Na de dood van Mao in 1976 werd een geboortebeperkingscampagne gestart,
die erop was gericht het de ouders zo moeilijk mogelijk te maken meer dan
één kind te nemen. Ongebreidelde groei zou immers op den duur rampzalige
gevolgen hebben, vooral door de enorme voedselproblemen die dit zou
opleveren. In de huwelijkswet vanaf 1980 moest het bruidspaar beloven
geboortebeperking toe te passen, dat wil zeggen slechts één kind te krijgen.
Deze geboortebeperkingscampagne worden ondersteund door een systeem
van bonussen en straffen. Wanneer ouders erin toestemmen slechts één kind
te nemen, krijgen zij flinke beloningen; hun inkomen wordt met 5 procent
verhoogd., zij worden op de prioriteitenlijst gezet voor een grotere en nieuwe
woning of flat en hun kind krijgt gratis de beste medische behandeling en
prioriteit voor een plaats in een créche en op de lagere school. Wanneer
ouders toch een tweede kind nemen, moeten zij alle ontvangen contante
beloningen terugbetalen. Zij verliezen, evenals hun eerste kind, alle voorrechten
en moeten een kleinere woning betrekken. Wanneer zij een derde kind nemen,
krijgen beide 5 procent salarisverlaging tot hun kind 14 jaar is. Bovendien moeten
de ouders alle ziektekosten zelf betalen; de vrouw krijgt geen zwangerschapsverlof
en moet in de niet gewerkte tijd voor haar eigen onderhoud zorgen; het kind wordt
overal op de laagste plaats gezet.
In steden worden de regels van het geboortebeperkingscampagne redelijk goed
opgevolgd. Dit houdt verband met de strenge controle en de vaak krappe
behuizing. Voor de mensen op het platteland blijft een zoon – te midden van
alle armoede – soms toch hun grootste schat.
Ook tegenwoordig gebeurt het nog dat wanneer er een dochter wordt geboren,
het kind niet wordt aangemeld bij het bevolkingsregister, waardoor het meisje
automatisch een illegaal bestaan leidt. Ze heeft dan geen recht op onderwijs.
Hierdoor worden vaak meisjes te vondeling gelegd of zelfs gedood.
De geboortecijfers uit 1999 worden waarschijnlijk mede hierdoor geflatteerd,
In dat jaar werden er gemiddeld 100 meisjes geboren tegenover 115 jongetjes.
Uit diezelfde gegevens blijkt dat een Chinese vrouw gemiddeld 1.8 kinderen
krijgt nog steeds het laagste vruchtbaarheidscijfer uit de Chinese geschiedenis.
China telt inmiddels ruim 1.2 miljard inwoners.