Heb jij ooit al eens een grote fout gemaakt? Zo'n fout dat je denkt dat, als je een deel van je leven kon veranderen, het dat zou zijn dat je zou veranderen?
Ben ik de enige?
Ja? Nee? Een kleine tip voor de bezoekers die voor het eerst mijn blog bezoeken: lees bij "Categorieën" mijn "dagboek" vanaf het begin, want anders is het nogal moeilijk te volgen...
Voor m'n spreektoets van morgen, moest ik een anekdote maken over iets speciaal dat in m'n leven of in het leven van iemand die ik goed ken, gebeurt is en dan moeten m'n klasgenoten morgen zeggen of m'n anekdote waar is of niet. Ik ben benieuwd...
Don't bury me Don't let me down Don't say it's over Because that would send me under Underneath the ground Don't say those words I wanna live but your words can murder Only you can send me under, under, under
Elke zaterdagochtend van 10 tot 12 u. gaan m'n zus (2 jaar jonger dan ik) en ik gaan tennissen... En toen we terug wilden naar huis, bleek dat m'n zus haar ketting ervan lag! M'n zus moest dus aan één van de tennisleerkrachten gaan vragen of hij haar ketting erop wou leggen!
Ze vroeg of ik mee met haar ging, maar ik weigerde, want ik wilde me niet ook voor schut zetten. Want het was wel degelijk super gênant voor m'n zus... wat ik totaal niet erg vond. Liever de hare dan de mijne. Moehaha... XP
Ps: let er maar niet op dat ik zo over m'n zus praat... iedereen met een jongere zus begrijpt waarover ik het heb...
Wat doe je als de vrienden waarmee je altijd samenloopt, je
niet meer bij zich willen hebben? Nou, dan sta je er lekker alleen
voor.
Vrijdag.
2 Vrijdag was het het ergst.
Ik zette m'n boterhamdoos neer naast die van Cathérine. Ik probeerde geen oogcontact te maken, daarvoor was ik teveel van streek. Maar ik wist dat het moest. Ik keek op van m'n eten. 'Waarom mag ik nu plots wel bij jullie zitten?' Ann-Sophie was degene die antwoordde. 'We vonden het gewoon zielig dat je daar zo alleen stond.' Zielig?! 'Dat is geen antwoord.' Ze lachte. 'Echt wel.' 'Voor mij niet.' Het was weer even stil.
Toen ik genoeg moed bijeen had geraapt, vroeg ik. 'Waarom zei je dinsdag dat ik jullie volgde?' 'Eh...' Ann-Sophie keek hulpzoekend naar Cathérine. 'Jij mag ook eens iets zeggen.' 'Ik vind het zo hard,' zei ze aarzelend. 'Zeg jij het maar.' 'Maar dan lijk ik zo grof,' protesteerde Ann-Sophie. Dat ben je ook, Ann-Sophie, dacht ik erbij. Ik meen het. 'Gaan jullie nog antwoord geven?' 'Het probleem is dus, dat ik, eh... dat ik jou... niet zo leuk vind.' 'Waarom niet?' vroeg ik. Ik deed toch nooit gemeen tegen haar? 'Jij trekt zo'n rare gezichten als anderen iets zeggen...' Wat? Ann-Sophie was degene die altijd rare dingen deed met haar gezicht. Nee echt, serieus. 'en je bent zo sarcastisch,' ging ze verder. 'En je lacht ook met alles.' O nee! Zo'n slechte eigenschappen! Het is nog raar dat ik haar niet vermoord heb of zo! Wat is er verkeerd met sarcasme? Grrr... 'Ik vind dat jij en ik niet zo goed bij elkaar passen.' Cathérine lachte. 'Ga je dat ook zeggen wanneer je het gaat uitmaken met je lief?' 'Dat maakt het minder erg,' zei ze verlegen. Hoe kan zij nou weten hoe dat is? Zij heeft nog nooit een lief gehad! Ik wel trouwens...
Toen we de eetzaal verlieten, maakte ik dat ik wegkwam, ze zouden toch weer weglopen zodra ze de kans hadden. Dus zo bleef het mijn eigen keuze. Ik zuchtte. Ik had wel gedacht dat Ann-Sophie me niet leuk vond, soms irriteerde zij mij ook. Maar ik probeerde wel altijd aardig tegen haar te doen, terwijl zij mij gewoon straal negeerde. Dat was een groot verschil.
Wat doe je als de vrienden waarmee je altijd samenloopt, je
niet meer bij zich willen hebben? Nou, dan sta je er lekker alleen
voor.
Vrijdag. 1 Vrijdag was het het ergst.
Het was middag. Ik had besloten om niet meer bij Jolien en Joke te zitten, omdat ik niet wou dat ze het gevoel hadden alsof ze met me opgescheept zaten. Dus, omdat ik juist dan niemand tegenkwam die ik kende, ging ik maar alleen in de rij staan. En ik kan je verzekeren, dat is een hél. Ik stond daar een kwartier (denk ik) in m'n eentje te staan. En toen ik uiteindelijk plaats moest gaan zoeken, had ik een dilemma.
Bij de mensen wie ik kende was er juist geen plaats voor één persoon. Heel irritant. En wat nog erger was, toen ik Cathérine en Ann-Sophie met z'n tweetjes aan een tafel van acht zag zitten, vroeg ik me af of ik bij ze zou gaan zitten. Gewoon omdat ik geen keus had. Toen zag ik dat Jolien en Joke nog in de rij stonden te wachten. Ik besloot dat ik op hen zou wachten, en, als er dan nog altijd nergens plaats zou zijn, bij hen te gaan zitten.
Plots stond Cathérine voor me. Twijfelend keek ze me aan. 'Waarom kom je niet bij ons zitten?' Eh... je wou het zelf? M'n ogen prikten ervan, zo geschrokken voelde ik me. Ik voelde woede bij me naar boven borrelen, maar ik kon niet anders dan knikken.
Wat doe je als de vrienden waarmee je altijd samenloopt, je
niet meer bij zich willen hebben? Nou, dan sta je er lekker alleen
voor.
Donderdag. De speeltijd verliep als de dag ervoor, maar in de middag... Ik stond in de gang en deed alsof ik iets zocht in m'n locker (wat totaal niet kon omdat ik er maar één iets in had zitten). Toen Amber, Daphne, Julie, enz. ook naar hun locker ging, twijfelde ik. Zou ik bij Daphne en zo gaan zitten? Geen idee. Af en toe had ik al bij hen gezeten... maar ik zag de meeste van hen bij de bus en zo leuk waren ze ook weer niet. Toen ik Jolien en Joke (niet die van C) zag aankomen bedacht ik dat ik bij hen kon zitten... (ik ken Jolien nog redelijk goed van op de bus) maar dat had ik nog nooit gedaan. Pas dan bemerkte ik dat Daphne en zo al door waren, dus had ik geen keus.
Ik ging dichter bij hun staan. 'Hey.' 'O, hallo,' zei Jolien. Ik had haar dinsdag ongeveer alles vertelt door haar de link van deze blog door te sturen... en het voelde echt veel beter toen ze het eindelijk wist. Jolien bestudeerde me. Ze wist wat ik hier alleen stond te doen. Ze draaide zich om naar Joke. 'Mag ze bij ons zitten?' 'Eh, oké, ja.' Joke klonk niet zo overtuigd. Wat normaal was, ik kende haar alleen van zien en omgekeerd. Dus at ik samen met hen. Rond tien voor één gingen we naar buiten en toen vertelde Jolien me het probleem waar ze al een paar dagen mee zat. Dat zal ik jullie nu niet vertellen, want ik mocht het niet door vertellen. Sorry. Ze mag het wel zelf hier komen vertellen... Ik vind wel dat het een stomme ruzie is en ik sta helemaal aan Jolien haar kant. Zij heeft zich al zo veel keer verontschuldigd en toch blijft diegene waar ze ruzie mee heeft, boos.
'Ik vind het beter als je je er niet mee bemoeit.' 'Huh?' Ik keek naar Joke. Jolien was even naar de wc's. 'Het gaat jou niets aan.' 'Eh, oké.' Sorry dat ik besta hoor. Volgens mij had ze me niet graag. En daarna bemoeide ik me er toch maar mee. Ik vond het zo erg voor Jolien... Ze leek helemaal van haar stuk...
Ben ik de enige die er soms bij stil staat dat je een vriend(in) die je bv. nu kent, maar vroeger niet kende?
Allee, het is toch raar om te beseffen dat diegene er altijd is geweest, maar dat jij niet van zijn/haar bestaan wist. Oké, je vindt het misschien logisch klinken, maar toch... Je moet eens dieper nadenken, want dan zul je begrijpen wat ik bedoel. Diegene kon evengoed dood zijn. Zonder dat jij er ook maar een flouw benul van had. En je zou het zelfs niet beseft hebben. Je zou niet beseft hebben dat een toekomstige vriend(in) van je dood was.
Raar, niet?
Het lijkt misschien wel ver gedacht (wat ik niet uitsluit), maar ik vind toch dat je er eens moet bij stil staan. Er kan nu elk moment een vriendin van je sterven terwijl je gewoon door zou gaan met je leven... zonder ook maar het minste verdriet te voelen.
Sta jij daar ook wel eens bij stil? Of eigenlijk juist helemaal
niet? Stem of reageer dan op dit bericht.
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen) Categorie:Ben ik de enige?
24-04-2013
alleen (woensdag)
Wat doe je als de vrienden waarmee je altijd samenloopt, je niet meer bij zich willen hebben? Nou, dan sta je er lekker alleen voor.
Woensdag. Was ik effen blij dat het maar een halve dag was. Ik zou niet weten bij wie ik zou moeten eten. Zelfs bij sommige anderen kon ik niet bij gaan zitten omdat de kans bestond dat Cathérine en Ann-Sophie erbij zaten... In de speeltijd liep ik alleen naar de wc's (volgens mij drink ik te veel... leg ik later wel uit) en toen ik eruit kwam, besloot ik om met de eerste de beste die ik tegenkwam en ik kende, te praten. Wat ik ook deed. Ook al kende ik ze niet zo goed. (ik kende van één haar naam niet)
Eén van de redenen waarom Ann-Sophie en Cathérine afstand van me namen, was het volgende.
Dus. Stel je voor. Je bent met drie. En jij bent altijd degene die aan de zijkant loopt. Als die twee anderen tegen elkaar praten, dan kan je er toch niks van horen. Tenminste, als er veel lawaai in de buurt is. Dat was dus het probleem.
Elke keer als ze tegen elkaar bezig waren, verstond ik er geen woord van. Ik weet nog dat ik ze ooit eens heb gezegd dat ik er niks van verstond, maar ze hadden het gewoon negeerd en waren verder gegaan met tegen elkaar babbelen. En ik stond er bij van: hallo! Ik besta ook nog! Maar ja...
Waarschijnlijk dachten Ann-Sophie en Cathérine dat ik er gewoon maar wat bij liep (wat eigenlijk zo was, ook al was het niet mijn schuld) en dachten misschien ook dat ik niet geïntereseerd was in wat ze te vertellen hadden. Wat niét zo was. Maar ja, veel kon ik er niet aan doen...
Ik moest me haasten naar techniek. Je moet er altijd vijf minuten van voordien zijn. Door de voetbalwedstrijd waren we sowieso al laat gaan eten, dus kwam ik net op tijd aan. Toevallig tegelijk met Cathérine en Ann-Sophie wie ik de hele middag niet gesproken had. Ik zette m'n boekentas in de gang, haalde m'n spullen uit m'n boekentas en liep naar buiten. (We moesten altijd buiten wachten.)
Ik liep naar Ann-Sophie en Cathérine. 'Die zon is zalig,' zei ik tegen niemand in het bijzonder. 'Waarom volg je ons?' vroeg Ann-Sophie plots. Ze keek me geërgerd aan. 'Wat?' Zei ze dat nou echt? 'Waarom volg je ons?' herhaalde ze. 'Huh?' zei ik uit verbazing. Ze fronste, schudde haar hoofd en keek me aan alsof ik gestoord was. 'Laat ook maar.' Ik zuchtte. Volgde ik hen? Het was toch normaal dat ik bij hen liep? We waren toch vriendinnen? We liepen al twee jaar bij elkaar en nu plots veranderde dat? Het klopte gewoonweg niet... We liepen de techniekklas binnen.
Tijdens Nederlands (in de klas zit ik naast Cathérine) zei Cathérine wel dingen tegen mij, maar ik, die me totaal niet op m'n gemak voelde door vanmiddag, sprak tegen haar alsof ze gewoon een klasgenoot was, en geen vriendin.
Die speeltijd was ik alleen. En dat is echt niet leuk.
Na het vierde lesuur gingen de meisjes die moesten voetballen naar de kleedkamers. Ook Ann-Sophie was een van hen.
Cathérine en Ann-Sophie liepen naast elkaar voor me in de gang toen ze zich moesten opsplitsen. Ann-Sophie naar rechts, Cathérine naar links. Ongeveer vijf meter voor Cathérine, liepen Silke en Justine (van m'n klas). Volgens mij wist ze dat ik achter haar liep. En toch liep ze, ja echt, liép ze naar Silke en Justine toe. En ik stond daar van 'Wat!?' Van Ann-Sophie verwachtte ik wel dat ze zoiets deed, maar van Cathérine... nee.
Toen we beneden kwamen ging ze haar boekentas in de rekken zetten. Ik deed hetzelfde, maar twee rekken bij haar vandaan. Ze wist dat ik daar stond, en toch draaide ze zich om en liep naar buiten... zonder mij... terwijl ik haar sprakeloos nastaarde.
Even bleef ik daar staan, maar toen zette ik me in beweging en liep naar de buitenwc's (ook wel bekend als die wc's in dat huisje). Juist voor ik naar binnen ging gaan, kwam zij naar buiten. Ze zag me niet. Denk ik. Ik haar wel. Ik zei niets. Wat zou ik moeten zeggen? Dus ging ik maar naar de wc.
Toen ik eruit kwam, zag ik het volgende: leden van dé groep waaronder Justine (klas), Charlotte, Silke en Joke. Een paar seconden nadat ik uit de wc was, kwam Cathérine eruit. Ze zag me weer niet. Of deed alsof. Toen het groepje met z'n allen wilden doorgaan, hield ik Cathérine tegen. 'Ga je twee keer naar de wc?' Ze keek me geïrriteerd aan. 'Achtervolg je me of zo?' En ze liep door. Wauw. Ik had nooit verwacht dat Cathérine zo tegen me zou doen.
De rest van de middag negeerde zij mij en ik haar.
Vanochtend, toen we nog maar net van de bus kwamen, ging ik naar het wc (dat moest je eigenlijk niet weten) en toen ik eruit kwam, zag ik de groep staan. Ik kwam nog goed overeen met de meeste van hen...
Shirley had net haar schuld van vijf euro aan me afbetaald (eindelijk, want het was al van voor de vakantie dat ze het van me geleend had...), toen ik zei: 'Zouden de deuren al open zijn?' De deuren van de middengang gingen altijd om kwart over acht open. We stonden nog altijd in een soort apart "huisje" waar een gang met daarin de deuren van de jongens- en meisjestoiletten. We bevonden ons dus in die gang. 'Ik denk het,' zei Ann-Sophie die in m'n buurt stond. 'Ik ga kijken.' 'Wacht, ik ga mee.' Ik zag dat er er niet blij mee was dat ik meeging. 'Ik ook,' zei Justine die in een andere klas zat dan de onze (in m'n klas zit er nog een Justine). Ann-Sophie haar gezicht klaarde op. 'Oké,' zei ze opgewekt. Toen we bij de deuren waren aangekomen, bleken ze nog dicht te zijn. 'Hé, Clea!' riep Justine. (Ik denk toch dat ze zo heet, want ik ken haar niet goed.) 'Wacht even!' En ze liep weg. Ik bleef alleen met Ann-Sophie achter. Ze keek om zich heen om te zien of ze naar iemand toekon, in plaats van bij mij te blijven wachten. En juist op dat moment gingen de deuren open. Dus gingen we samen naar binnen. Op weg naar de lockers praatte ik tegen haar, maar het enige wat ze zei was 'hmm'. Of het kon ook gewoon niets geweest zijn, want ze kon evengoed gezucht hebben van ergenis.
We kwamen bij onze lockers aan en ik liet me op m'n knieën vallen. M'n locker was de tweede van onder getelt en die van Ann-Sophie bevond zich links boven mij. Ik haalde m'n boeken eruit die ik nodig had. (Er zitten er echt niet veel in, alleen vakken waar je niet zo veel les, toetsen en huiswerk van hebt.) Toen kwam dé groep. Of toch een deel. Dé groep bestond grotendeels uit meisjes van onze klas A, maar ook nog een paar van klas C. Ik schat een stuk of tien meisjes. Ann-Sophie probeerde bijna wanhopig vrienden met hen te worden. Ze deed heel anders tegen hén dan tegen mij. Ik had het gevoel alsof ik moest kotsen. (ps: neem me niet te letterlijk) Ann-Sophie en ik waren teglijk klaar en toen ik al door wilde gaan naar de klas, bleef ze gewoon staan, wachtend op dé groep. Ze waren maar met drie. En ze liet me stikken voor hén. Ik besefte wat ze verlangde wat ik ging doen: alleen doorgaan. Het voelde raar, maar toch liep ik in m'n eentje door. Het was wel even slikken...