Mijn wagens
: deel 3

Ook trokken
we met de Daf 33 naar South Rhodesia (nu Zimbabwe).
Soms moesten
we riviertjes doorwaden.

Een vriend
collega had een Dodge stationwagen ik geloof model 1957 - om te verkopen
meegegeven aan een Griek. De wagen kwam
zwaar beschadigd, onverkocht terug.
Waarschijnlijk hadden ze hem gewoon gebruikt als taxi en gereden met te
weinig olie.
n
Technieker zou de wagen herstellen na zijn uren.

Die tijd
hadden de vele Amerikaanse wagens vinnen.
Dat hielp
bij het parkeren.

Om de
achterklep te openen moest men eerst de achterruit elektrisch laten zakken.

Na een
meningsverschil met de technieker kwam de wagen met
gedeeltelijk
open motor terug. Later zou blijken dat de motor kwaadwillig
gesaboteerd was.
Ik heb heel veel geleerd om de motor terug aan de praat te krijgen.
Uitzoeken
wat de ontstekingsvolgorde was van deze
8-cilinder .
De aandrijving van de
benzinepomp was er niet meer. Later bleek dat in sommige
zuigers de splitpinnen
ontbraken zodat de zuiger as de cilinderwand kraste, wat olie verlies
tot
gevolg had. Ook het stuurhuis was onvolledig, zodat de wagen tijdens een rit
plots
onbestuurbaar werd. Gelukkig was er toen in deze grote wagens nog geen
airco, servo stuur en dito remmen.
Anders was
ik niet aan de herstelling begonnen.
N.B. de foto toont een 8 cilinder Chevrolet, iets kleineer dan de 8 cilinder Dodge

Al bij al
waren dat indrukwekkende voertuigen.

Tijdens het
grootverlof 1966 kocht ik mijn eerste totaal nieuwe auto: een NSU Prinz 4.

Achterliggende
luchtgekoelde 2 cilinder 750 cc. 4
liter op 100 km.
Het was voor
mij de ideale wagen.

Het model
leek afgekeken van de Chevrolet Corvair.

Ik had de
NSU in de blauwe kleur besteld. Maar bij levering was het een grijze.
Binnen
zicht.


De
kofferruimte volstond voor mij. Voordeel een koffer vooraan kun je niet
overladen.

Talrijke
keren zijn we in de broes rond Lubumbashi gaan kamperen tijdens de weekenden.

De aarden
wegen konden we aardig wat stof maken in het droog seizoen.


Tijdens de weekends kampeerden we dikwijls aan het meer van de familie Staquet, een kleine 30 km buiten Lubumbashi.

In Zambia werd het zicht op de hoofdweg beperkt door "olifantengras". Een Amerkaanse Ford ontweek me niet..
De Prinz 4 werd hersteld, doch ik voelde me niet meer goed in de wagen. Ik besloot tijdens het verlof '66 de grotere
NSU Type 110 te kopen. Tijden de herstelling leende ik deze Vauxhall cresta, die ik later als 2de wagen zou kopen.

05-06-2015 om 00:00
geschreven door bertus 
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
|