Bij divergentie is er
sprake van twee platen die van elkaar af bewegen. De meeste divergentiezones
liggen onderzees. Daar waar de platen uit elkaar drijven, komt er gesmolten
gesteente (vloeibaar magma) omhoog als lava. Als dit over de zeebodem uitvloeit,
stolt het bij contact met het oceaanwater en ontstaat oceanische korst. Dit
gebeurt bijvoorbeeld in het midden van de Atlantische Oceaan.
De plaats waar nieuwe
oceanische korst ontstaat, noemen we een oceanische rug. Oceaanruggen zijn
gebieden met veel vulkanische activiteit. Meestal verloopt het vulkanisme hier
echter wel rustig. Omdat de platen uit elkaar gaan, wordt er ruimte vrijgemaakt
voor het opstijgende magma. Wanneer Oceaanruggen tot boven zeeniveau uitsteken,
ontstaan vulkanische eilanden. IJsland is een voorbeeld van zo'n vulkanisch
eiland.
Bij divergerende platen
komen vaak spleetvulkanen voor.
Op heel veel plaatsen op de wereld komen vulkanen voor.
Op sommige plaatsen slapen de vulkanen, maar op andere plekken op deze aardbol
vinden ieder jaar uitbarstingen plaats.
De Etna is één van de meest bekende en een vaak tot uitbarsting komende
vulkaan, hij ligt op het eiland Sicilië, vlakbij de kust van Italië.
Sommige mensen zijn niet bang voor uitbarstingen,
die mensen durven het aan om in de buurt van een vulkaan te wonen.
Natuurlijk is dat met slapende of dode vulkanen meestal geen probleem,
maar als je bij een vaak ontploffende vulkaan woont, zal het niet echt prettig
zijn over de gevolgen van een ontploffing te denken.
Bij convergentie bewegen
twee platen naar elkaar toe. Wanneer beide platen een verschillende dichtheid
hebben, glijdt de ene plaat onder de andere. Dit wordt subductie genoemd. De plaat die naar
beneden wordt geduwd in de laag gesmolten gesteente eronder, smelt waardoor er
magma ontstaat. Dit magma stijgt op en moet eerst door de aardkorst heen breken
voor het naar buiten kan stromen. Daar is veel kracht voor nodig. Hevige
uitbarstingen zijn meestal het gevolg.
We onderscheiden twee vormen van subductie:
Een oceanische plaat schuift onder een
continentale plaat. In dit geval ontstaat actief vulkanisme.
Een oceanische plaat schuift onder een andere
oceanische plaat. In dit geval ontstaat ook actief vulkanisme, wat resulteert
in een eilandboog.
Voorbeelden van vulkanen
die zijn ontstaan bij convergente plaatgrenzen zijn Mount Etna en de vulkanen
van de Ring van Vuur (gebied rondom de Grote Oceaan), waar Mount St. Helens toe
behoort. Bij convergente plaatgrenzen ontstaan vaak stratovulkanen.