Dat hoor ik al gans mijn leven. De grootvader van mijn vrouw Godelieve moest er reeds mee lachen toen we nog verkeerden en dat is lang geleden. Ik hoor hem van ver komen lachte hij. Hoe zou dat komen?
Als knaapje van goed vijf jaar oud werd ik bij het inschrijven van mijn oudere broer, André, door de leraar van het eerste klasje meegesleurd naar zijn klas,hoewel dat eigenlijk nog niet de bedoeling was. Het was in 'den ecol moijeng' of middelbare school van Dendermonde stad. Wij woonden in Sint-Gillis bij Dendermonde in de Korte Dijkstraat en dat was daar ruim twee kilometer vandaan. Er reden toen geen bussen, alles ging nog kar en paard en te voet. In de school was geen restaurant, misschien hoogstens een lokaaltje waar je een eigen boterham kon opeten, dat herinner ik me zelfs niet meer, althans niet de eerste jaren.
Dat maakte dat ik vier maal per dag, de lange weg moest afleggen, naar en van school, 's middags met een goed uurtje tijd ertussen. Je kon niet slenteren, althans niet op de middag. Mijn kleine beentjes moesten dus rap gaan en en dat is zo gebleven de rest van mijn leven. Gelukkig kost stappen mij niet zoveel pijn als stilstaan.
|