In 1948 koos ik als dienstplichtige voor Belgische Zeemacht dewelke toen wel nog ressorteerde onder het Ministerie van Verkeerswezen.
In maart 1949 werden we aangehecht bij het Ministerie van Landsverdediging, waarmee het plots gedaan was met de traditie van de dagelijkse oorlam (rum) voor de bemanningen op zee.
En op zee ben ik geweest want ik voer acht en een halve maand op het fregat Luitenant Victor Billet zowat het enige zeewaardig schip van het twaaftal dat de marine toen bezat.
De Belgische Zeemacht, volgens sommigen de Farce Navale werd toen nog beschouwd als een ongedisciplineerde troep (door de schuld van de landrottenbureaukratie) maar groeide uit tot een keurkorps. Zeg dus nooit tegen een oud milicien van de Zeemacht dat hij maar bij den troep is geweest.
Over mijn werk op het toenmalig meteorologisch schip, als radiotechnicus, in de golf van Gascogne, een bezoek van drie weken aan Edinburg en Schotland, over vliegende stormen en zeeziekte zal het hier niet hebben. Dat komt misschien later.
Ik ben definitief afgezwaaid als kwartiermeester.