For this blog to translate into language of your choice? Select your language below.
2 prachtige pps-jes hierboven van Godelieve en ook Mama rechts heeft ze gemaakt Klik op de banner en bekijk nog veel meer moois op haar blog
Klik op de banner hier beneden en ga eens langs bij Lenie voor nog meer moois Alle Ave Maria pps-jes hierboven zijn van haar
Gastenboek
Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
Wonder
28-07-2009
Gebed in Advent.
Behoud ons, Heer, als wij waken.
Behoed ons, Heer, als wij slapen.
Dan zullen wij waken met Christus
en rusten in vrede.
Laat de duisternis ons niet overvallen
zonder dat Uw stok en staf ons
vertroosten.
Laat het Licht ons vinden,
wachtend op Uw komst.
In Uw handen bevelen wij onze geest,
onze Verlosser, Heer, Getrouwe God,
nu en altijd en eeuwig.
27-07-2009
STAANDE BLIJVEN. ( DAVID WILKERSON ).
Op elke overwinning die we behalen over het vlees en op elke overwinning die we behalven op de duivel, zal de tegenstander komen met een nog grotere verleiding en een nog grotere aanval. Satan zal niet zomaar zijn strijd tegen ons opgeven. Als we hem verslaan, dan verdubbelt hij zijn troepen om nogmaals tegen ons in de aanval te gaan. En plotseling bevinden we onszelf temidden van een geestelijke oorlog waarvan we dachten dat hij al gewonnen was.
De Schrift vertelt ons Toen schaarden de Arameeërs zich in slagorde tegenover David en streden met hem (2 Samuël 10:17). Plotseling stond David oog in oog met een oude vijand waarvan hij dacht dat hij allang verslagen was. Het is belangrijk op te merken dat David op dat moment niet in zonde leefde. Hij was een godsman die wandelde in de vreze des Heeren. Maar David was tegelijkertijd ook een normaal mens zoals u en ik en het kan niet anders dan dat hij verward was door het hele gebeuren. Waarom stond God toe dat deze vijand weer in de aanval ging tegen hem?
Heeft u wel eens in Davids schoenen gestaan? Heeft u gebeden Heer, alles wat ik wil is U behagen ik wil Uw woord gehoorzamen en doen wat goed is in uw ogen. U weet dat ik bid en vast en dat ik van uw Woord houd. Ik zal u nooit verdriet willen doen, dus waarom wordt ik zo zwaar uitgedaagd? Waarom sta ik weer aan het begin van eenzelfde gevecht als in het verleden, met eenzelfde vijand?
Ik zal u rust geven van al uw vijanden. Ook kondigt de HERE u aan: De HERE zal u een huis bouwen. Wanneer uw dagen vervuld zijn en gij bij uw vaderen te ruste zijt gegaan, dan zal Ik uw nakomeling, uw eigen zoon, na u doen optreden, en Ik zal zijn koningschap bevestigen (2 Samuel 7:11-12).
Temidden van zijn verwarring herinnerde David zich de belofte die God aan hem gemaakt had. Terwijl de vijand met elk wapen uit de hel op David afstormde, toonde de Heer hem, nog voordat de strijd gestreden was, dat hij er al meer dan overwinnaar uit zou komen. David haalde zijn oog van de aanstormende vijand af en richtte deze op de Heer, en hield zich vast aan Zijn beloften en vertrouwde Hem volledig. Dat is wat Gods verlangen is voor elk van Zijn kinderen op wie de vijand afstormt, de Heer bewaard hen met Zijn liefde. Met andere woorden, Hij komt tot hen en zegt Ik beloof je dat je hier uit zult komen en nog steeds zult staan. Het zou kunnen dat je gewond raakt tijdens de strijd - maar dat maakt niet uit want ik zal je helen. Ik heb je reeds de overwinning gegeven!.
(Therese Lisieux) Al had ik elke fout - Gemeenschap Emmanuel.
HET GLORIERIJKE KRUIS. (Schriften van Madeleine ).
Vrijdag, 7 december 1973
Jezus is niet gekomen. Madeleine wacht lang.
Om 19.45 uur verlaat zij de kapel. Toch weet zij dat Hij daar altijd is, aanwezig in het leven van alle dag.
"Mijn Jezus, indien U eens wist hoezeer ik U bemin, en Hij weet het", schrijft zij.
Verwacht spoedig grote veranderingen.
Verwacht spoedig grote veranderingen
Datum:
Zon, 2009-05-31
Profeet:
De kleinste dienaar
LOS09053102
Verwacht spoedig grote veranderingen Kleinste Dienaar, VSA, 31 mei 2009
Onze Lieve Vrouw: « De wereld en de aarde zullen reusachtige veranderingen ondergaan. Gebouw na gebouw zal verkruimelen, en instorten of omvallen. Alles wat de mens heeft opgericht en gebouwd doorheen de eeuwen [tot eigen eer en glorie] zal verdwijnen. De structuren waarop de maatschappij steunt, zullen de een na de ander verdwijnen. (Ik had een visioen en ik zag het ene gebouw na het andere omvallen zoals dominostenen.) Alles moet worden gezuiverd, schoongemaakt, en opgeruimd, opdat de Nieuwe Hemel en de Nieuwe Aarde er zullen kunnen komen. »
« Rekent slechts op Mijn Zoon. Steunt alleen maar op Mijn Zoon. Gaat langs Mij tot Mijn Zoon. [Per Maríam ad Jesum.] Laat Mijn Zoon uw rots zijn, in de stormen der veranderingen, die nu zullen komen. Laat Hem niet los, want anders zullen de stormen u meevoeren en dragen naar de plaats, waar gij voor eeuwig verloren zult zijn. Herhaalt dikwijls de volgende woorden: Jezus, Lieve Heer, ik vertrouw geheel op u. En laat het Rozenhoedje en de gebeden om barmhartigheid uw plechtanker zijn. »
Gebed om mensenrecht .
God, wij bidden dat in onze wereld
uw barmhartigheid er zal zijn...
voor mensen die, onverzadigd,
niet weten wat zij zoeken;
voor mensen die, onbevredigd,
verharden en zichzelf verliezen;
voor mensen die met een overgrote
honger in hun lijf moeten leven;
voor mensen die vernederd worden
omdat zij hun hand moeten ophouden;
voor mensen die hun eigen overvloed
niet kennen, die bezeten zijn van hun bezit;
voor mensen die vereenzamen
in hun houden van wat zij hebben...
Goede God,
Gij weet van onze lege handen.
Gij kent de armzaligheid waarmee wij onszelf
willen redden en het niet kunnen.
Geef ons ook vandaag het brood
dat ons verzadigt, dat ons zoeken vervult
en ons aanstekelijk maakt voor elkaar:
Jezus Christus, onze Heer.
Amen.
Vandaag is de dag van jouw redding!
2 Korintiers 6:1,2 ...Als medewerkers (Gods) vermanen wij u ook de genade Gods niet tevergeefs te ontvangen, want Hij zegt: ten tijde des welbehagens heb Ik u verhoord en ten dage des heils ben Ik u te hulp gekomen; zie, nu is het de tijd des welbehagens zie, nu is het de dag des heils.
Lezing uit het boek Exodus 32,15-24.30-34. Psalmen 106(105),19-20.21-22.23. Heilig Evangelie van Jezus Christus volgens Mattheus 13,31-35.
Lezing uit het boek Exodus 32,15-24.30-34.
Nu daalde Moses af van de berg met de beide tafelen van het Verbond in de hand, die aan beide zijden, van voren en van achteren, waren beschreven. Die tafelen waren Gods eigen werk, en het schrift in die tafelen gegrift, was Gods eigen schrift. Toen Josuë het volk hoorde joelen, zei hij tot Moses: Er is strijdrumoer in de legerplaats. Maar Moses antwoordde: Dit zijn geen overwinningskreten noch kreten bij een nederlaag; maar ik hoor zingen. Toen Moses de legerplaats was genaderd, en het kalf en de reidansen zag, barstte zijn gramschap los, wierp hij de tafelen uit zijn handen en smeet ze tegen de voet van de berg aan stukken. Daarop greep hij het kalf, dat ze hadden gemaakt, verbrandde het, vergruizelde het tot stof, en strooide dit op het water, dat hij de Israëlieten liet drinken. Toen zei Moses tegen Aäron: Wat heeft dit volk u toch gedaan, dat ge het met zulk een zware schuld hebt beladen? Aäron antwoordde: Laat mijn heer niet toornig worden; gij weet toch zelf, hoe slecht dat volk is. Ze zeiden tot mij: Maak ons een god, die voor ons uittrekt; want we weten niet, wat er met Moses is gebeurd, den man, die ons uit Egypte heeft geleid. Toen sprak ik tot hen: Wie goud heeft, moet er zich van ontdoen. En ze gaven het mij; ik wierp het in het vuur, en dit kalf kwam er uit. De volgende dag sprak Moses tot het volk: Ge hebt een zware zonde bedreven. Maar ik wil omhoog naar Jahweh gaan; misschien dat ik nog vergiffenis voor uw zonden kan krijgen. En Moses keerde naar Jahweh terug, en sprak: Ach Jahweh, het volk heeft zwaar gezondigd; zij hebben zich een god van goud gemaakt. Maar vergeef toch hun zonden, of schrap mij uit het boek, dat Gij hebt geschreven. Jahweh gaf Moses ten antwoord: Ik schrap hem uit mijn boek, die tegen Mij heeft gezondigd! Ga nu, en leid het volk naar de plaats, waarvan Ik u gesproken heb. Zie, een engel zal wel voor u uitgaan; maar als de dag voor mijn wraak is gekomen, zal Ik hen voor hun zonden straffen.
Psalmen 106(105),19-20.21-22.23.
Dan maakten ze een kalf bij de Horeb, En wierpen zich voor een afgietsel neer; Ze verruilden hun Glorie Voor het beeld van een grasvretend rund. Ze vergaten God, hun Verlosser Die grote dingen in Egypte had gedaan, Wonderwerken in het land van Cham, Ontzaglijke daden bij de Rode Zee. En zeker had Hij hun verdelging beslist, Als Moses, zijn geliefde, er niet was geweest; Maar deze stelde zich tegen Hem in de bres, Om Hem te weerhouden, hen in zijn toorn te vernielen.
Heilig Evangelie van Jezus Christus volgens Mattheus 13,31-35.
Een andere gelijkenis stelde Hij hun voor, en sprak: Het rijk der hemelen is gelijk aan een mosterdzaadje, dat iemand op zijn akker zaaide. Het is wel het kleinste van alle zaden, maar als het is opgewassen is het groter dan het tuingewas, en wordt het een boom, zodat de vogels in de lucht in zijn takken komen nestelen. Nog een andere gelijkenis sprak Hij tot hen: Het rijk der hemelen is gelijk aan zuurdeeg, dat een vrouw onder drie maten meel mengde, totdat het meel geheel was gegist. Dit alles zeide Jesus tot de menigte in gelijkenissen, en zonder gelijkenis sprak hij hun niet toe; opdat vervuld zou worden, wat door den profeet was voorzegd: "Ik zal mijn mond openen in gelijkenissen, en openbaren, wat verborgen was van de grondvesting der wereld af."
Bron : Petrus Canisius bijbelvertaling
Gebed om nabijheid...
Blijf bij ons
als licht in onze duisternis.
Blijf bij ons
als macht in onze onmacht.
Blijf bij ons
als leven in onze dood.
Blijf bij ons
als troost in ons verdriet.
Blijf bij ons
als vergeving voor onze zonden.
Blijf bij ons
als vrede in onze onrust.
Blijf bij ons
als hoop in ons sterven.
Blijf bij ons
als leven van ons leven.
Blijf bij ons, Heer.
Amen
Gebed tot de Herder.
Here en Heiland,
wij danken U, dat Gij een Herder zijt
en dat allen, die Uw Woord horen,
Uw schapen worden genoemd.
Nu behoeven wij niet meer te klagen,
dat wij hier alleen zouden zijn.
Want het kan ons wel aan geld en goed
en gezondheid en aan allerlei ontbreken,
zodat het ons schijnt, alsof wij geen herder
hadden en als weerloze schapen temidden
van de wolven stonden, maar zo moet het gaan,
opdat wij zouden zien, dat er zonder Herder
geen troost is en wij in al onze dagen
naar Zijn stem zouden luisteren.
O Heiland, leer ons U te volgen.
Leer ons, U, de Herder, te kennen,
gelijk Gij Uw schapen kent.
Leer ons, ons over Uw zorg te verheugen.
Als Gij ons beschermt en redt,
dan behoeven wij voor duivel,
hel en dood niet te vrezen.
Niemand zal ons uit Uw hand rukken.
Daarvoor danken wij U
door Christus, onze Heer.
Amen
26-07-2009
OP EEN GOD DIE DOOR DE EEUWEN.
Op een God die door de eeuwen om zijn trouw bezongen is, wachten mensen heel hun leven tot zijn uur gekomen is. Op een God die door de tijden om zijn naam beleden is, wachten mensen alle nachten tot zijn licht verschenen is. Op een God die voor de mensen nieuwe toekomst deed ontstaan, wachten wij in goed vertrouwen tot zijn woord zal opengaan. Op een God die voor de mensen licht in donker heeft bereid, wachten wij van ganser harte tot zijn stem ook ons bevrijdt.
WELZALIG WIE DE RECHTE WEGEN GAAN.
Welzalig wie de rechte wegen gaan, wie in de regels van Gods wijsheid treden. Zalig wie zijn getuigenis verstaan, van ganser harte zoeken naar zijn vrede. Geen onrecht en geen dwaling lokt hen aan. De weg der zondaars wordt door hen gesmeden. Gij hebt ons hart uw orde opgelegd, opdat wij die met ijver onderhouden. Ach, ging ik toch de wegen van uw recht, dan stond ik niet beschaamd, als ik vertrouwde op wat Gij in uw liefde tot mij zegt, als ik de schoonheid van uw wet aanschouwde. De wet, o Heer, die Gij aan mij beveelt, is als een lied in mij, als een spel van snaren, dat in den vreemde troostend mij omspeelt. Ik loof uw naam in nacht en in gevaren. Uw trouw hebt Gij, o Heer, mij toebedeeld, omdat ik uw geboden blijf bewaren. Ik ben de uwe, Heer, uw bondgenoot, verlos mij toch, ik leef naar uw besluiten. De goddelozen haken naar mijn dood, maar uw verbondstrouw zal hun opzet stuiten. Aan alles komt een eind, hoe schoon, hoe groot, maar, Heer, uw wet gaat elke grens te buiten. Uw woord is als een lamp, een helder licht, een schijnsel op mijn pad, een eeuwig baken dat in de duisternis mijn schreden richt. Ik zwoer en ik begeer het waar te maken, dat ik zal wand'len voor uw aangezicht, dat ik uw recht zal roepen van de daken. Wat Gij beloofd hebt, is in eeuwigheid mij tot een deel en erfenis gegeven waarin mijn ziel zich dag aan dag verblijdt. Uw wet, o Heer, staat in mijn hart geschreven, uw wil doen is mijn lust te allen tijd, U te beminnen is geheel mijn leven. Heer, ondersteun mij, geef mij vaste grond, laat uw beloften heel mijn leven schragen. Beschaam mij niet, ik hoop op uw verbond, bevestig mij, dat mij verlossing dage. Als Gij mij steunt, zal ik te allen stond de vreugde van uw wet in 't harte dragen.
DIT HUIS, GEREINIGD EN VERSIERD.
Dit huis, gereinigd en versierd, waar Gods gemeente bruiloft viert, staat voor de eredienst gereed, wij komen hier in lief en leed. Wie voor ons leefden gingen heen. Dit oude huis van hout en steen bleef staan als een gebed tot U. Wij bidden mee, verhoor ons nu ! In geest en waarheid bidden wij, dat Christus in ons midden zij. Hem love al wat adem heeft. Hem love wat op aarde leeft. En laat eendracht samenzijn op ons gebed het amen zijn. Kom haastig, Here Jezus, kom en maak ons tot uw heiligdom !
O CHRISTUS , HEER DER HEERLIJKHEID.
O Christus, Heer der heerlijkheid die Gij aan ons zult openbaren, al 't lijden hier in deze tijd is maar een schaduw die verglijdt, uw licht is niet te evenaren. Gij zult aan ons uw wederschijn, in ons bestaan uw rijk betonen. Dan zullen wij, uit nood en pijn geboren, eind'lijk mensen zijn, o Mensenzoon, als Gij Gods zonen. Daarnaar ziet heel de schepping uit, zij wacht reikhalzend van verlangen, dat Adam haar begroet als bruid, dat hij haar weer een zin ontsluit, die in zinloosheid was gevangen. Ja eens, met ons tezaam zal zij verlost zijn, in uw licht verheven ; dan is haar kreunen en geschrei, dan is de barensnood voorbij, slechts blijdschap om het nieuwe leven. Dank voor de Geest, ons toevertrouwd, die ons reeds nu die dag doet prijzen ! Gij, onze hoop en ons behoud, geef ons, het heil, van ver aanschouwd, aan heel uw schepping te bewijzen.
470 - Heer als ik denk aan wat U voor mij deed.
HET GLORIERIJKE KRUIS. (Schriften van Madeleine ).
TWAALFDE VERSCHIJNING
Vrijdag, 2 november 1973 om 19.00 uur
In de kapel heeft Jezus zich met open handen getoond en heeft de armen kruisvormig opgeheven, het hoofd enigszins naar rechts gebogen alsof men Hem ging kruisigen; er waren geen wondetekenen, overigens heb ik zijn wondetekenen nog nooit waargenomen. Hij zei :
"Dozulé is voortaan een gezegende en geheiligde stad... U maakt de tijd mee van de allergrootste inspanning van de Boze tegen Christus. Satan is uit zijn gevangenis losgelaten. Hij bezet het gehele gezicht van de aarde."
Jezus spreekt steeds heel langzaam tegen mij. Op die dag klonk zijn stem buitengewoon ernstig. Ik werd zeer bedroefd toen ik Hem zo zag. Vervolgens zei Hij mij :
"Gog en Magog, hun getal is onberekenbaar. Wat er ook gebeurt, weest niet bezorgd. Allen zullen in het vuur geworpen worden, voor in de eeuwen der eeuwen... Gelukkig hij die slechts bekoord wordt door de allerhoogste God."
Hierop heeft Jezus zijn armen en handen laten zakken. Hij heeft zijn normale houding weer aangenomen, wat wil zeggen, zoals gewoonlijk, met de handen naar mij uitgestrekt en heeft gezegd :
"Deze Boodschap is voor u :
Gelukkig hij die slechts bekoord wordt door de allerhoogste God, want mijn Vader is enkel Goedheid. Hij vergeeft de grootste zondaar op het laatste moment van zijn leven... Zegt aan de rouwmoedig stervenden, dat hoe groter de zonde, des te groter is mijn Barmhartigheid. Op hetzelfde ogenblik dat zijn ziel zijn lichaam verlaat, bevindt zij zich in dit schitterende Licht. Zegt hen - Woorden van Jezus.
Een hele poos heeft Jezus haar toegedacht en heeft haar een ernstige boodschap toevertrouwd voor de bisschop en heeft ook een mededeling gedaan die haar zelf betreft...
Lezing uit het 2e boek der Koningen 4,42-44. Psalmen 145(144),10-11.15-16.17-18. Lezing uit de brief van de apostel Paulus aan de Efeziërs 4,1-6. Heilig Evangelie van Jezus Christus volgens Johannes 6,1-15.
Lezing uit het 2e boek der Koningen 4,42-44.
Eens kwam er iemand uit Báal-Sjalisja, die voor den godsman twintig gerstebroden als eerstelingenbrood en een zak vers koren had meegebracht. Eliseus beval: Geef het aan het volk te eten. Zijn dienaar antwoordde: Hoe kan ik dit nu aan honderd man voorzetten? Maar Eliseus hernam: Geef het aan het volk te eten; want zo spreekt Jahweh! Ge zult eten, en nog overhouden. Nu zette hij het hun voor; en toen ze gegeten hadden, hielden ze nog over, zoals Jahweh gezegd had.
Psalmen 145(144),10-11.15-16.17-18.
Al uw werken zullen U loven, o Jahweh, En uw vromen zullen U prijzen; Ze zullen de glorie van uw Koningschap roemen, En uw almacht verkonden: Aller ogen zien naar U uit, Gij geeft voedsel aan allen, elk op zijn tijd; Gij opent uw handen, En verzadigt naar hartelust al wat leeft! Goedertieren is Jahweh in al zijn wegen, En in al zijn werken vol liefde. Jahweh is allen, die Hem roepen, nabij: Allen, die oprecht tot Hem bidden.
Lezing uit de brief van de apostel Paulus aan de Efeziërs 4,1-6.
Ik, de gevangene voor de zaak des Heren, vermaan u dus, dat gij u gedraagt overeenkomstig uw roeping; dat gij elkander in liefde verdraagt met alle ootmoedigheid, zachtheid en geduld; dat gij uw best doet, de eenheid des geestes te bewaren door de band van de vrede. Eén lichaam en één geest, zoals gij ook geroepen zijt tot één hoop, die aan uw roeping ontspruit; één Heer, één geloof, één doopsel; één God en Vader van allen, die boven alles, door alles, en in alles is.
Heilig Evangelie van Jezus Christus volgens Johannes 6,1-15.
Daarna begaf Jesus Zich naar de overkant van het meer van Galilea of van Tibérias. Een grote schare volgde Hem, omdat ze de wonderen hadden gezien, die Hij voor de zieken verricht had. En Jesus besteeg het gebergte, en zette Zich daar met zijn leerlingen neer. Het was kort voor Pasen, het feest van de Joden. Toen Jesus nu de ogen opsloeg en een talrijke menigte tot Zich zag komen, sprak Hij tot Filippus: Waar zullen we brood kopen, zodat ze kunnen eten? Dit zeide Hij echter, om hem op de proef te stellen; want zelf wist Hij goed, wat Hij doen zou. Filippus antwoordde Hem: Voor tweehonderd tienlingen brood is niet genoeg, als ieder van hen een stukje krijgt. Een zijner leerlingen, Andreas, de broer van Simon Petrus, zeide tot Hem: Hier is een jongen, die vijf gerstebroden heeft en twee vissen; maar wat betekent dat voor zo velen? Jesus sprak: Laat de mensen gaan zitten. Er stond nu veel gras op die plaats. Ze gingen dus zitten; er waren ongeveer vijf duizend mannen. Nu nam Jesus de broden, sprak een dankgebed uit, en deelde ze rond aan hen die daar zaten; zo ook van de vissen, zoveel ze wilden. En toen ze waren verzadigd, zeide Hij tot zijn leerlingen: Verzamelt de overgeschoten brokken, opdat er niets verloren gaat. Zij verzamelden ze dus, en vulden twaalf korven met de brokken der vijf gerstebroden, die na het eten waren overgebleven. Bij het zien van het teken, dat Jesus gewrocht had, zeiden de mensen: Deze is waarlijk de profeet, die in de wereld moet komen! Daar nu Jesus voorzag, dat ze Hem zouden meevoeren, om Hem tot koning uit te roepen, trok Hij Zich heel alleen weer in het gebergte terug.
Bron : Petrus Canisius bijbelvertaling
Gebed om God, âalles in allenâ.
Vader,
leer ons bidden
dat Uw Naam geheiligd wordt,
dat Uw Rijk zal komen.
Leer ons verlangen naar Uw komst,
naar de uiteindelijke ontmoeting met U
waarin wij U mogen zien zoals U bent,
van aangezicht tot aangezicht.
Leer ons verlangen naar die Grote Dag,
de Dag waarop alle mensen
zullen toebehoren aan Christus
en Christus aan de Vader,
de dag waarop U uiteindelijk
alles in allen wilt zijn
en wij - van harte - uw mensen.
Geef draagkracht en vruchtbaarheid
aan dit diep verlangen
opdat ook wij getuigenis van U afleggen
en apostelen zijn in de wereld
waarin U ons hebt gezonden.
Door Jezus uw Zoon,
Mens onder de mensen.
Amen.
Jezus Christus.
Jezus Christus, Verlosser van de wereld, die door het mysterie van de menswording een van de onzen zijt geworden, tot U nemen wij onze toevlucht. Wij geloven dat Gij de Zoon van God zijt, die in de wereld gekomen zijt gekomen zijn tot ons heil. Wij vertrouwen dat Gij steeds bereid zijn ons bij te staan. Wij willen U beminnen met geheel ons hart, met geheel onze ziel en met al onze krachten en onze naaste gelijk onszelf. Wij betreuren al onze zonden, omdat wij U beminnen en omdat de zonde de bron is van alle onheil. Betrouwend op uw genadige barmhartigheid, willen wij U voortaan trouw volgen. Zie op ons neer nu wij beroep doen op uw goedheid en wil ons helpen in onze nood. (Hier worden de gebedsintenties vermeld.) Laat ons eens voor eeuwig opgenomen worden in uw heerlijkheid, samen met Maria en Jozef en alle uitverkorenen. AMEN