Zondag 3 december 1917, omstreeks 13 uur 30, overleed mijn echtgenote Godelieve in het rust- en verzorgingstehuis 'De Zilvermolen' in Zwijnaarde.
Na dagen aan het sterfbed, hand in hand geklemd, had ik mij neergevlijd om even te rusten. Bij het ontwaken ging mijn eerste blik naar haar borstkas waarin ik geen beweging meer ontwaarde. Zij was mij ongemerkt ontglipt en ik voelde mij schuldig.
Wij kenden elkaar van in de kleuterschool en mijn moeder vertelde later dat ik toen reeds gezegd had met haar te willen trouwen. Dan de eerste scheiding. Ik ga naar de Rijksschool in Dendermonde, zij naar de nonnenschool te Sint Gillis. De oorlog kwam en we verloren elkaar uit het oog maar veertien, vijftien jaar later, bij een bevrijdingsfeestje in haar buurt sloeg de vonk weer over. Zeven jaar hebben wij de pannen van het dak gevrijd en in 1951 zijn wij getrouwd en het was niet van moeten. De huidige generatie zal het niet geloven maar de echte daad hebben wij uitgesteld tot na het huwelijk.
We bouwden een eigen zaak, werkten hard, winkel tot 10 uur 's avonds open maar we vonden nog tijd om vijf prachtige kinderen op te voeden en laten studeren. Deze schonken ons op hun beurt vijf kleinkinderen en twee achterkleinkinderen.
De tijd vloog. De grote winkelketens rezen uit de grond en we besloten om te stoppen nu we nog fit genoeg waren om nog wat van het leven te genieten en verhuisden naar een ander huis met drie etages en onze jongste zoon ging mee. We sloten aan bij verschillende verenigingen en zagen nog wat van de wereld, al was het nooit heel ver en lang. Maar na een zestiental jaren werden de trappen naar de eerste verdieping, het onderhoud van garages en tuin, een last en verlieten we ons geliefd Dendermonde voor een nieuw gebouwd appartement in Aalst, dicht bij onze jongste zoon. Nog konden wij zwieren en zwaaien , maar langzamerhand kwam toch het verval. Godelieve had een rollator nodig en werd dan ook nog eens overvallen voor een beetje geld. Ze had hulp nodig en steeds meer. Zij ging voor een kortverblijf naar RVH 'De Toekomst' in Aalst. De meeste kinderen woonden ver en er werd gezocht naar een andere oplossing. Die dachten wij te vinden in het Gentse, dicht bij twee kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen.
Maar het draaide niet goed uit. Stugge voorschriften voor de verblijven in rusthuizen deden ons verhuizen van een opvang in Gentbrugge naar een ander in Zwijnaarde. maar inmiddels was Lieve zo achteruit gegaan dat ze in de laatste halte niet meer uit bed kwam. Ze verlangde zelf naar het einde.
Ik heb nooit gedacht dat het afscheid mij zo zwaar zou vallen. De wind kon af en toe de takken van onze levensbomen elkaar doen zwiepen maar dan werd het weer windstil doch de tijd heeft de wortels zodanig in elkaar doen groeien dat geen bijl ze meer kan scheiden.
Ik geloof niet in een hiernamaals. Nu kan ik haar niet meer zien, horen, voelen. Wat zou zij vandaag gedacht hebben van het weer, van Trump, van 'Thuis'.
11-12-2017, 00:00 geschreven door Camiel Devos 
|