ver, vallende sterren,
vonken verleden hier gezaaid.
Namen voor Hem, dromen, signalen
diep uit de wereld aangewaaid.
Monden van aarde horen en zien,
onthouden, spreken voort
Gods vrij lichtend woord.
Tafel van Eden, brood om te weten
dat wij elkaar gegeven zijn.
Wonder van God, mensen in vrede,
oud en vergeten nieuw geheim.
Breken en delen, zijn wat niet kan,
doen wat ondenkbaar is,
dood en verrijzenis.
GIJ ZIJT MIJN GOED, MIJN OVERVLOED.
Gij zijt mijn goed , mijn overvloed,
Gij zijt mijn brood, mijn beker,
door uw dorst en door uw dood;
al mijn levensteken.
Gij die het land van Kanaän
doorkruist hebt allerwege;
waarom wordt Gij niet verstaan
als Gij spreekt van zegen?
Gij zegt ons ; ziet het woongebied
dat gij met Mij zult erven!
Maar mijn hart bewaart het niet,
ik verzuim uw sterven.
Gij zegt; wordt vrij en komt tot Mij,
mijn juk is licht te dragen!
Maar ik ga uw woord voorbij
en ik pluk de dagen.
Ik zwerf en dwaal totdat ik daal
in 't graf van mijn begeren,
zal ik ooit uw kruis zien staan
en mijn leven leren?
Keer mij tot U opdat ik zie
uw land van melk en honing;
waar uw Vaders wil geschiedt
is mijn spijs, mijn woning!
HEER ONZE HEER, HOE ZIJT GIJ AANWEZIG.
Heer onze Heer, hoe zijt Gij aanwezig
en hoe onzegbaar ons nabij.
Gij zijt gestadig met ons bezig,
onder uw vleugels rusten wij.
Gij zijt niet ver van wie U aanbidden,
niet hoog en breed van ons vandaan.
Gij zijt zo'n mens' lijk in ons midden,
dat Gij dit lied wel zult verstaan.
Gij zijt onzichtbaar voor onze ogen
en niemand heeft U ooit gezien.
Maar wij vermoeden en geloven
dat Gij ons draagt, dat Gij ons dient.
Gij zijt in alles diep verscholen,
in al wat leeft en zich ontvouwt.
Maar in de mensen wilt Gij wonen,
met hart en ziel aan ons getrouwd.
Heer onze Heer, hoe zijt Gij aanwezig
waar ook ter wereld mensen zijn.
Blijf zo genadig met ons bezig
tot wij in U volkomen zijn.
God .
God onze Vader, in Maria hebt Gij ons een model gegeven van gelovige dienstbaarheid. Zij heeft met gans haar wezen JA gezegd op uw uitnodiging. Zo was haar naam: dienares van de Heer. Wij vragen u: maak ons tot dienaren en dienaressen van u en van elkaar. Dat wij niet langer eigen belangen en plannen dienen, maar beschikbaar zijn voor elk woord van U. Verdiep onze dienstbaarheid. Laat uw Liefde voor uw mensen de bron zijn waaraan onze inzet ontspringt. Dat wij onszelf meer en meer verstaan als geroepen om te dienen. Amen.