Moeilijk kan, makkelijker is beter
Inhoud blog
  • Uitstellen van excecutie
  • Valstrikken in de wereld voor ons
  • Misschien vandaag?
  • Hoe te beginnen?

    Zoeken in blog


    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     


    zeker voor mij
    25-11-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Die verdomd lange treinritten

    Het is weer een goede oude woensdagochtend: koud, donker en saai.

    Ik zit op de trein, uiteraard overvol met gillende, springende en lachende kinderen.

    Ik was vroeger exact als hen, zelf nog een zodanig kleine snotter, maar ja en tijden en mensen veranderen.

    Denken aan vroeger doet zeer aan mijn hoofd, zelfs is het maar enkele seconden.

    Ik probeer altijd zo vroeg mogelijk op de trein te zitten, maar vandaag heb ik me verslapen.

    En dit kleine voorvalletje zorgt dus voor het feit dat ik nooit een plaats kan en zal vinden op dit ontbijtgranendoosje op wielen.

    De eerste 10 minuten van de reis sta ik dus recht, dat is hoelang het duurt tot aan de eerste halte.

    De conducteur opent de glazen deur tussen hem en mijn leven van wanhoop met deze mensen.

    Hij heeft licht grijzend haar, meer langs zijn bakkebaarden (wat eigenlijk de enige kant is die ik kan zien vanonder zijn pet) en hij is een veel te joviale kerel voor zijn leeftijd.

    Elke morgen weer mengt hij zich in de gesprekken van de tierende menigte, de jeugd genaamd, en doet zich voor als de vrolijke nonkel die veel van deze kinderen niet hebben.

    Hij is in mijn ogen meer de Kerstman van deze trein, dan een conducteur. Ze hadden hem al lang moeten ontslaan.

    Ik kijk een tijdje naar een meisje dat ligt te slapen, donkerbruin haar dat grotendeels bedekt word door een grijze wollen muts en daaronder heeft ze een dikke leren jas aan.

    Het is eind november, het begint koud te worden en mensen gedragen zich ook koeler, niet dat ik daar zo veel last van heb.

    Deze maand wordt gekenmerkt door 2 weerspelingen:

    1. De warmste november maand sinds 1938 (dit gegeven kan fout zijn, mijn geheugen is ook niet perfect)

    2. De maand met het meeste en de hardste windvlagen sinds lang, lange tijd.

    De trein stopt met veel gekraak aan zijn eerste halte en ik laat een zucht van blijdschap.

    Een oudere man met een wandelstok kijkt schuin naar mij en knikt begrijpend.

    Ik haal mijn schouders op, wat zoveel wil zeggen als: ‘Wat ga je er aan doen?’.

    De man lacht stil en buigt zich weer naar zijn krant, en ik kan hem zo zien denken dat hij mij nog altijd ziet als “één van hen”, de jeugd.

    Eens al de mensen afgestapt zijn zet ik me schuin tegenover het meisje met de grijze muts, het slapende meisje. Ik merk dat ze niet beweegt, en dus vast aan het slapen is, en dat ze dat ook niet deed toen de trein stopte. Ik raap al mijn moed samen en tik haar op de schouder, me niet bewust of het te hard of te zacht is.

    Langzaam kijkt ze op met slaperige ogen, ze knippert een paar keer en kijkt dan niet begrijpend.

    Met een klein hartje zeg ik dat we gestopt zijn in Oudenaarde.

    Ze lacht en zegt dat ze er pas af moet in Gent. Ik excuseer me en wijd me weer aan het uitzicht, dat zich langzaam begint voort te bewegen.

    Na een aantal minuten stoppen we aan halte 2, en dus ook aan ergernis nr. 2.

    Wat er in Oudenaarde afmoest qua mensen komt er nu gewoon doodleuk weer op, het enige verschil is dat ik een zitplaats heb.

    Tot mijn grote genoegen zijn deze mensen meestal volwassen en dus iets rustiger.

    Een meisje van rond de 19 à 20 jaar stapt langzaam naar mij toe en wandelt dan gestaag voorbij.

    Dit is meestal het keerpunt van de reis, ik word altijd vergezeld door ofwel jonge; ofwel oude mensen, nooit de 30’ers of 40’ers.

    En vandaag word ik vergezeld door een oudere man, die blijkbaar last heeft van zijn voet terwijl hij voor mij komt staan. Hij staat even hijgend na te genieten van het feit dat hij een plaats heeft veroverd, terwijl hij zijn donkergroene jas ophangt vlak naast zijn toekomstige zitplaats.

    Het valt me altijd weer op dat oudere mensen of nooit weten dat ze mensen blokkeren, of het gewoon expres doen.

    De oude man draagt een olijfkleurig hemd met daaronder een groene broek en bruine wandelschoenen. Dat, samen met zijn borstelige snor, wijst er voor mij op dat deze man vroeger in het leger zat en zijn ontslag of pensioen niet goed heeft verwerkt.

    De zweetdruppels op zijn voorhoofd en het hijgen wijzen er dan weer op dat hij heeft moeten lopen voor de trein.

    Ik blijf rustig naar buiten kijken, hem observerend in het spiegelende raam.

    Er zijn maar 2 dingen die je kunt doen in de trein, als je alleen bent en niets hebt om te doen en dat is echt naar buiten kijken of mensen observeren.

    Beidde opties zijn goed, zolang dat je maar iets te doen hebt.

    Uit het voorzakje van zijn hemd haalt “de generaal” een kammetje van donkerbruin plastiek, zo één waarvan je er 13 in een dozijn hebt.

    Hij draait zich naar het raam en kijkt mij recht in de ogen door het spiegelende effect dat het raam heeft. En dit is het punt waar zelfs de beste “observeerder” zich soms laat vangen, ze kijken weg of kijken verschrikt, zoals een hert in de koplampen van je auto als je aan een snelheid van 120 km/u naar het diertje toe raast. Ik doe alsof ik hem niet zie en blijf kijken, maar deze keer door het spiegelbeeld van “de generaal” naar buiten.

    “De generaal” ziet niets en kamt rustig zijn haar terwijl hij zichzelf bewonderd in het raam. Hij kamt zijn haar schuin opzij, wat hem een beetje doet lijken op een bejaarde Adolf Hitler.

    “De generaal” verliest mijn interesse en ik kijk rond in de trein, zoekend naar mensen die ik in stilte kan afkeuren of appreciëren.

    De oogst is smal vandaag en ik ben dus weer geneigd om naar “de generaal” te kijken.

    Het kammetje, dat hij weer in zijn voorzakje heeft gestoken, laat vochtige plekjes na op het borstzakje van zijn hemd. Ik lach in stilte en merk dat we ondertussen aan de voorlaatste halte zijn.

    Er zijn dus al een aantal minuten verstreken sinds Oudenaarde, de tijd gaat soms echt wel snel als je niets te doen hebt.

    Ik merk langzaam dat mijn eerste observatie niet correct was. Ondanks het feit dat de man al een kwartier neerzit, zweet en hijgt hij nog altijd evenveel.

    Dit is volgens mij het soort mens dat men arresteert als stalker en specifiek als telefoonhijger.

    We komen eindelijk aan in Gent, de hoofdstad van Oost-Vlaanderen, de stad van de stroppendragers.

    Ik haast me naar het andere perron, omdat ik mijn trein naar Brussel niet wil missen. Ik kan normaal gezien al afstappen in De Pinte, maar daar neem ik de moeite niet voor. Dan moet ik in De Pinte weer 5 minuten in de kou staan, terwijl als ik hem in Gent neem ik er direct opkan.

    De treinrit naar Brussel is niet zo fascinerend als van Ronse naar Gent, maar dat komt waarschijnlijk door de vele ambtenaren die dagelijks naar Brussel pendelen.

    Ik twijfel even waar ik me zal zetten en plaats me uiteindelijk naast een jonge vrouw die druk op haar laptop aan het typen is.

    De reis verloopt rustig zoals normaal, tot de vrouw naast me plotsklaps begint te praten.

    ‘Ja, dat kan ik zien gebeuren, maar niet op zo’n korte termijn.’

    Ik kijk verbaast opzij. Ik vraag me af of ze tegen mij aan het praten is.

    Ik panikeer lichtjes, en maar één gedachte schiet door mijn hoofd als de kogel van een Magnum.

    Heeft ze mijn gedachten gelezen, heeft ze gezien dat ik over haar nadacht?

    Ze lacht en kijkt opzij met een blik waarvan ik juist niet kan uitmaken wat deze wil zeggen.

    ‘We regelen het wel, zo meteen stap ik van de trein en dan doe ik dat direct.’

    Ik zet mijn meest verbaasde gezicht op en vraag wat ze bedoelt.

    Ze kijkt recht naar mij, likt haar lippen en zegt:

    ‘Kan je niet zien dat ik aan het bellen ben?’

    Ik kijk naar de linkerkant van haar gezicht en zie dat ze daar zo een bluetooth-oortje heeft hangen.

    Wat haat ik die dingen.

    De technologie is niet meer wat het geweest is, revolutionaire uitvindingen werden vroeger bejubeld. Terwijl er nu, telkens als er een uitvinding wordt gedaan, gekeken word naar de pro’s en contra’s. En als er net iets te veel contra’s zijn dan word het product de grond ingeboord.

    Maar ondanks dat alles is het de toekomst, onze kinderen zullen er wel de vruchten van kunnen plukken.

    Ik kijk beschaamd naar de grond, gekwetst in mijn eer, en ik voel me ook een beetje onnozel.

    We komen aan in Brussel-Zuid, Bruxelles-Midi voor de Franstalige in ons land. Dat is nog zoiets dat ik niet snap. Waarom Midi en niet Sud, WAAROM!? (Ik vindt het raar, maar soms kan ik echt denken in hoofdletters, dat is gewoon een gave denk ik.) Zulke dingen maken me soms zot.

    Ik spring van de trein en loop met een gestaag tempo de roltrap af, loop door de hal, langs de piano die uit zichzelf speel, naar de metro’s.

    En dat is weer het irritante aan de metro, of je tram staat er direct, of hij is juist vertrokken of het is de verkeerde. Vandaag blijkt het optie 3 te zijn.

    Terwijl ik sta te wachten op mijn tram/metro, denk ik na over hoe mijn dag zal verlopen. Deze worden onderbroken door de aankomst van tram 4.

    Terwijl ik op de tram stap, voel ik een por in mijn rug.

    Denkend dat het iemand is die ik ken draai ik me om, en eigenlijk ben ik niet zo fout.

    Het is “de generaal” die me porde, maar dan per ongeluk.

    Het is weer een goede oude woensdagochtend.


    25-11-2009, 00:00 geschreven door Breyten  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Archief per week
  • 26/04-02/05 2010
  • 08/03-14/03 2010
  • 01/03-07/03 2010
  • 23/11-29/11 2009

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs