'Meisenier'
is een rechtsterm waarmee in het Hertogdom Brabant een bevoorrechte stand van
landlieden aangeduid werd.
Etymologisch
is een meisenier, mansionarius, de houder en bewoner van een mansio, een hof
in tegenstelling tot een kossaat, casatus, een bewoner van een casa, een hut.
De grond die bij een hof of hoeve behoorde bedroeg in Brabant, ongeveer 36
bunder, ingedeeld in drie percelen van ongeveer 2 bunder (mansus), een in elk
van de drie velden van de gemeente. De meiseniers of meiseniedelieden zijn
oorspronkelijk grote boeren, tegenover de kleinere landbouwers, met enkele
dagwanden land.
De
meiseniers van Grimbergen, beschreven door Jan Lindemans zijn geput uit de
schepengriffie van Grimbergen van 1507 tot 1795, Brussegem van 1484 tot 1577 en
van Buggenhout van 1619 tot 1734.
Hun
oorsprong ligt bij de heren van Grimbergen. In 1275 vaardigden zij een keure
uit , waarin zij het strafstelsel in hun land bepaalden.Zij riepen hun
voornaamste meiseniers op als getuige. In 1297 treffen zij een overeenkomst met
de hertog van Brabant waarbij een aantal afspraken over de meiseniers worden
gemaakt. De heren van Grimbergen zullen gezamenlijk de meiseniers van de hertog,
die in het land van Grimbergen wonen, aanvoeren De meiseniers zijn
dienstplichtig tot 60 jaar. Het meisenierschap zal voortaan nog alleen door de
moederlijke afstamming worden betoond.
Daarnaast
beschrijft J Verbesselt een tweede soort van meiseniers nl de meiseniers van de
hertog gebaseerd op de publicatie van Paul Bonenfant uit 1960. Het gaat om
meestal welstellende lieden die door de hertog konden opgeroepen worden voor
legerdienst en hiervoor bepaalde voorrechten genoten. Hun oorsprong ligt in
11e- 12 e eeuw bij het ontstaan van het hertogdom Brabant, onder impuls van de
graven van Leuven.
Vanaf
de 14e eeuw in het recht vastgelegd vanaf de geboorte, van wettigen bedde ende
uyt den bloede geboren, zowel langs vaders als moederszijde daer vader aff
was, daer moeder aff was en zowel voor zonen als dochters! is eene vrye
meiseniersman / vrye meiseniersvrouwe zijn de geijkte termen die we in de
oorkonden terugvinden.
In
de telling van 1356 zijn er 631 meiseniers vermeld. Bedreigd in hun
vrijheidsrechten in de grote steden verenigden zij zich in de sterkste zuil nl
die van Grimbergen, om hun rechten te handhaven. In een telling van 1374 zijn
ze niet meer afzonderlijk vermeld.
De
voorrechten van de meiseniers:
Vrijstelling
van tol in alles steden en vrijheden van Brabant
Vrijheid
van marktrechten bvb vrijstelling van pertgelde wanneer men een paard kocht bij
aankoop van laken e d
Vrijstelling
van karweien bvb de dode hand, leenverplichtingen
Vrijstelling
van vervolging van de ambtenaar van de hertog d w z de berechting kon enkel
door zijn eigen hoofd bvb te Grimbergen door de drossaard van de heer van
Grimbergen
|